LUISTE LIEFDE.
\o. <47,
Woensdag ff» September 1911. 30e »l
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. Dl EL KM AA,
De oeconomische crisis.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AOVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
in.
Werkverschaffing en onderstand.
Daar er allerwegen minder verdiend
vrordt, is defckoopkracht van bet publiek
zeer afgenomen. Menig winkelier maakt
dus kwade dagen door en moet wel
bedienden ontslaan of minder loon uit
betalen. Ook in het tuinbouwbedrijf
en de visscherij wordt veel geleden.
Maar veel ernstiger is het feit, dat
zoovele fabrieken gesloten moeten wor
den 6D dat de havens van onze groote
centra Amsterdam en Rotterdam stil
liggen. Daardoor loopen duizenden en
duizenden werklieden werkeloos en
bestaat er onbeschrijfelijke ellende in
breede kringen. By een langdurigen
oorlog zal dit kwaad afmetingen aan
nemen, die wij nu nog niet kunnen
overzien.
Daarbij komt, dat eenige honderd
duizenden mannen onder de wapenen
staan, waardoor tal van bedrijven wor
den ontwricht en vele gezinnen in
groote moeiten geraken.
Het is onmogelijk, aan al die duizen
den werkeloozen arbeid te verschaffen.
Maar elke poging, om daardoor hulp
te verleenen, moet krachtig worden
gesteund. In het meerendeel der ge
vallen zal ouderstand moeten worden
verleend, hoeveel daarop uit paedago-
gisch oogpunt ook tegen is. Onder
wijzers kunnen zich verdienstelijk ma
ken door het Koninklijk Steuncomité
terzijde te staan. Zelf bijdragen zooveel
i men kan, is de eerste plichtanderen
Roman van Georgjc Ohnet.
(Nadruk verboden.)
42)
En zijn groote wereldsche huishouding,
zijn fijne smaak alleen, hadden gemaakt
dat hij niet beschouwd was als een
weinig bourgois achtig te zijn. Dat huis
houden van den graaf en de gravin de
Fontenay had reeds lang verbazing op
gewekt. Eerst had men er aan getwij
feld of Armand geen maitresse had, doch
men had later moeten zeggen dat dit
klaarblijkelijk niet het geval was en men
was thans geheel overtuigd van zijn
trouw.
Wat beteekende dan die plotselinge
gril, die zich van hem meester had
gemaakt? Hoe kwam het dat Lucie in
zijn gedachten thans zulk een plaats
innam, dat hij alles aau haar onderge
schikt maakte, dat zijn geheele ziel zich
allereerst met haar bezig hield Hij
was verplicht te erkennen, dat zij niets
gedaan had om hem daartoe te brengen,
Nooit had een vrouw zoo weinig coquet
terie kunnen toonen, nooit was een
meisje zoo oprecht, zooaatuurlijkgeweest
Nooit had hij in haar woorden eenige
terughoudendheid gevoeld, nooit in haar
opwekken tot bijdragen is de tweede.
De spontane daad. van den Bond ran
Nederlandsche Onderwijzers om f 5000.00
beschikbaar te stellenverdient toejuiching en
navolging. Zal het Nederl. Onderwijzers-
Genootschap evenzoo handelen Ik hoop het.
Dat onderwijzers zich er zorgvuldig
voor zullen wachten zonder noodzaak
gratis arbeid te verrichten, waardoor
anderen het werk en de verdiensten
uit de hand worden genomen, spreekt
vanzelf. Hoever ieder daarbij gaan
moet, is een quaestie van tact. Voor
zoover noodig zijn de afdeelingsbesturen
der onderwijzersvereenigingen aange
wezen om met het oog op plaatselyke
toestanden grenzen te trekken en een
uniforme handelwyze vast te stellen.
Sluiting en heropening der
effectenbeurs.
Zooals bekend is, werd reeds in het
begin der crisis de effectenbeurs ge
sloten onder den aandrang van een
groot aantal handelaars, die by voort
zetting van den handel failliet zouden
zijn gegaan.
