Xo. 82. Woensdag 20 Januari 1915. LAATSTE LIEFDE. 30 e Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIFXEMAA, Buitenland. F E I L LETO N. m Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER A X E L. AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groete letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franeo ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De aardbeving in Italië. Marconi is diep onder den indruk van een bezoek dat hij heeft gebracht aan de door de aardbeving geteisterde streken. Hij kan geen woorden vinden om de afgrijselijkheden te beschrijven die hij zag temidden van (li0 zwaar getroffen bevolking. Ik had nooit ge dacht dat iets dergelijks mogelijk was, leide Marconi, en hij voegde er aan toe: De Koniug heeft mij verteld dat hjj van jongs at aan alle door aard beving getroffen streken in Italië heeft bezocht, maar deze is erger dan alle vorige, overtreft ook die van Messina, daar het percentage der overlevenden te Avezzano slechts 2 tot 3 bedroeg en te Messina 30. De hevigheid van deze aardbeving is zonder weerga. Als voorbeeld wordt verteld hoe een wagen voerder met zijn wagen op 50 yards afstand een huis voorbijreed, toen de aardbeving het huis letterlijk naar hem toe slingerde en man, paard en wagen bedolf. Avezzano bestaat niet meer. Het lijkt of de stad aan poeder is gemalen door een reusachtige molen. Marconi beschrijft voorts de afschu welijke tafereelen van versteende lijken, die men overal maar heeft laten liggen, daar de redders het 't beste achten hun geheele aandacht te wijden aan de gewonden. Geen organisatie kan opgewassen zijn tegen de gevolgen van een zoo groote ramp. Het droevigste van het reddings- Roman van Gborge Ohnet. {Nadruk verboden Hand in hand, vol van dezelfde aan doening, lachten zij elkaar toe met tranen in de oogeu. Zij hadden hetzelfde verdriet dezelfde gedachte, denzelfden moed. Zij beklaagden zich niet en deden zonder aarzelen hun plicht. Te eerlijk om te bedriegeo, te trotsch om een on wettigen band te knoopen, scheidden zij. begrijpen de dat zij niet langer in elkaar's nabij beid kondeu leven zij weenden, zij leden doch aarzelden niet. Nooit beminden zij elkaar meer dan in deze weiaige oogea- blikken, waarin zij zich elkaar waardig 'oeldeu door het juiste in hun gedrag. Zij spraken geen woord, zij keken elkaar slechts aan, als wilden zij de herinnering aan elkaar dieper in Iiud hart griffen. Het slaan der pendule deed hen 101 t'ch zelf komen. Zij geraakten uit hun betoovering en bemerkten dat het een uur in den ochtend was. Sedert twee uur waren zij bijeen en het oogenblik T&o scheiden was gekomen. Zij stonden "p, sidderend van angst voor het onver mijdelijke afscheid. Zij trad op hem toe en zei vol zachtheid werk is het hooren van het hulpgeroep dor bedolvenen, zonder in staat te zijn hen te helpen, daar er te weinig men- schen voor het reddingswerk zijn Hier en daar z n staken gezet om aan te duiden waar hulpgeroep is gehoord, maar als dan later voldoende hulp op daagt, zijn de meeste stemmen verstomd. Marconi zelf heett onder de puin- tioopeu vap een meisjesschool twee stemmen gehoord, die om hulp smeekten en zeiden dat zij geheel ongedeerd waren, daar zij door een piano be schermd werden. Zij hadden zonder voedsel twee dagen en een nacht zoo doorgebracht, maar alle pogingen tot redding waren ver geefs. Marconi werkte zelf mee tot hij uitgeput was van gebrek aan voedsel. Hij aanvaardde toen de uituoodiging van den koning om met hem naar Rome terug te keeren. Voor hij vertrok, trachtte hij nog