LÜTSTB LIEFDE.
\o. 48
Zaterdag 19 September 1914.
«Eaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
J voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. i>IELEMAi\,
De oeconomische crisis.
PEÜILL ETON.
Binnenland.
C0U1ANT.
D>t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
A DVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25€ent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
IV.
Zooals hiervoor is uiteengezet, moes
ten de prolongatieschuldenaren in ver
bind met het dalen der koersen op 29
Juli j.l. onmiddellijk meerder onderpand
leveren of gelden aflossen. Daardoor
liep het heelemaal spaak. Het stelsel
der beurskoersen leed fiasco en de
beurs moest gesloten worden, opdat het
.afslachten" van legio speculanten zou
worden voorkomen.
Zooals ieder onderwijzer uit de cou
rant vernam, werd er een wetsontwerp
ingediend, waarby de minister macht
kreeg om het tydstip te bepalen, waarop
de effectenbeurs zou worden heropend
en werdeu tot nader orde de beurs
koersen als waardemeter buiten werking
gesteld bij het afwikkelen van prolon
gatie-posten. De minister zal die waarde
Toorioopig wel vaststellen, d. w. z. in
overleg met en op advies van deskun
digen. Reeds is van uiterst bevoegde
zyde n.l. door een oud-lid van den
Hoogen Raad gewezen op het bedenke
lijke feit, dat dit wetsontwerp sanctie
geeft aan het misbruik, dat bankinstel
lingen, die effecten in onderpand nemen
om er geld op voor te schieten, op haar
beurt deze effecten weer aan andere
geldgevers uitleenen om zelf geld te
verkrygen. Dit misbruik is een der
ernstigste grieven, die tegen het pro
longatie-systeem bestaan en heeft reeds
veel slachtoffers gemaakt. Het is te
hopen, dat het wetsontwerp gewijzigd
tal worden, om dat bezwaar te onder
vangen. Deze quaestie was b. v. ook
voor tal van spaarbanken, levensver
zekering- maatschappijen, depositokassen
en tal van ondernemingen van belang,
die zelf niet speculeeren maar geld op
prolongatie uitleenen. Z j krijgen haar
geld thans niet terug al hebben zij het
noodig. Een deel van het speculatieve
risico wordt door de schuldenaars op
deze wyze op de schouders der schuld-
eischers gewenteld.
In welke mate dit ingrijpt op het
volksleven leeren de cijfers. Er is 400
a 500 millioen gulden op prolongatie
uitgezet en het feit, dat al deze gelden
voor wie weet hoelang vast liggen en
aan handel en nijverheid onttrokken
blijven, is vooral nu zeer bedenkelijk,
om van de kans op kapitaalverlies maar
niet te spreken.
Onderwijzers zullen wel doen, de
bezitters van fondsen, die hun advies
inroepen want veel pandbrieven van
hypotheekbanken, obligaties van spoor
wegmaatschappijen enz. zijn in handen
vau kleine spaarders gerust te stellen.
Tal van onderneminaen hebben in het geheel
niet of slechts tijdelijk van den oorlog te
lijden en er is dus geen aanleiding toe,
waardevolle papieren thans voor een appel
en een ei te verkoopen. Wie noodzakelijk
geld moet opnemen, doet beter zijn
effect te beleenen. Zooals bekend is,
wordt er allerwegen moeite gedaan om
dit te vergemakkelijken. Jammer is
het, dat bet instituut der Duitsche
leenbanken hier nog niet bestaat. Zoo
als men weet, werd dezer dagen echter
op aanstichting van Dr. D. Bos een
credietbank voor den middenstand op-
Roman van Geouge Ohnet.
Nadruk verboden.')
»Ja, haar betreft het,» hernam mevrouw
de Fontenay krachtig. Waarom die
geheimziunige vertrouwelijkheid tusschen
die persoon en u
»Toch niet zoo erg geheimzinnig,«spotte
Armand, »daar gij er van weet.«
»Door een toeval 1«
»Een merkwaardig toeval*, zeide Ar-
mand bitter.
