31ti Jaarg. 1\ Woensdag 8 Maart 1916. Nieuws- en Advertentieblad v-A]^ voor Zeenwsch-Vlaanderen. F. D1FXEMVX, Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITG EVER AXEL. AOVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groot® letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden fronce ingewacht, uiterlijk tot Pinsdaa- en Vrijdagnamiddag TWEE aren. Ie Mond- en klauwzeer. Aan de M. v. A. betreffende het etsontwerp tot verboogiug en wijziging au het Xde hoofdstuk der Staatsbe- rooting 1916 (kosten van maatregelen ir bestrijding van mond en klauwzeer), het volgende ontleend Het deed den Minister genoegen, dat erscheidene leden zijn standpunt, in ike de bestrijding van het mond- en auwzeer toejuichen. In nagenoeg alle evalleD, sedert voorgekomen, is isolatie onder afmaking toegepast, zoodat, het- een zij zouden betreuren, inderdaad geschied. De Minister meende na et votum der 2e Kamer zijn gedragslijn overeenstemming met de uitgesproken renschen te moeten brengen. Waar loleeren zonder meer zelfs in den taltijd groote gevaren medebrengt, is Minister het eens met hen, die er wezen, dat isolatie in de weide ge- eel doelloos moet worden geacht. Dat n den weidetijd van afmaking geen eil zou zijn te verwachten, zooals ommige leden meenden, kan de Min. eenszins toegeven. Zulks bleek ie 915. Dat het mond- en klauwzeer iettegenstaande het afmaken van de eke en verdachte dieren zal blijven irugkeeren acht ook de Minister vrij eker. Ze heeft dat gemeen met vele adere besmettelijke ziekten, ook met ie van deü mensch. Dat dit echter Bn reden zou moeten zin om niet slkens weder met kracht te trachten ziekte zooveel mogelijk te beperken een algemeene epizoötie te voor :omen, kan allerminst worden toege- even. Welke eischen daarbij steeds ipnieuw aan de schatkist zullen worden esteld, valt voorshands niet te beoor eelen, daar steeds verschillende om tandigheden op de uitbreiding invloed efenen. Zij, die meeueu, dat de ziekte niet ióó erg is, dat krasse maatregelen ge- Bcbtvaardigd zijn, en ze minder ernstig chten dan influenza, verkeereu eenigs ins in dwaling ten aanzien van het oei, met de bestrijding beoogd. Niet >ch wijl mond- en klauwzeer een rustige ziekte wordt geacht wordt het rachtig bestreden doch om de schade ie het lijden veroorzaakt aan het pro uctievermogen der dieren. De mee ing, dat dieren, die eenmaal de ziekte ebben doorstaan in den regel niet voor tweede maal worden aangetast is in trijd met de ervariug. Zelfs is het oorgekomen, dat dieren 2 maal in een lar werden aangetast door de ziekte lat doorgeziekte dieren krachtiger zou en zijn en meer melk zouden geven omt evenmin overeen met de ervariug let duurt geruimeu tijd eer de dieren reer een normale hoeveelheid melk iven, dikwijls zelfs niet eer op hun erhaal komeu vóór een nieuwe lactatie eriode is ingetreden. De veeartsenij undige dienst vervult zijn taak ten anzien van het vleesch der afgemaakte ieren met de grootste nauwgezetheid Zij, die met een andere regeling der chadevergoeding bedoelen minder toe te kennen dan de tegenwoordige bepa lingen voorschrijven, verliezen ver moedelijk uit het oog, dat de maatregelen worden toegepast om anderen te be schermen Een regeling waarbij een deel der kosten worden verhaald op hen, wien de bestrijding in de eersie plaats ten goede komt, acht ook de Minister wenschelijk. De Min. meent, dat met het toekennen van premiën aan eigenaren gevestigd binnen een besmetten kring, indien geen enkel rund door de ziekte werd aangetast, niet zoodanige en betere resultaten zouden worden bereikt, dat deze zouden opwegen tegen de bezwaren, aan de toepassing van zulk een stelsel ver bonden. De briefwisseling tu3schen den