Voor velen in den lande zal het wel
een raadsel zijn, hoe die toestand kon
ontstaan. Is de effecten-handel dan zoo
slecht georganiseerd en zijn de hande
laars zoo onsolide vraagt menigeen
zich af. Deze vragen grondig te be
spreken is in dit artikel onmogelijk en
voor breede kringen is deze quaestie
niet van onmiddellijk belang. De indi
recte invloed var} het stopzetten van den
effectenhandel op het volksleven is echter
buitengewoon groot en daarom is het noodig
even de hoofdzaak aan te roeren.
De groote factor, die in deze quaestie
alles beheerscht, is de speculatieve
handel in effecten, waarbij de kooper
fondsen aanschaft, wier prijs hij niet
betalen kan. Het hem ontbrekende
tonds leent hij. Op een waarde van
11000.00 aan effecten kon men tot aan
den laatsten beursdag toe f 10.000.00
leenen. Deze vorm van crediet heet
prolongatie. Daalt de waarde der ef
fecten, dan moet de geldnemer meerdere
effecten in onderpand deponeeren of
een deel der schuld aflossen. Doet hy
dat niet, dan wordt het onderpand
verkocht. Voor hetgeen de opbrengst
der effecten minder dan de schuld
mocht bedragen, blijft de geldnemer
schuldig aan den geldgever. Een even-
tuëel overschot wordt den geldnemer
uitbetaald. Daarbij doet zich dit zonder
linge feit voor, dat de waarde van alle
effecten eener bepaalde soort eiken dag be
rekend wordt naar den beurskoersook al
wordt er maar 'één stukje van die soort
verhandeld en al wordt dat éine stukje ook
afgestaan voor een prijs, die beneden alle
verhouding afwijkt van de waarde, die dat
effect werkelijk bezit. Maar boveualDe
mogelijkheid van een moedwillig neer
drukken der koersen om met zulke
manoeuvres voordeel te behaleu is
daarbij verre van denkbeeldig. Maar
bovenalde werkelijke waarde van een
effect hangt volgens alle wetenschappe
lijke deskundigen af van den toestand
der onderneming, die het effect uitgeeft.
Effectenhandelaars weten zeer stellig niet,
hoe hoog de werkelijke waarde is van alle
ter beurze verhandelde fondsen. Voor zoo
ver ze zich om die vraag bekommeren,
redeneeriDg een nevenbedoeling gevon
denalles kwaua dadelijk op uit haar
geest, uit het hart. Was het dan het
groote verschil tusschen de vrouwen,
die hij tot dusverre had gekend en het
jonge meisje, dat hem getroffen had?
Waren het het vreemde in haar karakter
haar ietwat ruwe hooghartigheid, haar
levendigheid en tevens die natuurlijke
aanvalligheid, die hem getroffen hadden
Hij had hqt niet kunnen zeggen.
Van het eerste oogenblik vond hij
haar, ofschoon hij haar wantrouwde,
aanvallig. Later had hij begrepen dat
tusschen hem en haar zooveel hinderpalen
waren, dat het dwaasheid zou zijn geweest
er aan te deuken baar te beminnen.
Zij was zijn bloedverwante, zij v^as ver
standig, had zich aan hem toevertrouwd
was alleen op de wereld, zonder bescher
ming. Wie anders dan een ellendeling
zou onder die omstandigheden de oógen
hebben kunuen opheffen tot een jong
meisje Die ellendeling was hijhy
zag zich gedwongen zulks te erkennen.
En bovendien bestond in 'zijn geval het
erustige feit dat hij getrouwd, dus niet
vrij was, en dit had hij Lucie niet gezegd,
zoodat zij op haar hoede zou kunnen
zijq tegen elke toeneming van gevaar.
En toch, trots de ongerustheid die hij
gevoelde nu hij zich verward zag in
zulke ernstige maatschappelijke en zede
lijke verwikkelingen, betreurde hij het
gebeurde niet. Hy laakte het in zieh
zeggen zij maar eenvoudig, dat het
publiek moet weten waarin het zijn
geld wil steken en op welke voor
waarden. Maar zuiver is deze rede
neering niet, want commissionairs en
makelaars, die als tusschenpersoon fun-
geeren, geven advies aan koopers en
verkoopers en kunnen invloed op den
koers ter beurze uitoefenen. Nu wordt
deze beurskoers identiek gelijk gesteld
met de werkelijke waarde der fondsen.
