M nacht ïoI avonturen. No. 61. Woensdag 7 November 1917 33e «laarg. 1\ «JIJ Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Buitenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Weststr. D 11. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF nrc. DE OORLOG. Van officieuse Italiaansche zijde ver scheen de volgende uiteenzetting van het standpunt, door Italië ingenomen, ten gevolge van de laatste gebeurtenis sen in Noord-Italië. Ofschoon de Duitschers uit militair oogpunt ontegenzeggelijk een succes hebben behaald, is "hun hoofddoel, dat van politieken aard is, volkomen mislukt. Duitschland en Oostenrijk hoopten, dat de tijdelijke verwarring, door hun geweldige krachtsinspanning in het Italiaansche leger teweeggebracht, in Italië een revolutie zou hebben doen uitbreken, waardoor zij Italië tot een afzonderlijken vrede zouden hebben kunnen dwingen. De Duitsche of pro- Duitsche bladen hebben zelfs reeds vóór het begin van het laatste offensief bericht dat in verscheidene Italiaansche steden revolutie was uitgebroken. Echter is niet alleen het door de Duitschers beoogde doel mislukt, maar zelfs hebben hun offensief en hun vorderingen op Italiaansch grondgebied een tegenover gestelde uitwerking gehad. Het gevaar, dat ons land bedreigde, heeft de nauwste en meest vaderlandslievende samenwer king der socialisten, neutralisten en zelfs Katholieken, tengevolge gehad en op het oogenblik richt het geheele Italiaan sche volk zich op om zijn vijanden het hoofd te bieden, die getracht hebben, door hun propaganda in het binnenland de ontevredenen en de socialisten tegen den oorlog te stemmen. Misschien had den de ongeregeldheden te Turijn, waarvan men thans den oorsprong kan verklaren, met den Duitschen aanval moeten samenvallen. Het offensief van 24 Oct. heeft ten gevolge gehad de vereeniging van alle partijen in Italië tot één krachtallen zijn gereed den indringer te bestrijden. Het volk heeft een bewonderenswaardige trotsche kalmte en absoluut vertrouwen behouden, welke toonen hoezeer de vijand zich in zijn politieke berekenin gen heeft vergist. Het duidelijkst bewijs van deze eenheid, van deze kracht, die zich „en bloc" tegenover den indringer zal stellen, zijn de verklaringen van de leiders van alle partijen, van de socia listen tot de clericalen. De steun der Geallieerden zal weer welkom zijn voor de Italianen, die in ieder geval hun vijanden binnenkort al hun kracht waarmede zij hen elfmaal hebben verslagen, zullen toonen. Ten slotte maken wij melding van de opmerking van officieuse zijde, dat de Nederlandsche pers over het algemeen bewijs heeft gegeven vaneenlofwaardige objectiviteit bij de beschouwing van der toestand van het Italiaansche leger, dat, dank zij zijn groote reserves, binnen enkele dagen zijn kracht zal herwinnen. Naar aanleiding van het onderhoud van den correspondent der Associated i Press met Kerenski machtigt Lensing, I de Amerik. min. van Buitenl. Zaken, Reuter het volgende te verklaren Noch j uit de officieele mededeelingen der regeering, noch uit de geseinde verkla ring van Kerenski kan worden opge maakt, dat Rusland op het punt staat, zich aan den oorlog te onttrekken. ^De regeering betreurt dan ook een dergelijke uitlegging. Bovendien kan er op worden gewezen dat het vertrouwen der regeering in Rusland opnieuw tot uitdrukking is gekomen door het ^toestaan van een leening van 32 millioen dollar uit credieten, welke reeds vroeger voor Rusland zijn toegestaan. Deze som zal onmiddellijk ter beschikking van de Russische regeering zijn. Avp, De Duitsche Keizer heeft Vrijdag rijkskanselier dr. Michaëlis ontslag verleend als rijkskanselier, voorzitter van het