LAATSTE LIEFDE.
No. 60
Zaterdag 31 October 1914.
30e >laai^
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. Dl EL EM Aft,
Binnenland.
FEUILLETON.
D>t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrjjdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiön worden franeo ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Bnister van landbouw, nijverheid en
handel.
De Staatscourant van Woensdagavond
bevat de benoeming van den heer F. E.
Posthuma. directeur van de Centrale
Undbouw-Onderlinge en Tuinbouw-
Onderlinge tot minister van landbouw,
nijverheid en handel.
De nieuw benoemde minister van
lindbouw, nijverheid en handel, de
heer F. E. Posthuma, is geboren te
Leeuwarden. Hij is ongeveer 43 jaar
oud. Na de landbouwschool te Wage-
Dingen te hebben atgeloopen, heelt hij
gestudeerd te Halle in de landbouw
wetenschappen en de bevoegdheid ver
kregen tot het geven van middelbaar
ouderwijs in den landbouw.
In 1898 werd hij benoemd tot secre
tins van den Bond van Coöperatieve
Suikerfabrieken in Friesland.
Hij aanvaardde in 1899 de betrekking
ran zuivelcon8ulent bij het genootschap
bevordering van den landbouw in
Drenthe, welke betrekking hy in het
roorjaar van 1904 heett neergelegd om
tick geheel te wijden aan het secreta
riat van den Algemeenen Nederland-
ichen Zuivelbond, welk secretariaat hij
reeds eenigen tijd had waargenomen.
In 1909 werd de heer Posthuma be
noemd tot directeur van de toen juist
opgerichte Tuinbouw-Onderlinge, en
liter tot directeur van de Centrale
Landbouw Onderlinge. Na het over
lijden van mr. H. P. L. C. de Kruyff Jr.
in 1911, werd de heer Posthuma be-
55)
Roman van Gborg* Ohnjit.
(Nadruk verboden.)
»Ik zal desnoods zelve helpen,* voegde
he gravin er met een uitdrukking van
rreugde bij, want zy zag den horizon
iteeds helderder worden. »Wij vertrek-
ken binnen enkele dagen naar Ueauviüe.
Ik zal Paul uitnoodigen met ons te gaan
en de liefde zal het overige doen.*
De liefde had gedaan wat zij kon,
maar was er niet in geslaagd iemand
tit Lucie voor de Cravant in vlam te
tetten. Lucie was zeer koel gebleven.
Zij voud er een groot genoegen in den
baron te ontmoeten, met hem te praten,
te wandelen, paard met hem te rijden,
beiu ia alles vriendschap te toonen, maar
lij trok zijn bijzijn vrijmoedig in 't publiek
'oor boveu dit van eeu auder en daar
door werd dit zonder waarde. Het was
l'rieudschap, geeu liefde. Toch maakte
'Annand er zicli ongerust over.
Sedert drie maanden had de graaf
jioktereeu volgens verschillende gewaar
[wordingen ondervonden, die hem diepe
-droefneid veroorzaakten. Na de belang-
hjke gebeurtenissen, die het viudeu van
juffrouw Audrimont door zijn vrouw
noemd tot mede directeur van de Cen
trale Werkgevers Risico Bank en van
de vereeniging Wet-risico.
De heer Posthuma is een in land-
bouwkringen bekende persoonlijkheid
hij i« voorzitter van het Nederlandsch
Instituut van landbouwkundigen, voor
zitter van de Vereeniging ter Bevorde
ring van Pluimveehouderij en van de
Konijnenteelt in Nederland „V. P. N.",
lid van het hoofdbestuur van de Kon.
Nederl. Landbouwvereeuiging en lid
van het hoofdbestuur van den Algem.
Nederl. Zuivelbond.
Hij heeft een groot aandeel gehad in
de voorbereiding van de groote land
bouwtentoonstelling te 's-Gravenhage.
N. R. Crt.
Nederland en de oorlog.
Mr. P. J. Troelstra schrijft in „Het
Volk", dat hij zich zelf in Berlijn een
kleine diplomatieke zending heeft op
gedragen.
