\o. 74.
30e Jaarg
LAATSTE LIËEDE.
Zaterdag 19 December 1914.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
B E RIC HT.
F» DIËLEMAi\,
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor Bklgiê 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
A X EL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maai.
Advertentiën worden tr*neo ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Aan de abouné's op het GEÏLLUS
TREERD ZONDAGSBSLAD deelen wij
mede, dat wij van de uitgevers van
dat blad bericht hebben ontvangen,
dat te beginnen 1 Januari aanst. de
abonnementsprijs per kwartaal wordt
verhoogd met 7'/2 cent.
De prijs wordt dan -4S COllt
franco per post 521/2 cent per
3 maanden.
Het voornemen bestaat, behoudens
onvoorziene omstandigheden, tegen 1
Januari a. s. het ZONDAGSBLAD
weder in 12 pagina's te doen ver
schijnen.
De stijging in de prijzen van grond
stoffen, arbeidslooneu, enz. is de oor
zaak van de prijsverhoogiug, die, naar
wij vertrouwen, voor de trouwe lazers
vau het ZONDAGSBLAD, geen bezwaar
zal wezeu, om abonnó te blyven.
In vergelijking met andere geïllus
treerde bladen, mag toch de prijs van
45 cent, franco per post 537s cent
per kwartaal, zeer laag genoemd
worden.
Ook in het ZONDAGSBLAD zelf
zal de prjjsverhooging worden mede
gedeeld.
Roman -van Georgk Ohnet.
Nadruk verboden
68)
De tegenwoordigheid van den markies
geroepen in een uur van gevaar en ver
schijnende om haar zegepraal te deelen,
scheen haar iets heerlijks toe. Zij had
een gevoel van verlichting en met toege
stoken hand op hem toetredende, met
van geluk stralende oogen, zeide zij
»Hoe gelukkig ben ik u te zien U
Hij 'keek haar aangenaam verrast aan
en Mina's schooue hand tusschen zijn
vingers houdende, sprak hij
»Zoo zoo Alles schijnt goed te gaan
Ik dacht slechts zuchten te zullen hooren
en des te meer doat het mij genoegen
met glimlachjes te worden ontvangen.»
»Ja, toen ik u schreef, was ik treurig
gestemd, maar thans is alles in orde en
de horizon helder. Ik ben sinds eenigen
tijd een beetje dwaas en zie mijn angstige
gedachten voor werkelijkheid aan. Ge
lukkig hab ik te doen met iemand ver
standiger dan ik.»
„Met juffrouw Andrimoot?»
»Ja, met juffrouw Andrimont.»
»Was uw ongerustheid dan wederom
teruggekeerd
In dienst houden van ingelyfden by de
militie en by de landweer.
Er zijn twee wetsontwerpen ingediend,
strekkende
1°. tot het langer in dienst houden
van ingelijfden bij de militie
2°. tot het langer in dienst houden
van dienstplichtigen bij de landweer.
Voor beiden geldt eenzelfde Toelich
ting, waarin gezegd wordt, dat de buiten
gewone omstandigheden, die aanleiding
hebben gegeven tot het in het leven
roepen van de wet van 3 Augustus j.l.
(Stbl. m°. 346), geen wijziging hebben
ondergaan van zoodanigen aard, dat de
tijdruimte, bij de wet gesteld, voldoende
zou kunnen worden geacht.
Een wijziging van art. 1 wordt aldus
toegelichtToen het ontwerp van wet
van 3 Augustus in gereedheid werd
gebracht, scheen de einddatum 31 Deo*
a. r. al een vrij ruimen termijn te bieden.
Nu de huidige toestand tusschen de oor
logvoerende mogendheden zich slechts
atteekent in dien zin, dat de duur van
den oorlog zich niet laat voorspellen,
is het raadzaam te achten voor de
eindiging van de dienstverlenging geen
vasten datum aan te wijzen.
Art. I bepaalt dus uu dat de inge
lijfden (by militie en landweer) in dienst
worden gehouden „uiterlijk tot het tijd
stip, waarop het tegenwoordige oorlogs
gevaar door Ons niet meer aanwezig
wordt geacht."
