LUISTE LIEFDE. proclamatie. De Burgemeester Yan Axel No. 38. Zaterdag 15 Augustus 1914 30e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAft, Afkondiging. FEUILLETON. vestigt de aandacht der ingezetenen op de volgende bepalingen der wet van 23 Mei 1899 Staatsblad No. 128. AXELSCI Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Try dagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor Bklgiï 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groot» letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden fr*nm> ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. djhfctAINTlEtiÊ De Burgemeester van AXEL maakt bekend, dat, met het oog op de militaire maatregelen, welke in verband met de bestaaude omstandigheden moeten wor den genomen, de provinciën Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en Gelderland, ten zuiden van de Waal krachtens koninklijk besluit, zijn verklaard in staat van Oorlog met ingang van 11 Augustus 1914. De desbetreffende bepalingen der wet Tan 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128), zooals deze sedert gewijzigd is, zijn, te beginnen met dien dag, toepasselijk. 1 In het bijzonder wordt onder de aandacht gebracht: lo. dat een ieder, die geen gehoor geeft aan den aanroep of het bevel van een schildwacht, zich aan levensge vaar blootstelt 2o. dat het militair gezag aan een ieder heeft verboden, berichten en opmer kingen betreffende militaire maat regelen, hetzy door middel van de Roman van Georgk Ohnst. (Nadruk verboden.) Haar leven ging voorbij naast haar tante dis zij innig lief bad eu verpleegde met zeer veel zorg, want de oude dame leed aan benauwdheden, die haar nicht zeer ongerust maakten. Haaf bedienden hadden zij meegebracht uit Canada. Onder hen bevond zich een oude Indi aan8che vrouw, die Lueie groot had gebracht en die haar, op langzamen toon melancholische liedereu voorzong. Tu8scheu het Parijsche leven en juf frouw Andrimont was een afscheiding, ondoordringbaarder dan de bekende Cni- neesche muur. Zij wist niet wat aan de andere zijde daarvan gebeurde en niets hoe belangrijk ook, zou haar ter oore zijn gekomen. Haar leven ging geregeld voortdage. lijks keerden dezelfde kleinigheden voor haar terug. Om vier uur ging zij met haar tante wandelen in het Boris de Boulogne, naar den kant van le Madrid. Een enkele maal strekte zich deze wan deling nit tot de Acacia laan of het gras veld van Longchamps en kwam zij langs Bagatelle terug. Doch spoedig had zij drukpers, of op andere wyze, bekend te maken. De Burgemeester L. J. DEN HOLLANDER. Axel, 11 Aug. 1914. De kolonel W. L. BROCX, bij Ko ninklijk Besluit van den 18den Novem ber 1912 (Staatsblad no. 349) aange wezen als Territoriale Bevelhebber in het gedeelte van het grondgebied des Rijks, omvattende de Provincie Zee land, alsmede het eiland G o e r e e en O v e r f 1 a k k e e, dit laatste voor zooveel het niet behoort tot het gebied der Stelling van'tHollandsch Diep en het Volkerak, en als zoodanig belast in tijden van Oorlog ot Oorlogsgevaar met de uitoefening van het Militair gezag, bedoeld in de wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128), zooals deze sedert is gewijzigd, heeft zijne functie aanvaard en heelt MID DELBURG als standplaats. Hy vestigt de byzondere aandacht op het volgende a. Een ieder is verplicht gevolg te geven aan den aanroep van een schildwacht of van een patrouille. Wanneer aan den eenmaal herhaalden aanroep geen gevolg wordt gegeven, moet de militair van zijn vuur- of van zijne blanke wapens gebruik maken. genoeg van die waDdeling, die haar eerst aantrok door het rijtuigverkeer en de talrijke toiletten, omdat men teveel naar haar keek, iets wat haar hinderde. Dit half wilde meisje wist niet wat coquet- teeren was en haar vrijmoedigheid in beweging trok nevens haar schoonheid de bewondering. Toen zocht zij minder druk bezochte wegeu, met hun groene vergezichten, lanen van groen, natuurlijke tunnels, waardooi zij als een schim af en toe een ruiter of eeu rijtuig zag. Om zes uur was zij dan thuis eu giug uiet meer uit. Zij las veel en werkte weiaig. Eeu harer grootste liefhebberijen was het werken in haar tuin en haar gelukkigste dagen waren die, waarop Armand haar bezocht. De zomer liep ten einde en de herfst stond voor de deur, waardoor het werken in den tuin dikwijls onmogelijk werd. Op zekeren dag, toen Lueie tegen vier uur zich gereed maakte uit te gaan en de graaf wilde vertrekken, vroeg zij hem haar te willen vergezellen. Een wolk kwam op A rmand's gelaat, dezelfde wolk, die zij daarop had gezien, den dag toen zij hem zoo op een3 haar merrie had aangeboden. Reeds wilde Lueie hem vragen aau haar verzoek niet te voldoen, toen de graaf kalm verklaarde, dat het hem hoogst aangenaam zou