Xo. 16.
Zaterdag 2? Mei f616.
32e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscb-V laander en.
F, DIELEMAN,
axel.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor Bïlgië 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regel» 35 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Greste letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franc* ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN ure.
DE OORLOG.
Uit het Oostenrijksche oorlogspers
kwartier wordt het volgende gemeld
aaugaande het succes der Oostenrijksch-
Hongaarsche troepen in Tyrol
Nadat de Oostenrijkers bij het begin
van den oorlog, om het gevaar voor
omvatting te ontgaan, hepin het vijande
lijk land uitstekende deel der provin,cie
hadden prijsgegeven en meer achter
waarts stelling ge-nomen, hebben de
Italianen een deel van hunne krachten
hiertegen verspild zonder noemenS'
waardige terreinwinst te kunnen be
halen. Thans zijn de Oosteuri]kers zelf
tot den aanval overgegaan, hebben een
groot deel van het aanvankelijk den
vijand overgelaten land veroverd en
staan zelfs reeds op Italiaansch grond
gebied. De Italianen hebben vroeger
voornamelijk hunne aanvallen gericht
op het plateau van Lafraun tusschen
Vezzena en Luserna, welke plaatsen
door de Oostenrijkers bezet waren.
Vooral in September en October van
het vorige jaar werd aldaar hevig ge
vochten. Al de pogingen der Italianen
stieten echter af op de taaie volharding,
waarmede hun weerstand werd geboden.
Op hun beurt aangevallen, verdedigden
de Italianen zich hardnekkig, daar zij
inzagen, hoe een wijken op, dit front
gevaar opleverde voor de andere sec
toren. Zij werden evenwel terugge
drongen, waarna door de Oostenrijkers
werd opgerukt tegen de Cima di Man-
deroio (1600 M.), den Monte Verena
(2000 M.) en den Corno di Campo longo
(1530 M.) Thans is de aanval op deze
hoogten gevolgd en hebben de Oosten
rijkers den eersten veroverd en de
westwaarts van eerstgenoemde hoogte
tot het Astico-dal. Meer noordwaarts
was door den gelukten storm op den
Sus80-Alto, die den Armenterra-rug be-
heerscht, de stelling aldaar voor de
Italianen onhoudbaar geworden, zoodat
zij die moesten ontruimen. Tengevolge
daarvan kon ook in het Sugana-dal
worden voortgerukt en Roncegno wor
den veroverd. Het Oostenrijksche cen
trum, hetwelk oprukte tusschen den
Astico en den Terragnolo en de Itali
anen vandaar had verdreven, verover
den in korten tijd de sterke forten
Campomolou en Toraro. Tengevolge
daarvan 'viel de Passo della Vena
(1500 M.j in hunne handen, over welke
een weg naar Arsiero gaat. Deze werd
beheerscht door den Monte Molignone
(1648 M.) en den Tonozza (1700 M.J
de Italianen werden eveneens genood
zaaKt deze te ontruimen met veel ver
lies aau artillerie, zoodat tegen de
volgende vijandelijke linie kou worden
opgerukt, die zich uitstrekte van den
Monte Maggio over den Gol di Laghi
en den Monte Tormonto van welke zij
de eerste twee hebben weten te ver
overen. Alle naar Arsiere voerende
wegen zijn daardoor in handen der
Oostenrijkers, die van genoemde plaats
nog slechts 9 K.M. verwijderd zijn. Al
is dus Arsiere reeds binnen het bereik
van hun geschut, toch zullen zij nog
vele moeilijkheden moeten overwinnen
alvorens zij tot deze plaats zijn door
gedrongen, daar zich achter de ge
noemde Italiaansche stellingen nog an
dere bevinden.
De rechtervleugel der Oostenrijkers
hebben den Col Santo genomen, waar
de Italianen zware houwitserbatterijen
hadden opgesteld. Vandaar moest over
zeer moeilijk terrein worden opgerukt
naar den Posubio (2236 M.) Deze be
heerscht den straatweg van Rovoroto
naar Schio bij den pas-overgang van
den Piano delia Pugazzo en de beide
Italiaansche grenstorten van ban Anto
nie en wordt daarom door de Italianen
hardnekkig verdedigd. De Oostenrij
kers dringen ook hier echter gestadig
voort en hebben op den straatweg reeds
Anghebeni bereikt waardoor het grens-
fort van Piano della Pugazzo binnen
het bereik van hun vuur is.