»0, neeu,« riep Mina, »want zonder
vergeetachtigheid van uw kant, zonder
een telegram in uw kamer wegge
worpen
»Dat ge gelezen hebt
»Zeker. Waarlijk ik heb niet zooveel
geduld of zelfverloochening dat ik een
papier vol van zooveel onverwachte ont
hullingen in de hand kan hebben zonder
er kennis van te nemen. Ja, ik heb het
gelezen dat papier en 't is gelukkig voor
mij dat ik daartoe in de gelegenheid
kwam.«
Mina uitte haar reeds lang verkropte
verontwaardiging. Haar stem was lang
zamerhand dreigend geworden. Haar
oogcn schitterden en haar
gericht, die op onderpand van effecten,
grossen van hypotheek en boeksaldi
geld verstrekt. (Daar het van belang
is, dat dit artikel spoedig verschijnt,
heb ik tot myn spijt geen tijd gehad
mij statuten en ojiciëele gegevens be
treffende deze bank te verschaffen. By
deze medëdeeling ga ik dus af op niet
door my gecontroleerde courantenbe
richten.
Slot.
De crisis moet doorgeworsteld worden
klagen baat niet. Prijzenswaard is het
krachtig ingrijpen der regeering en de
steun die haar allerwege geboden wordt.
Materiëel kan de Nederlandsche onderwijzer
ook „en corps" weinig doen. Maar de wijze,
waarop de crisis doorgeworsteld wordt, hangt
niet alleen af van materiëele, maar in zeer
hoogs mate evenzoo van zedelijke factoren.
In die richting moet de onderwijzer zijn
krachten ontplooien. Zeker, er zal veel
nadeel, ongemak en last te verduren
zijn, ook door den onderwijzer. Dan
is het noodig opgewekt te blijven en
vertrouwen in de toekomst te toonen.
In woord en geschrift past welberaden
bedachtzaamheid. Men vergete niet,
dat de oeconomische crisis in de aller
eerste plaats beheerscht wordt door de
vraag, ot ons land in den oorlog zal
worden betrokken of niet. Daaraan
kan geen onzer iets doen, maar wij
kunnen alleen hopen en verwachten,
dat de regeering de voorzichtige en
kalme houding zal bewaren, die zij heeft
aangenomen en zoozeer in overeen
stemming is met den wil des volks.
Ook -de onderwijzer moet krachtig
ademhalen verried de buitengewone aan
doening waaraan zij ten prijs was. Zy
vervólgde
Hoe zal ik u mijn smartelijke verras
ging meedeelen. Ge weet in welken
dringenden en gemeenzamen toon dit
telegram was geschreven. Ge herinnert
u dat het geteekend was door een vrou.w.
Stel u in mijn plaats, Armand. Wat
zoudt gij geloofd hebben Zoudt ge niet
dat zelfde oogenblik verklaringen gevergd
hebben met dat bewijsstuk in de hand
Zoudt ge zooveel toegeeflijkheid, zooveel
teederheid, zooveel vertrouwen getoond
hebben als ik?«
De invloed, die de gramschap der gravin
op Armand had, was oogenblikkelijk.
Hij werd even koel als zij opgewonden
was en daarvan maakte hij gebruik.
Zon Ier een spier te vertrekken, verdroe;
hy dezen onmeedoogenden aanval en toen
hij zag dat zijn vrouw aan't einde harer
redeneering en verwijten was, zeide hij
zeer kalm
»Maar, lieve, dat is jaloerschheid, die
ge mij daar toont.*
Bij die woorden veranderde Mina's
gelaat van uitdrukking. Zij had-gehoopt
dat Armand geroerd zou zijn geweest,
dat hij zich met warmte zou gerechtvaar
digd hebben, met verontwaardiging zelfs-
0, hoe lieflijk zou haar die verontwaardi
ging in de ooren hebben geklonken 1 En
zij kreeg van hem slechts droge, spottende
antwoorden, geen enkel woord dat
opkwam uit 't hart. Zij werd achterdoch
tig, wat zij niet was geweest, toen dit
onderhoud begon. Met somber uiterlijk
hernam zij
»Jaloersch, neen. Ik vraag u slechts
een nadere verklaring.*
Waartoe? Ge schijnt zeer voldoende
ingelicht.*
Ik ben beter ingelicht dan ge denken
kunt,* zeide zij, wanhopig door die spot
tende koelheid en alle behoedzaamheid
vergetende. »Ik heb vandaag juffrouw
Andrimont gezien.*
Thans was het Armand's beurt bedrem
meld te staan. Hij had niet op die ver
klaring gerekend. Zij had hem uit den
zadel gelicht. Wat kon er voorgevallen
zijn tusschen die beide vrouwen 3 Wat
of zij elkaar gezegd hadden Wat wist
Mina, wat wist zij niet? Wat had zij
Lucie toevertrouwd Plotseling zag hy
in zijn verbeelding het joage meisje voor
zich, stom van verbazing, toen zij uit
den mond zijner vrouw vernam, dat hij
gehuwd was. De toestand scheen hem
thans tegelijk afschuwelijk en belachelijk.
