No. 64. Zaterdag 14 November 1614. 30e laan». Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F, DIELEMAY Buitenland. FEUILLETON. D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DE OORLOG. Als men nagaat, wat de correspondent van de N. R. Crt. uit het Rijnland scbryft, dan is de optimistische stem ming vóór den oorlog veel verminderd. Men zou geneigd zijn om te zeggen .gelukkig", want het was in den be ginne alsof een reusachtig sportfeest begon, waarin men elkaar zou „meeten" in het verwoesten van menschenlevens. Al is men hier ver vaa de slagvelden verwijderd, aldus vangt bovenbedoelde schrijver aan, toch neemt men duidelijk waar, dat het land oorlog voert. Het is als kwam het slagveld telkens naderbij met zyn lijden, gruwelen en dood. Hier popelt men naar overwinningen, want zoo gek kan het niet gaan, of de bladen houden er den moed in en weten steeds een weg, om de bevolking over alle nederlagen en nederlaagjes en troepengroepeeringen ,om strategi sche redenen", die steeds met terug tochten gepaard gaan, heen te helpen. Wie onbevooroordeeld de zaak be schouwt, weet, dat geen overwinning zonder verliezen behaald wordt en geen slag gewonnen wordt zonder dat enkele atdeelingen hebben moeten terugtrek ken voor den vijand. Men moet het bewouderen en kan het begrijpen, de Duitscher vertrouwt geheel in zijn leger. Nu hier duizenden en duizenden ge wonden in de verschillende steden ver pleegd worden en hun wedervaren vertellen, ziet de hoera-patriot, dat er een groot verschil bestaat tusschen de Roman van Georgr Oh.vkt. (Nadruk verboden.) Armand vergat voor een oogenblik zijn sombere gedachten en vertooude zich sooals degenen, die daar waren, behalve Lucie, hem altijd hadden gekendeen beminnelijke, schitterende gastheer, vol bevalligheid en voorkomendheid. Juf frouw Audrimonl_ kon niet laten bewon derend haar oogeu op hem te vestigen, en die blik bracht balsem in het hart van den graafhij begreep dat hij behaag de en voor 't eerst ondervond hij sedert geruimen tijd voldoening van dat oogen blik was hij onovertroffen. Mina, geluk kig hem weder zoo opgeruimd te zien en niet vermoedende uit welke bron hij die opgeruimdheid putte, lachte hem toe en moedigde hem aan. Lucie had gelijk gehad toen zij een uur te voren had verklaard dat hij niet ouder scheen dan dertig jaar. Hij toonde zich jong, en op gewekt door tevredenneid, glinsterden ïiju oogen, was er een glimlach om zijn lippen en was hij inderdaad betooverend. Hij hield hen allen ouder die betoovering zoolang het déjeuner duurde en in dat uur was hij niet te evenaarden. Lucie biertafel-strategen en de soldaten in de gevechtslinies en het moet gezegd worden, men schreeuwt niet meer zooals in het begin v*n den oorlog en ziet in, dat de weg naar Parijs zeer, zeer lang is. De vele militaire begrafenissen in de steden, waar men deze totdusverre weinig of niet kende, werken niet mede, om de verhalen te bevestigen, dat alleen de vijand verliezen lijdt, dat men in cijfers zeer juist weet aan te geven, terwijl men de eigen verliezen zelden noemt. Geregeld halen lijkenauto's de gesneuvelden, om ze thuis ter ruste te leggen. Nu reeds in bijna alle lamilies verliezen aan menschenlevens betreurd worden, begint de invloed der oorlogs partij te verminderen, al zien de over tuigden toch in, dat, *hu de brand een maal aan den gang is, tot het uiterste moet worden volgehouden ter wille van het bestaan van het Duitsche rijk. Als onderdaan van een neutralen staat moest het iemand aanvankelijk dikwijls ergeren, hoe over de vijanden gesproken werd en te hooren, hoe deze onderschat en in hun eer aangerand werden. Dit is de oorlogshaat van volk tegen volk, waarbij niemand