\o. 28
Woensdag 12
32*
ajle -jsiargt
il
Jk"
Nieuws- en
Advertentiebla d
voor Zee uw sell - Vlaan deren.
F. DIELEMAN,
i
Buitenland.
]kc.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrij dagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AOVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN ure.
DE OORLOG.
We vinden in de Avp. den toestand
op dit oogenblik beschreven als volgt
Terwijl in denaaDvang der aanvallen
van de Bondgeuooten, de Engelschen
tusschen de Somme en de Ancre het
verste doordrongen, zijn naderhand door
Franschen ten Zuiden van de Somme
nog grootere vorderingen gemaakt. De
Franschen zijn nog 5 K.M. van Péronne
at", zoo luidde het in eeu bericht van
den 5den dezer uit Parijs. (Vóór den
aanvang van 't offensief was het Fran-
sche front ter plaatse in het algemeen
pl.m. 11 K.M. van Péronne verwijderd.)
Bij de in geen enkel opzicht vermin
derde hevigheid van de actie der Duit
schers tegenover Verdun is het wel een
verrassing geweest de Franschen ten
Z. van de Somme zoo krachtdadig te
zien aanvallen. Wel een bewijs, dat
men aan Fransche zijde een doorbraak
bij Verdun niet vreest.
Zooals we in onze vorige beschou
wingen aanstipten, zou, in verband met
het teit, dat er geen doorbraak, doch
hechts een frontaal terugdringen der
Duitschers zoowel ten N. als ten Z. van
de Somme had plaats gehad, een ver
langzamen der voorwaartsche beweging
te verwachten zijn. Dit is dan ook
inderdaad het geval en wordt van
EQgelscbe en Fransche zijde verklaard
met te wijzen op de moeilijkheid om
het geschut en de munitiën aan te
voeren, noodig om ook de achtergelegen
liniëu zoodanig te beschieten, dat een
langer verblijf voor den tegenstander
nagenoeg onmogelijk is. Want uit de
reeds gepubliceerde beschrijvingen om
trent bet gebeurde aau bet aanvalsfront
is wel op te maken, dat zonder het
voorafgegane hevige bombardement van
'svijands voorste stelliugen het door
dringen tot die liuiën niet mogelijk zou
zijn geweest. Het spreekt dus vauzelf,
dat die beschietingen zullen moeten
worden herhaald tegenover de nog te
veroveren liniën alvorens, zooals een
Havas bericht van den 4deu Juli vast
stelde de slag in het open veld
mogelijk zal zijn. Volgens genoemd
bericht zouden er dat nog twee of drie
zijn. Nu bestaat nog de kans, dat de
Duitschers door tegenaanvallen, die,
flu middelerwijl de liniëu ter plaatse
door reserves zijn versterkt, met toe-
flemende hevigheid en succes worden
uitgevoerd, het den Franschen en En
gelschen dermate zullen moeilijk maken
dat voldoende tijd word/ gewonnen om
de thans zwak geworden plaatsen in
hun verdedigingslinie door den aanleg
van nieuwe weer te versterken.
Of het tot een „slag in het open veld"
zal komen, d. w. z. of de Duitschers
geheel uit het stelsel van loopgraven
liniën zullen worden gedrongen, mag
naar onze meening gelet op hetgeen
tot nu toe 13 bereikt, ernstig worden
betwijfeld. De groote beteekenis van
het offensief schijnt ons toe, in strate-
gischen zin, te zijn, dat den Duitschers
op het Westelijk front de handen worden
gebonden en daarmede den Russen
goede kansen worden gegeven. Daar
is wel de loopgravenoorlog, althans in
Galicië, in den bewegingsoorlog ver
anderddaar blijven 'de Russen nog
belangrijken vooruitgang maken, ter
wijl, blijkens het thans weder krachtig
opgeleefde offensief aan de Styr en ten
N. der Pripet moerassen, de Rassen nog
lang niet aan het einde hunner krachten
ziju. Het eenig ongunstige wat zich
in den toestand voor de Russen in het
O. voordoet, is het bij voortduriug
terugwijken hunner linies zoowel in
het Westelijk deel van Armenië als in
Perzië. Evenwel, dit is een neven-
operatietooneel en wellicht zullen de
Russen een herovering van grondgebied
door de Turken in den koop willen
nemen, wanneer het algemeen offensief
langs nagenoeg het geheele front van
de Oostzee tot aan de Karpathen maar
tnet succes kan worden voortgezet. De
onuitputtelijkheid der hulpbronuen van
Rusland komt thaDs wel t ;n duidelijkste
aau het licht. Na de ontzettende slagen,
die aan het Russische leger in den
loop van den oorlog en nog aan het
begin van dit jaar zijn toegebracht
(mislukking van het offensief'in Galicië),
is hel wel wonderbaarlijk, dat leger
thans weer met zooveel kracht op uit
gestrekte deelen van het front aan
vallend te zien optreden.
