LUISTE LIEFDE/
No. 34.
Zaterdag 1 Augustus 1914.
30e tlaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAA,
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor Belgis 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groet» letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden frmne« ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG.
De N. R. Crt. schrijft
Oostenrijk Hongarije heeft aan Servië
den oorlog verklaard. Zoozeer is de
openbare meening geïnteresseerd bij de
vraag in hoeverre deze beslissing het
behoud van den Europeeschen vrede
in gevaar brengt, dat de aandacht wordt
afgeleid van het verschrikkelijke feit
op zich zelf, dat er een oorlog is uit
gebroken.
Oostenrijk wilde den oorlog. Dat
bleek al uit het ultimatum. Een regee
ring die op zulk een toon spreekt, die
eischen stelt, niet overeen te brengen
met de souvereiniteit van den staat tot
welken zij zich richt, is van te voren
besloten het geschil met de wapenen
te beslechten. „Wij zullen u straffen",
dat was de korte inhoud van Oosten
rjjk's nota.
Maar waarvoor moest Servië dan
worden gestraft? Voor den moord op
Frans Ferdinand Deze is slechts de
aanleiding, niet de oorzaak van den
oorlog. Servië is een nog jongen staat,
die, na een lang tijdperk van binnen-
landsche beroeringen, volwassen is ge
worden. Dat zij volwassen is geworden,
heeft de Servische natie nog de laatste
jaren getoond, door op roemrijke wijze
de vuurproef van twee hachelijke oor
logen te doorstaan. Dat is het, wat
Oostenrijk in den krop steekt. Een sterk
Servië kan de monarchie niet dulden
om de gevolgen, die dat voor haar op
den duur brengen moet.
Roman van George Ohnxt.
Nadruk verboden.)
34)
Zij lachte vroolijk. De tante, die bij
het venster gezeten, zich onledig hield
met een handwerk, hief het hoofd op en
met eenige bewondering, zeide zij
»Ja, mijnheer de graaf, 't is een ver
standig meisje I U had haar eens moeten
sien debatteeren met de mannen der wet
te DorchesterZij praatte even goed als
zij en bovendien had zij een paar advo
caten, die niet iedereen bezithaar
oogen !c
>Tante riep juffrouw Andrimont,
blozende, »moet mijn neef gaan denkeD
dat ik ginder met de advocaten coquet-
teerde Lieve Hemel, dat zou mij niet
veel geholpen hebbenZij zouden op
hun nota geschreven hebben »Wegens
het verduren van knipoogjes van miss
Lucy, zooveel pond sterlingDie
heeren van het gerecht, in Amerika vooral
weten uit alles geld te slaan
Doch genoeg hierover. Ik verteldp
u dat ik paard reed en heb mooie dieren
meegebracht. Wil ik ze u eens laten
zien Zij zullen thans geen dienst meer
do«n, daar niemand mij zal kunnen
De monarchie verkeert door haar
eigenaardige samenstelling in een voort
durende binnenlandsche crisis, doordien
in de landstreken waar de volken door
een wonen, dezen elkander den voor
rang betwisten, en in dien strijd dik
werf het nationaliteitsgevoel het besef
van samenhoorigheid tot het rijk pp den
achtergrond dringt.
Nergens echter brengt deze staat van
zaken de eenheid des rijks ernstiger in
gevaar, dan juist in het Zuid Oosten,
in de deelen die aan Servië grenzen.
Daar is het nationaliteitsgevoel der tal-
looze Serviërs zoo ingeworteld, dat het
centrale gezag hen noch door een ijzeren
bewind, noch door concessies voor de
monarchie heeft kunnen winnen. Ser
viërs zyn zij, Serviërs willen zij blijven.
Servië is groot, sterk en overmoedig
gewordendaardoor kan Oostenrijk-
Hongarije de Groot-Servische beweging
ih het rijk niet de baas worden en
daarom moet Servië nu weer klein ge
maakt worden en vernederd, opdat de
monarchie het gezag zal kunnen be
houden, dat voor haar bestaan onont
beerlijk is. De Oostenryk-Hongaarsche
regeering heeft kennelijk spijt, dat zij
den groei van Servië niet vroeger heeft
gestuit, toen hij nog zoover niet was
gevorderd, dat zij zich het Sandzjak
Nowi-Bazar heeft laten ontgaan en daar
mede den weg naar Saloniki heeft laten
versperren. Zoo schijnt Servië ook te
moeten worden gestraft voor vroegere
fouten van de Oostenrijksche diplo
matie zelf.