Min. van Oorlog en den Min. van Landbouw enz, is aan de Memorie toegevoegd. Ten slotte zegt de Minister, dat hij gaarne de verzekering wil geven, dat de gelden, die eventueel zullen worden toegestaan, met groote gematigdheid zullen wurden benuttigd. Zooals de Minister reeds bij de be handeling van dit wetsontwerp in de Tweede Kamer mededeelde, heeft hij zich beroepende op het oordeel van vele bekwame deskundigen en vak mannen, waartoe gerekend kunnen worden zij, die den strijd tegen de ziekte jarenlang tu alle phasen en veelal onder de grootste moeilijkheden hebben gevoerd, omtrent de beste wijze en het nut van de bestrijding eene gevestigde meening. In verbaud hier mede acht de Minister de beuoemiug van eene commissie van deskundigen, teneinde naar een en ander een onder zoek in te stellen, onder de tegenwoor dige omstandigheden niet noodzakelijk. Daar de Minister echter gaarne wil meewerken om over de bestrijding van het mond en klauwzeer, mede in ver band met het feit, dat deze bestrijding aan 's Rijks schatkist zulke groote offers vraagt, zooveel mogelijk licht te ver schaffen, is hij bereid de benoeming van eene commissie nader in overwe ging te nemen. Avp. De minister van landbouw, nijverheid en haudel heeft A. met ingang van 4 dezer verboden, de wekelijkscbe veemarkten te Rotter dam te houden B. bepaald, dat wanneer bijzondere redenen afwijking van het sub A be doelde verbod noodzakelijk maken, zoodanige afwijking kan worden toege- staau door den burgemeester vau Rot terdam, onder de door den districts vee arts te Rotterdam aan te geven voor waarden. St. crt. Naar men aan de N. R. crt. van bevoegde zijde mededeelt, is dit verbod het gevolg van de uitbreiding van het mond- en klauwzeer in de omgeving van de stad, n.l. te Vlaardingen, Maas land, Hoogvliet, Spijkenisse en Nieu werkerk, en is er zeer zeker verbaud tusschen deze sluiting van de markt en het feit, dat de aangetaste dieren thaus niet zijn afgemaakt. Mocht de ziekte zich niet verder uitbreiden, dan zou waarschijnlijk dit verbod niet langer dan enkele weken noodig zijn. Cliilisalpeter. Het lid van de Tweede Kamer de heer Bongaerts heeft den 18den Febru ari de volgende vragen ingezonden lo. Is de minister bereid aan de Kamer mede te deelen, welke regeling door de Kunstmestcommissie is getroffen voor de verdeeling van de aankomende ladingen Chilisalpeter over de onder scheidene streken des lands, welke daaraan behoefte hebben en daartoe de bestellingen hebben gedaan 2o. Geeft de regeling voldoende waarborgen, dat de gronden in het land die daaraan dadelijk behoelte hebben, naar evenredigheid van de aangekomen hoeveelheden gelykelijk van die kunst mest worden voorzien 3o. Zoo niet, vindt de minister dan geen aanleiding in de vertraging, welke de aanvoer over zee ondervindt, om billijkheidshalve de noodigc wijzigingen in de getroffen regeling te overwegen of te bevorderen De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft daarop den 2den dezer het volgende geantwoord lo. De Kunstmestcommissie heeft alle landgebruikers in Augustus 1915 in de gelegenheid gesteld op te geven, hoeveel en welke kunstmest zij noodig hadden a. voor levering in het najaar 1915, en b voor de levering voorjaar 1916 Door hen, die hun kunstmest vroeg in het jaar behoefden, is, in verband met de omstandigheid, dat de voorjaars leveringen tot in Juni 1916 doorloopen meerendeels najaarslevering 1915 opge geven zij die hunne kunstmeststoffen wat later in het jaar wilden gebruiken, verzochten levering in het voorjaar 1916. Voor de verdeeling van de binnenge komen ladingen werd het volgende schema gemaaktnajaarslevering, ge heel afgeleverd uit de Andijkvoor jaarslevering eerst aan alle