too. 70. Woensdag 6 December 1016. 32® Nieuws- en Advertentieblad voor Seeuwsch-Vlaanderen. E. DIELEMAfl, Buitenland. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent. Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER A X E L ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden francs ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN are. DE OORLOG. Het belangrijkste is wat er in de richting van Boekarest voorvalt. De ceutralen, van den kant van den Don tu oprukkend, hebben de rivier de Nejlov oi Nsajlov den dertigsten November op een front van ruim 20 kilometer breed overschreden en zijn daarop naar de Argus, de volgende rivier, die hun weg oaar Boekarest kruist, opgerukt. Het is niet onmogelijk van den Zui delijken oever dezer rivier met zwaar geschut een deel van den fortengordel om Boekarest te bereiken. Aan den anderen kant ligt ten Noorden van de Argus nog een moerassige strook van eenige kilometers breed, aan de Noord zijde begrensd door een klein riviertje, Sahara geheeten. Midden door de stad loopt nog de Dimboveta. Naar uit het Russische bericht valt af te leiden, patrouilleeren de centraleu ook verder langs den Donau in de fichting van Oltenitsa. Intusschen blijven de Russen door hun hardnekkige aanvallen in de Kar- pathen, in het Moldavisch grensgebergte en in de Dobroedzja zich inspannen om hun bondgenoot verlichting te brengen. Zij behaalden wel plaatselijke voordee- len, maar geen succes van beteekeuis. In Griekenland blijft de toestand zeer duister. Volgens het laatst ontvangen telegram schijnt er een soort akkoord te zijn gesloten, volgens hetwelk de Koning de geëischte artillerie niet zoo maar zou uitleveren, maat verkoopen. Tot zoover de ^V. R. Crt.in de Avp. lezen we over den toestand op het Westelijk front het volgende:- Behoudens een niet geslaagden uitval der Engelschen op den 30sten Nov. van "het bruggehootd Yperen uit, is er in de «fgeloopen week in het Westen niets geschied. Te land althans nietter tee hebben de Duitschers tot tweemalen toe een bezoek gebracht aan de Engel sche kust en daar eenige schade aan gericht. Het Engelsche publiek eeniger mate prikkelen zullen deze uitvallen zeer zeker. Reeds na den tocht der Duitsche torpadobootjagers naar het Kanaal, welke onlangs plaats had, heeft de Daily Mail" de vraag gesteld „Wie beheerscht eigenlijk de Noordzee?' Toen had en ook nu heeft die vraag aog geen reden van bestaan, want zooals in de Engelsche pers wordt verklaard, het spreekt vanzelf, dat dergelijke uitvalleu in donkere nachten over zulke betrekkelijk korte trajecten steeds mogelijk zullen blijven. Zou Engeland dit absoluut willen beletten dan zou dat een bewakingsdienst ter zee eischen, die schatten geld zou kosten. Een andere zaak is evenwei en die is met de gewijzigde bevelvoering over de Engelsche vloot ter sprake gekomen, men zou het kwaad in den wortel kunnen aantasten. Met het op treden van den admiraal Beatty als bevelhebber der Groote Vloot, hebben verschillende Engelsche bladen de ver waehting uitgesproken, dat hiermede wel eens kan aanvangen een nieuwa oeriode voor wat betreft de Eugelsche strategie ter zee. Zooals b.v. de „Daily Vlail" zegt: „Er is langdurig en vinnig geschil in de Marine geweest over de vraag, of het Engelands taak is, de zee te houden en de Duitschers op te wach ten of dat Engeland een meer uitdagend beleid moet volgen eu de Duitschers in het verderf moet lokken. Men onder stelt nu, dat Beatty de man is van een forceeringstactiek.'' Op het Italiaansche en Russische front is in de atgeloopen week de toe stand in geen enkel opzicht gewijzigd. Langs de Grieksch-Servische grens wordt wel bij voortduring hevig ge streden, maar het