LiiTSTI! LIEFDE.
\o. 54.
Zaterdag 10 October 1914.
30e .Jaar<;.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Binnenland.
FEUILLETON.
AXELSCHE m.
COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A BONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiön worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Nederland en de oorlog.
Tweede buitengewoon krediet van
50 miiiioen.
Zooals wij reed» meldden is ingediend
een suppletoire oorlogsbegrooting 1914,
om den post.Uitgaven, voortvloeiende
uit het buitengewoon onder de wapenen
roepen van de diemtplichtigen der
militie en van de landweer en uit alle
verdere maatregelen, verband houdende
met de buitengewone omstandigheden,
die tot dat onder de wapenen roepen
hebben geleid", te verhoogen met een
iom van f 50,000,000 en mitsdien te
brengen op 100,000,000.
In de Memorie van Toelichting deelt
de Minister van Oorlog o. a. mede, dat
de som, die ter bestrijding van de
uitgaven over Augustus, September en
October ter beschikking van de korpsen
en onderdeelen van het op oorlogsvoet
gebrachte leger moest worden gesteld,
in rond cyfer f 28,500,000 beliep, waar
van een niet onbelangrijk gedeelte voor
uitgaven in ééns, zooals vóór het in
itaat van verdediging brengen van
itellingen en liniën en afzonderlijke
forten en het doen van noodzakelijke
aanschaffingen van allerlei aard. De
betalingen, die rechtstreeks door de
korpsen geschieden en in gewone tijden
in den regel nog geen 11/3 millioen
per maand beloopen zullen voor den
verderen duur der mobilisatie allicht
1 a 8 millioen 's maand» bedragen.
De paardenvordering, die grooten-
deels in de eerste dagen der mobilisatie
heeft plaats gehad, eischt een uitgaaf,
die op 7,000,000 kan worden gesteld,
behalve de nog aan die vordering ver
bonden kosten van reis en verblijfkosten
en vacatiegelden voor de vorderings
commissarissen en taxateurs, enz.
Het bedrag van de vergoedingen ten
behoeve van de gezinnen van militie-
en landweerplichtigen uit te betalen,
zal weinig minder dan ƒ3,000,000 per
maand beloopen. Aan de oproeping
zelve waren bovendien belangrijke uit
gaven verbonden, inzonderheid wegens
de telegraphische oproeping en reis
kosten van in het buitenland vertoe
vende diemtplichtigen.
De Minister wijst, dan nog op de
uitgaven voor aanvulling van den voor
raad kleeding- en uitrustingsstukken,
aanschaffing van levensmiddelen, enz.
Uitgaande van de veronderstelling,
dat de aanvankelijk toegestane som
voldoende zal zijn tot dekking van de
uitgaven over het tijdvak van het begin
der mobilisatie tot het einde van Sept.
en dat in den loop van dit jaar nog
niet tot demobilisatie zal kunnen worden
overgegaan, wordt daarom bij dit wets
ontwerp andermaal een buitengewoon
krediet van vijftig millioen gulden
aangevraagd.
In hoeverre het mogelyk zal blijken,
hieruit bok de schadevergoedingen te
betalen die zullen moeten worden uit
gekeerd ingevolge de Onteigeningswet,
de wet op den staat van oorlog en van
beleg, de militaire Inundatie wet en de
z.g. Kringenwet van 21 Dec. 1853, valt
nog niet te zeggenhet beloop dier
vergoedingen kan trouwens nu nog niet
Roman van George Ohnkt.
(Nadruk verboden.)
Zijn plotselinge bitterheid had geen an
dere reden gehad dan de koelbloedigheid
van haar, die hij gedacht had buiten zich
zelve te vinden van woede. En toch,
waarom had zij woedend moeien zijn
Had haar hart in overeenstemming moeten
kloppen met het zijne? Wat gaf den
graaf recht op een dusdanige verwach
ting Kon iets dat rechtvaardigen
Had hij een bekentenis gewaagd? Ver
onderstelde Lucie dat hij haar beminde
Neen Alles was gebeurd in zijn hart en
het jonge meisje, zoo zij niet een boven-
oatuurlijken blik had kon van niets weten.
