mm LIEFDE. Ko. 57 Woensdag 21 October 1914. 30e JaarjK. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. IMELEMAN. Prins Hendrik in Zeeland. FEUILLETON. Binnenland. DU blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor Bblgië 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Grootse letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. AdvertentiSn worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Vrydagmorgeu omstreeks hallelf arri- reerde Prins Hendrik der Nederlanden et gevolg te Zierikzee. Men wist uit de kranten, dat de Prins te Maastricht was geweest om lis voorzitter van het Roode Kruis een lezoek te bréngen aan de Belgische rluchtelingen en zich te overtuigen ran de wijze, waarop Het Roode Kruis lich daar van haar taak kweet. En daarin vond men aanleiding te rerwachten, dat ook Zeeland wel be- locht zou worden door Z. K. H.; temeer war blijkt, dat in deze provincie niet |t één stad, maar op verscheidene teden en dorpen minstens evenveel rerk van de bevolking geëischt en ge- everd werd, dan te Maastricht. Zoo ging ook hier ter plaatse het [erucht, dat de Prins naar hier kwam naar het Zeeuwsch-Vlaanderen, waar- urn Professor Kohnstam in de N. R. Crt. ichreef, dat het in de moeilijke dagen le eer van geheel Neder- n d heeft opgehouden. En (het zij lerloops gezegd) hierin heeft ook Axel kar deel gehad, schoon deze plaats tiet ol bijna niet genoemd is in de dagbladen. Wie echter by het gerucht der komst mn Prins Hendrik schouderophalend lei: .eerst zien", heeft gelijk gehad net niet te lichtgeloovig te zijn. Het kooge bezoek gold slechts Zierikzee, üiddelburg, Vlissingen en Goes. In eerstgenoemde plaats werd, naar ie in de Midd. Crt. lezen, Z. K. H. Roman van Georgk Ohnbt. (Nadruk verboden.) Die oude, groote, indrukwekkende, uistocratische huizen oefenen op den jeest een onbeschrijfelijken invloed uit. Juffrouw Andriinont gevoelde zulks ook toen zij zich in den salon bevond, te midden dier strenge weelde. Niets wat lij tot .dusverre had gezien kon haar eenig denkbeeld geven van dit inwendige kt sedert jaren door den smaak der ligenaars was aangevuld met prachtige meubels en voorwerpen van groote waar- Je. Eenige zeer fraaie portretten uit de vorige eeuw trokken haar aandacht en kar onder een schoone pastel teekening van Latour, voorstellende een jong kolonel Ier dragonders, die onder zijn pruik en met zijn glad geschoren gelaat veel op Armand geleek. Staande in dat groote 'ertrek, de oogeu gericht op die in kleur krmonieerende tapijten, den goudachti- glans van het glaswerk het schitte 'eude émail van het kostbtfre porselein, Las zij geheel in bewondering. Zij hoorde '"iet dat een deur achter de gobelijns *erd geopend en zij ontwaakte eerst uit ontvangen door den burgemeester, die zyn hoogen gast rondleidde in de Con certzaal, de zaal voor ontvangst en ge deeltelijk verblijf voor vluchtelingen. Daarop werd per auto een rondreis ge maakt door Schouwen. Om kwartover twee vertrok de Prins per provinciale boot, terwijl een groote menigte hem toejuichte, naar Middelburg. De boot meerde te ruim vijf uur aan de Loskade, waar de commissaris der Koningin, de heer mr. H. J. Dijkmees- ter den Prins zijn op wachting maakte. Nadat de auto gelost was, werd deze door den Prins, zijne beide adjudanten en den commissaris bestegen en reed men naar het Militair Hospitaal. Daar waren ter ontvangst aanwezig de burgemeester, als voorzitter der afd. Middelburg van het Roode Kruis, de andere bestuursleden, de territoriale bevelhebber kolonel Brocx en de garni