zijn, met haar een eindweegs om te wandelen. Toen veranderde haar angst in de grootste vreugde. b. Het is aan een ieder verboden berichten en opmerkingen, be treffende militaire maatregelen, hetzij door middel van de druk pers, of op andere wijze bekend te maken. Middelburg, 11 Augustus 1914. De Territoriale Bevelhebber voornoemd BROCX. Voor afschrift, De Burgemeester van Axel, L. J. DEN HOLLANDER. Artikel 1. Elk gedeelte van het grondgebied des Rijks kan bij Koninklyk Besluit in staat van oorlog oi in staat van beleg worden verklaard lo. wanneer oorlog of oorlogsgevaar ontstaan is. Artikel 7. Het militair gezag, in deze wet bedoeld wordt uitgeoefend door de autoriteiten, daartoe door ons of van Onzentwege door Onzen Minister van Oorlog aange wezen. Artikel 8. In staat van oorlog zijn de artikelen van dit hoofdstuk van toepas*3ing op het Zij sprong op van blijdschap als een kind en vroeg vol geestdrift om haar mooisten hoed eu nieuwen mantel. Doch Armand koelde die onstuimigheid. »Uw hoed en mantel, die gij dagelijks draagt,* zeide hij. »Bovendieu, wij zullen niet de wegen zoeken waar veel menschen loopen. Men behoeft niet over u te bab belen en te Parijs komt men spoedig in »0 riep zij, het is mij onverschillig wat men van mij denkt. Ik ken niemand en niemand kent mij.c »Dat is met mij niet het geval», zeide hij glimlachend, »en 'tis beter dat men ons niet opmerkt.» Reeds opende zij den mond om hem nadere uitleg te vragen, reeds hief zij de oogen Daar hem op, maar zij durfde niet, want zij begreep dat er tusschea baar neet en haar iets, niet in 't reine was. Die indruk verliet haar niet en zij sprak er over met haar tante, wat deze dame zeer verbaasde, want Lucia was anders gewoon bij niemand raad te vragen dan bij zich zelve eu nooit zeide zij »Misschieu moest ik zoo doen», doch steeds: »Ik zal zoo doen.» Toen koo3 mevrouw Mathisen de partij, die Lueiemoest'verhinderen te volhar den in haar wantrouwen: zij keurde de verhouding tusschen haar nicht en den graat af De Fontenay was een te jong te aantrekkelijk man, om te gemeenzaam met hem le worden en misschien zou grondgebied, aangeduid in het besluit, dat den staat van oorlog verklaart. Artikel 9. De besturen van en de ambtenaren in dienst bij provinciën, gemeenten, waterschappen, veenschappen en veen- polder» zijn verplicht aan het militair gezag de inlichtingen te verschaffen, welke van hen verlangd worden en tot het verstrekken waarvan zij in staat zijn. Artikel 10. Door het militair gezag worden, na overleg met het betrokken burgerlijk gezag, zoo noodig, nieuwe politieveror deningen alsmede verordeningen en keuren van waterschappen, veenschap pen en veenpolders, vastgesteld en be staande gewijzigd of geschorst. De daartoe strekkende besluiten zijn van kracht onmiddellijk nadat zij zyn afgekondigd op de wijze, door het mili tair gezag te bepalen en worden aan Gedeputeerde Staten medegedeeld. Artikel 11. Het militair gezag stelt, na overleg met het betrokken burgerlijk gezag, zoo noodig, de maatregelen vast, welke genomen moeten worden om te voorzien in het onderhoud der inwoners en de behoeften der bezetting. Het militair gezag is bevoegd, indien zulks ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde maatregelen noodzakelyk is, elke plaats zelfs tegen den wil van den rechthebbenden, te betrede of van zijnentwege op vertoon van een schrif telijken, daartoe strekkenden algemee- het beter zijn hem te doen verstaan, dat zijn bezoeken wat minder moest worden. Bij die redeneering werd juffrouw An drimont koel en antwoordde niets. Zij begreep het verstandige van dien raad, doch wilde dat niet toegeven. Hoe kon zij van Armand's bezoeken afstand doen Maakte uiet juist zijn bijzijn haar het leven dragelijk? Wat zou van haar worden zonder hem Als hij kwam, werd het vroolijk in huis, ging hij heen, het werd er wederom somber. Hij was onmisbaar en als zij van zijn bijzijn moest afstand doen, was het beter naar Amerika terug te keeren Parijs zonder hem, zou doocbsch, verlaten zijn. Was zij minder onschuldig geweest, Lueie zou bezorgd geweest zijn over haar geestestoestand. Maar dit verstandige meisje was de goede -trouw in persoon en zij vroeg zich niet af of die gehecht heid aau haar neef vriendschap of liefde was. Wat zij wist, was dat zij niet buiten hem kon en zij verklaarde zulks aau mevrouw Mathisen met eeu oprecht heid, die deze goede vrouw deed ontstel len en zij. begreep dat Lueie op dat punt allen voorzichtigen raad, dien zij gaf, in den wind zou slaan. En door overdreven liefde voor dit kiod, uit angst voor tegen spraak eu strijd, liet zij haar, de oogen sluitende, voortgaan op den weg, die haar leidde tot de ernstigste gevaren. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1914 | | pagina 1