De verbittering van den graaf moest dus
onverklaarbaar schijnen en zij was het
ook inderdaad.
Terwijl juffrouw Andrimont sprak,
verweet Armand zich in verschillende
zaken. Hij gaf Lucie volkomen gelijk
tegenover zich zelf. Hij vond zich zelf
in de hoog6te mate onredelijk en vreesde
de zaak bedorven te hebben. Dadelijk
natn hy een andere houding aan en,
ofschoon hij zulks volstrekt niet was,
toonde hij een kalmte, even groot als
daareven zijn toorn en nam hij de ver
ontschuldigingen zijner nicht aan.
»Vergeef mij,c zeide hij, een vroolijk-
heid voorwendende, die volstrekt niet uit
het hait kwam, »dat ik mij schuldiger
dacht dan ik was. Het is waar dat gij
van den eersten dag dat ik u ontmoette,
een dusdanige vijandigheid tegen uw
familie toondet, dat ik niet meer over
de leden daarvan durfde spreken. Mis
schien had ik ten opzichte mijner vrouw
een uitzondering kunnen maken als
ik u gevraagd had haar te komen opzoe
ken, zoudt gy het dan gedaan hebben?*
Lucie begon te lachen.
»Daar ben ik niet zeker van! Nu
ik haar ken, schijnt zij mij een lieve
vrouw toe, maar om beter te kunnen
oordeelen, zou ik haar nader moeten
kennen.*
»Gij ziet dus
»Het is waar dat ik den verloren tï)d
spoedig heb ingehaald, doch ik moet
et kennen zij bevalt mij beter dan u.«
»Daar begint gij mij weder slecht te
behandelen.*
>Ja, want ik ben boos op u. Gy toon
det mij daareven een trek in uw karak
ter, die mij mishaagde.*
»Gij zult moeten erkennen, dat ik niet
gelukkig ben. Hier en in mijn huis word
ik aangevallen*.
Bij u thuis? Gij zijt er zelf de schuld
van, dat zult gij moeten erkennen. Daar
ontdekt mevrouw de Fontenay op eens
geraamd worden, ook omdat de werk
zaamheden, die aanleiding geven tot de
schadevergoedingen, nog voortduren.
Tegenover enkele van de hierroren
vermelde uitgaven zullen, zij het dan
ook tot een lager bedrag, buitengewone
ontvangsten kunnen worden gesteld.
Zoo zullen, tenzy onverhoopt de oorlogs
toestand mocht intreden, de gevorderde
paarden grootendeels weder kunnen
worden verkocht, hetzij aan de vorige
eigenaars, hetzij aan derden, en zal ook
een deel van de opgelegde verplegings-
raiddelen voor zoover zy niet in Rijks
inrichtingen, verbruikt kunuen worden
tan verkoop worden bestemd.
Avp.
Graan.
De Minister van Landbouw, Nyver
heid en Handel heaft meegedeeld, dat
4 graanbooten, die te Plymouth waren
aangehouden, thans zjjn losgelaten, zoo
dat dit graan weldra hier te lande zal
aankomen. N. R. Crt.
Kosteloos vervoer voor militairen.
Met intrekking eener desbetreffende
vroegere beschikking heeft de minister
van oorlog bepaald
lo, om een bewij» van kosteloo» ver
voer voor spoorweg, tramweg of stoom
boot c. q. veer te kunnen verkrygen,
moeten met verlof gaande militairen
beneden den rang van officier daarvoor
een verzoek richten tot hun onmiddel-
lijken chef, onder verklaring, dat hun
beperkte geldmiddelen hun niet toestaan
zelfs (resp. telkenmale zelf) hun reis te
bekostigen.
dat gij in betrekking staat met een jonge
vreemdelinge, die er niet slecht uit ziet
en een afgelegen huis bewoont, buiten
de stad. Wie zou niet, in haar plaats
zijnde, daardoor ongerust zijn geworden
Zij dacht natuurlijk dat gij haar bedroogt.