Zijn Münchener partijgenoot dr. Adolf
Müller had hem gezegd, de verzekering
te kuDnen geven, dat de Duitsche re
geering er niet aan denkt, de onathan-
kelijkheid en de vrije wilsbepaling van
ons land te schenden en dat zij op
geene wgze zou trachten Holland een
verhouding tot Duitschland op te drin
gen, die niet overeen zou komeu met
den eigen vrijen wil onzer natie.
Mr. Troelstra wenschte nu te weten,
of dit werkelijk de meening der Duit
sche regeering weergaf, en de Duitsche
gezant in Den Haag vroeg telegrafisch
voor hem belet bij den onderstaats
secretaris van buitenlandscbe zaken
hadden gekenmerkt, had Armand eeu
zekere verplichting oudervondeo. Zes
maanden lang gekweld door de noodza
kelijkheid zijn geheim te verbergen, ge
marteld door dat gevoel van dubbelzin
nigheid, had de graaf zich eerst gelukkig
gevoeld toen de toestand verbeterd was.
Hij trad zonder spijt terug uit een ge-
heimzinnigen toestand, tot een rustig
leven en moest zijn goede ster dankbaar
zijn. Hij achtte zich zeer begunstigd en
genoot van de gunst hem door het lot
toegezegd.
Maar het ligt niet in den mensch langen
tijd voldaan te zijn in een toestand zonder
verandering. Na een week begon hij
Lucie zeer te missen. De 'hoop, haar
binnen zekeren tijd altijd bij zich te
zullen hebben, woog niet op tegen de
verplichting twee maanden lang van haar
verwijderd te moeten leven. Hij had
slechts te zwakke herinneringen aan het
verleden om zich te kunnen troosten
over haar tegenwoordige afwezigheid.
Hij dacht slechts aan het jonge meisje
om den tijd te betreuren, dien dij onbenut
had laten voorbijgaan. Eu waarlijk,
waartoe had hij die zes maanden gebruikt
toeri Lucie hem alleen behoorde Hij
was tegenover haar opgetreden als een
voogd. Hij was haar, als was zij een
juffer, pas van de kostschool gekomen,
geregeld komen bezoeken, had dan naar
haar welstand gevraagd en over dit en
dat gesproken. Hij had zich in niets
Zimmerman, plaatsvervanger van Von
Jagow, die in het hoofdkwartier van
den generalen staf was.
De heer Zimmerman heeft aan den
heer Troelstra het volgende verklaard
„lk kan u de woorden van den heer
Müller slechts bevestigen. De Duitsche
regeering kent de Hollanders, zij weet,
dat deze een zelfbewust en evenals
mijne Oost-Pruissische landgenooten
eigenzinnig volk zijn. Wat zouden wij
met hen beginnen Geen ernstig
mensch bij ons denkt er aan, den
Hollanders geweld aan te doen, om uw
laud bij het Duitsche Rijk in te lijven.
Wat ook deze of gene privaatpersoon
vroeger wel moge gezegd of geschreven
hebben, in de Duitsche regeering be
staat ten opzichte der onvoorwaardelijke
erkenning der Hollandsche onafhanke
lijkheid en integriteit de meest volledige
eenstemmigheid. Dit kan ik u niet
slechts persoonlijk, maar ook ambtelijk
verzekeren.
Dit, wat de politieke onafhankelijk
heid betreft, die u wel het eerst inte
resteert. Over de economische ver
houdingen na den oorlog is thans nog
niets zekers te zeggen.
Ik zou mij kunnen voorstellen, dat
zich in aansluiting aan den oorlog een
economische toenadering tusschen ver
schillende staten ontwikkelt en dat
Holland het dan zelf in zijn belang zou
achten, zich daarbij aan te sluiten.
Maar ook in zulk een geval zou iets
nieuws tusschen ons en Holland slechts
op vriendschappelijke wyze tot stand
komen."
N. R. Crt.
onwelvoegelijk gedragen, geen woord
uitgesproken, dat hem een verwijt waar
dig zou zijn geweest. En thans betreurde
hij die gematigdheid en terughoudend
heid, want nooit meer zou hij een zoo
gunstige gelegenheid terugvinden om zich
door haar te doen beminnen.