Zooals we in het vorige overzicht
omtreut den toestand schreven, er wordt
thans enorm veel beleid geëischt van
de generale staven der Centrale mogeud
heden. Volgens een blijkbaar wel
overlegd plan worden zij van de drie
zijden aangevallen; zullen ze de kracht
hebben om naar alle zijden de strate
gische frontlijnen te blijven innemen
of zullen ze bij het met gelijke kracht
blijven voortduren der aanvallende bp
wegingen huuner tegenstanders ge
noodzaakt worden en er de voorkeur
aau geven zich desnoods aan één zijde
te verzwakken, aan één zijde te wijken
dus, ten einde langs het andere front
aan alle aanvalleu weerstand te kunnen
bieden Of zullen ze evenals zulks
op het Oostelijk operatietooueel in het
vorige jaar is vertoond, trachten het
initiatief weer aan eigen zijde te brengen
en de grootsche aanvallen met een
machtigen tegenaanval beantwoorden
Zooveel is zeker, bedenkelijk is de
toestand voor Duitschland, althans voor
wat betreft den stand der operatien,
nog geenszins; die strategisch gunstige
toestand, die na hardnekkigen strijd
van bijna twee jaren, is ontstaan, kan
uit den aard der zaak, zich niet in korten
tijd ten ongunste van Duitschland
wenden; eeu herovering van Oost
Pruisen, van Noordoost Frankrijk en
van België, ook slechts ten deele, is uit
den aard der zaak, binnen een beperkt
tijdsverloop niet denkbaar. Daarom
laten de bladen der Eatente Staten niet
na, hun volk te vermanen de verwach
tingen niet te hoog te spannen, niet te
vermeenen, dat een beslissende wending
alreeds nabij is, doch bereiden zij het
volk op het intreden van periodes van
stilstand en dientengevolge op een lan
gen duur van het offensief voor.
Het verslag van admiraal Jellicoe
over den slag bij Skagerak, is nu open
baar gemaakt. De depêche, die met
uitvoerige technische bijzonderheden de
verschillende fazen van den slag be
schrijft, begint met de volgende woor
den „De Duitsche vloot voor de volle
zee is op 31 Mei tot vechten gebracht
ten W. van de bank van Jutland. De
schepen vande groote vloot hadden
in overeenstemming met het algemeen
beleid van periodieke klopjachten over
de Noordzee, den vorigen dag volgens
mijn lastgevingen huD steunpunten
verlaten."
De geheele dépêche toont duidelijk,
dat gedurende het geheele gevecht, zelfs
toen de linie-kruisers en lichtere sche
pen slaags waren met sterkere en
zwaardere strijdkrachten, de Engelsche
eskaders aldoor het initiatief behielden,
met als eenig doel zich aan den vijand
vast te klampen en met hem zoo lang
mogelijk in gevecht te blij ven, teneinde
hem zoo groot mogelijke verliezen te
berokkenen.
Jellicoe beschrijft, hoe vice admiraal
Beatty's liniekruiser- ec lichte kruiser
eskaders uitgezonden werden om ten
Z. van de linie-vloot te verkennen. Het
eerste stadium van den slag begon
tusschen half vier en vier uur 's middags
toen Beatty vijf linie-kruisers en een
aantal andere sdhepen ontmoette en
slag leverde. Beatty stelde zijn. eigen
strijdkrachten zoo op, dat hij hen tus
schen den vijand en de basis van den
laatste plaatste en den vijand zoodoende
tot vechten dwong.
De vijand zwenkte snel in Z.O. rich
ting, terwijl Beatty evenwijdig met de
vijandelijke eskaders stoomde tot 4 uur
42. De tweede fa?e begon met het
verschijnen van de Duitsche linie-vloot.
Beatty wendde toen den steven en
stoomde in Noordelijken koers, om den
vijand naar de. Engelsche liuie-vloot te
voeren, tegelijkertijd echter leverde hij
slag aan de vijandel ike linie-vloot en
bleef hij tusschen den vijand cn dien3
basis. Zelts in dit stadium, waarin de
sterkte van de strijdkrachten in gevecht
zoozeer ten voordeele van de Duitschers
was, werden de laatsteu zwaar getuch
tigd en bleven zij een Oostelyke richting
houden. De vooraan steveuendeschepen
vau de Engelsche linie vloot kwamen
om 5 uur 56 iu het gezicht, waarop
Beatty met de grootste snelheid in
Oostelijke richting zwenkte, waardoor
de schootsafstand vau den vijand ver
minderd werd.