Gij hadt eens moeten zien, hoe zy er
uitzag, toen zij hier kwam. Maar zeg
mij eens, gij, die gaarne verklaringen
wilt afleggen en redenen opgeven, waar
om hebt gij mijn bestaan aan de gravin
verborgen gehouden Dat gij my niet
over haar spraakt, is tot daar aan toe,
maar waarom gij haar niet van mij ver
teldet waarom niet
»Dat is nog al eenvoudig myu gedrag
aan den eenen kant was'het gevolg van
dat aan den anderen. Ik moest u beiden
alles zeggen of alles verzwygen.*
Meent gij dat?*
»Natuurlijk! Het eerste wat mijn
vrouw zou gezegd hebben als ik over
u gesproken had, zou geweest zyn
Waarom hebt gij haar niet dadelijk tot
mij gebracht?» Zij zou dus niet opge
houden hebben te vragen u te ontmoeten
en hoe meer ik mij daartegen zou verzet
hebben, des te sterker zou haar verlangen
daaromtrent zijn aangewakkerd. En alle
vrouwen in haar plaats, gij weet het,
zouden hetzelfde geweest zijn. Dan zou
den altijddurende schermutselingen en
tal van moeilijkheden gerezen zijn. Ik
moest dus zwijgen op gevaar af van het
geen gebeurd is.«
Geenerlei bewijsstukken mogen tot
staving dezer verklaring worden ge
vraagd.
Een bewijs van kosteloos vervoer kan
worden afgegeven
aan gezinshoofden telkenmale, dat aan
hen op grond van de door den opperbe
velhebber van land en zeemacht uitge
vaardigde bepalingen verlof wordt ver
leend
aan niet-gezinshoofden hoogtens één
maal in de viertiendagen, wanneer hun
op grond van vorenaangehaalde bepa
lingen verlof wordt verleend.
De bedoelde vervoerbewijzen kunnen
voor de heen en terugrei» uitsluitend
worden gegeven naar do woonplaat» of
tijdelijke verblijfplaats van het gezin
van den verlofganger of naar het daar
nabijgelegen station, dan wel Daar de
plaats, waar de aanwezigheid van den
verlofganger dringend noodzakelyk is.
M. Crt.
Goede en goedkoope voeding.
Het hoofdbestuur der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen acht het gewenacht
om vooral in deze buitengewone tijden
de kennis van goede en goedkoope voe
ding in den ruimsten kring te versprei
den.
Het stelt zich voor, in de eerste plaats
aan de departementen, maar ook aan
andere vereenigingen en aan steunco
mité'» die zulks wenschen, kosteloos
voordrachten over dit onderwerp aan
te bieden, waarby verschillende gerech
ten zullen worden voorgekookt.
De bedoeling dezer voordrachten is,
aan te toonen, dat voor lage pryzen goed
»Ed dat niet heel ernstig is.«
»Ern8tiger dan gij denkt. Gij hebt
mij daareven zelve gezegd hoe zenuw
achtig de gravin was toen zij hier kwam.
Zij is heen gpgaan, schijnbaar gerustge
steld, maar inderdaad durf ik niet zeggen
dat zij zoo gerust is als gij durft hopen.
Men komt niet zoo dadelijk van het bit
terste wantrouwen tot het volmaakste
vertrouwen -
»Meent gij dat mevrouw de Fontenay
mij dan nog verdenkt?* viel juffrouw
Andrimont hem met vlammenden blik
in de rede.
»0, neen, niet u, maar mij verdenkt
zij
»0, myD waarde graaf, daar kan ik
niets aan doen, dat is uw zaak. Zie zelf
dat dit in orde komt. Gij alleen zijt daarbij
betrokken
»Volstrekt niet, zij, en dat juist kwelt
mij. Ik doe daarom een beroep op uw
vriendschap om te helpen geheel en al
een dwaling uit de wereld te helpen,
waaraan een arm onschuldig hart lijdt.
De jaloerschheid redeneert niet, zij geeft
zich slechts over aan stoffelijke bewijzeD.
Die bewijzen vraag ik van u. Mijn
vrouw heeft, toen zij u verliet, u gevraagd
de genegenheid, die u mij tot dusverre
schonkt, ook tot haar uittestrekken
»Eu ik heb haar geantwoord, dat ik
een wilde ben, die mijn afzondering uiet
wil opgeven.*