ontzien wordt en wel steeds zal deze bestaan. In den laatsten tijd spreekt men van het arme België, dat blind was, van het arme Frankrijk, dat als Engelsche vazalstaat optreedtde haat is thaus uitsluitend tegen Engeland gekeerd, te meer, nu dit land, ten gevolge van de bedreven spionnage, de Duitschets in terneerde als tegenmaatregel heeft men hier Donderdag alle Engelschen van het mannelijke geslacht, boven de luisterde naar hem met een opmerkzaam heid, waar Paul de Cravant niet trachtte tegen op te komen. Hij had opgehouden tot haar te spreken en wakkerde door zijn opmerkingen het redenaarsvuur van Armand aan alles wa3 dus voor hern, alles richtte zich tot hem, hij heerschte oppermachtig. Het einde van den maaltijd was tevens het einde van zijn zegepraal. Men stoud op en voor eenigen tijd was ieder vrij te doen en te laten wat hij wild.e. Alvo rens weder te vertrekken, besloot men, om de paarden nog wat rust te verschaffen langs het strand te gaan wandelen. Zij gingen dan: de dames onder de schaduw hunner parasols, den vorm hunner kleine laarsjes in het zand afdrukkende; de heeren vouwstoeltjes dragende opdat men hier of daar zou kunnen gaan zitten. Hector Firmout getroffen door den aan blik der zee eu steeds gereed zijn gevoel lucht te geven door eeri voordracht in proza of rijm, was begonnen met het voordragen van l'Eoave, wat hij Coquelin en Mounet-Sully zoo vaak had. hooren doen. Zijn stem vibreerde of hij sprak door zijo neus, naar gelang de tragediën of de komiek hem voor den geest kwam maar steeds was hij hartstochtelijk en ernstig en daardoor indrukwekkend. Zijn vrienden luisterden met genoegen uaar hem, geen hunner viel hem iu de rede. Zij applaudiseerden zelfs toen hij den laatsten versregel mat een pakkende 17 en beneden de 45 jaar naar Ruh- leben opgezonden. Uit ontvangen brieven van Duitschers te velde en uit gesprekken met ge wonde officieren en soldaten ziet men, dat het respect voor de vijanden zeer is gestegen en menigeen in dezen che- mischen oorlog liefst niet weder naar het slagveld zou terugkeeren, terwijl vroeger het tegenovergestelde het geval was. Over een tocht door de linies in België, waar men den oorlog beter leert kennen dan uit brieven en verhalen, even het volgende Verwoestingen kan men moeilijk beschrijven, die moet men zien, zelfs foto's geven geen voldoenden indruk. Te Leuven zegt men van Duitsche zijde, dat slechts een deel der stad verwoest is, doch wat zegt dat? Verwoest is een deel, dat ten minste een omtrek heeft van kilometers en' daarbinnen staat letterlijk niets meer dan muren, zonder vensters, de eene lager, de andere hooger. Stelt men zich een huis voor, dat uitgebrand is, dan weet men, dat dit zwart gebrand is, doch gewoonlijk ziet men daarbinnen nog altijd iets hangen of staan en door de bemoeiingen van de brandweer zorgt het behoud van het dak voor een gunstigen indruk, doch te Leuven en ook in andere plaatsen ontbreken de daken, ziet men niet een stuk gasleiding hangen, een balk, andere ijzeren over blijfselen, neen, hier is uiet gebluscht; men ziet er doorheen, men ontmoet niemand, geen enkel menschelijk wezen behalve hier en daar soldaten het is, a^mf^L^iooi^uMi^igenpersoonge- bewegingen diepen blik had uitgesproken. Zij bleven staan bij een aantal op strand getrokken vissoherspinken, die slechts den vloed afwachtten, om met de netteu op sleeptouw, weder zee te kiezen. Dikke palen, die diep in het zand waren geslagen, boden daar een zitplaats aan. In die drukkende hitte, met het uitzicht op de zee, geel van kleur langs het strand blauw aan den horizon, het oor leenende aan het gerol der met witte kruinen bedekte golven, bleven zij iu stil uaden- ken