LAATSTE LIEFDE.
So. 36,
Zaterdag 8 Augustus 1914.
30e .Janrg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Aan de burgerij van Axel.
FEUILLETON.
Binnenland.
COURANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiön worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrfl dagnamiddag TWEE uren.
De BURGEMEESTER van AXEL
waargenomen hebbende de enkele tee
kenen van ongerustheid onder de be
volking, geeft na overleg met den
Territorialen Bevelhebber in Zeeland
enz. het volgende te kennen
Er bestaat geen enkele reden, hoege
naamd dan ook, tot eenige ongerustheid.
Waar zich nu en dan geruchten voor
doen, wellen die op uit het brein van
zenuwachtige personen, voorzien van
een groot vermogen tot fantasie. Mocht
het ooit voorkomen, dat er op eenigerlei
wijze werkelijk gfevaar voor de bevol
king bestaat, dan zullen noch de Terri
toriale Bevelhebber, noch het Gemeente
bestuur in gebreke blijven de bevolking
te waarschuwen en op zaakkundige
wijze bij te staan.
Een ieder blijve kalm en ga aan zijn
dagelijksche bezigheden. Waar velen
onzer medeburgers, tot bescherming van
de belangen des Vaderlands, hun plaats
in de gelederen hebben ingenomen,
derhalve vele hoofden en handen in
beroepen en bedrijven worden gemist,
is het de plicht van de niet onder-de-
wapenen-geroepenen met verdubbelden
ijver aan het werk te gaan en te blijven.
Op deze wijze toch zullen wij Axelaren
zij het ook langs indirecten weg, op
even waardige wijze, als onze zonen en
broeders, die thans onder de wapenen
staan, het Vaderland dienen en be
schermen.
Voorts worden de handelaars in
levensmiddelen ernstig gewaarschuwd,
zich niet over te geven aan overvraging,
Roman van Gborge Ohnet.
(Nadruk verboden.)
Hij zond een stalmeester naar Parys
om de merrie te halen en pas was die
te Cravant aangekomen, óf hij bereed
haar dagelijks. Hij was zijn leugens
tegen de gravin, die hem had gevraagd
waar hij dat fraaie dier vandaan had,
begonnen, met te zeggen dat hij het op
een verkooping eener pa&rdenstoetery
had gekocht. Waarom had hy de waar
heid verzwegen, hij die den leugen zoo
verfoeide? Waarom had hij Mina Diet
eenvoudig de kennismaking met zijn nicht
verteld? Had hij van zijn vrouw tegen
kanting te vreezen
Wist hij niet dat haar eerste woorden
zouden zijn
»Een nicht van u Breng ze eens
hier.*
Was niet voor haar steeds alles wat
Armand betrof goed geweest En een
gelegenheid te vinden opnieuw te kunnen
toonen aan haar man, hoe gaarne zij hem
behaagde, zou zij daarmee niet gelukkig
zijn geweest
Waarom zweeg Armand dan?
Hij zocht niet naar de redenen van
wat betreft de prijzen voor levensmid
delen ten behoeve van de bevolking
en van de weermacht.
Laten zij toch niet vergeten, dat afge
scheiden nog van het weinig mensch-
lievende gevoel, dat hier tegenover hun
medeburgers zou blyken, zij zich bloot
stellen aam de kans, dat op hun voor
raden beslag gelegd wordt tegen een
prijs te bepalen door civiele en militaire
autoriteiten in gemeenschappelijk over
leg, een en ander volgens de wet van
14 September 1866, (Staatsblad no. 138).
Bij het hiervoren bedoelde onderhoud
heeft de Territoriale Bevelhebber in
Zeeland enz. mij tevens verzocht na
mens Z. H. E. G. zijn waardeering uit
te spreken voor de voorbeeldige houding
van de Axelsche burgerij.
Gaarne voldoe ik aan dat verzoek.
AXEL, 6 Augustus 1914.
De Burgemeester,
L. J. DEN HOLLANDER.
Bovenstaande proclamatie werd na
door den Burgemeester van af de pui
van het stadhuis alhier te zijn voorge
lezen op oranjepapier gedrukt en onder
de ingezetenen verspreid.