Pruisische staatsministerie en als Pruisisch minister van buitenland- sche zaken, hem de keten van het grootkruis van de orde van den Rooden Adelaar geschonken en dr. graaf von Hertling, Beiersch staatsminister, tot zijn opvolger in deze ambten benoemd. De koning van Beieren heeft aan Von Hertling het volgende telegram gestuurd Aan dr. graat von Hertling „Zijne Majesteit de Keizer deelde mij gisteravond mede, dat hy besloten had, Uwe Excellentie te benoemen op den post van rijkskanselier. Uwe Excellen tie weet, hoe zwaar het mij valt, mij juist in dezen tyd van u te moeten scheiden. Als ik niettemin toestem in uw heengaan als Beiersch premier en minister van buitenlandsche zaken, dan geschiedt zulks omdat ik het met den keizer eens ben, dat uwe beroeping op Teleurgesteld zagen allen naarbuiteD. Vooral de dames, die zich er reeds roor gekleed hadden, vormden een groep je, waarvan de een nog meêwariger dan de ander, gedurig een blik, au eens naar het luchtruim en dan weder naar den wester-kim wierp. Eene plotselinge regen bui, welke uit het westen was komen opdagen en den geheelen horizon had verdonkerd, had het voornemen tot een buitenpartijtje in duigen geworpen. Welaan zeide de heer des huizes, hoeden en doeken maar weer af, en laat ous rustig gaan zitten wat in het vat is, verzuurt niet, en daarom niet getreurd' Nadat, hoewel met weerzin, aan dien wijzen raad was voldaan, ging de gastheer voortIk heb een voorstel, heeren en dames, en vooral aan u, mijnheer Eisholm. Om eenigszins het genot te vergoeden, hetwelk wij ons heden middag hadden voorgesteld, zou het ons allen stellig zeer aangenaam zijn, zoo gij ons eens een uwer veelvuldig jacht avonturen wildet verhalen, welke altijd zoo belangrijk en boeiend zijo, en meerendeelseven meester lijk worden verhaald, als zij met moed en beleid werden ondervonden. Ofschoon gestreeld door dit compliment. bracht de officier uit het O. I. leger allerlei verontschuldigingen in. Doch wie zou bestand geweest zijn tegen de beden van zoovele schoouen, en vooral van de lieve Maria, dochter des huises, die met hare wegslepende stem allen zoo innam De heer Eisholm begon dan ook weldra, na een paar maal te hebben gehoest, het volgende verhaal »Ik had mijne tent, voor den nacht, onder de lage, rotsachtige en onvruchtbare heuvels opgeslagen, op een van welke het fort van Chittledroog stond, en nadat ik een gedeelte van den dag besteed had met deze merkwaardige bezitting van den Raajah van Mysore te bezichtigen, welke eene der sterkste vestigen in Indie is, besloot ik den langen namiddag tot de vogeljacht te besteden. Destijds lag er nog geeu battaillon op het fort van Chittledroog in bezetting, welke plaats, ondanks hare schilderachtige en roman tische ligging, toch voor zeer ongezond gehouden wordt. Het water is er uiterst schraal en slecht, en de maidau, of vlakte, die zich tien mijlen lang van het noorden naar het zuiden, en ongeveer vier mijlen van het oosten naar het westen uitstrekt, bestaat uit die zwarte soort van aarde, welke de Eagelschen cotton-ground (ka toen-aarde) noemen, eu waaruit, zoo als de inboorlingen beweren, ongezonde dampen stijgen. Ik had eenen boerenjongen als drijver medegenomen, en, ofschoon hij meermalen weigerde mij naar het een of ander punt in den omtrek te vergezellen, bewerende, dat daar tijgers of panters huisden, bewees hij mij evenwel, bij gebrek aan eenen jachthond, tamelijke diensteu. Het was nog geen 5 ure, en reeds had ik de weitasch vol met geschotene trapganzen behalve een paar hazen en eenen sirus welken laatsten vogel ik den jongen, tot zijne groote vreugde, present deed. Ik had dus eene goede jacht gemaaktmaar