bestellers 50 pet. Begonnen is in Groningen, Friesland, Drente en Overijsel uit de Samarind* en de Stella, terwijl uit de Gorredijk, die nu reeds drie weken in de Duins wordt vastgehouden, verder geleverd zal wordenhet restant uit de Gorredijk is voor Zeeland bestemd. De commissie was van oordeel, dat het practiscb niet uitvoerbaar was op de vastgestelde regeling uitzonderingen te maken, ook niet voor de enkele gevallen, die daarvoor uiteraard in aanmerking zouden komen, terwijl een verdeeling van minder dan 40 of 50 pet. practisch onuitvoerbaar werd ge acht. 2o. Alle gronden in Nederland hebben even groote behoefte aan de hoeveelheid chilisalpeter, die voor hun bemesting is besteld. Alle verbruikers, die dadelijke behoefte hebben, hadden dadelijke leve ring (najaarslevering) verzocht; dezen hebbeu 100 pet. ontvangen. 3o. Er is geenerlei aanleiding, in de vertraging, welke de aanvoer over zee ondervindt, om wijzigingen in de ge troffen regelingen te overwegen. Het is niet tegen te spreken, dat de sluiting van het Panama-kanaal de aankomst van de chilisalpeter zeer aanzienlijk vertraagd heeft, doch hiermede is reke ning gehouden door aan iedereen eerst de helft van zijn behoefte toe te be- deelen. W. R. crt. Verkeer met België. Een correspondent van de N. R. Crt. schrijft uit Brussel d.d. 2 Maart: Vandaag is het juist vier weken geleden dat het reizigersverkeer van België naar Nederland zonder vooraf gaande waarschuwing werd stop gezet en het ziet er volstrekt nog niet naar uit of hierin spoedig verandering zal komen. In ons land blijken de Duitsche autoriteiten nog steeds passen naar België af te geven, ten minste dezer dagen kwamen er hier ter stede nog verscheidene landgenooten aan, maar van terugkeer is geen sprake. Wel verluidt nu dat een dertigtal der .ge- stranden", wier zaak reeds een kleine veertien dagen in onderzoek is, binnen enkele dagen in de gelegenheid zal worden gesteld naar het lieve vaderland weer te keeren, maar zeker is dit nog volstrekt niet. Er moet dus nogmaals met nadruk op gewezen worden dat een ieder, die zich van ons land naar België begeeft, er absoluut niet zeker van is, wanneer hij terug kan keeren en hoe lang hij hier zal moeten blijven. Laat hem dit onverschillig, dan kome hij gerust om met ons uit te zien naar de eerste sporen van een naderende lente op boulevard en in bosch. Heeft hij echter geen tijd en geduld in overvloed, dan blijve hy weg, want eenmaal hier, helpt klagen niemendal en bestaat er niets als berusten in het onvermijdelijke. Het is nu eenmaal oorlog. Een abouné uit België teruggekomen, deelt het volgende mede: De grenzen van België zullen voor- loopig nog niet geopend worden eenige zekerheid hieromtrent kan niet worden gegeven. Voor het groote aantal reizigers, dat thans in België, voornamelijk te Brussel, opgehouden wordt, is er slechts één afdoend middel, namelijk zich per request te wenden tot den gouverneur- generaal, Von Bissing, met verzoek om bij wijze van uitzondering verlof te krijgen België te mogen verlaten. Elk verzoek wordt afzonderlijk onderzocht en indien er termen zijn, om het in te willigen, ontvangt men daarvan bericht. Het verzoek kau in het Fransch of Duitsch gesteld worden, op gewoon papier. Het moet zoo beknopt mogelijk aangeven, waarom men in België ge komen is en waarom men het nu wil verlaten. Blijkbaar wordt het verzoek alleen iugewilligd, iudieu van een sirinte noodzakelijkheid blijkt. Men doet verstandig zich, na het indien van het verzoek, tot de Neder landsche legatie te wenden, met mede- deeling, dat men het verzoek gedaan heeft en met de vraag, dat verzoen; te steunen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1916 | | pagina 1