O wat schenen hem thans die gelegen
heden, die hij had laten voorbijgaan,talrijk
en gunstig toe! Elk oogeablik was hij
met haar alleen vol vertrouwen stelde
zij in hem, steeds was haar oor open
voor zijn woorden. Hij had slechts be
hoeven te zeggen dat hij wilde dat zij
hem liefnad. Waarom had hij dan ge
aarzeld Maar zijn geweten verhief toen
de stem en sprak: »Hoe hadt gij zoo
eerloos kunnen wezen Gij zoudt die
woorden niet hebben kunnen uitspreken,
uw hart zon in opstand zijn gekomen,
gij zoudt vol schaamte hebben gezwegen,
met de gedachte aan het snoode plan dat
gij voorbereidet. Neen Betreur niets.
Gij zijt geweest aan de uiterste grens,
die gij kondet naderen zonder ii te ont-
eeren. Denk thans na; zuiver uw ge
dachten van al wat er laag en gevaarlijk
in is. Zet niet het geluk der vrouw,
die u alleen bemiut, op het spel voor
een ellendig avoatuur, waarin gij niets
zult vinden dan droevige ontgoocheling
en wanhoop. Biijt eerlijk man en maak
in stede de afwezigheid te beweenen
van haar, die op n een zoo diepen indruk
heeft gemaakt daar gebruik van om
Waarschuwing.
Van bevoegde zyde wordt ons mede
gedeeld, dat de Minister van Buiten
landscbe Zaken van het gezantschap
te Brussel bericht ontvangen heeft, dat
automobilisten en wielrijders, die
zich voor hun genoegen naar Belgié
begeven aan groote onaangenaamheden
en gevaren blootstaan. Op 25 October
b.v. werden 14 Hollandsche wielrijders
en 3 Hollandsche automobilisten gevan
gen genomen en op wielryders mag
zelfs geschoten worden.
Door, den Territorialen Kommandant
in Zeeland zijn maatregelen genomen,
dat automobilisten en wielrijders, die
zich over de grenzen begeven, gewaar
schuwd zullen worden.
Uit Roosendaal werd aan het N. v. d.
D. gemeld, dat Dinsdagmorgen weer
16 Nederlandsche auto's, die de grens
overgegaaa waren, in beslag werden
genomen. De Be'iersche troepen aan
de grens zijn door andere vervangen,
wier officieren veel strenger optreden.
Rijkskosten voor de vluchtelingen.
Uit Den Haag wordt aan de Midd.
Crt. gemeld
Het aanvankelijk voorgestelde bedrag
van f 100.000 voor kosten van onder
houd en verdere uitgaven van ten ge
volge van den oorlogstoestand uit het
buitenland naar Nederland uitgeweke
nen en van ten gevolge van den oorlogs
toestand behoeftig geworden ïn Neder
land verblijvende buitenlanders, zal
ten eenenmale ontoereikend zyn.
Hoeveel noodig zal zijn, is nog niet
te overzien, maar als zeker mag wel
haar te vergeten.*
Hij hoorde dien raad en vond dien
juist en goed. Hij wilde dien volgen
en vol moed trachtte hij zich te genezen
van zijn liefde. Hij deed alle moeite
zich zelf te bewijzen dat hij zich te veel
had verbeeld van de waarde vau het
gevoel, dat hem tot Lucie trok. Hy
wilde er vriendschap in zien, niets dan
vriendschap.
En zoo kwam hij tot volkomen kalmte.
Zijn hartstocht werd minder en hij voelde
er niet meer dien hevigen prikkel van.
Zes weken lang leefde hij rustig voort,
met de zekerheid dat genezing was inge
treden en hij weldra juffrouw Andrimont
zon terugzien, zonder het minst gevaar
te loopen.
Hij had zyn gewoonten van weieer
weer aangenomenhij ging veel uit,
bezocht de club en deed getrouw alles
wat hij kon om weer de man te worden,
die hij altijd geweest was. Op zekeren
dag dat hij omstreeks tien uur in den
ochtend naar het Bosch was gegaan oon
een span paarden te probeeren, die men
hem te koop had aangeboden, had hij
den door de rijtuigen druk bezochten
weg, verlaten, omdat hy zijn span dan
niet behoefde in te houden en beter kon
oordeelen of de dieren goed liepen. Hij
volgde eeo weg, die uaar Boulogne leidde
toen hij op den hoek eenet laan twee
dames tegenkwam, die daar wandelden.
De kleinste dier twee vrouwen, hief het