LAATSTE LIEFDE.
So. 33.
Woensdag 20 1014.
30e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. Dl EL E At AN}
Buitenland.
F E U I L L E T O N.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
ALBANIË.
Een telegram uit Durazzo van Vrijdag-
avond meldt voor den hoeveelsten
keer dat de kritieke toestand nu
zijn hoogtepunt bereikt heelt.
Mag men het draadbericht, dat uit
Albanië's hoofdstad naar Weenen ge
zonden is, gelooven, dan zouden de
vertegenwoordigers der mogendheden
alle verdere onderhandelingen met de
opstandelingen hebben afgebroken. Een
en ander naar aanleiding van het door
de rebellen gestelde ultimatumde
vorst er uit of Durazzo wordt verwoest.
Hoewel er ruim 2 d<agen verloopen zijn
sedert dit alarmeerend bericht ons be
reikte, is 't nog niet tot volvoering van
dit dreigement gekomen. Avp.
Uit Durazzo wordt dd. Vrijdagavond
gemeld, dat de Mbret besloten was,
Zaterdag naar Walona te gaan, maar
die reis heeft uitgesteld, 's Avonds
naderden kleine atdeelingen opstande
lingen de verschansingen. Een kwartier
l lang werd met geweervuur geantwoord.
De verdedigers losten ook kanonschoten.
De paniek neemt aldoor toe.
N. R. Crt.
ENGELAND.
Mevr. Pankhurst heeft een geestigen
brief aan den koning geschreven. Uw
Majesteit, zoo schrijft ze o. a., heeft
geweigerd een afvaardiging van de
Sociale en Politieke Vrouwenunie te
ontvangen, maar zekere militante man
nen (Carson en Craig) zijn op het paleis
Roman van George Ohnit.
Nadruk verboden
>Daar is mevrouw Mathisen, de tante
der jufferals gij u tot haar wendt,
zal zij u alle inlichtingen geven.*
Armand naderde mevrouw Mathisen,
die, een vreemdeling ziende, was blijven
«taan met haar geopenden parasol op
haar schouder, en haar rood gelaat onder
haar grijze haren. Toen hij een paar
«chreden van haar verwijderd was, riep
zij, terwijl zij een teeken van verrassing
toonde
»0, mijnheer, u moet de graaf de
Fontenay zijn
»Ja, mevrouw,* antwoordde Armand,
die een glimlach niet kon onderdrukken.
»0, wat zal myn nicht blij zijn Lqcie 1
Lucie 1*
De oude dame liep zoo hard zij kon
naar het huis. Op haar geroep verscheen
een groote grijs-zwarte herdershond, die
een vroolijk geblaf deed hooren en toen
ook Armand naderkwam, hoorde hij ie
mand op bevelenden toon zeggen
»Koest, MichiganJe wilt toch de
meoschen niet opeten en, op 't zelfde
oogenbhk verscheen in de deur Lucie,
geroepen. De vrouwen die hun toe
vlucht hebben genomen tot militante
middelen zijn even verantwoordelijk
en bezadigd. Het kan ook niet meer
gezegd worden, dat Uw Majesteit ons
alleen op advies van uw ministers kan
ontvangen, want naar het schijnt heeft
Uw Majesteit de conferentie geheel op
eigen initiatief bijeengeroepen.
Vrijdag hebben Lady Barclay en mej.
Edith Fitzgerald getracht den koning
te spreken om hem een verzoekschrift
te overhandigen. Toen het hun werd
geweigerd reden zij van 't paleis weg.
Later kwamen zij terug en probeerden
weer binnen te komen. Zij werden
toen naar het politiebureau gebracht
en vervolgens naar den politierechter,
die hen onder borgtocht van 60 gulden
voor goed gedrag losliet.
N. R. Crt.
MEXICO.
Inglesias Calderos, dien Carrauza tot
zyn minister vaD buitenlandsche zaken
heeft bestemd, is uit Washington ver
trokken met een brief van president
Wilson voor Carranza. Volgens de Daily
Tel. verklaart Wilson daarin, dat hij
Carranza's bewind zal erkennen, zonder
rekening te houden met Villa's houding
ten aanzien van dat bewind, indien
Carranza zich bereid verklaart een
algemeene amnestie te verleenen en
het leven en de eigendommen van alle
buitenlanders afdoende te beschermen.