In het wetsontwerp betreffende de
indiensthouding luidt art. 2
»0, niet door haar 't Is een braaf
kind, 't eerlijkste hart dat bestaat!»
»Over Armand dus?»
»Ja, over Armand, die somberder,
treuriger is dan ouit tevoreo
»Hij houdt zich nog steeds met haar
bezig
»Weet men wel juist waaraan zich
met hem te houden Maar wij komen
tot de oplossing, die gij mij zelf hebt
aangewezen. Paul de Cravant is verliefd
op Lucie, hij wil haar huwen en, na
lang aarzelen, wijst zij zijn aanzoek
niet af
*Heeft zij u dat verklaard
»Eenige oogenblikken geleden. Zij
verlangt alleen, dat er niet voor morgen
over gesproken zal worden.»
Waarom
»Om eigen te worden met deze in haar
leven zoo ernstige verandering.»
»Zij stemt dus niet van harte toe?»
Zij is niet zeer vast op het punt wat
haar behaagt of niet behaagt. Het denk
beeld te huwen, schrikte haar af', doch
dat zal wel veranderen.»
De markies was in gepeins verzonken.
Zijn gelaat was plotseling ernstig gewor
den. Achter dat uitstel vau Lucia zag
hij iets anders dan een gril. Hij geloofde
niqt dat dit meisje zoo dwaas zou zijn
als een juffertje dat vau de kostschool
komt en dadelijk toe te stemmen in een
huwelijk, dat de familie voör haar besloten
had. Hij had deze trotsche natuur
Met betrekking tot den werkelijken
•dienst bij de militie, welke wordt ver
vuld in het tijdperk van 1 Jan. 1915
tot het tijdstip, waarop het tegenwoor
dige oorlogsgevaar niet meer aanwezig
wordt geacht, wordt in art. 32, tweede
lid, en in art. 84 eerste lid der Militie-
wet voor een gulden gelezen een gul
den en vijftig cent."
Ter toelichting hiervan wordt gezegd
Art. 2 heeft ten doel om van 1 Jan.
1915 af, zoolang leger en vloot op voet
van oorlog moeten blyven, voor de
vergoeding, bedoeld in art. 84 der
Militiewet, hetzelfde bedrag als maxi
mum te doen gelden, dat in art. 15bis
der Landweerwet is bepaald.
De bedoeling is geenszins om de aan
betrekkingen van miliciens toegekende
vergoedingen met 1 Januari 1915 een
algemeene verhooging te doen onder
gaan, maar alleen om de vergoedingen
boven het bedrag van l per dag te
kunnen doen stijgen in die'gevallen,
waarin de omstandigheden van de ver
goeding genietende personen daartoe
aanleiding geven. Zulke gevallen zul
len zich gaandeweg meer en meer kun
nen voordoen, vooral indien overeen
komstig artikel 1 langer in den dienst
der militie worden gehouden personen,
die anders reeds tot de landweer zouden
hebben behoord of die zooals het
geval is bij de oudste lichtingen van
de bereden korpsen in leeftijd gelijk
zijn met reeds tot de landweer behoo-
rende personen. N. R. Crt.
Men schrijft aan de N. R. Crt.
Woensdag tegen twee uur 'heerschte
begrepen, in staat tot alle geweld en
alle edelmoedigheid, maar vijandig gezind
tegenover elke minne oplossing. Als
Paul de Cravant niet door haar werd
bemind, als zy zich niet met geheel haar
ziel aangetrokken voelde zijD vrouw te
worden, zon zij er niet toe besluiten om
Mina een genoegen te doen een belang
rijke plaats in te nemen in de wereld.
Klopte haar hart slechts een weinig voor
dien knappen jongman, hol klinkend als
een schitterende schel, dan was zij aan
hem, maar hem te huwen zonder liefde
voor hem te voelen, zou haar oumogelijk
zijn.