verzonken. Toen, in zich zelf ge keerd en zonder het hoofd om te wenden als batooverd door de uitgestrektheid voor hen, begonnen zij elkaar te vertellea van hun leven aan de badplaatsen,over een concert dat in den schouwburg zou worden gegeven en het aanstaande bal in het casino. De hun bekende personen, die op dat oogenblik buiten waren, werden daarna den een na den ander besprokea en aan een kritiek onderworpen men sprak over hun houding in de wereld, over hun aanspraken, hun werkelijke of valsche weelde, hun goeden of slechten naam. En zonder hartstocht, zonder zucht tot kwaadspreken, doch alleen omdat deze onderwerpen de dagelijksche stof tot gesprek waren voor deze lieden der groote wereld, werden alle bekenden besproken. Lnrners, voor deze raeuschea telden schoone kunsten als iets oin den tijd te dooden, waren handel eu nijver heid doode letteren, was politiek een woed heeft en alle leven wegnam. Temidden van zoo'n vernieling doet de ongewone doodelijke -stilte het hare ertoe bij, dat den bezoeker het hart naar de keel stijgt en hij ontroerd wordt over zulk een vernieling. En als men dan daartusschen alleen gaat en, na een blik in het geraamte der beroemde bibliotheek te hebben gewor pen, eens zonder begeleiding blijft staan tusschen die overblijfselen van men schelijk vernuft, tusschen die kale muren met hun punten en neerge vallen brokken, dan denkt, aan do menschen, die vroeger gelukkig leefden in hun deels prachtige huizenaan hun ellende, nu zij naar buiten, mis schien in een vreemd land, zijn ge vlucht, wellicht nog wanhopig voor hun vaderland stryden en nog onkun dig zyn van het ongeluk, dat hen trof, dan zal het ieder gaan, als het mij ging, toen ik nog eens naar al dat vernielde keek, en moest zeggen dit tooneel kan men niet vergeten, hoe oud men ook wordt, deze reusachtige oorlog kan niet anders zijn dan een oorlog tegen den oorlog, want overal brengt hij ellende aan goed en bloed. Voordien verpleegde men elk wondje, bezocht een zieke, hoe gering zijn on gesteldheid ook was, thans komt het er niet op aan menschenlevens te sparen. Nu het besef van al die ellende meer en meer doordringt ook in het Duitsche volk en nog versterkt wordt door den rouw, moet het enthousiasme voorden oorlog verminderen en de wensch naar vrede grooter worden. Er is reeds voorwerp van afschuw wat bleef hun dan anders over dan zich bezig te houden met onbeduidende zaken Ongeveer een uur waren zij in derge lijke gesprekken verdiept geweest, toen de barones Trésorier, als ontwaakte zij eensklaps uit haar droomerijen, vroeg »Maar waar is juffrouw Andrimont? Zij is al geruimen tijd van mij vandaan.* Aller blikken wendden zich naar den ledigen vouwstoel, toen meviouw de Fonteuay bijna op 't zelfde oogenblik riep Daar wandelt ze langs het havenhoofd met Oravant.* Op een paar honderd schreden van hen liepen Lucie eu Paul daar langs tonnen, manden en stapels hout, aange voerd voor een werk dat aan het strand begonuen was. Genoeg hebbende van dat stil zitten, geen belang stellende in gesprekken over personen, die zij niet kende, was Lucie opgestaan en had zich van de overigen verwijderd. Paul, die achter haar zat, was haar gevolgd en, eerst zooder iets te zeggen, naast haar gaan loopm. Langzamerhand wareu zij iu gesprek gera.akt en al verder van hun vrieaden afgedwaald. Daar het loopen iu het zand hen vermoeide, waren zij naar den grooten weg gegaan eu liepen daar zacht, in gesprak naast elkander. Zij waren vrij ver vau hun punt van uitgang en schenen in 't minst uiet aan hun gezelschap te denken. Armand, die dadelijk was opgestaan, AXELSCHEffi COIIRANT. LAArsrk Lmm. v

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1914 | | pagina 1