Indien Carranza die twee voorwaarden
aanvaardt, zullen de Ver. Staten hem
bovendien steunen bij 't sluiten van een
groote leening.
die er in haar wit kleedje, blootshoofds,
het haar opgehouden door een schildpad
den speld, eeD glimlach op het gelaat,
bevallig uitzag. Toen Armand, genieten
de van deze liefelijke verschijning, bleef
staan, riep het meisje hem, op de deur
wijzende, toe
»Kom binnen, neef. In uw persoon
krijg ik vandaag bezoek van mijn heele
familie.*
»Mijn Hemel, ja,* zeide de oude
mevrouw Mathisen, achter Armand
staande, »die familie is wel hardvochtig
geweest. Je arme moeder heeft er menige
traan over gelaten en mijn goede broeder
heeft om haar veel geleden
»Tantemompelde Lucie.
»Ja, ik weet het wel. Je wilt alles
vergeten en je hebt gelijk, maar je her
innert je alles niet, zooals ik. Je waart
nog te jong. Maar spreken wij er niet
meer over.*
Zij traden een fraai salon binnen,
behangen met Indische stóffen en waarin
fraaie meubels van allerlei stijl en her
komst. Lucie zette zich neer op een
kleine kanapé en den graaf op een fau
teuil wijzende, zeide zij
»Hét is wel vriendelijk van u mij te
komen bezoekenik ben nu zoo goed
als op orde en geloot wel dat het mij
hier bevallen zal.*
»Is u van plan hier het geheele jaar
door te wonen vroeg Armand.
»Ja het geheele jaar door. Ik heb dit
De gezanten van Brazilië, Argentinië
en Chili hebben een langdurig onder
houd gehad met Wilson. Over wat
daar verhandeld is loopen de lezingen
uiteen. Zoo zegt de Daily Tel. dat de
3 bovengenoemde republieken zullen
weigeren Carranza te erkennen, wegens
de houding, die hij tegenover hun be-
middelingsarbeid heeft aangenomen.
Aan de Frankf. Ztg. wordt daaren
tegen geseind dat zij hun erkenning
afhankelijk maken van de vraag of
Carranza volledige amnestie wil toe
staan. Maatregelen van politieke weer
wraak zijnerzijds tegen politieke tegen
standers zullen zij beantwoorden met
hem niet te erkennen. Avp.
Dreigende oorlog tusschen Oostenryk-
Hongarye en Servië.
Nog maar altyd houdt de vorsten
moord te Serajewo de gemoederen
gaande en verlangt Oostenrijk-Hongarije
strengere maatregelen bij het onderzoek
naar medeplichtigen bij den dubbelen
moord. En dit niet alleen, maar ook
wil de Oostenryksche regeering, dat de
vijandige strooming onder een deel der
Servische bevolking tegenover de Oosten
rijkers den kop wordt ingedrukt. Dit
nu is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Maar om aan dien eisch kracht by te
zetten, heeft de Oostenrijksch-Hongaar-
sche gezant Donderdagavond om 6 uur
aan de Servische regeering een strenge
nota overhandigd.
Het bleek hiermede meenens te zijn,
want nog vóór 25 Juli om 6 uur 's avonds
werd antwoord ingewacht.
In die nota wijst de Oostenryksch-
gedeelte van Parijs gekozeD, omdat het
hier groen en frisch is. Gij moet weten
dat ik altijd in de groote vlakten gewoond
heb, ajin de oevers der meeren en nooit
was opgesloten in de muffe straten der
stad. Mijn vader had een landgoed aan
den oever van de St. Laurence rivier.
Tot myn twintigste jaar ben ik in vrij
heid groot gebracht, als een wild
De overgang van mijn groote vlakten
naar een woning zonder licht en lucht
zou mij te sterk geweest zijn.
