\o. 91
Woensdag 1 Maart 1916.
31e «laarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. IHELEtlAY
Landbouw.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
A DVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Centvoor
eiken regel meer 5 Cent. Groete letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE aren.
Nederl. trekpaard (Belgisch type).
In de te Utrecht gehouden tweede
algemeene vergadering van de ver-
eeniging Stamboek voor het Neder-
landsche Trekpaard (Belgische Type),
heeft de voorzitter, dhr. F. Hombach.
een woord van dank gesproken tot den
heer P. van Hoek, directeur-generaal
van den landbouw, ter vergadering
aanwezig, aan wiens bemoeiingen men
in hoofdzaak de oprichting van een
stamboek van het trekpaard in Neder
land te danken had.
De voorzitter herdacht voorts nu
wijlen den heer G. Vorsterman van
Oyen, die het initiatief nam voor de
oprichting en nog heeft mogen beleven,
dat zijn ideaal, één stamboek voor het
trekpaard, verwezenlijkt werd, zette
uiteen dat ook door de medewerking
van Z. K. H. den Prins der Nederlanden,
beschermheer der Vereeniging, en de
steun van den nu algetreden inspecteur
van den landbouw, den heer Löbnis,
door de Vereeniging ten zeerste wordt
gewaardeerd, en gat daarna een over
zicht van den vooruitgang der vereeni
ging in ledental.
Medegedeeld werd, dat de koudbloed-
paarden in bijna alle provinciën door
kenners van het ras worden gekeurd,
omdat de provinciale regelingscommis-
siën voor de paardenfokkerij in de
verschillende provinciën, op verzoek
van het hoofdbestuur voor ons zware
paard speciale keurmeesters benoemden.
Een zeer ongunstige uitzondering
hierop maakt evenwel naar de voor
zitter mededeelde de regeiingscom-
missie in Noord Brabant, die de ver
zoeken der vereeniging eenvoudig at
wees niettegenstaande in die proviucie
het overgroote deel van het fokmate-
riaal uit koudbloedpaarden bestaat.
De voorzitter beval aan de propa
ganda in de atdeelingen door lezingen
over ons zware paard en wees erop,
dat het streven der vereeniging moet
gericht zijn op een groote jaarlijksche
tentoonstelling van het tokmateriaal in
Den Haag, zoo mogelijk evenals in
Brussel in een groot permanent
gebouw.
Na voorlezing van een schrijven van
Z. K. H. den Prins der Nederlanden,
waarin werd medegedeeld, dat Z. K. H.
was verhinderd de vergadering bij te
wonen, en van een schrijven van ge
lijke strekking van den minister van
landbouw, werd door den secretaris,
den heer L. J. A. Meershoek, verslag
uitgebracht over de werkzaamheden der
vereeniging in het afgeloopen jaar.
Hieruit bleek, dat het ledefitai toenam
met 645, en op het einde van 1915
bedroeg 2473.
De keuringen zoo wordt verder
in het verslag vermeld waren een
beslist succes voor de vereeniging, in
het afgeloopen jaar werden goedgekeurd
voor inscljrij ving 1078 merriën en 110
hengsten: voor overschrijving resp. 407
en 11 totaal 1485 en 121 terwijl voor
inschrijving werden aangeboden 1640
merriën en 148 hengsten en voor over
schrijving resp. 464 en 14; totaal 2104
en 162. In 1915 zijn in de opgenomen
en overgeschrevenhengsten boek B.
363; A. 98; merriën boek R. 1347e
A. 2543; veulenboek B. 455; A. 1106.
Uit een overzicht van de toeneming
van het fokken van de koudbloedpaar
den blijkt, dat in het najaar 1912 werden
goedgekeurd 188 koudbloedhengsten en
334 warmbloedhengsten in bet najaar
1915: 423 koudbloedhengsten en 224
warmbloedhengsten terwijl het aantal
merriën, gedekt in dektijd 1902 door
koudbloedhengsten, was: 14,827, en in
1914: 44,474; in 1902 door warmbloed
hengsten: 28,776 en in 1914: 23,565.
Uit het financieel verslag bleek voorts
nog, dat de balaus sluit met een batig
saldo op den dienst 1915 groot 2906 86.