Nederland en de oorlog.
Stsbl. no. 346 bevat de wet van den
3den dezer, betreflende het langer in
dienst houden van ingelijfden bij de
militie.
Stsbl. no. 347' bevat de wet van deu
3deu dezer, betreffende het langer in
zijn plotselinge dubbelzinnigheid, maar
meende dat het lastig voor hem was zijn
vrouw met het bestaan van juffrouw
Andrimont in kennis te stellen. Had hij
niet even goed vermeden tegen Lucie
over de gravin te spreken Gean woord
had hij het meisje gezegd, omtrent zijn
maatschappelijken toestand, zij kon zeer
goed meenen, dat hij nog vrijgezel was
hij had niets gezegd, dat haar het tegen
deel kon doen gelooven. In den beginne
had een zekere schaamte hem terugge
houden deze vreemdelinge, wier verleden
hij niet kende, wier zedelijkheid hij nog
wantrouwde, te spreken over de gravin.
Later, toen die twijfel verdwenen was,
toen hij geraakt was onder de bekoriDg
van dit aanvallig schepseltjes, had hij
nog meer het stilzwijgen bewaard. Welke
rol moest hij spelen Welke houding
moest hij aannemen in de toekomst
Hoe kon een man, anders zoo trouwhartig
aldus huichelen
Wanneer dergelijke vragen den graaf
gesteld waren, wanneer hem gevraagd
was een verklaring vau dit raadsel te
geven, zou hij niet geweten hebben wat
te antwoorden. Hij had over niets nage
dacht, hij had Diets met elkaar in verband
gebracht, zich geheel overgegeven aan
zijn natuurlijke neiging en met een od
nadenkendheid, waarover men zich mocht
verwonderen, doch die niettemin on
loochenbaar was, liet hij zich afglijden
langs de helling en sloot de oogen om
dienst houden van dienstplichtigen bij
de landweer.
Stsbl. no. 348 bevat de wet van den
3den dezer, betreffende inly ving van
lotelingen der lichting 1914.
Stsbl. no. 349 bevat de wet van den
3den dezer, betreffende inly ving van
ingeschrevenen voor de lichting der
militie van 1915.
Vrywillige verbintenis.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat tot
een vrijwillige verbintenis voor onbe-
paalden tijd, doch ten minste zoolang
de militie buitengewoon onder de wa
penen wordt gehouden, bij de korpsen
van het leger kunnen worden toegelaten
mannelijke Nederlanders van 17- tot
50-jarigen leeftijd, die overigens aan de
eischen voldoen.
Aan de aldus aangenomenen wordt
bij vooruitbetaling als premie toegekend
een bedrag van 80 (zijnde de som,
die anders genoten wordt door hen, die
zich voor twee jaren verbinden).
Dinsdag 'is verschenen een buiten
gewoon nummer van de Nederlandsche
Staatscourant, bevattende de kennis
geving der Regeering dat de Nederl.
Regeering in den tusschen de met Neder
land bevriende Mogendheden Rusland,
Frankryk en Servië eenerzijds en
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije
anderzijds uitgebroken oorlog volstrekte
onzijdigheid zal in acht nemen en ver
meldt voorts de tot handhaving dier
onzijdigheid vastgestelde bepalingen.
Rijkspostspaarbank.
De regeering heeft bepaald, dat de
niet te zien waar zij heenging.
Wat hij wist, was, dat Lucie aanvallig
was, dat hij sedert veertien dagen een
geluk voelde, sedert lang niet gekend,
bij de gedachte dat hij een eenige plaats
innam in het bestaan van dit aanbidde
lijke meisje. Hij gaf geen bepaalden
vorm aan de onweerstaanbare macht,
die hem tot haar trok. Was het vriend
schap, kon het liefde zijn Hij poogde
niet zich zulks nader te verklaren. Wat
hij wist was dat zij zijn geest bezig hield,
dat zij een plaats vond ii\ zijn hart en
dat geen uut van den dag voorbij ging
zonder dat hij aan haar dacht en zij hem
niet verscheen voor de oogen, bevallig
door haar blonde lokkeD, haar rozenroode
lippen en hemelsblauwe oogen. Eu
wanneer hem toevallig, als hij met een
glimlach op de lippen zat te droomen,
als hij staarde ia 't niet en zijD gedachten
duidelijk elders waren, gevraagd werd,
waarover hij dacht, antwoordde hij ont
wijkend: »aan niets.*
Hij loog dus, elk uur van den dag,
deze man vau eer en hij kon niet langer
laten te liegen.