Wanneer de Italianen hier niet kun
nen standhouden, dan loopen zij gevaar,
dat hun centrum wordt bedreigd met
eene omvatting van dezen Oostenrijk-
schen vleugel. Avp.
Aangaande de gevechten in Trentino
schrijft de Weener correspondent, van
de N. RCrt. d.d. 20 dezer
De gunstige berichten over het Oosten
rijksche offensief tegen Italië houden
aan. Dat men de troonopvolger er aan
laat deelnemen, is voor mij een bewijs
dat men hoopt door te breken. Anders
had men den kroonprins er niet bijge
haald. Het grensgebied tusschen Etsch
en Breuta, waar gevochten wordt, be
staat uit hooge bergen en hoogvlakten
van 1200 tot 2000 meter hoog. Die
zijn door de Italianen versterkt en die
versterkingen moeten genomen worden
om naar Italië te kunnen doordringen.
Het is wederom het zware geschut
dat het hoofdwerk doet. De Oostenrij
kers hebben nieuwe mortieren in het
gevecht gebracht, die 20 kilometer ver
schieten en op wagens staan met 38
wielen. Die kanonnen zijn van zwaar
der kaliber dan de beroemde 301/, e.ra.
Daarmee hebben zij de twee pantser-
forten op den 1855 M. hoogen Campo-
nolon en den 1899 M. hoogen Terraro
vernield. Ook wordt veel waarde ge
hecht aan de verovering van de 1257
M. hoogen Zugna Torta.
Het Italiaansche front is over een
lengte van meer dan 50 K.M. ingedrukt.
De buit van 61 kanonnen en 51 machi
negeweren benevens 10,000 gevangenen
waaronder 200 officieren wordt met het
oog op het bergachtige terrein, zeer
groot geacht. Een officier zei mij dat
is alsof wij op open terrein 30,000 man
hadden gevangen genomen.
Onder deze omstandigheden zijn de
beschouwingen der Weensche kranten
over den verjaardag van de oorlogsver
klaring hoog gestemd en zij nemen
Salandra en Sopiao in het ootje, nu zij
dien verjaardag door Italië laten vieren.
In ieder geval hebben de Oostenrijkers
er meer reden toe.
De Vos^ische Zeitung wydt een arti
kel aan het bekende verschijnsel, dat
thans alles dienstbaar gemaakt wordt
aan de volksvoeding. Zij heeft het dan
nog over het onverkwikkelijke onder
werp van de waardelooze namaaksels.
Daar wordt bijvoorbeeld, zoo schrijft
zij, een surrogaat aangeboden dat boter
vervangen moet. Het ziet er inderdaad
uit als mooie, gele boter. In een labo
ratorium te Dresden ouderzocht, blijkt
het te bevatten 63.9 procent water,
13.6 procent aardappelmeel 2.5 procent
zo,ut en 17.1 procent boter. Het goedje
moet één mark veertig het pond kosten.
Voor keukénmeel, dat behalve aardap
pelmeel en een weinig tarwemeel nog
twintig procent kristalsuiker bevat,
wordt niet minder dan negentig pfenning
het pond gevraagd. Zoogenaamde zeep
in het vat, die in het bijzonder door
Hambufgsche en Kielsche firma's voor
het prijsje van veertig mark den cente
naar aangeboden werd, bleek een vet-
zuurgehalte van 4 tot 6 procent te
bevatten. Deze waar heeft zelfs bij de
zeepprijzen van dit oogeublik niet meer
waarde dan acht Mark per centenaar.
Het ledersurrogaat Erreicht was niets
anders dan een tegen water zeer goed
weerstand biedende plaats van geïm
pregneerd onder hoogen druk geperst
bordpapier. Prijs vijf Mark per kilo.
Een surrogaat van geslagen room (25
gram in poedervorm, dat met suiker
eu water een liter room opleveren moet)
bevatte poedersuiker met gedroogd wit
van kippeneieren met vanilline gepar
fumeerd. Een pond kost achttien mark.
Een levensmiddelenfabriek biedt een
poeder van melk zonder room aan, dat
nooit zuur wordt. Het poeder bevatte
werkelijk melk zonder room, maar
bovendieD ongeveer yijftien procent
suiker. Prijs acht mark per kilogram,
bij kleine boeveelheden nog duurder.
Het eiersurrogaat Hühnchen was iets
bijzonder fijns. Het bestond uit geel
geverfd maïsmeelde inhoud van het
pakket, dat voor twintig pfennig ver
koeht werd, had een werkelijke waarde
van één en drie kwart pfennig. Een
oorlogsolie die zich bescheiden slaolie
surrogaat noemt, bevatte 98.5 procent
water en auderhalf procent vaste stoffen.
