LA ITS TE LIEFDE.
05.
If 'oensdag 18 November 1914.
50® «laar».
ao.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-V]aanderen.
F. DIELEMAA
Binnenland.
FEUILLETON.
*»f
DH blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TAVEE uren.
Verlof nan militairen.
On de bekeude vragen van den heer
üuytnaer van Twist heeft de minister
van Oorlog geantwoord, dat naar zijn
meening de algemeene toestand niet
zoodanige wyzigiug heeft ondergaan,
dat het verleenen van verlof aan mili
tairen op ruimere schaal dan tot dusver
geschiedt, in overweging kan worden
genomen.
De beer Van Vlijmen heeft betreffende
bet verleenen van verlof aan sommige
landweerplichtigen, die hoofden van
zaken zijn, de vraag gesteld, of de
Minister bereid zou wezen, meer vrij
gevig te zijn in het toestaan van enkele
dagen verlof, indien de noodzakelijkheid
van hun tegenwoordigheid voor korten
tijd (bijv. 4 dagen) te huis overtuigend
wordt aangetoond.
De minister antwoordt daarop dat aan
militairen naar hun keuze wordt ver
leend
ten hoogste gedurende één etmaal in
zeven achtereenvolgende dagen aan
personen, behoorende tot de bezetting
van forten, en ten hoogste gedurende
één etmaal ia tien achtereenvolgende
dagen aan de overige militairen, verder
twee etmalen resp. om de 14 of 20 dagen
en ten hoogste gedurende 4, onder
scheidenlijk 3 etmalen per maand aan
personen als voren.
De verloven gaan als regel in na
afloop van den dienst op den dag,
voorafgaande aan het etmaal of de
etmalen, hier boven bedoeld. Kan de
591
Romao van Georgb Ohnkt.
Nadruk verboden.)
vreeml bestaan hebben
die lieden tocb zeide Inj. Lncie wij
zende op een vrouw die door het raam
van een der tot woning ingerichte sche-
P'u h n in-u vsgierig aankeek. »Zij
worden geboren, leven en sterveu in een
Is "iet niet 't zelfde voor iedereen?»
vroeg zij. »Is niet uw scnip uw scnit-
terende levenswijze Zij levea in ellende
gij in weelde, dat is het eenige verschil
en ik zou niet durven beweren dat uw
lot te verkiezen is boven het hunne.»
»Dat is wel een wijsbegeerte, die voor
allen gelijkheid wil Zijt gij een voor
»taud8ter van het socialisme?»
»Meen dat niet! Ik herinner mij alleen
w&t ik in mijn land heb gezien aan de
oevers der Saiut-Laurence of der groote
meren, in die dorpen, waar een nog
primitieve eenvoud bestaat. Daar leven
geheele gezinnen in houten hutten de
yader en«zoons jagen, de moeder en
dochters zorgen voor de huishouding.
Voor allen bestaan de horizon, het blauwe
water, de groene bosschen, de bruine
betrokkene dienzelfden dag zijn woon
plaats of bestemming niet bereiken, dan
mogen de bedoelde verloven met één
dag worden verlengd, in welk geval
echter het vertrek eerst plaats heeft
op den eersten verlofdag en terugkeer
op den laatsteu dag wordt geëischt.
De verloven worden zoodanig gere
geld, dat zij voor elke compagnie of
daarmee gelijk te stellen eenheid of
detachement, voor zoover doenlijk, over
de verschillende dagen der week onge
veer gelijk worden verdeeld.
In zeer dringende gevallen en bij
hooge uitzondering als bijv.overlijden
of ernstige ziekte van echtgenooten,
kinderen of ouders, kan door of vanwege
den korpscommandant of hoogere auto
riteit, voor zoover de dienst zulks toe
laat, een buitengewoon verlof van één
tot hoogstens vier dagen worden ver
leend.
De noodzakelijkheid van zoodanig
verlof moet vóór of na het verlof deug
delijk worden aangetoond.