blijft hier bij geringe successen voor de Entente troepen men is er nog niet in geslaagd beuoorden Monastir op beteekenende wijze terrein te winnen. Ook langs de oevers van de Wardar slaan de Duitsch Bulgaarsche troepen alle aanvallen af. Van het Russisch-Turksche front kwam (uit Constantinope!) den 25sten bericht, dat de Turken op hun rechter vleugel in Kaukasie (dus niet in Perzië) over een breedte van 90 kilometer hebben vooruitgebracht. Nadere bij- zoude heden over deze operatie, welke van gr ote beteekenis zou kunnen zijn, ontbreken nog. Wat de Belgen zelf voor hun werk- loozen hebben gedaan. Men schrijft aan de N. R. crt. Naar luid van betrouwbare statistie ken waren er op 1 Juni 11. in het bezette België, 1,563,607 arbeidskrachten zonder werk. Daaronder waren 666,913 man nen, 309,552 vrouwen en 587,142 jot) gens en meisjes. In het levensonderhoud van al die menschen werd voorzien, gedeeltelijk door de openbare besturen provincies en gemeenten en gedeeltelijk door het Belgisch Nationaal Hulp- en Voe dingscomité. Dit laatste, bestaande uit Belgen, droeg daartoe bij voor de somme van 146,551,601 frank. Daarenboven werd aan de gezinnen, die tengevolge van den oorlog beroofd zijn van hun gezinshoofd, uitbetaald 120,311,148 frank, Al dit geld komt voort van liefdadige schenkingen en van de 25 millioeu, die de Belgische regeeriug elke maand, door tusschenkomst van het Relief comité, overmaakt. De zorg voor het onderhoud van de werkloozen kwam dus geenszins ten laste van het Duitsch bestuur, dat trouwens daartoe het Belgisch geld had kunnen gebruiken, voortkomende van de belastingen. Verder had men er zich op ingericht om de arbeiders zooveel mogelijk aan het werk te houden. Daarvoor zorgden de nij veraars en de gemeentebesturen. Waar grondstoffen ontbreken of het gebrekkig verkeer den handel belem mert, daar houden vele fabrikanten hun werklieden bezig met het verbouwen en moderniseeren van hun inrichtingen. Dit gebeurt onder meer in de ijzerplet- terijen te Marchieune-au-Pont, in de glasblazerijen te Familleureux. Men bouwt zelfs geheel nieuwe nijverheids- gestichten op, o. m. te Bois d'Haine. Aan den anderen kant lieten gemeen ten groote werken uitvoeren, waarbij duizenden arbeiders konden gebruikt worden. Een paar sprekende voorbeel den kunnen hier volstaan. Tusschen Laken en Vilvoorde was een contract aangegaan voor het scheppen van een laan van 25 M. breedte tusschen de beide gemeentenalleen werkloozen mochten er aan mee werken. Te Gent liet het stadsbestuur nieuwe bassins aan de haven graven, en ook hier mocht het werk alleen verricht worden door de werkloozen, die om de beurt 4 uren per dag aan den arbeid waren.' Men slaagde er in op deze wijze bezig heid eu loon te verschaffen aan 9000 werklieden, waaronder 320 delvers, 1354 metaalbewerkers, 1120, dokwer kers, 945 textielarbeiders, 422 huis schilders, 742 metselaars, 298 helpers, 805 houtbewerkers, en verder drukkers, schoenmakers, wagenmakers, schippers en daglooners. Aan al deze werkloozen kon aldus elke week 109,000 frank uitgekeerd worden, Nog vóór de deportaties aanvingen, had de syndicale kamer van aannemers van openbare werken te Gent zich met het vraagstuk bezig gehouden van de verdere werkverschaffing voor werk loozen. Men wou nieuwe kaaimuren bouwen aan de voorhaven; langs den kant der Leie, even buiten de stad, een tuinstad aanleggen het heele rioleustelsel vernieuwen en verder de onbebouwde stadsgronden aan de meest biedenden verkoopen, met beding, dat zonder uitstel met de bebouwing zou aangevangen worden. Aldus geschiedde in de meeste steden en het mag niet gezegd worden dat de Belgische arbeiders onwillig waren. Volgens de Köln. Volkszeitung