w
ii
\o. 69.
Zaterdag "2 December 1916.
32e -Jaar-:.
voor Zeeuwsch-VIaan deren.
N l e u vv s
F. DIELEMAX,
Buitenland.
Binnenland.
D't blad verschijnt, eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Cent.franco per post 70 Cent.
Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken rogel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden trance ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN ure.
DE OORLOG.
De toestand in liet Oosten.
Aan de Vedea hebben zich de troepen
van von Falkenhayn vereenigd met de
Kroep van von Mackensen's leger, die
bij Zimnicea over den Donau was ge
komen en, zooals te verwachten was,
met gezamenlijke krachten zijn zij
verder naar het Westen gestevend. Zij
hebben, oprukkend langs den linker
oever van den Donau, Ginrjewo (haven
stad en spoorwegstation) genomen. De
■j Roemeensche strijdkrachten, uit dit punt
I verdreven, vluchtten, volgens het Bul-
gaarsche bericht, tezamen met de
bevolking, iu paniek naar Boekarest.
Dit alles is Maandag gebeurd.
Tegelijkertijd met Giurjewo aan den
Donau is in het Noorden Curtea de
Argus genomen, maar de Roemeensche
strijdkrachten stonden verder nog in
het gebergte aan de Noordgrens ten
Noorden van Campolung en Sinaia.
Het is dus duidelijk, dat de hootdmacht
van de Roememërs aan concentrisch
gerichte aanvallen bioot staat, welke
aanvallen juist op het kritiekste punt,
namelijk op het omvatte deel van den
uitersten rechtervleugel, de grootste
kracht en het meeste succes hebben.
Want dit moet gezegd worden, de
Duitsche legerleiding heeft gedurende
den heelen veldtocht tegen Roemenië
telkens daar de meeste troepen weten
samen te trekken, waar dit de grootste
uitwerking kon hebben.
Zoo voerde Mackensen zijn sterken
stoot in de Dobroedzja uit op het oogen-
blik, dat de Roemeniërs zich op de
verdediging van de Transylvaansche
Alpen concentreerden. Daarna had er
weer een samentrekking in het Molda-
visch gebergte plaats, toen vandaar uit
een tegenbeweging der Russen op til
scheen, vervolgens de beslissende duw
naar het Zuiden en ten slotte, weer
juist op tijd, de overgang over den
Donau.
Men herkent hier de. leiding van
Hindenburg, die vroeger in een inter
view heeft gezegd, dat het er niet op
aankomt, of mea over minder troepen
dan zijn tegenstander beschikt, als men
maar zorgt op tijd over een meerderheid
te beschikken op de plaatsen, waar de
tegenstander met de grootste kans op
succes kan worden getroffen. Volgens
die methode heeft dan ook nu Hinden
burg, door dan hier, dan daar een slag
toe te brengen, waar de tegenstander
uiet pareeren kon, het Roemeensche
leger in een benarde positie gebracht.
Het is waar, zooals een Eugelsch
bericht opmerkt, dat men totdusver van
anderen buit, dan die van kostbaar
grondgebied, niet veel heeft vernomen.
Dat is voor de Roemeniërs stellig een
lichtpunt, maar of het verder ook zonder
kleerscheuren zal gaan, moet nog
blijken. Verder moet men, alvorens
vaste conclusies te maken, rekening
bouden met de mogelijkheid van zekere
geheimzinnigheid ook in dit opzicht.
Van dien afgesneden Roemeenscheu
troep in Klein-Walachije heeft men
verder nog niets gehoord.
Een bericht uit Berlijn meldt van
herhaalde aanvallen der Russen in de
Karpatben. Zouden hier de Russische
/versterkingen zijn aangekotneu, die
Roemenië zouden komen bevrijdeu
Hun actie kan echter slechts baten,
als zij er in slagen over de Karpathen
heen in de vlakte door te breken.
Sarrail doet intusschen ook wat hij
kan en valt met kracht aan. Echter
is hij er nog niet in geslaagd den
tegenstand der Duitsche en Bulgaarsche
troepen die in Macedonië tegenover hem
staan, te brekeu. Deze houden hem,
na de verovering van Monastir, tamelijk
in evenwicht. De Serviërs hebben daar
hun intocht nog niet gehouden, waar
schijnlijk, omdat de stad nog aan vijan
delijk vuur is blootgesteld.