Bij de behandeling van de begrooting
voor 1916 verzocht de voorzitter mach
tiging om uit den post onvoorziene te
bekostigen de hulp voor een propagan
dist der Vereeniging en beval daarvoor
aan den heer Lako te Zuidzaude. Door
het hoofdbestuur wordt beslist waar
diens lezingen zullen worden gehouden.
De post werd goedgekeurd en de
begrooting in haar geheel aangenomen.
Besloten werd de volgende algemeene
vergadering te houden te Breda, op den
dag vóór de centrale premiekeuring
aldaar.
Gekozen werden tot juryleden voor
de hengsten de heeren G. Hinrichs en
A. Boeken, en tot hun plaatsvervangers
de heeren S. Verheggen en P. den
Ouden; terwijl ter aanvulling voor de
plaatsvervangende leden werden be
noemd de heeren C. M. Goeseels en
Puylaert.
Tot jurylid van het hoofdbestuur voor
de merriën werd benoemd de heeren
G. Hinrichs, en tot plaatsvervangers de
heeren Puylaert en Reichman.
N. R. Crt.
O E OORLOG.
De pantservesting Douaumont, de
noordoostelijke hoekpijler van de per
manente hoofdverdedigingslinie van de
vesting Verdun, is Vrijdagmiddag door
het 24ste Brandenburgsche regiment
infanteri stormenderhand genomen en
is vast in Duitsche handen, aldus luidt
een officiéél telegram dd. 27 Febr. uit
Berlijn.
Dit is een bericht van bovenmatig
groot belang aldus schrijft de /V. R. Crt.,
de Duitschers hebben een van de hoofd-
forten van Verdun genomen.
Inderdaad, de kalme toon van de
Duitsche berichten duidde aan, dat er
nog voordeelen van grooter omvang en
strekking, dan reeds werden meege
deeld, tegemoet werden gezien.
Reeds waren de officieele mededee
liugen uit Parijs, die werden openbaar
gemaakt, vau een zekere vaagheid, die
niets goeds voorspelde. Er woedde ten
Noorden van Verdun een slag van de
grootste beteekenis, dat was het Fran
sche publiek bekend. Verder wist meu
ook, dat het begin voor de Fransehen
geen gunstigeu loop genomen had. Wel
was gemeld, dat het front nergens
doorbroken was, maar de Franschen
hadden toch moeten wijken en, dat was
zoowat het eenige, wat duidelijk werd.
De Duitschers waren ten Zuiden van
Ornes reeds in de onmiddellijke nabij
heid van Bezonvaux, waar ongeveer de
Noordelijke uitlooper van de permanente
verdedigingswerken van Verdun begint.
Op de groote vraag zijn de Duitschers
nu tegengehouden of gaan zij nog steeds
vooi uit, weet het officieele bericht van
Zaterdag geen afdoend antwoord te
geven. Maar het Duitsche bericht van
Zaterdag had al nieuwen voortgang
gemeld, vooral lahgs den rechteroever
van de Maas, waar zij Champneuville
voorbij waren gekomen. In dat bericht
werd een frontlinie aangegeven, waaruit
viel op te maken, dat aan de zijde van
de Maas nog slechts één heuvelrij de
Duitschers scheidde van de hoogten,
die door het fort Douaumont worden
beheerscht. Dit fort, dat tot de voor
naamste linie van weerstand, behoort,
is nu reeds gevallen.
Van zulke forten als Douaumont heeft
Verdun er 17, 9 rechts en 8 links van
de Maas. Behalve deze forten zijn er
binuen het versterkte kamp niet minder
dan 20 zelfstandige verdedigingswerken
en 50 batterijstellingen. Het heele
versterkte gebied heeft een omtrek van
5J kilometer.
Want voor die hoofdforten, zooals
Douaumont er een is, strekt zich een
menigte werken uit, die te zamen de
eerste weerstandslinie vormen, dienende
om den vijand op te houden, hem ver
liezen toe te brengen en achter zijn
plannen te komen. Voor die buitenste
weerstandslinie strekt zich nog een
breeae strook uit,, die door wegen,
bronneD, opslagplaatsen voor munitie,
telegraaf- en telefoonleidingen, loopgra
ven en onderstanden geschikt isgemaakt
om de verdediging op offensieve wijze
te voeren en den vijand niet in de
gelegenheid te laten komen de forten
met zijn artillerie in elkaar te schieten.
Op deze wijze hebben de Franschen de
verdediging van Verdun ook gevoerd.