De moord op Frans Ferdinand heeft
in alle deelen der monarchie de haat
vergezellen, ten minste als tante. »Tante
wilt u niet met mij gaan paard rijden
Zij barstte in een kinderlijk lachen
uit, bij de gedachten dat die goede me
vrouw Mathisen naast haar zou draven.
De oude dame beknorde haar zacht over
die vraag en nadat Lucie haar omhelsd
had om 't weer goed te maken, geleidde
zij Armaüd naar de goed onderhouden
stallen, waar twee prachtige merries,
met zachte oogen, onverschillig hun hooi
uit de ruiven stonden te trekken. Het
jonge meisje streelde hen, wees op de
hoogte van hun schoften, de fijnheid van
hun beenen en de slankheid van hun
bals in de taal van iemand, die steeds
met dieren heeft omgegaan en er de
waarde van weet te schatten.
Dit is Polly,sprak zij, met haar
blanke vingers over den neus van het
paard strijkende. »Ik kan zeggen dat
ik haar groot gebracht heb. Zij volgt
mij als een hond, maar is niet gemakke
lijk als zij grillen heeft 'tis jammer
dat zij tot niets nut meer is. Neef, doe
mij het genoegen, en neemt gij haar
Armand had dat voorstel niet verwacht;
hij maakte een teeken van tegenwerping
en wist niet wat te zeggen om het jonge
meisje geen leed te doen, zonder haar
aanbod aan te nemen. Lucie bemerktezijn
verlegenheid, sij bloosde en haar wenk
brauwen trokken zich samen. Een hevige
aandoening maakte zich van haar meester
bij de gedachte aan het antwoord dat de
tegen Servië doen oplaaien en ont
vlammen, in haar volken het besef
verlevendigd, dat zy tot een groot en
machtig Keizerrijk behooren, en voor
een beroep op de aanhankelijkheid aan
het vorstenhuis kon de regeering geen
beter oogenblik kiezen dan dit, nu de
zware slag, dat vorstenhuis toegebracht,
den Oostenrijkers heeft doen gevoelen,
hoe groot toch hun liefde voor hun
Keizer is.
Oostenrijk heeft vroeger, huiverig den
Europeeschen vrede door een beslist
optreden te verstoren, zich menig échec
laten welgevallen. Nu zet het door,
onbekommerd om Rusland, den be
schermer van de Slaven op den Balkan
en zijn eeuwenouden tegenstander op
dat schiereiland.
Schijnt dus aan de hoop op localisatie
van den oorlog op dit oogenblik nog
niet alle grond ontnomen, de oorlog
zelf dreigt een vreeselyke guerilla te
ontketenen. Als de Oostenrijksche troe
pen in Servië binnendringen, zullen zij
daar een moeilijken strijd te stryden
hebben. Een stryd niet alleen tegen
een klein doch heldhaftig en geestdriftig
leger, maar ook tegen heel een volk
elk huis zal een vesting, elk mensche-
lijk wezen zal een vyand zyn. Welk
een namelooze ellende zulk een oorlog
brengt, heeft ons de geschiedenis ge
leerd, laatstelijk nog in den Boeren
oorlog. De vrienden van den vrede
hebben dus wel reden tot treuren.
De teerling is geworpen de kans op
bemiddeling verkeken en de offlcieele
graaf haar Zou geven. Zy voelde zich
vernederd, als had hij haar willen doen
begrijpen dat tusscheu hen niets famili
aars kon bestaan zij dacht, dat, zij het
dan ook in beleefden vorm, ook hij de
vooroordeelen zijner familie jegens haar
deelde. Haar hart, dat reeds genegenheid
voor hem voelde, kromp bij die gedachte
ineen, tranen kwamen haar in de oogen
en zij keek den graaf, zoo treurig aan,
dat deze er door ontroerde. Hij gevoelde
dat hij 'tjonge meisje onrechtvaardig leed
zou doen en haar niet den tijd willende
laten nadere uitlegging te vragen, en
meegesleept door een gevoel, dat hij niet
trachtte te onderdrukken, sprak hij
Vergeef mij, waarde nicht, als ik op
'teerste oogenblik door uw vriendelijk
aanbod, een weinig in de war was. Ik
kan niet anders dan gelukkig zijn dit
prachtige dier te bezitten. Ik Deern het
gaarne aau, ofschoon ik vrees u er van
te zullen berooven.
