Ill HOOS VAN SALEM
'ffVo. 33.
if oensdag I Augustus 1917.
33' 4:>arü.
Nieuws- en Advertentieblad
F. DIELEMAN.
or Zèeuwsch-Vlaanderen.
Buitenland.
Ie.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60*Cent; franco per post 70 Cent.
Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent: voor
eiken regel meer 5 Cent, Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot-
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN ure.
OE OORLOG.
I Men meldt uit St. PetersburgDe
Iroorloopige regeering heelt met oog op
,de buitengewone omstandigheden be-
J\end gemaakt, dat de grens van den
■taat tot en met 15 Augustus gesloten
blijven, wat aangaat het komen in
"^en gaan uit Rusland. Langs telegra-
Ifi8chen weg werd het besluit uitgevoerd.
.F ia Rusland zullen diegenen worden
[toegelaten, die op zijn laatst 26 dezer
te middernacht ten vertrek aan de
[grens waren aangekomen. De men-
lichen, die diplomatieke passen hebben,
{zijn gemachtigd de grens over te gaan.
|De personen, die over zee komen, mogen
[Rusland binnen, indien op het oogenblik,
(dat het bedoelde besluit aan de grens
werd ontvangen, zy de naastbij zijnde
.buitenlandsche haven al hadden ver
laten en ze voorzien zijn van machti
gingen om Rusland binnen te komen,
'die hun volgens de beschikkingen van
[7 October 1916 nopens de passen zijn
verstrekt. In bizondere uitzonderings
gevallen kunnen menschen in gemeen
overleg door de ministers van oorlog
en buitenlandsche zaken Vvorden toege
laten. -IV. R- Cr£.
Volgens de Köln. Volkszeitung heeft
[Erzberger tegen Baumberger, den hoofd
redacteur van de Neuen Zürcher Nach-
richten gezegd, dat de benoeming van
Michaelis tot rijkskanselier niet met
een verslapping der vredesmotie van
den Rijksdag gelijk staat, maar een
versterking daarvan in allen deele is.
In vertwijfeling ijlde hij van daar.
De jongen volgde hem even snel.
Wat wilt gij vraagde de marquis.
Ik geloofde, dat gij mij riept, ant
woordde de knaap. Zij bereikten spoedig
de haven.
De wind is gunstig, zeide de gezel,
toen zij de haven verlieten.
Helder verscheen de zon aan den hemel
weldra werd het drukkend heet, en tot
zijne bevreemding merkte de Leede op
dat het scheepsvolk, ofschoon er een
jgunstige. wind woei, alle krachten inspan
de, om de vaart nog meer te verhaasten
ja de jonge gezel, die hem des nachts had
afgehaald, scheen boven zyne krachten te
arbeiden, als hing zijn behoud van de
melle vaart der boot af. Op eenmaal
hoorde hij een der schippers roepen
Om Gods en allerheiligen wil, span
,alle krachten in, anders zijn wij verloren
Het geldt ons aller leven
De scheepsjongen arbeidde voor twee
man.
I Wat is het? vraagde de marquis
met bevreemding. Waartoe zoo veel
haast Wij bereiken Palermo vroeg
genoeg. Gij spant noodeloos uwe krach
Zeker zou het een misdaad zijn om
niet alles te doen ten einde een vierden
oorlogswinter te voorkomen. Gode zij
dank is het voor het oogenblik nog
altijd mogelijk, dien te vermijden.
Inderdaad bestaat er een grondslag om
met Engeland tot een vergelijk te
komen daar wringt de schoen van
den algemeenen en duurzamen vrede,
waarmee we te maken hebben. Ik
onderstreep de uitdrukking „algemeenen
en duurzamen vrede", waarmee een
afzonderlijke vrede vanzelf vervalt.
Als ik eerlang gelegenheid zou hebben
om met Lloyd George of Balfour of
met een hunner eerste vertrouwens
mannen te praten, maak ik mij sterk,
dat wij het in enkele uren over een
vrede dbor overleg dan wel ovdr den
grondslag daarvoor in zoo verre eens
zouden zijn, dat daarna de officieele
vredesonderhandelingen aanstonds zou
den kunnen beginnen.