daar ik nog niet den minsten lust ge voelde om terug te keeren, zond ik den knaap met het geschoten wild naar huis, nadat ik my door hem, zoo nauwkeurig mogeiijjr, omtrent deu weg had doen onderrichten. »Toen hij mij verlaten had, strekte ik mij in het korte, bijna verdorde gras neder, om uit te rusten en hier, in dien toestand tusschen droomen en waken, die, onder Indië's donkerblauwen hemel, wanneer de wind va"n den naderenden nacht ons met eene verkwikkende koelte toewaait, tot onze uitgelezenste genietin gen behoort, zou ik waarschijnlijk rustig zijn blijven liggen, totdat het tijd werd den terugtocht aan te nemen, zoo niet het doordringend geschreeuw van eenen pauwenhaan mij had opgejaagd, die, langzaam achter tnij oprijzende, met logge vlucht, nauwelijks een voet of drie boven den grond naar het bijgelegen bosch vloog. Moet ik den goudader zoekeD, de kanselierspost dienstig is voor de belangen van het ryk, waarby ik mijn eigen belang ten achter moet stellen. Mijn innige wenschen vergezellen u in uw nieuw, hoog ambt. God schenke u de kracht, den zwaren last te dragen en het roer met vaste hand te leiden, tot heit van het rijk en de bondsstaten. Als bewijs van myn warmen, hartelijken dank voor uw diensten aan mijn huis en dat mijner voorvaders bewezen, verleen ik u de Huisorde van den Heiligen Hubertus. Lodewijk". Oorlogsmoeheid ook in Engeland. Te Edinburgh, Glasgow en Manchester hebben betoogingen plaats gehad voor den vrede. De „Daily Mail" stelt zich, in zeer bedekte termen, aan het hoofd van een veldtocht tegen admiraal Jellicoe. Zij heeft eenige ingezonden artikelen opge nomen o.a. van admiraal Henderson, en prof. Wilkinson die verklaren, dat de moeilijkheden met de vloot zijn te wijten aan gebrekkige leiding. Deze tekort komingen welke volgens de „Daily Mail" 't gevolg hebben gehad, dat de Engelsche vloot zich in de Oostzee heeft onthouden dat het vernielde konvooi geen behoorlijk geleide had en dat de duikhootveldtocht niet beter is bestreden hebben alle onderwerpen gevormd van bittere critiek. Het blad schrijftOnze strategische leiding, waarvoor de Eerste Lord der Admiraliteit verantwoordelijk is, heeft in de laatste weken op 3 verschillende ooriogstooneelen teekenen van zwakheid vertoond. Avp, dacht ik, of den wijzen vogel volgen, welke dezelve poogt te vermijden Want ik herinnerde mij het algemeen onder de Hindoes heerschende geloot, dat de pauwenhaan zoo'n sterken afkeer van goud heeft, dat hij niet de nabijheid van zulk eene ader bespeurt, of, ondanks zijnen weêrzin, om van zijne logge wieken ge bruik te maken, vliegt nij op, om over den grond te geraken, die het verderfelijke metaal in zich verborgen houdt. Evenmin was het mij echter onbekend, dat ge woonlijk daar, waar zich pauwen op houden, tijgers aanwezig zijn. Maar, nog nooit had ik een pauwenhaan geschoten, en de hartstocht des jagers droeg de zege we«- over deu prikkel naar gouddorst of over den wijzen raad der voorzichtigheid. Met geweld ontrukte ik mij aau mijne genoeglijke mijmering, en bevond mij kort daarop in den dichten doolhof van een bosch, waar ik mij weldra overtuigde, dat hier het door mijnen kleinen gids bedoelde "hoofdkwartier der tijger ziju moest. Tweemaal was de prachtige vogel voor mij opgerezen, en tweemaal had ik, door het geboomte verhinderd, vruchteloos op hem geschoten, toen ik plotseling, na over eene nauwe kloof gesprongen te zijn, waardoor eene beek stroomde, over welke de pauw gevlogsn was, in dën zaudigen grond indrukselen gewaar weid, onmiskenbare bagnkapuuja, dat wil zeg gen, sporen eens tijger-klauws. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1917 | | pagina 1