Xo. 17.
Woensdag 31 Mei 11116.
32e .Ittarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeenwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
A X EL.
A ÜVERTENTIEN van 1
eiken regel meer 5 Oeat.
plaatsruimte berekend.
Advertentiëö worden fr»nc» ingewacht, uiterlijk
Dinsdag- en Vry dagnamiddag EEN ure.
tot 4 regels 25 Centvoor
Greote letter» worden naar
tot
DE OORLOG.
De herovering van Douaumont.
Aan hetgeen thans door de Franache
bladen wordt bericht, aangaande den
aanval, die leidde tot de herovering
van het fort Douaumont is het volgende
ontleend Toen het gebleken was, dat
de hoofdaanval der Duitschers op Mort-
Homme was gericht, waartegen zij hun
zwaar geschut in stelling hadden ge
bracht, besloot generaal Nivelle tot het
offensief over te gaan op den anderen
Maasoever. In stilte werd aldaar ge
schut in batterij gebracht, terwijl het
vuur dan 21en op den afstand van 2
K.M. werd geopend op Douaumont. Al
wat van het front nog was ovërge
bleven, werd tot puin geschoten door
den aanhoudenden regen van projec
tielen. Den geheelen nacht bleet het
bombardement aanhouden en werd den
volgenden dag, als wanneer de kanon
niers afgelost werden, eveneens voort
gezet tot des namiddags halt vier. Toen
werd het teeken tot den aanval gegeven
ea verliet de infanterie de loopgraven
tot den stormaanval. Zij ontmoetten
echter een hevigen tegenstand en op
Froide Terre scheen het zelfs korten
tijd dat de aanval niet kon woiden
voortgezet. Toen de Franschen er
evenwel in geslaagd waren de vijande
lijke loopgraven te bereiken en het tot
een handgemeen was gekomen, be
hielden zij spoedig de overhand en
dreven de Duitschers terug. Ook in
het fort Douaumont, hetwelk een half
uur na het begin van den aanval was
bereikt, had een hevig gevecht plaats.
Van het W. en Z. drongen de Franschen
binnen, doch de Brandenburgers, die
zich er in bevonden waarschijnlijk
dezelfde die het fort hadden genomen
verdedigden zich heldhaftig en be
twistten eiken duim grond. Ten slotte
werden zij echter teruggedrongen naar
het Noordeljjk deel van het fdrt, alwaar
het hun evenwel gelukte stand te
houden. Het gevecht werd toen hoofd
zakelijk gevoerd in ondergrondsche
galerijen, die alleen nog van het fort
waren overgebleven en bleef dagen en
nachten voortduren, waarbij de Duit-
ichers ondanks hardnekkigen tegen
stand steeds verder naar het N. van
het fort werden verdreven. Den nacht
van den 23en deden de Duitschers over
het geheele Douaumont-tort een tegen
aanval, die door een geweldig bombarde
ment werd voorafgegaan. Het fort zelf
werd van uit het N., W. en O. aauge
vallen. Alleen aan laatstgenoemde zijde
echter slaagden de Duitschers er in een
deel van de eerste loopgraven der
Franschen te nemen/ Latere aanvallen
der Duitschers bleven tot heden even
eens zonder resultaat, aileen tusschen
Haudromout en Thiaumont ten vV. van
het fort Douaumont wisten zij eenige
vorderingen te maken. Aup.
Men schrijft van uit het Belgisch-
Eugelsche trout
De vruchtelooze aanvallen der Duit
schers tegen de Belgische en Eugelsche
linies hebben hen ernstig uitgeput.
Hunne activiteit op het Ypersche front
heeft een misleidend karakter, waarvan
nochtans de; bedoeling aan de staven
der Entente duidelijk is. In tegenstel
ling met geruchten in de neutrale pers,
meldend, dat de Duitschers in België
en N.-Fraukrijk groote troepenmachten
hebben samengetrokken, is door de
jongste luchtverkenningen der Engel-
sche vliegers vastgesteld dat de Duit
schers ter plaatse over een betrekkelijk
zwak effectief beschikken. Het klaar
blijkelijk tekort aan manschappen wordt
eenigermate vergoed door de aanwezig
heid van zeer talrijke artillerieparken
achter het Duitsche front. Deze doel
matig te bestoken is een voornaam doel
der stoute Erigelsche aviateurs. Oost-
Duinkerken, waarbinnen wederom feen
groot aantal grauaten verwoestingetf
hebben aangericht, is geheel verlaten
door de Roode Kruisdienst, Veurne en
La Panne ziju welhaast geheel ver
laten door de burgerlijke bevolking.