Hij vermoedde, dat hij te gelijkertijd
beschouwd werd als eerloos en zonderling
en hij leed daar vreeselijk onder.
>Hoe zijt ge haar naam en woning te
weten gekomen vroeg hij.
Op zeer eenvoudige wijzeik ben u
gevolgd.*
»En wanneer
»Gistereu.«
medewferken tot het bewaren van een
absoluut neutrale houding, zoodat aan
zijn zeggen en doen in het openbaar
geen vreemdeling aanstoot kan nemen.
Elke vreemdeling, die hier hulp zoekt,
van welke natie ook, moet worden ge
holpen en in onze dorpen aan de grens
moet de onderwijzer als een man op
zijn post staan om bij die hulpverlee
ning krachtig mede te werken.
STATEN GENERAAL.
Dinsdagmiddag om 12 uur werd in
de Ridderzaal op het Binnenhof de
vereenigde vergadering van de beide
Kamers op de gebruikelijke wijze ge
opend.
Da Ministers, hoofden van Ministeri-
ëele Departementen, en de leden van
den Raad van State vereenigden zich
te één uur des namiddags, mede in de
vergaderzaal.
H. M. de Koningin, vergezeld van
Z. K. H. den Prins der Nederlanden,
kort daarna in de vergaderzaal binnen
geleid, nam plaats op den troon en las
terwijl de Prins naast Haar gezeten was,
de volgende
TROONRED E.
Mijne Heeren
Ouder zéér buitengewone omstandig
heden kom ik heden weder in uw midden.
Wij zijn allen vervuld door de gedachte,
dat een verschrikkelijke oorlog een groot
deel der beschaafde wereld teistert. Ons
land is dientengevolge in een toestand
Zij durfde niet bekennen tot welke
hulpmiddelen zij haar toevlucht had ge
nomen om te weten te komen wat zy
wenschte te weten. Zij hield dat spion-
neereu voor zich, want thans, nu het uur
der bekentenis daar was, vond zij het
te erpstig te zeggen, dat zij een derde,
hoewel nog zoo zeer van diens ambtelijke
geheimhouding overtuigd, gehaald had
in zaken tusschen haar en haar man.
Verbaasd zooveel stoutmoedigheid te vin
den bij een vrouw, die anders zooschroom-
vallig en zacht was, durfde Armand niet
dan met de grootste omzichtigheid verder
gaan op een terrein, dat hy vol van
hinderlagen dacht.
»Wanneer ge mij gevolgd zijt,* sprak
hij, »moet ge ingelicht zijn geweest over
mijn gedrag en niets kon mij voordeeliger
zijn. Als ge juffrouw Andrimont hebt
gezien, zult ge genoeg van haar weten
en zie ik niet in wat mij overblijft u mede
te deelen.* »Ik weet dat zij een uwer
naaste bloedverwanten is, maar mij rest
toch nog te vragen hoe gij mij zoo langen
tijd haar bestaan kondt verbergen.*
Dat was het beslissende punt vau dit on
derhoud voor Mina. Als Armand haa> de
zelfde uitlegging gaf als juffrouw Andri
mont, kon zij eenig geloof hechten aan wat
hij haar tot dusverre had verteld en
hetgeen hij haar nog zeggen zou; doch
stemden hun verklaringen niet overeen,
dan zou zy moeten komen tot vreeselijken
twijfel. Wordt vervolgd.)