Baumberger zeideze laatste zinuen
zijn zoo buitengewoon gewichtig, dat
ik u uitdrukkelijk vraag, ze woordelijk
te mogen openbaar maken.
Erzberger antwoorddegaat uw gan
Ik blijf daarvoor borg.
Een Stokholmscb. Dagblad bespreekt
een hootdartikel het streven van
Engeland om den oorlog te doen voort
duren en schrijft 0. a.Thans zal deze
vreeselijke oorlog worden voortgezet,
omdat men wacht op Amerika, dat
misschien pas over een jaar of ander
half jaar gereed zal zijn. Europa zal
dus nog meer angst en lijden te ver
duren hebben. En dit, hoewel de
meerderheid van den Duïtschen Rijks
ten in.
In plaats Tan antwoord te geren, wezen
de schippers met de hand noordwaarts
naar Salerno. De Leede ontdekte een
vaartuig, dat in volle vaart hen in het
kielwater volgde.
Wat moet dat schip? riep de mar
quis. Het schijnt mij toe eene van die
galjoten te zijn, die iu de haven van
Salerno voor anker lagen. SpreekIs
het wellicht de onderkoning zelf, die ons
vervolgt Ik wil de waarheid weten
Spreek
Het is de lichtste en snelste galjoot,
die ik ken, zeide een oud schipper, en
zij wordt door niemaod anders gevoerd
dan door Zijne Excellentie den stadhouder
Marchese di Ghiberti.
Waarom vervolgt hij ons vraa;
Maurice. En zoo hij het al is wat
hebben wij daD van hem te vreezen
Gij liegtriep thans de schippers
knaap, zich tot den ouden zeeman wen
dende, het is de onderkoning, die ons
vervolgt.
De onderkoning vraagde de mar
quis, die door het^vrouwelijke in de stem
van den knaap was getroffen. En hoe
weet de ouderkoning.
Gij zijt verraden! zeide de jongen
VoortVoortEn hij greep met vertwij
feling naar de riemen doch hij stortte
machteloos aan de voeten van deD marquis,
Heilige Jozef, wat moet ik van dit
alles denken P riep deze ontsteld uit
dag zich heeft verklaard voor een vrede
bij overeenkomst. Het is dan ook
geenszins te verwonderen, dat in Enge
land, Frankrijk en Amerika steeds
luider wordt gevraagd om vrede.
Een onthulling De Times heeft
van een welingelicht correspondent de
volgende mededeeling ontvangen „In
het verslag van een rede, door Haase
verlêden week in den Rijksdag ge
houden, welk verslag in de Leipziger
Volksztg. van 20 Juli is verschenen,
wordt gewag gemaakt van een bijeen
komst op 5 Juli 1914 als een der dingen,
die opgehelderd zullen moeten worden,
vóór de oorsprong van den oorlog geheel
begrijpelijk kan worden.
Dit is de eerste aanduiding in het
openbaar van een datum, die waar
schijnlijk de befaamdste in de nood
lottige maand Juli 1914 zal worden.
Van een zijde, zóó bevoegd dat het
moeilijk, zooal niet onmogelijk is aan
de waarheid te twijfelen, heb ik gehoord,
dat de bijeenkomst, waarvan sprake is,
op den genoemden dag te Potsdam is
gehouden. Daar waren tegenwoordig
de Keizer, v. Bethmann Hollweg, Tir-
pitz, Falkenhayn, von Stumm, aarts
hertog Frederik, graaf Berchtold, graaf
Tisza en generaal Hötzendorf. Naar
't schijnt waren v. Jagow en Moltke
niet aanwezig. De bijeenkomst besprak
alle voorname punten van het ultima
tum, dat Oostenrijk 18 dagen later aan
Servië zond. Men zag in, dat Rusland
waarschijnlijk zou weigeren, zich te
schikken in zulk een rechtstreeksche
vernedering en dat derhalve een oorlog
het gevolg kon zijn. De vergaderden
besloten echter voorgoed dat gevolg te
aanvaarden. Het is mogelyk, maar
't 8taat niet vast, dat de datum van de
mobilisatie terzelfder tijd is vastgesteld.