Deze waren agar-agar of een dergelijke
gelatine' een weinig kleurstof benevens
benzolzuur als conserveeringsmiddel.
Desniettemin vond men een bekenden
scheikundige, die dit product, waarvan
het Kilogram één mark dertig kost
aanbeval. Deze lijst, zoo zegt het blad
zou men gemakkelijk nog kunnen uit
breiden, maar men mag ook niet ver
zwijgen, dat onder de Surrogaten vele
bruikbare dingen zijn, die hun prijs
waard zijn. N. R. crt.
De Franschen bij Douaumont. De
Petit Parisien" schrijft over de gevech
ten bij DouaumontDe stormloop werd
Maandagmiddag opdernomen door Tur-
co's en Zouaven, die aan' groote hitte
gewoon zijn.- De Duitschers concen
treerden een hevig vuur op de storm-
kolonnes maar de Franschen vervolgden
hun loop en drongpn de voorste vijan
delijke loopgraven binnen, die zij ia
een verwoed bajonetgevecht van vijan-
deu zuiverden. De overlevende Duit
schers werden achter de linies gezonden.
De Fransche troepen zetten terwijl
van weerszijden versterkingen aanruk
ten daarop hun aanval voort en na
een verwoed handgemeen drongen zij
door de vijandelijke draadversperringen
heen en kwamen aan den voet van de
voornaamste verdedingswerken van het
fort van Douaumont, of liever aan de
plaats waar die vroeger geweest zijn,
want van het fort zijn alleen nog
bouwvallen over.
Na van hun verrassing te zijn beko
men, deden de Duitschers een tegen
aanval en een verwoed gevechtontstond.
Tegen acht uur 's avonds hielden de
Duitschers Dog alleen de noordelijke
hellingen bezet. Tegen tien uur 's avonds
verwachtte men hevige nachtelijke
tegenaanvallen van sterke vijandelijke
strijdkrachten.
Volgens de „Echo de Paris" onderna
men de Franschen hun aanval om half
vijt 's middags en waren zij een uur
later in het fort van Douaumont.
Er worden 120,000 Oostenrijkers van
Tirol naar Verdun getransporteerd.
Avp.
De Parijsche correspondent van de
„Daily Telegraph" schrijft:
„Sarah Bernhardt heeft onlangs haar
eerste bezoek aan het front gebracht
eu heeft er zes voorstellingen gegeven
in drie dagen. Haar hoofdk* artier was
Toul en van daaruit reisde zij por auto
rond om achtereenvolgens in zes geïm
proviseerde theaters op te treden, waar
van sommigen op minder dan'een
halven kilometer van het front in
Argonne en ook niet ver van Verdun.
Evenals een ieder die van het front
terugkomt is Sarah Bernhardt vol be
wonderende genegenheid en enthousi
asme voor de Frausche troepen."
„Ik heb drie dagen temidden van
helden geleefd", zeide zij, „tusschen
jongens en mannen, die ongeloofelijke
daden verricht hadden en die bloosden
als men mij daar iets van vertelde.
Ik was er zoo trotsch op voor die man
nen heerlijke verzen te mogen zeggen
en zou gairne bij hen zijn gestorven.
Ik zag gewonden, die door de dokters
behandeld moesten worden„Neen,
neen", riepen zij, wij kunnen nog wel
even wachten tot Madame Sarah haar
voordracht heeft geëindigd."
Geen gehoor, uit Koningen en voor
name dames bestaande zou ik hebben
willen ruilen met dit publiek van Fran
sche soldaten. Wij kwamen daar om
hen op te beuren, maar het was juist
het tegenovergestelde wij gingen heen,
doordrongen van hun vertrouwen en
hunne geestdrift.
Ik heb generaalovergehaald om
mij naar een plaats te laten gaan, die
de Duitschers geregeld bombardeeren.
Eer3t maakte hij bezwaren, maar toen
maakte hij mij een mooi compliment
„Komaan, laten wii dLm gaan, U bent
het wel wasvrd, in de gevaarzokv te
mogen komen." Het geluk was mij
echter uiet gunstig De Duitschers
schoten dien dag niet. Het was ten
deele beter, omdat geen een van onze
troep gewond werd, maar van mijn
eigen nederig standpunt voeldb ik mij
AXELSCHE COURANT.
II
L. .nnl icr«nwA 111 li A 11/Miannll - O C\ X a
n P