Doch ik zie dat gij mij aangenaam wilt
zijn en ik wil u niet onvriendelijk beje
genen door mij te laten smeeken aan
vaard dus mijn dank en wees verzekerd
dat Polly behandeld zal worden met al
de onderscheiding, die haar toekomt.*
Lucie's gelaat helderde op. Zij slaakte
een zucht van voldoening, stak Armand
vertrouwelijk de hand toe en zeide:
>0, gij doet mij een groot genoegen.*
En dat was zoo. Zij was bekoorlijk.
Zij nam de manen van het dier tusscheu
oorlogsverklaring van Oostenryk-Hon-
garije aan Servië, onderteekend door
graaf Berchtold, verschenen.
De gevreesde slag is niet meer afge
wend kunnen worden, ondanks dat in
bijna geheel Europa met kracht is aan
gedrongen op behoud van den vrede.
De officieele oorlogsverklaring luidt
al* volgt
„Daar Servië de Nota van 23 Juli jl.,
door den Oostenrijkschen gezant te
Belgrado overhandigd, niet op bevre
digende wijze heeft beantwoord, ziet
Oostenrijk-Hongarye zich genoodzaakt
zélf te zorgen voor de handhaving van
zyn rechten en belangen, en de toe
vlucht tot de wapenen te nemen.
Oostenrijk-Hongarye beschouwt zich
derhalve van dit oogenblik af in oorlog
met Servië."
Er verschenen reeds berichten om
trent plaats gehad hebbende vijandelijk
heden de aanval by Mittrowitza is
bevestigd en ook het aanvankelijk door
het Oostenrijksche ministerie tegenge
sproken bericht, dat de Serviërs de
brug over den Donau, tusscheu Belgrado
en Semlin in de lucht zouden hebben
laten vliegen, is juist gebleken. Deze
vijandelijkheden werden weldra door
nieuwe gevolgd. Zoo werd uit Weenen
aan de Vossische Ztg. geseind, dat de
strijd tusschen Servische vrijwilligers
en Oostenrijksche grenstroepen aan de
Drina begonnen is. By vergissing be
schoten de Serviërs hun eigen transport
schepen zij hebben vele doodeu en
gewonden. De mobilisatie van hun leger
neemt snellen voortgang en zal in
enkele dagen" voltooid zijn.
haar vingers en, die zacht streelende,
zeide zij tot het paard
»Je zult het goed hebben Polly, je
zult een goeden meester krijgen
Zij gingen toen in den tuin en Armand
de zon onder ziende gaan achter de groote
boomen, zag dat hij een bezoek veel
langer had gerekt, dan hij gedacht had.
>Bij u, waarde nicht, gaan de uren
zoo spoedig om,* zeide hij, »dat men
gemakkelijk onbescheiden zou worden,
Ik moet thans heen gaan
»Doch niet zonder de belofte terug te
zullen komen
>Wees verzekerd dat gij mij spoedig
weer zult zien.*
Zij geleidde hem tot 't hek en een der
rozen plukkende, die bij den ingang
bloeiden, bood zij hem die aan. Hij nam
de hand, die zij hem toestak en langzaam
zonder dat zij die terugtrok, drukte hij
er een kus op.
Lucie zag hem in het rytuig stappen,
dat hem gebracht had eo toen hij weg
reed, riep zij hem nog toe
>Tot weerziens
»Zeer spoedig!* antwoordde hy.
Een oogenblik later kon hij haar niet
meer zien, ,doch droeg hij de aangename
herinnering aan haar met zich. De week
die daarop volgde dacht hij slechts aan
haar. Hij kon zich ternauwernood be
dwingen haar te schrijven.
(Wordt vervoigd.)