De Keizer vertrok toen, naar bekend
is, naar Noorwegen met het doel, zand
te strooien in de oogen van de Fransche
en de Russische regeering. Toen het
drie weken later bekend werd,j dat
Engeland niet neutraal zou blijven,
wilde Bethmann Hollweg terugmaar
het was te laat. Het besluit van 5
Juli kon niet worden ingetrokken. De
eigenaardige manier, of liever de ma
nieren, waarop deze feiten zijn bekend
geworden, kannen nog niet worden
meegedeeld, maar het staat vast. dat
de meeste hoorders van Haase volkomen
op de hoogte waren van de beteekenis
van deze herinnering aan den 5den
Juli; want het onderwerp schijnt vol
lediger en beslister aan de orde te zijn
gekomen in de geheime zitting van de
begrootingscommissie uit den Rijksdag,
nu acht weken geleden.
De socialistische afgevaardigde Cohn
tartte een zekeren minister om de
feiten te ontkeanen. Tot verbazing
van de andere ministers ontkende de
minister de feiten niet, doch weigerde
eenige verklaring af te leggen.
Het incident heeft in de Rijksdag
commissie ontzaglijke sensatie gewekt
en is misschien een der factoren ge
weest, die aan de recente politieke
crisis ten grondslag liggen.
Het feit, dat de heer Haase de
quaestie thans in het openbaar heeft
aangeroerd, schijnt aan te toonen, dat
Welk een ontzettend vermoeden maakt
zich van mijne ziel meesterHij rukte
den knaap de ruige muts van het hoofd
lange zwarte lokken, door den wind
bewogeD, vielen langs het doodsbleeke
gelaat neder hij rukte het grove wambuis
open, en zijn oog viel op een vollen,
hijgenden boezem.
Barmhartige God gilde hij ontsteld.
Ursina lag aan zijne voeten.
In de borst van den marqnis woedde
een hevige stormdonker grijnsde hem
de toekomst aan; zijne eer stond in ieder
geval op het spelin don Ilario's oogen
moest bij de laagste, ondankbaarstemensch
zijn, zoo deze geloofde, dat hij hem, tot
loon voor de reddiGg van zijn leven, zijn
levens geluk verwoestte, door hem zijne
vrouw te ontrooven. En konde hij eene
vrouw verstooten, die door eene zoo
wanhopige daad, de grootheid harer liefde
voor hem had doen blijken Die, hoe
strafschuldig zij dan ook zijn mocht, alles
had opgeofferd, om hem te volgen
Ursina was intusschen met moeite
opgestaan, en beschouwde den man, dien
zij tot razeroij beminde, met doordringen
de blikken.
Ik zie, zeide zij op doffen, smarte
lijken toon, dat gij mij veracht, don
Maurice. Ik ben te trotsch, om u liefde,
of mijnen gemaal vergeving af te bedelen,
en ik acht mij gélukkig, dat de zee in
haren schoot voor mij rust en vrede bevat.
Eu eer de marqnis of een der schippers
het verhinderen konde, wierp zij zich over
booid.
Onder het uiten van een woesten gil,
sprong Maurice haar nanog eer zij in
de diepte weg zonk, vatte hij hare zwarte
lokken, en was gelukkig genoeg haar te
redden.
Ursina riep hij, terwijl hij op den
bodem, van het vaartuig bij de bewuste-
looze lag nedergeknield, geliefde, aange
bedene vrouw, herleef, o, leef! Ik bemin
u meer dan mijn leven
O, ik dank u, stamelde de roos van
Stelerno, ja, ik wil leven, ik wil niet
sterven Ik weet nu, wat liefde is
vroeger kende ik haar niet. Zalige uren
wil ik aan uwe borst weg droomen.
Maurice, red mij, red u
Eerst thans dacnt de Leede weder aan
het schip, dat hen vervolgde. De galjoot
was hen reeds veel nader gekomen.
Kameraden riep de marqnis, terwij'l
hij zelf met krachtige vuist een der riemen
greep, kameraden, het geldt hier or.s aller
leven. Went, dat ik de bevelhebber ben
der Spaansche vloot, die voor Sicilië ligt.
Indien gij eer dan de galjoot de haven
van Palermo bereikt, belooü ik u
koninklijk.
Doch wat baatte het, dat zij als ver
twijfelden arbeidden, om de galjoot, die,
gelijk eene meeuw over het water streek,
te ontkomen
Wordt vervolgd.)