N. R. Crt.
Ter zee. Over den jongsten stroop
tocht der Duitschers naar de Theems
mond'ng wordt uit Londen bericht De
verrichting van een half dozjjn snelle
torpedojagers, die op een donkeren
avond de weinige mijleu aflegden, welke
de beide Noordzeekusten scheiden en
overhaast terugkeerden, wordt door\de
„Pail Mall Gazette" vergeleken met de
daad van een straatjongen, dia achter
den rug van een politie agent een langen
neus trekt. Men vraagt zich af, schrijft
het blad, waarom „onze strijdkrachten"
zooals het Duitsche communiqué
zegt toen ze de Eugelsche vloot uiet
vonden, niets anders hebben weten te
verrichten dan een paar doellooze
schoten af te vpren.
De beschrijving .van Rimsgate dat
door geen granaat is getroffen, als eeu
versterkte plaats, moge de Duitschers
en de onzijdigen kunnen misleiden,
maar iedereen iu Engeland weet, dat
het niets anders is dan een gewone
badpl nats.
Men komt tot de gevolgtrekking,
dat de Duitschers hei er op gemunt
hadden om een verschikking van da
Engelsche strijdkrachten te bewerken,
doch die opzet is te duidelijk dan dat
hy eenige uitwerking kan hebben.
Avp.
De Zeppelins.
Bij den aanval van Maandagnacht
zijn twee Zeppelins naar beneden ge
schoten.
Uit Londen wordt hierover gemeld
Eeu aantal vijandelijke luchtschepen
naderde tusscheu 10 en 11 uur de
Noord-Oostkust van Engeland.
Bommen werden geworpen op ver
schillende plaatsen in Yorkshire en
Durham, doch naar men gelooft is de
aangerichte schade gering.
Eeu luchtschip werd door een vlieger
van het koninklijk vliegkorp- aange
vallen en neergeschoten. Het stortte
brandend in zee bij de kust van Durham.
Een tweede luchtschip kruiste boven
het Noordelijk gedeelte van de Midlaud-
graafschappen en wierp eenige bommen
op verscnillende plauseu. Op den
terugtocht werd het herhaaldelijk aan
gevallen door vliegtuigen van het vlieg-
korps eu bestookt door het geschut.
Het luchtschip scheen beschadigd te
z n, want het laatste gédeelte van den
tocht legde het zeer langzaam af. Het
was niet in staat de kust voor het aan
breken van den dag te bereiken. Bij
de kust van Norfolk was de bemanning
er blijkbaar in geslaagd herstellingen
aan te brengen, want het luchtschip
bewoog zich met groote snelheid in
Oostelijke richting voort op een hoogte
van meer dan 8000 voet. Negen mijlen
van de kust af werd het door vier
vliegtuigen van den mariueluchtdienst
en een gewapenden treiler aangevallen
eu om kwart voor zevenen neerge
schoten. Het luchtschip stortte in vlam
men gehuld neer.
Blijkens de laatste berichten is de
schade, door de Zeppelin-aanvallen be
rokkend, zeer gering, hoewel er meer
dan honderd bommen zijn geworpen.
Er is één vrouw door den schok ge
dood, 5 mannen, 7 vrouwen en 4 kin
deren zijn gekwetst.
Vijl-en dertig huizen zijn beschadigd.
Het Duitsche rapport luidt: Ver
scheidene marineluchtschepen hebben
de hoogovens en nijverheidsinrichtingen
van midden Engeland doeltreffend ge
bombardeerd. In tal vau plaatsen zijn
brauden waargenomen. Het verweer
tegen den aanval was zeer krachtig;
eeu luchtschip is daaraan ten offer ge
vallen en bij Scarborough neergestort.
Een tweede is niet teruggekeerd zoodat
het als verloren moet worden be
schouwd. De overige luchtschepen zijn
teruggekeerd en geborgen.
E in correspondent van de Daily News
aan de Noordoostkust seint: De ver
nietiging van eeu Zeppelin hier in de
buurt was eeu opwindend geval. Men
was intijds gewaarschuwd. Het was
een mooi heldere vriezige sterrenacht,
bij uitstek geschikt voor waarnemingen.