De Duitschers bombardeeren volkomen
nutteloos elk dorp en gehucht achter
het front, zonder daarbij te trachten
de ambulance te sparen. Zoo werden
in Steenkerke, Winckem, Moeres Hout
hem Houtstade reeds vier maal in nau-
welyks acht dagen Roode Kruis inrich
tingengetroffen. Iu Houchem en Steen-
kerk werden zelfs vier gewonde Duit
schers door hun eigen landlieden ge
dood. In kleine gevechten over niet
grootere breedten dan een kwartier
gaans, wordt de handgranaten en gas-
oorlog hier voortgezet. De Duitschers
putten zich uit in vergeefsche partieele
aanvallen. De artillerie zet hare be
drijvigheid met succes voort. Dooreen
goed gericht schot hebben de Engelscbe
kanonniers nabij Staden, bij Rousselaere
(België) een munitiedepot van den tegen
stander getroffen, dat met een gewel
digen schok in de lucht vloog. Bij
Slijpe vernietigden Belgische kanonnen
twee zware mortieren der Duitschers,
welke in de duinen waren opgesteld.
Arp.
In het voornaamste Belgisch dagblad,
L'Indépendance beige, dat te Londen
verschijnt, is in het nummer van 20
Mei l.l. een artikel geplaatst, waarin
op scherpen toon een klacht geuit wordt
over het feit dat de Engelschen, nu zij
zelf dienstplicht hebben, een perscam
pagne voeren, om de Belgische regeering
er toe over te halen, al de weerbare
Belgen op te roepen voor het front.
De Daily Express en de Daily News
slaan daarbij een hoogen toon aan en
reeds drukten zij groote opschriften
Scandal of Allies of military age in
England. Daarop antwoordt nu L'Indé
pendance beige ia naam van de Belgen,
dat de Belgische regeering zich iu een
te bizouderen toestaud beviuut, om tot
zuIk een beslissing over te gaan. Zij
verblijft niet iu haar land, zij zou door
zulke oproeping tegen de grondwet
handelen en kan niet eens haar volks
vertegenwoordiging raadplegen, om zulk
een daal van belang te verrichten.
vVai zooveel moeite en tij 1 gekost heett
om het van het Eugelsche parlement
en het Eugelsche volk te verkrijgen,
j waa: om zou men het moeten verkrijgen
door één pennetrek van de regeering
Dit wil uiet zeggen dat de Belgen
weigerachtig zouden zijn om hun land
te dienen. Er was geen dwangwet toe
noodig, om nog een 20,000 jonge vrij
willigers uit het bezette gebied te doen
komen, op gevaar van hun leven. „Wij
mogen dan wel luidop bevestigen, zegt
LTudépendance, dat de natie, die de
heldhaftige strijders van Luik, Haelen
en van de Yser voortbracht, welke bij
duizenden neergeveld werden door het
Duitseh geschut, terwijl zij nog steeds
wachtende waren op de Britsche en
Fransche hulp en die nu zoovele van
haar zonen den dood ziet trotseeren om
hun' burgerplicht te vervullen, geen
natie van zwakkelingen en lafaards is.
„Men moet die moedige Belgen des
te meer bewonderen, daar zij in dezen
oorlog slechts huns ondanks werden
betrokken. Zij hadden bij den tegen
stand tegen Duitschland niets te winnen
en alles te verliezen. Zij hadden den
voo/rang van hun handel niet te ver
dedigen, zij hadden zich niet te ontdoen
van een vreesplijk gevaarlijken con
current, zij waren niet in de noodzake
lij :heid te verpletteren of verpletterd
te worden. Zij hebben gestreden, die
Belgen, alleen voor het Recht en voor
de Eer; de heeren juryleden van Beth-
nal Green vergaten dit'.
„Eu in dezen tijd hebben de Belgeu
alles verloren hun land wérd verwoest,
hun landgenooten gedood, hun steden
vernield, de werktuigen van hun nijver
heid weggenomen, hun bewonderens
waardige monumenten in asch gelegd
en de Belgen moesten vluchten en zijn
in den vreemde zonder e.en centiem,
ten laste van de openbare liefdadigheid.
Ja, die helden leven nu van hulp, die
men eiken dag nog tracht in te korten."