Uitzondering op deze algemeene re
gelen wordt, in voorkomende gevallen,
gemaakt .voor militairen, die in het
buitenland belangen hebben te behar
tigen en aan wie, met het oog op den
duur der reis of de daaraau verbonden
bezwaren, langer verlof, met evenredig
grootere tusschenpoozeu, voor het geval
waarin herhaling wordt verlangd, wordt
verleend.
Voorts zijn in verschillende gevallen
aan militairen, door wie voortdurend
verblijf onder de wapenen eemg ge
wichtig landsbelang of eenig groot maat
schappelijk belang ernstig zou worden
aarde; geen hunner voelt zich ongeluk
kig, allen zijn even odwetend op intellec
(ueel gebied. Zij zijn gelukkig, en ik
heb dikwijls gedacht, dat zij reden hebben
het te wezen. Ik heb mijn vader in
angst gezien over handelsspeculatiesik
heb hem nachten zien doorbrengen in
koortsachtige aandoening, in afwachting
over een rijzing of daling zijner stukken
van waarde; ik heb zijn toestand dan
vergeleken met de kalmte dier menscheo
en ik beu tot de overtuiging gekomen,
dat die eenvoudige, arme lieden het
gelukkigst waren. Toch werd mijn vader
daar ginds beDijd, werd hij beschouwd
als een mau van gewichten niettemin
was hij meer te beklagen dan die een
voudige boeren in de vlakten.»
»Gij had hem toch lief, nietwaar en
hij had u lief, u, en uw moeder?»
»Ja, maar hij genoot minder van die
liefde dan die lieden genieten van de
liefde van hun vrouw en kinderen. Hij
had daartoe te veel beslommeringen.
O elkaar alleen liefhebben, alles ouder-
werpen aan genegenheid dat is het
ware leven
Welnu, miss Lucie,» zeide Paul zacht
maar met plotselinge aandoening »zoudt
gij dan een hartstochtelijk hart hebben
»Ik weet het niet,» antwoordde zij in
gedachten, >maar ik ben een der zulken
die de geheele wereld lief heeft.»
Het hart des jongen maus klopte zoo
heftig dat hij een oogenblik niets wist te
geschaad, buitengewone verloven toe
gestaan van langeren duur, hetzij aan
een stuk, hetzij periodiek. Met het oog
op de eischen der landsverdediging ge
schiedt dit laatste echter zoo spaarzaam
mogelijk en slechts dan wanneer de nood
zakelijkheid overtuigend gebleken is.
Meer vrijgevigheid in het toestaan van
verloven kan niet worden betracht.
Avp.
H. M. de Koningin heeft een bezoek
gebracht aan de ,Ned. Naaiwerkver-
eeniging", die thans wederom bezig is
de in alle deelen van het land ver
vaardigde en naar Den Haag opgezonden
kleedingstukken voor behoeitigen te
sorteeren en ter verzending voor de
uitdeeling in te pakken.
De in alle provinciën gevestigde at-
deelingeu zenden telken jare tegen de
maand November de ingekomen klee
dingstukken naar het Hoofdbestuur der
Vereeniging op.
H. M. de Koningin heeft ditmaal de
zgn. galerij-zaal in het Paleis Noordeinde
voor dit doel beschikbaar gesteld.
Avp.
Het Chileensche gezantschap in Den
Haag meldt, dat de handel in Chili
salpeter, die sedert het uitbreken van
den oorlog was stop gezet, weder her
steld zal worden. Nu zal elke lading
Chili-salpeter, voor Nederland bestemd,
geadresseerd worden aan de Nederl.
Regeering. Avp.
Zondagmorgen heeft aan het Belgi
sche gezantschap in Den Haag de
gezantschapsraad prins de Ligne een
zeggen. Eindelijk, na eenig stilzwijgen
en als nam hij een aanloop om een
groote hindernis over te springen, vroeg
hij
»Hebt gij mij een weinig lief?»
Zij begon te lachen en hem opnemende
zooals hij daar voor haar stond, met half
gesloten oogen, een lichaam, waaraan zijn
trotsch gelaat een groote aantrekkings
kracht gaf, antwoordde zij
»U is wel nieuwsgierig.»
»Heb ik er het recht niet toe.» sprak
hij, »want ik heb u zeer lief.»