Er stak dus iets anders achter. De
een of andere krijgslist, een voorwendsel
om te ontsnappen aan de vervolging,
t zij van de vrouw, 't zij van den man,
waut Lucie, staande tusschen de wanhopi
ge liefde van Armand en de diepe
jaloerschheid vau Mina, moest zich in
een oodragelijken toestand bevinden. Hij
nam zich das voor, degenen, die een rol
speelden in dit drama, goed te bestudee-
ren, de redenen van hun handelen te
onderzoeken en te trachten een oplossing
te vindeu, zonder dat men aan den eenen
kant te ongelukkig en aan den andereu
kant te voldaan zou zijn.
»Weluu, mijn waarde vriendin,» zeide
hij, »als er een huwelijk 7an komt,
zuilen wij bruiloftsliederen zingen eren
wel, stel in dit alles niet te veel ver
trouwen, wachten wij het einde af. Is
er op de Weeiperzijde, ondank» den
neerkletsenden regen en den guren
wind oen opgewonden drukte. Vóór
de Koninklijke Fabriek van Verband-
stoffen, voorheen Utermöhlen Co.,
li®p een aantal hospitaalsoldaten, bijge
staan door de leden vau het Neder-
landsche Roode Kruis, af en aan.
Enkelen gingen de fabriek binnen on
kwamen met brancards terug, die buiten
tietjes op een rij werden opgesteld.
De menschen verdrongen zich om
dit schouwspel te zien en vroegen zich
af, wat dit alles wei had te beteekenen.
Statig dreven op den Amstel twee
motorzolderschuiten, die langzaam naar
de Weesperzijde stevenden en vóór de
fabriek aanlegden. Aan de mast van
de schuiten wapperde een Roode Kruis-
vlag. De schuiten meerden en toen
snelden de brancards.
De spanning van het publiek werd
grooter. Wat kon het zijn Vreeselyke
vermoedens rezen in de gemoederen
der toeschouwers. Maar het zou nog
erger wordenWant uit de schuiten
werden een aantal gewonde soldaten
geheschen, die snel op de brancards
geladen en in de fabriek gedragen
werden. Maar alles kon niet zoo vlug
gebeuren of de toeschouwers zagen het
vreeselyke, het ontzettende van den
oorlog. Daar lagen zij, onze jongens,
gewikkeld in noodverband, akelig ver
minkt. Onder het publiek mompelde
men van vreeselijke dingen, van een
aanslag op Muiden, die evenwel was
afgeslagen, maar waar wij veel ge
wonden hadden. Hoe de vijand zoo
ineens voor Muiden was gekomen, wie
Lucie eens Paul's vrouw, dan is Armand
verstandig genoeg om niet meer de oogen
tot haar op té heffen.»
Het overige van den dag ging vroolijk
voorbij. De graaf kwam thuis dineeren.
Het echtpaar Trésorier, Firmont, mevrouw
de Jassac en Paul keerden terug van
hun aangename wandeling langs het
strand van Trouville, vol van de geschie
denissen, die men daar vertelde. Juf
frouw Andrimont verscheen om zeven
uur, vergezeld van de reusachtige en
bedeesde Griffith, voor wie het gelijk
stond met een veroordeeling bij de Fon-
tenays te moeten dineeren. Lucie was
in 't vvit gekleed en otsclioou een weinig
bleek, straalde zij door haar schoonheid.
Zij verried een groote vrijheid van geest
en sprak met een zenuwachtige gejaagd
heid, die een geheim leed vetried. Zij
had het besluit genomen aan het eiude
van den avond haar vertrek naar Enge
land mede te doelen en het vooruitzicht
der verschillende opmerkingen, die van
die mededeeling het gevolg zouden zijn
veroorzaakte haar veel ongerustheid.
Toch was zij vast besloten.
De markies de Viilenoisy, die naast
haar zat, had een gesprek met haar
begonnen en Lucie had hem dadelijk
geantwoord met die spotachtige levendig
heid, die haar uitheemsch accent zoo
aantrekkelijk maakte. De markies had
een der vruchtbaarste en meest hobbelige
terreinen betreden eu was begonnen te
AXELSCHE» COURANT.