zoenscommandant, majoor Muskeyn. De tramportcolonne van het Roode Kruis was met haar leider, den heer dr. Bijlsma op het binnenplein opge steld. De Prins drukte zijn groote tevredenheid uit, dat deze colonne in zulk een keurig uniform gestoken was, en sprak den wensch uit, dat in alle plaatsen boven de 15000 inwoners zulk een colonne aanwezig zou zijn, niet alleen voor oorlogstijd, maar oo.k voor branden, spoorwegongelukken ot andere rampen. Verder werden verschillende zieken zalen, waar de Belgische soldaten liggen bezocht en, evenals later ook in de andere ziekenhuizen onderhield zich de Prins met meerdere slachtoffers van haar bewondering, toen zij de gravin haar zag naderen. Beide vrouwen keken elkaar een oogen- blik aan, want bij dat eerste stormachtige onderhoud, hadden zij van elkaar niet het gewone gelaat gezien. De kloeke houding van mevrouw de Fontenay, dat goedige gelaat, troffen Lucie. Zij voelde, dat die vrouw iadruk op haar maakte en begon een zekere eerbied voor haar te voelen. Mina vond juffrouw Andrimom bekoorlijk; die ietwat vijandige, trotsche trek op haar gelaat, behaagde haar. Zij bewonderde dat onderscheid van ras, de gemakkelijkheid, waarmee zij zich bewoog. Zij lachte haar toe en, haar hand vattende, trok zij haar naar een fauteuil. »Mevrouw de gravin,* zeide het jonge meisje, met een eenigszins vreemd accent ilat aan hare woorden iets buitengewoon liefelyks gaf, »gij zietdat ik mijn belotte nakom. Ik had beloofd tot u te komen hier ben ik.* »En ik ben zeer gelukkig u te zien,* zeide Mina, vooral als ik de hoop mag koesteren, dat gij niet meer zult heeu- gaan.* Vraag niet te veel, mevrouw, zonder er zeker vaa te zija dat het u uiet be rouwen zal u weet niets omtrent mijn persoon. Beoordeel mij niet, zonder mij te kennen.* »Is er zooveel tijd noodig om menschen te kunnen beoordeeleo Hoogst zelden bedriegt mij mijn eerste indruk en die den oorlog over den aard der verwon ding, hun leeftijd, hun woonplaats en dergelijke zaken. Van het militair hospitaal ging het naar de ziekenverpleging in de Lange viele. Hier werd de Prins ontvangen door de dames van het college van regentessen. Nadat Z. K. H. van een der dames vernomen had, dat er hier werden verpleegd 2 kapiteins, 4 luite nants en verscheidene soldaten, bracht hij die allen achtereenvolgens een be zoek, waarby hy zich met de orficieren en met verschillende minderen in de Pransche taal onderhield. Het laatste bezoek gold het Gasthuis. De heer Herman Snijders, voorzitter der Godshuizen, ontving er den „voor zitter van het Roode Kruis. Op een der zalen bevond zich de heer PI. Sterk, ambtenaar van het Belgisch Roóde Kruis, die uit Antwerpen met een deel der gewonden was medege- komen en die den Prins toesprak. De jonge man gaf de verzekering dat de soldaten het bezoek op hoogen prijs stelden en dankte den Prins voor alles, wat hy in het belang van het Nederlandsch Roode Kruis doet, het welk aan het Belgisch Roode Kruis een voorbeeld kan geven. Ook werd een bezoek gebracht aan den zolder waar de dichtst gewonden een legerplaats op het stroo hebben. Te ongeveer half zeven was ook dit bezoek afgeloopen en begaf de Prins zich naar het huis van den Commissaris der Koningin om later het diner té gebruiken bij den burgemeester. Zaterdagochtend half tien reed Prins was geheel en al in uw voordeel. Boven dien,* voegde zij ér vroolijk bij, «als gij gebreken hebt, is het onze plicht die te dulden gij zijt een der onzen. En dan wie zegt of gij bij ons niet veel meer verkeerdheden zult vinden, dan gij zelve bezit Én misschien zijt gij verplicht heel toegeeflijk te zijn. Bovendien,* zeide mevrouw de Foutenay, thans weder ern stiger, »uw terugkeer in onze familie is een soort herstel voor het ongelijk, dat de uwen van ons hadden te verduren en op dien grond geloof ik niet. dat gij van dien teiugkeer moogt afzien.