is er, met wijziging van het bevel van 8 Augustus vau verleden jaar eu in over eenstemming met artikel 40 van de Haagsche overeenkomst betreffende de regeling van de wetten en gebruiken van den oorlog te land, aan de Belgische bevolking voorloopig een oorlogsbelas ting van 50 millioen frank per maand opgelegd als bijdrage in de kosten van het leger-onderhoud en het bestuur in het bezette gebied. De negen Belgische provincies hebben deze som door middel van een leening bijeengebracht. De eerste betaling moet op zijn laatst den lOu December plaats hebben vervolgens maandelijks op den zelfden dag. Tot dusver bedroeg de oorlogsbelasting 40 millioen maandelijks. N. R. crt. Posteryen. In het laatst van Januari 1917 zal te Amsterdam een examen worden ge- hiuden voor de betrekking van tele grafist of kantoorbediende, bestemd voor deu dienst der Posterijen en Tele grafie te Amsterdam. Aanmelding be- i hoort schriftelijk te geschieden bij het Hoofdbestuur der Posterijen en Tele grafie te 'sGraveuhage vóór 20 Decern ber a.8. Inlichtingen zijn te verkrijgen bij den directeur van het post en tele graafkantoor te dezer plaatse. Het Stbl. no. 511 bevat een Kon. besluit van den 22sten November, v bij het volgende wordt bepaald Art. 1. Art. 11. 1, eerste lid, van het Kon. besluit van den 14den Decern ber 1895 (Stbl. no 222), tot uitvoering van onderscheidene bepalingen der wet tot regeling van de brievenposten]", laatstelijk gewijzigd bij dat van 1 Juli 1913 (Stbl. no. 321) wordt gewijzigd en gelezen als volgt In gebruik blijven of worden gesteld postzegels van 1/3, 1, 2, 21/s, 3, 5, l1/^ 10, 12VS, 15, 20, 25 en 30 cent, 1, f 2.50 en 10 postzegelboekjes post- zegelrollenpostbladen, voorzien van een zegelafdruk van 3, 5 of 121/, cent; briefomslagen, voorzien van een Zegel- afdruk van 5 of 127s centenkele en dubbele briefkaarten elke kaart voor zien van een zegelafdruk van 2, 3 of 5 cent; postbewijstormulieren, voorzien van een zegelafdruk van 21/, ceut andere noodige formulieren. Het eerste lid van 2 yan genoemd artikel wordt gewijzigd en gelezen, als volgt De prijs van de postzegels, postzegel- boekjes, postzegelrollen, postbladen, ge zegelde briefomslagen en briefkaarten is gelijk aan de geldswaarde door het zegel uitgedrukt, wat de postzegelboek jes en postzegelrollen betreft, gelijk aan de totale geldswaarde vau de zich daarin bevindende zegels, benevens, postzegels en brietkaarten uitgezonderd zoodanig bedrag als door den minister van waterstaat, rekening houdende met de kosten van aanmaak, vastgesteld wordt. Art. 2. De in omloop zijnde postzegels van I1/;,, 177g, 227a en 50 cent en van f 5 worden buiten gebruik gesteld met ingang van een door den minister van waterstaat vast te stellen tijdstip. Art. 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staats blad en van de Staatscourant, waarin het is geplaatst. Zilverbons. De minister van financiën brengt in herinnering, dat de gelegenheid ;ot in wisseling^ 'van zilverbons a 1 en t 2 50 van den' ouden vorm (dus all" 'u i zilverbons waarop de handteexentog van deu minister Bertling voorkomt) nog slechts open staai tot 1 Januari 1917. Het publiek wordt er derhalve met nadruk op gewezen, dat het, ter voor koming van geldelijk nadeel, noo-iig is de zooeven bedoelde zilverbous vóór of uiterlijk op 30 December in te wisselen. Dit geldt dus niet voor de zilverbons, waarop de handteekeningen „Treub" of „Ant. van Gijn" voorkomen. Deze blijven gangbaar. De vorenbedoelde inwisseling kan uitsluitend geschieden bij hetagentschap van het ministerie van financiën te Amsterdam (Korte Spinhuissteeg no. 3). i> f ANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1916 | | pagina 1