»Dat is veel eer voor uw onderdanige
dieoares, mijnheer de baron,» zeide zij
vroolijk.
»U spreekt niet in ernst, juffrouw
Audrimont.»
»Niet ernstig Lieve Hemel, dat geloot
ik wel! Dat ontbrak er nog maar aan
Maar als ik ernstig was, zou ik u ver
zoeken terug te keeren naar onze vrienden,
die daar schelpen zoeken aan het strand
en uw mooie woorden toa te fluisteren
aan mevrouw de Jessac ol mevrouw
Trésorier.»
»Het is al lang geleden dat ik haar
alles heb gezegd wat ik haar te zeggen
had.»
»Bravo! En denkt u nu dat ik thans
met u er over praten zal na zulk een
bekentenis Opdat gij den dag daarna
tot juffrouw zus of zoo, over mij sprekende,
zult zeggen, wat ge mij veiteld hebt en
wel met verregaande kwasterigheid
deputatie van Belgische vluchtelingen
uit Haarlem ontvangen. De deputatie
bood den prins een album aan, be
vattende een adres aan koning Albert
van België, bij gelegenheid van zijn
naamdag en onderteekend door de Bel
gische vluchtelingen te Haarlem.
Prins de Ligne dankte in naam des
konings en gaf als zijne overtuiging te
kennen, dat het adres door Z. M. op
hoogen prijs zal worden gesteld. Op min
zame wijze onderhield hy zich met de
deputatie en drukte zijne bewondering
uit voor hetgeen Nederland en niet in de
laatste plaats Haarlem, ten bate van
de diepbeproefde Belgen doet. Met een
woord van hartelyken dank nam de
prins afscheid van de deputatie.
Te Breda werd ter gelegenheid van
den naamdag van den koning van Bel
gië een herdenkingsdienst gehouden,
die bijgewoond werd door den consul
van België, de leden van het vluchte
lingencomité en vele Belgische over
heidspersonen.
Vóór het begin van de mis hield
pastoor dr. Smits een toespraak, waarin
hij memoreerde, welke beproevingen
Koning Albert en met hem het Belgi
sche volk, thans heeft te doorstaan.
Hy herdacht de gevallenen en zeide
verder, dat, waar de Nederlandsche
gastvrijheid voor de van huis en hof
beroofden reeds proefondervindelijk be
wezen werd, de Nederlanders ook ver
der bereid zijn naar krachten eenieder
bij te staan, die hulp noodig heeft.
Daarna werd de mis opgedragen, die
werd gevolgd door een tweetal kerk
zangen van het koor.
«Maar gij begrijpt mij niet Het is
reeds tien jaar dat ik de vriend ben van
mevrouw Trésorier en mevrouw de Jessac
Ik beu met haar groot gebracht
wij kennen elkaar te goed om elkaar door
mooie woorden te boeien.»
»Met mij is dat zeker betar dat is
de prikkel van het onbekende
»Wat is u ondeugend! U schept er
vermaak in mij te kwellen en toch weet
u hoe oprecht ik beu
»Eeu schooue verdienste!»
»Hoor mij sleéhts vijf minuten aan.»
»Ik doe dat al een half uur langu
maakt er misbruik van.»
Zij warea aan het einde der kade ge
komen bij een schuit beladen met dennen
planken, bestemd voor de houtzagerijen
van Dives. Zij zetteu zich in de schaduw
van een stapel plankeu oj* een anderen
stapel, die men pas begonnen was te
vormen en vervolgden hun gesprek.
Paul, doordrongen van een diep gevoel,
was zeer ernstig geworden ea schilderde
Lucie het nuttelooze van het leven, dat
'hij reeds zoo lang leidde. Hij begon er
genoeg van te krijgen en er het slechte
en uucteiooze van te begrijpen. Hij er
kende thans dat Lucie gelijk had gehad,
toen zij die arme visschers gelukkig
noemde, die aan de zee leefden met hun
vrouw en kindereu. Een ongekende
weemoedigheid maakte zich van hem
meester, naast dit aanbiddelijke jonge
meisje en gedachten, die hij nooit gekend
COURANT.
iV I k
SCOlp.c