* Bij die woorden schitterden Lucie's oogen en kleurden zich haar wangen. Wat gij mij daar gezegd hebt, me vrouw,* sprak zij, >zou mij niet toestaaa langer te aarzelen, als ik niet reeds besloten was uw liefderijk aaubod aan te nemen. Ik wil niet dat gy meenen zult dat ik om mijn eigenliefde te voldoen besloot mijn besluit te veranderen en mijn levenswijze te wijzigenik deed dit, gewonnen als ik werd door uw lief talligheid en aangetrokken door uw goedheid. Ja, ik doe het voor u en niet voor mij zelve. Ik voel dat ik gelukkig zal zijD u nader te leeren kennen eadat het mij gemakkelijk zal vallen en een genot zal zijn u liet te hebben.* Tranen kwamen Mina in de oogen. Zij omhelsde Lucie en kuste haar teeder. De beide vrouwen, die een uur lang ei kander hadden aangekeken met dreigende Hendrik per automobiel met gevolg naar Vlissingen, waar hij weer dezelfde tooneelen aanschouwde, maar ook weer zijne belangstelling den zieken tot troost leidde. Om elf uur vertrok Z. K. H. vandaar naar Goes, waar hij om half twaalf aankwam. Ten huize van den Burgemeester werd het tweede ontbyt gebruikt. Lokaliteiten werden niet bezocht. Om half twee uur werd afscheid ge nomen. Nederland en de oorlog. Het Stbl. no. 481 bevat een Koninkl. besluit van den I4den dezer, houdende verbod van uitvoer van petroleum. Naar de secretaris van de Zeeuwsche Landbouwmaatschappij aan de Af. Crt. meldt, is de uitvoer van suikerbieten uit Zeeuwsch Vlaanderen naar Engeland door de regeering voorwaardelijk toe- Het Nederlandsch Landbouw-Comité meldt „Naar wy uit de ons verstrekte in lichtingen met zekerheid mogen afleiden bestaat er onvoorziene omstandig heden voorbehouden alleszins ge gronde reden, om aan te nemen, dat in den komepden winter al8 gevolg van de regeeringsmaatregelen een voldoeade hoeveelheid veevoedsel beschikbaar zal komen. Vrees voor het tegendeel behoeft der- blikken, hadden thans voor elkaar slechts glimlachjes over. Het edele hart van mevrouw de Fontenay opende zich voor de ander en zij vond er een heerlijk ge not in. Het zou haar te moeilijk geval len hebben te haten het scheen haar edel toa zich te hechten aan dit aanbid- belijk kind, door bijna moederlijke ban den. Geroerd keek zij hem aan en met haar blanke hand door haar lokken streelende, sprak zij »Ik had een dochter van uw leeftijd kunnen hebben, als de hemel mij niet het geluk onthouden had moeder te zijn. Welk een geluk zou het voor mij geweest zijn haar te koesteren, over haar te waken al de uren van mijn leven Doch de hemel zendt mij daarvoor u in de plaats. Gij hebt my gewonnen en het schijnt mij toe, dat ge mij gemakkelijk zult kunnen lief hebben wat mij betreft, ik erken gaarne dat ik u reeds lief heb.* Zij zaten dicht bij elkaar, hand in hand, elkaar met voldoening aanziende. Mina's angst was geheel verdwenen uit haar edel hart was de jaloezie weggevaagd. Zij was zeker van Lucie, zij zou haar leven gewaagd hebben om te bewijzen, dat nooit een slechte gedachte de ziel van dit meisje zou kunnen ontsieren. Zij las de onschuld, de kuischheid in den open blik harer blauwe oogeu. »Ik ben geheel vervuld door deze uiting van teederheid,* zeide zij, »thana behoort ge my geheel toe.*

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1914 | | pagina 1