Het blad wijster verderop, hoe moeilijk
het is, zich in den vreemde werk te
verschaffen en welk pijnlijk leven het
is in ballingschap. Het vergelijkt daar
enboven den geldelijke toestand, waarin
de Engelsche soldaat dn de Belgische
soldaat verkeert, en de hulp die door
hun beider regeeringen verleend wordt
aan hun huisgezin tijdens hun afwezig
heid en in geval zij sneuvelen. „Als
de Belg naar het front gaat, heeft hy
juist genoeg om ta leven, en weet hij
dat hij de zijnen in de ellende achter
laat." N. R. Crt.
De Nbrddeutsche Allgemeine Zpitung
geeft bizouderheden oVer een nieuw
wapeu, dat de Eugelsche regeering in-,
gevoerd heelt tegen de Duitsche duik
booten. Zij heeft besloten een bizonder
soort duikbootjagers te laten bouwen,
139 stuks, waarvan 30 tot 40 stuks voor
Rusland bestemi ziju.
Bij het bouwen van die duikbootjagers
is men vau de volgende gezichtspunten
uitgegaau. Zij' moeten zoo weinig diep
gang hebben dat een afgeschoten torpedo
onder hen door gaat zonder kwaad te
stichten. Zij moeten zoo snel zijn, dat
zij zelfs, als zij de snelste koopvaarders
begeleiden, achter deze gedekt liggen
eu plotseling te voorschijn kunnen
schieten. Verder moeten zij ougemerkt
de baan van een onder water varende
duikboot kunnen volgen, deze bij het
opduiken overvallen en dan zelf zoo
snel mogelijk weer verdwijnen om ster
kere strijdkrachten er bij te halen, die
het tot duiken ongeschikt geworden
vaartuig kunnen overweldigen. Dan
ook moeten de duikbootjagers zich aan
de kust in de kleinste havens kunnen
verschuilen om plotseling te voorschijn
te schieten en zichsnel weer te verwij
deren, als de overrompeling mislukt.
Voor een dergelijke taak zijn slechts
kleine, uiterst snelle en zoo zeewaardig
mogelijke vaartuigen geschikt die uitge
rust ziju met altyd klaar staande mo
toren. Het is kenschetsend, dat de
Engelsche industrie de levering van
deze booten aan Amerika heeft moeten
opdragen. Daar heeft men de Subma
rine-Swatters, zooals men ze daar noemt
gebouwd. Reeds zijn achttien stuks van
deze duikbootjagers in Amerika gereed
gekomen en waarschijnlijk ook reeds
op het dek van oceaanschepen overge
bracht. Dank zij de reclamezucht van
de leveranciers zijn echter ook reeds
gegevens en zelfs afbeeldingen van de
duikbootjagers in de Amerikaansche
vakpers verschenen. De Duitsche duik
boot commandanten kennen deze Pap
penheimers reeds voor zij hun visite
kaartje hebben afgegeven.
Het zijn de motorbooten van het
wedstrijdtype, van achttien meter lengte
twee meter breedte en slechts 86 cen
timeter diepgang en veertien ton water
verplaatsing. Het zijn glad gedekte,
lage vaartuigen met niet veel erop,
zoodat ze slechts van geringen afstand
zichtbaar zijn. Zij worden in beweging
gebracht door drie schroeven, die door
drie acht-cylmder motoren gedreven
worden, van elk 200 tot 220 paarde-
kracht. Zij zijn gezamenlijk in staat
de booten een vaart te geven van 50
tot 51 kilometer in het uur. Gewapend
zijn ze met licht snelvuurgeschut. Op
verkenningstochten laten de booten
doorgaans slechts den middelsten motor
werken om brandstof te sparen en daar
door hun gebied van actie te vergrooten.
Daar de beide andere motoren voortdu
rend in gereedheid staan, kunnen zij
onmiddellijk hun hoogste snelheid ont
wikkelen.
In het artikel heet het dan verder
Theoretisch is dit inderdaad een veel
belovend wapen tegen duikbooten. In
de praktijk hebben de jagers, wegens
hun kleinheid, nog menig gebrek. Zelfs
ia een matig bewogen zee, waarin
duikbooten nog rustig liggen, kunnen
zij hun hoogste snelheid niet meer ont
vouwen, omdat ze dan te dwaze spron
gen maken en van voor tot achter zee
over zich heen krijgen. Het geschut
vuur is dan onzeker eu moeilijk, als
het zelfs nog mogelijk is. Een enkele
treffer uit het zwaardere duikbootge-
schut zal daarentegen meestal voldoende
zijn om hen weg te jagen of zelfs buiten
gevecht te stellen. Verder is, wegens
bet groote verbruik van benzine, het
gebied van actie zeer bapeirkt en eigen
lijk slechts begrensd tot de nabijheid
van de kust. N. R. Crt.
AXEL
COURANT.
I