kleine troepjes te vormen om den brand, die op verschillende punten uitbrak, te blpsschen. Over de aardbeving in Middjen Italië worden nog eenige bizouderheden uit Rome aan de Tijd geseind De schade in Rome is belangrijker dan men aanvankelijk vermoedde. Per sonen zijn, voor zoover bekend, niet gedood. Min of meer ernstige schade is toegebracht aan de zuilen op het plein voor den St. Pieter. De gevel van de H. Ignatiuskerk is eveneens beschadigd twee zware cementbollen vielen naar beneden, waardoor een werkman gewond w-erd. Aan de Porta del Populo hangt het Vaarwel, vergeef mij het leed dat ik u aandoe. Ik alleen ben de oorzaak van al wat gij verduurt. Voor gij mij ont moettet waart gij kalm en gelukkig. Ik kwam tot u, zonder dat gij mij verlang- det te kennen en ik ben net die leed in uw leven heb gebracht; vergeef mij, nu gij ziet hoe zeer ik er onder lijd u te moeten verlaten.» Hij boog de knie en met een stem, sidderend van aandoeniag en terwijl de woorden hem bijna in de keel bleven steken, sprak hij »En gij, Lucie, vergeef mij, dat ik u niet kon naderen zonder u te beminnen en u door mijn stilzwijgen en onvoor zichtigheirl, blootgesteld heb aan moeilijk heden en droefenis Waren wij beiden vrij geweest, ik zou mijn leven gewijd hebben aan uw geluk. Vergeef mij alles te hebben gedaan om uw hart te winnen, zonder dat ik er recht toe had, u in ruil het mijne te geven.» »Ik heb u niets te vergeven,» zeide zij, »ik bemin u.« Hij voelde dat zij haar handen op zijn schouder» legde en zicit dair lippen op zijn voorhoofd drukte. Plotseling stond hij op en uitte een kreet. Daar stond zij doodsbleek voor hem hij nam haar in zijn armen en drukte haar hartstocb telijk aan zijn borst. Zij deed een wan hopige poging zich te beviijden en hem van zich duwende, riep zij hem op ver schrikten toon toe, als wantrouwde zij pauselijk wapen zóódanig naar beneden, dat de doorgang is versperd. De koepel van de kerk van den H. Carlo Catinari is gesprongen en het prachtige schilder werk is reddeloos verloren. Van de kerk van Lateranen is het beeld van den Heiligen Paulus naar beneden ge slingerd. De publieke gebouwen hebben weinig geleden. De kerk van de H. Agatha dei Goti vertoont eenige scheuren, even als de universiteit en de kerk vau San Celso en San Giuliano. De Antoniu*- zuil op de Piazza Colonna is niet, gelijk gemeld werd, verschoven. Het vermoeden, dat de eerste aard schok door andere gevolgd zou worden, is reeds bewaarheid. Woensdagmorgen om vier uur werd opnieuw een aard schok gevoeld. In eenige stadsgedeelten vluchtte de bevolking naar buiten. Uit nadere berichten blijkt, dat de aardbeving haar middelpunt had tus- schen Rome en Aquila. Alle Ir.aliaan- sche observatoria toonen dit aan. De provincies Aquila en Chicti hebben dan ook het meest geleden. De haard van de aardbeving is ge legen op 80 K.M. ten oosten van Rome, in het bekken van het yroegere meer van Fucino, dat een dal voimt in de Midden-Appenijnen aan den voet van de Moute Velino. De onderlaag van de Appeuijnen bestaat uit kalksteen, die op eenige plaatsen door ouderaardsch watqr is uitgeschuurd. Vermoedelijk is hier geen sprake van een vulcani- sche werking, doch van een onder- aardsche instorting. N. R. Crt. zich zelve evenzeer als hem »Ga heen Ga heen Hij was reeds bij de deur. Hij wierp Lucie een laatsten blik toe en haar wenk gehoorzamende, verdween hij. De doukere vestibule doorgaande kwam hij in den tuin en sloeg den weg naar de villa in. Lucie, bevende over al haar leden, bleef eerst op de zelfde plaats staan, luisterende