Nu zal ik tenminste eenige ruimte om
mij hebben en niet te dicht buren in de
nabijheid. Als ik wandelen wil, ben ik
hier dicht bij het bosch, dat prachtig is.
Ik heb altijd veel paard gereden. Mis
schien zal ik dat weder beginnen, als
het hier tenminste niet te dwaas is een
jong meisje alleen als amazone te zien.
Armand zeide niets op die opmerking
maar blijkbaar stond zijn gelaat zeer
ernstig, want Lucie schaterde het uit
van lachen en hernam na een oogenblik
»Is 't niet, 'tzou te dwaas zijn? Ik
moet mij wennen aan uw Fransche ge
woouten, die niet in alles overeenstem
men met onze Amerikaansche. Maar
met een weinig goeden wil en eenigen
raad, zal ik er wel. komen.*
»En dien raad, aangenomen dat gij
dien behoeven zult, wie zal u dien moeten
geven vroeg Armand.
Zij keek hem aan en antwoordde kalm
Hongaarsche regeering op de oorzaken
en gevolgen van den moord op 28 Juni.
Zij vindt, dat de uitkonfsten van het
onderzoek niet langer veroorloven een
houding van afwachtende lankmoedig
heid aan te nemen, die sedert jaren is
bewaard ten aanzien van intriges.
In verband daarmede ziet de regee
ring zich genoodzaakt van de Servische
regeering de officieele verzekering te
verlangen, dat zij de tegen Oostenrijk-
Hongarije gerichte propaganda veroor
deelt en dat de Servische regeering zich
verbindt de misdadige terroristische
propaganda met alle middelen te onder
drukken.
Voorts eischt de nota o. m. dat de
officieren en ambtenaren, die zich
schuldig maakten aan propaganda tegen
O. H., worden verwijderd en ophelde
ringen aangaande uitlatingen van hoog
geplaatste Servische ambtenaren over
de moorden.
In de nota is ook woord voor woord
opgegeven, welke verklaring de Ser
vische regeering in haar officieel orgaan
moest laten drukken en den volke
bekend maken.
In de verschillende landen werd
natuurlijk met spanning het antwoord
afgewacht. De een beschouwde het
als een ultimatum, een ander weer dacht,
dat men er die beteekenis niet aan
moest hechten. De een raadde Servië
in het antwoord de gelegenheid aan te
grypen om van haar vriendelijke ver
houding tot Oostenrijk-Hongarije te
doen blijken, een ander weer vond een
voldoen aan de gestelde eischen voor
Servië onwaardig.
»Natuurlijk gij, als u die goedheid wilt
hebben voor een arm, onwetend meisje.*
Hij was verbaasd over de vrijmoedig
heid van dit antwoord, dat hij zelf had
uitgelokt. Zorgvuldig nam hij Lucie's
gelaat op, om te zien of hij daarop ook
haar geheimste gedachten kon lezen.
Had hij te doen met een oprecht, een
voudig kind ot met een volleerde coquet
te Doch haar voorhoofd, haar zachte
oogen, die glimlach om haar mond waren
bewijzen genoeg voor haar kinderlijke
onschuld. Ongeduldig wachtte zij zijn
antwoord. Zij scheen er zeker van, dat
hy haar niet zou kunnen weigeren, wat
zij hem zoo vertrobwvol vroeg. Zij toonde
zich teleurgesteld en een wolk kwam op
haar gelaat, toen hij antwoordde:
»De keuze, die u doet, door op mij
het oog te slaan, is niet de beste.
Gij hebt te Parijs nog andere bloedver
wanten, die u even na ziju ais ik, en
wier leeftijd meer het recht geeft op een
zedelijk overwicht, dan de mijne.*
Haastig viel zij hem in de rede, met
streng gelaat, een ruwheid in haar stem
die hij daarin niet dacht gevonden te
zullen hebben, en waarin plotseling de
woestheid der Amerikaansche begrippen
uitkwam.
»Spreek mij niet over hen,* zeide zij,
»ik wil hen niet kennen. Zijn zijn tijd-
genooten mijner moeder, degenen, die
zich zoo hardvochtig tegenover haat ge
droegen.