Stellig is deze regel gemakkelijk en
ontslaat zij den beursman van de taak
om redelijke gronden te zoeken voor
de prijsbepaling. Maar dit stelsel is
hoogst gevaarlijk. Dit bleek reeds bij
het stellen van het eerste ultimatum.
Onmiddellijk werden ter beurze effecten
verkocht ver beneden de koersen der
vorige dagen en in een soort van paniek
ontstond er een onbeschrijflijke ver
warring. Alleen zij, dia weten hoe
gering de invloed is, dien wetenschap
pelijk gevormde mannen op de organi
satie der beurswereld uitoetenen, kun
nen een dergelijke ontwrichting vooruit
verwacht hebben. Ook in dit geval
blijkt de organisatie onzer buren over
de oostgrens weer veel beter, waar
schijnlijk tengevolge van de reeds door
dringende werking der hoogere handels
scholen. Wellicht zal over eenige tien
tallen jaren Rotterdams handelsacademie
ten onzent invloed ten goede uitoefenen
zelf dat hij tot omstandigheden kwam,
die hem vreeselijk scheoen en hij kwam
toch niet op de gedachte af te zien vao
de vrouw, die hem bracht in zooveel
moeilijkheid, io zooveel zielelijden. Welk
een ongehoorde invloed had zij dan over
hem gekregen, tiat hy niet in staat was
daar tegen op te treden en zij een on
afscheidelijk deel van zijn leven vormde
Hij was in dergelijke overpeinziogen
verdiept, toeo het opengaan eener deur
achter hem, hem tot de werkelijkheid
terugbracht. Hij wendde het hoofd om
en de gravin ziende, bloosde hy lichten
stond haastig op. Nooit was een man
zedehjkerwij8 gesproken, zoo op heeter-
daad van overspel betrapt als hij thans.
Voor zich zelf was hij in het bijzijn van
zijn medeplichtige, toen zijn vrouw bin
nentrad.
»Wat deedt ge daar Armand, sliept
ge vroeg mevrouw de Fontenay, ietwat
ongerust. »Scheelt u iets?<
»Neen, dank u,< zeide hij, »ik was
wat vroeger thuis gekomen dan anders
en las, Maar gij zelve, lieve Is er
iets? Ge schijnt geroerd en ziet er
niet uit als anders.c
Mina glimlachte droevig en zeide
zacht
»Mijo gemoedrust is siuds eenigen tijd
gestoord, en als ge meer op mij letcet,
Armand, zoudt ge dat reeds vroeger op
gemerkt hebben.c
Hij trad op haar toe en met teederheid
STATEN GENERAAL.
Zaterdagmiddag om 3 uur werd de
vereenigde vergadering gehouden tot
in zijn stem, want het was voor 'I. eerst,
dat zij dus tot hem sprak, zeide hij
»0, Mina, verwijten
Zij verbleekte van smart en spijt, tranen
kwamen op in haar oogen en met bevende
stem, zeide zij
»Wees oprecht, Armand en zeg of ge
die verwijten niet verdient.*
Het hart van den graaf kromp ineen.
Hij gevoelde dat zijn geheim ontdekt
was, hij kon geen oogenblik die onzeker
heid verdragen en stoutmoedig vroeg hij
»Ge verschrikt mij. Wat bedoelt ge
Zij dwong zich zelve tot kalmte en
haar man streng in de oogen ziende,
vroeg zij
Waarom hebt ge mij reeds zes maan
den lang niet van juffrouw Andrimont
gesproken
Armand was op die vraag voorbereid,
hij voelde haar komen. Toch sidderde
hij toen hy Lucie's naam van Mina's
lippen hoorde. Hij leed vreeselijk. Een
koud zweet kwam langs zijn slapen en
bij kon niet antwoorden. Maar zijn
gelaat bleef even kalm. Hij deed een
hevige pogiug tot zeltbeheersching, wel
begtljpende dat hij zich, toonde hij zijn
heftige ontroering, aan de genade zijner
vrouw over gaf en de hand opheffende,
terwijl zijn bleeke lippen zich tot eeu
glimlach plooiden, sprak hy luchtig
»0, betreft het juffrouw Andrimont!*
Wordt vervolgd.)