De aanvaller was nauwelijks in zicht,
of hij werd achterhaald door een zoek-
lichtstraal. Een tweede zoeklicht be
straalde het schip en kort na elkaar
werden er van alle kanten lichtstralen
op de Zeppelin gericht. De kanounen
waren weldra in de weer, doch de
eerste paar granaten bleken op te korten
afstand te vallen. Spoedig hadden de
kanonniers zich echter ingeschoten en
toen de menigte toeschouwers merkte,
dat net doel was getroffen, gingen er
daverende kreten op. Het voorschip
van de Zeppelin scheen te duiken tot
ongeveer 40 graden, doch het luchtschip
raakte vlug weer overend en de com
mandant scheen een uitweg naar zee
te zoeken. Doch de zoeklichten lieten
net schip geen oogenblik los en enkele
oogenblikken later kon men waarnemen,
dat een nieuwe granaat den aanvaller
nad getrofifsn. Bijaa onmiddellijk daar
na zag men licht aan 't eind vau het
luchtschip en het zag er een oogenblik
uit als een aangestoken sigaar. Toen
verspreidde de gloed zich verbijsterend
snel vau 'teene eiu i naar 't andere,
totdat alles in vuur en vlam stond.
Het heele omhulsel werd naar't scheen,
verteerd. Daarna viel het luchtschip
langzaam in zee, ouder het donderend
gejuich der menigte. N. R. Crt.
Zeeuwsch- Vlaanderen.
Omtrent de jongste te Amsterdam
gehouden vergadering van „DeVaier-
landsche Club", waar door dr. H. T.
Colenbrander als eerste onderwerp
werd ingeleid „Nederlanden de Scbel-
demond", wordt een mededeeling aan
de pers gezouden, waaraau wij het
volgende ontleenen
De inleider vond algemeenen bijval
bij de uiteenzetting hoezeer Nederland
gewicht moet hechten aan het bezit van
Zeeuwsch-Vlaanderen en den Sch-Mde-
mond. Een overzicht van de o verou ie
oorzaken der scheiding tusscheu Neder
land en België ging hieraan vooraf.
Dat ons land zijn bestaan als zelf
standige staat aan de riviermonden der
Europeesche stroomen zou handhaven,
zoo was het betoog, is in de eerste
plaats hieraan te danken dat er eeuwen
lang geen achterland bestond, zoo
machtig, dat het heerschappij over dit
mondgebied kon opeischen.
Nu dit in de negentiende eeuw an
ders is geworden, is de voorwaarde van
Nederland's zelfstandig voortbestaan, dat
het daar noch tot invalspoort, noch tot
uitvalspoort kan worden gebruikt. Hier
aan moeten wij ten sterkste vasthouden
en daarbij ook niet vergeten, dat een
prijsgeven van de heerschappij over
Zeeuwsch Vlaanderen en den Schelde-
mond de natuurlijke en bijna ouver-
mijdelijke aanleiding zou worden van
verdere afbrokkeling van onze terriro
riale heerschappij over de Zeeuwsche
eilaudeu, de Hoek, enz. Mocht ook voor
andere mogendheden een gewijzigde
grensregeling aangenomen zijn, voor
Nederlaud kan het slechts plicht blijven,
aldus besloot de iuleider, om zijn Histo
rische rechten eu zijn belaugen krachtig
te handhaven.
Bij de daarop volgende besprekingen
werd nog de wenschelijkhaid uitgespro
ken, om zoowel eigen landgenooteu als
het buitenland duidelijk de beteekeuis
te doen begrijpen, die Noord-Nederlaud
met het oog op mogelijke latere con
flicten in Europa moet blijven hechten
aan de heerschaopij over den Schelde-
mond.
Het moet goed worden begrepen,
vooral iu den vreemde, dat de wensch
om het bezit van Zeeuwsch Vlaanderen
en de heerschappij over den Schelde-
mond te behouden, dus daarmede ook
de bevoegdheid om dezen laatste in
oorlogstijd voor de oorlogsschepen van
vreemde mogendheden te sluiten, niet
is een gril of kleingeestige vasthoudend
heid van Nederland, maar de wil om
ziju meest vitale belangen te be
schermen.
Dan zullen wij zeker ook bij de
„Europeesche opinie" op eerbiediging
van deze, onze overtuiging mogen
rekenen.
Dat dit het Nederlanisehe standpunt
moet zijn, is, zoo meldt het communiqué
verder, eveneens reeds duiieliji te
verstaan gegeven iu de onlangs ïoor
de Vaderlandsche Club uitgegeveu^ro-
chure van den heer J. H. Deibel.