aaar ziju voetstappen, die wegstierven in de stilte van den nacht. Toen liep zij als in een verdooving den salon op en neer. Het was of een vreeselijke leegte om haar was ontstaan, alsof zij thans van alles was gescheiden en hard op riep zij »Mija God! Wat moet er van mij worden Bij deze onvermijdelijke scheiding, voelde zij thans op eenmaal hoe sterk de banden waren, die haar hechtten aan dezen man, dien zij zoo lang had gemeend dat haar onverschillig was en die zich van haar meester had gemaakt door den blik, door de stem, en thans haar heer was. Zij bemerkte dit op het oogenblik dat hij heeo moest gaan alleen in dit vertrek waar zij twee uren met hem had doorgebracht, was zij, die anders zoo moedig was, thans baDg. Een lichte stap boven Lucie's hoofd deed zicu hooren. Zij dacht dat het jj Griffito was, die zich ougerust maakte dat zij zoo laag op bleef. De behoefte, j iemand bij zich te hebben, waardoor zij j DE OORLOG. Een oorlogscorrespondent van de N. R. Crt. schrijft De verlieslijsten der Belgen zijn bij gewerkt. Aan het Belgische ministerie van oorlog is men thans bezig deze lijsten te vertalen in het Viaamsch, want bij eiken naam van één, die zijn leven liet voor het land, staat zooveel mogelijk met enkele regels vermeld waaraan en onder welke omstandigheden hij stierf. En deze lijsten vormen óók een ver haal van den oorlog, echter niet het verhaal van overwinning of nederlaag, maar van de ontzettende ellende vaak door individuen geleden. Zulke lijsten zijn de massa-ellende der slagvelden, ontleed tot het individueel lijden van elk die vielen, weergegeven in slechts weinige regelen. Ik heb zoo'n lyat gezien en citeer uit het hoofd enkele gevallen, die me bij bleven K., korporaal in het regiment in fanterie, werd begraven onder een instortend huis, werd vier dagen later bij toeval gevonden en met moeite ontgravenstierf drie uur later. G., karabinier, gewond aan den voet werd tien dagen later gevonden, over leden. D. werd door een granaatscherf zwaar gewond a n het linkerbeen en neerge stort, overreden door een automobiel van den trein. Overleden enkele oogenblikken later. Van dezen aard zijn de korte, ont zettende mededeelingen in dit droef verslag van de oorlogsellende. afleiding zou kunnen vinden, drong haar Daar haar gezelschapsjuffer te gaan. Zij nam een kaars ging de trap op, kwam op het portaal der eerste verdieping en zag doör de deur, die tot haar verwon dering open stond, licht in haar kamer. Zij riep zacht^GriffithZij kreeg geen antwoord, doch 't was of' die stilte in de kamer bezield was. Zij gevoelde dat er een wezen in dit vertrek was het was haar alsof zij een gejaagde adem haling hoorde, het heftig kloppen van een hart. Een siddering beving haar. Wie kon haar daar waehten Wie durfde haai kamer binnen treden Een oogen blik werd zij woedend. Heftig dnwde zij de deur open, doch bleef dadelijk met een gesmoorden kreet staanmevrouw de Fontenay stond voor haar, onbewege lijk, met droevige oogen, gebogen houding zonder een woord te zeggen. Als een bliksemstraal kwam bij Lucie de gedachte op dal de gravin bij haar onderhoud met Armand tegenwoordig kon geweest ziju. Zij begreep in 't vol gend oogenblik haar sombere neerslach tigheid, haaf smartelijke bleekheid, haar koel stilzwijgen. Zij kon dien twijfel uiet dragen, zij wilde zekerheid eo op Mina toetredende, die onbewegelijk, als verstijfd, doodsbleek, tegen den schoor steenmantel stond geleuDd, riep zij Mevrouw, was u daar?» Wordt vervolgd.) A NT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1915 | | pagina 1