De heele Duitsche vloot zwenkte nu
eerst naar het O. en daarna naar het
Z.W. met de Engelschen, die haar ver
volgden, achter zich aan. Het voorste
gedeelte van het Engelsche liuie-eskadèr
raakte pas slaags om 6 uur 17 's avonds,
toen het zicht slecht was geworden.
Toen kwam de slag in ziju derde faze.
De vereeniging van de linie vloot met
de verkenuingsschepen werd, nadat de
vijand iu het gezicht was gekomen,
vertra igd door deu Zuidelijken koers
waarin ouze vooruitgeschoven macht
stevende. In het eerste uur, na het
begin van het gevecht rnut de vijande
lijke liniekruisers, was dit natuurlijk
onvermijdelijk, daar, als onze linie
kruisers den vyand niet in Zuidelijke
richting gevolgd waren, de hoofdmach
ten nooit in gevecht zouden gekomen
zijn. De strijd tusschen de linie-vloten
duurde met tusschenpoozen tot 8 uur
20. De schootsverheid wisselde tusschen
9000 en 12.000 yards. De toenemende
duisternis maakte het steeds moeilijker
in aanraking met den vijand te blij ven,
die aldoor afhield, onder dekking van
torpedo jager-aanvallen. Niettemin blijkt
duidelijk, dat de vijand in dit stadium
zwaar gehavend werd.
De vierde taze van den slag bestoud
uit nachtelijke aanvallen door de Engel
sche torpedo jagerflotilles tegen de ge
deelten van de Duitsche vloot, die zij
konden vinden. Zij brachten ernstige
verliezen toe, maar leden zelve ook
zwaar.
Op 1 Juni, bij 't krieken van den dag
bleken de Engelschen onbetwistbaar
meester van het terrein.
De Engelsche vloot zegt Jellicoe
bleet in de nabijheid van het ge
vechtsterrein en dicht by de route naar
de Duitsche havens tot 11 uur'soebtends
niettegenstaande het nadeel, gelegèn iu
den langen afstand van de vlootbasis
en het gevaar van aanvallen van onder
zee- en torpedobooten, verbonden aan
het verblijf in wateren dicht bij de
vijandelijke kust. De vijand gaf echter
taal noch teeken, en ik was ongaarne
genoopt de gevolgtrekking te maken,
dat hij naar zijn haven was terugge
keerd. De verdere gebeurtenissen be
wezen dit vermoeden als juist.
Onze stelling moet omtrent 4 uur
ochtends aan. den vijand bekend zijn
geweest. Onze vloot was 5 minuten
achtereen in gevecht met een Zeppelin
gedurende welken tijd deze ruimschoots
gelegenheid had om de stelling en den
koers van de Engelsche vloot waar te
nemen en vervolgens te rapporteeren.
De wateren van het Horarif af tot
het gevechtsgebied werden grondig
afgezocht. Enkele overlevenden van
verloren gegane torpedojagers werden
opgepikt, een groote hoeveelheid wrak-
hout werd gezien, doch geen vijandelyke
schepen.
's Middags om kwart over éénen, toen
het duidelijk was, dat de Duitsche vloot
er in geslaagd was naar haar haven
terug te keeren, werd koers gezet naar
onze basis, welke Vrijdag 2 Juni werden
bereikt.
De vloot voorzag zich van stookolie,
vulde deu munitievoorraad aan en op
2 Juni 's avonds om half negen werd
gemeld, dat zij opnieuw gevechtsklaar
Was.
Jellicoe vermeldt de reeds bekend
gemaakte Engelsche verliezen. Hij stelt
deverliezen der Duitschers op twee
linieschepen van het dreadnought type
(een linieschip van het type Deutsch-
land), 5 lichte kruisers, 6 torpedojagers
en 1 onderzeeër, die men alle heeft zien
zinken. Twee linie kruisers, eeu linie
schip van het dreaduought-type en drie
torpedojagers heett men zoo zwaar be-
j schadigd gezien, dat het buitengewoon
I
1
8 05
8 14
8 22
8 33
8 42
7 15
7 24
7 28
7 32
7 45
VI
7,20
I 7,50
I 7,52
8,22
8,40