Hij kwam bijkans op geregelde tijden
te Neuilly, steeds gemeenzamer wordende
met het jonge meisje, meer en meer de
oorspronkelijkheid ontdekkende van dit
bewegelijk karakter, even vatbaar voor
opgetogenheid als neerslachtigheid, van
de innigste vreugde plotseling overgaande
iD de grootste verbittering, met de
termijn van veertien dagen, by artikel
16, eerste lid, der wet op de Rykspost
spaarbank, vastgesteld voor de terug
betaling van op spaarbankboekjes ver
schuldigde gelden, wordt verlengd tot
zes maanden, met dien verstande even
wel, dat binnen den genoemden termyn
van zes maanden op elk spaarbank
boekje desverlangd terugbetalingen zul
len geschieden tot een gezamenlijk be
drag van ten hoogste vijf en twintig
gulden in zeven dagen.
Nieuwe muntbiljetten.
De Ministerraad vergaderde Maandag
tot diep in den nacht. De vergadering
werd geruimen tyd bijgewoond door mr.
Vissering, president der Ned. Bank en
Van Aalst, president der Ned. Handel
maatschappij. Na ernstige overweging
werd besloten tot uitgifte van 25 mil-
lioen gulden nieuw papieren geld, in
biljetten van 5, f 2.50 en 1. De
nieuwe biljetten, gedrukt op zilverbrons
papier, worden uitgegeven en volkomen
gegarandeerd door den Staat der Neder
landen.
Nieuwe Bankbiljetten.
Men meldt uit Amsterdam aan de
N. R. Crt.
De directie van de Nederlandsche
Bank maakt bekend, dat zy in overleg
met de Regeering zal overgaan tot de
uitgifte van tijdelijke nieuwe typen van
bankbiljetten, ten einde op zoo volledig
mogelijke wijze te voorzien in de bui
tengewone vraag naar bankpapier.
De nieuwe typen zullen zijn van de
bekende coupures a 10, 25, 40,
60, 100, 200, 300, en 1000-en
snelheid van een verandering van
tooneel. Geen enkele maal had Lucie
hem gevraagd naar zijn maatschappelijk
leven, naar zijne gewoonten, zijn smaak.
Het scheen dat zij geheel onkundig wilde
blijven van alles wat niet hem persoon
lijk betrof, d. w. z. niets anders wilde
zien dan den edelen, beminnelijken, wel
willenden man, zooals die zich van den
eersten dag aan haar vertoonde. Mis
schien ook wachtte zij af, of hij haar zijn
vertrouwen zou schenkeu en zijn levens
geschiedenis vertellen, zooals zij hem de
hare vertelde. Maar hoe Kon het
mogelijk zijn, dat zij niets van hem wist;
van hem, een zoo bekend man, over wien
men slechts de eerste de beste Parisienne,
die iets van het leven in de groote
wereld wist, behoefde te ondervragen
om dan na vijf minuten tijds te weten,
wie de graaf de Pontenay was, waar
hij wooude, met wie hij gehuwd was,
welke zijn vrienden waren, waar zijn
jachtgrondon lagen, welk het nummer
was van zijn loge in de Opéra en de kleur
van zijn livrei!
En toch was dit werkelijk het geval.
Zij leefde geheel buiten de wereld, kende
niemand te Parijs, had er geen enkelen
vriend en de groote stad, welke zy thans
bewoonde, was voor haar verlatener dan
de prairiën waar de groote kudden
graasden der hoeve, waar zij was geboren.
WordX vervolgd.)