Uit het voorgaande laat zich eenigszins
afieiien, welk een ontzaglijke moeilijk
heden de Duitschers te overwinnen
hebben gehad, voor zij Douaumont
konden nemen. Immers dat voorterrein
dat uit kalkbodem bestaat, zal in de
anderhalf jaar oorlog, die achter ons
liggen, nog wel danig zijn versterkt.
Dat desniettegenstaande dé verdedigers
moesten wijzen, dat het fort Douaumont
door een inf'auterieregiment kon worden
bestormd, zal waarschijnlijk alleen maar
mogelijk zijn geweest doordat de artille
rie het heele terrein, mitsgaders de
verdedigingswerken zoo grondig heeft
omgeploegd, dat er geen houden meer
aan was.
Dat, nu dit belangrijke fort genomen
is, de heele vesting Verdun groot gevaar
loopt, behoeft geen nader betoog.
Men weet, hoe het met andere belang
rijke vestingen in dezen oorlog is gegaan
uadat eenmaal één fort was genomen.
Worden de Franschen uit Verdun
verdreven, dan is de kans natuurlijk
groot, dat het met den positieoorlog uit
is op het Westelijke gevechtsterrein.
Ook tegenaanvallen van de bondee-
nooten op andere plaatsen behooren in
dat geval tot de waarschijnlijkheden.
Een chirurg, die getuige was van den
slag bij Verdun, zegt dat hij op 22
dezer gezien heeft, hoe een geheele
Duitsche brigade, die in dichte colonnes
oprukte, in het vuur van de Eransche
batterijen kwam en bijna tot op den
laatsten man in een oogenblik vernie
tigd werd.
De „Liberte" heeft de volgende bij
zonderheden ontvangen De Duitschers
ondernamen zonder ophouden verwoede
aanvallen. Achtmaal vielen z(j achter
eenvolgens bij Haumont aan en telkens
werden zij met ontzaglijke verliezen
teruggeslagen. De regimenten van den
vijand werden gedecimeerd dooi het
vuur van 3 batterijen kanonnen van
75 mM., die plotseling gedémaskeerd
werden. De overlevenden werden door
een krankzinnige paniek bevangen en
vluchtten. Aan weerszijden is het
munitieverbruik in dit onbeschrijfelijke
bombardement van dien aard, dat loop
graven en verdedigingswerken volko
men vernield werden. Hooggeplaatste
officieren verklaren, dat de Duitsche
verliezen zonder overdrijving veel
zwaarder zijn dan welke andere ook,
die de vijand in verschillende groote
veldslagen, die tot dusver geleverd zijn
geleden heeft.
Gezaghebbende militaire kringen zijn
van meening, dat de slag binnenkort
zijn hoogtepunt zal bereiken. De ver
dedigingslinie van de verschanste leger
plaats is niet doorgebroken en de onder
steuningsstellingen zijn nog ongerept.
De Temps" meldt, dat voor de Fran
schen groote versterkingen aankomen.
Men mag volkomen vertrouwen hebben
in den uitslag.
In een bericht uit Keulen van 25 Fèbr.
wordt beweerd, dat op de verdediging®
werken van Verdun door de Duitsche
zware artillerie granaten geworpen zijn.
En uit Basel wordt in een bericht
verzekerd, dat verschillende stukken
zwaar Duitsch geschut door het over
matig vuren, ten Noorden van Verdun
gesprongen zijn.
Te Maastricht is bericht ontvangen,
dat te Diedenhofen 3000 zwaar gewonde
Duitschers uit de gevechten bij Verdun
zijn aangekomen.
Een Russisch officieel communiqué
meldt het volgende
Russische torpedobooten vernietigden
in de buurt van Sinope 4 zeilschepen
en vernielden eenige bruggen aan den
kustweg, ook versloegen zij een kamee-
len karavaan gedeeltelijk en joegen hem
voor de rest op de vlucht, welke onder
bescherming van Turksche troepen
voorttrok. N. R. crt.
Uit het Duitsche oorlogsperskwartier
wordt aan de „Voss. Zrg." gemeld De
Italianen en aanhangers van Essad, die
Durazzo verdedigden, hebben Woensdag
een nederlaag geleden. Nadat de Oos
tenrijkers en Albaneezen de hoogten om
Durazzo in een halveu cirkel ongeveer
A NT.