LAATSTE LIEFDE.
Zaterdag 25 1914.
30°
Nieuws- eii Advertentieblad
voor Zeeuwseh- Vlaanderen.
F. 1)1 FL FM AN,
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGE VER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
AXEL, 24 Juli 1914.
Zooals onze lezers wel zullen weten
(aldus lezen we in het Z. Landb. blad),
maakt de Vrije dijk, die geheel in België
ligt, de grens uit tusschen de gemeenten
IJzendijke, Biervliet en Philippine aan
de Nederlandsche zijde, Waterland,
Oudeman, Watervliet en Bouchaute aan
de zijde van België. Over het Neder-
landsch grondgebied ten zuiden van
den Braakman bestaat geen verbindings
weg tusschen IJzendijke, Biervliet en
Philippine, zoodat men, om van beide
eerstgenoemde gemeenten naar Philip
pine te komen, gebruik moet maken
van wegen, die in België zijn gelegen
en zich daarbij, zoowel van Philippine
naar Biervliet en IJzendijke als omge
keerd te onderwerpen heeft aan de
voorschriften en formaliteiten van het
douane-onderzoek, dat hoe gemakkelijk
men het ook maken wil, aan bepaalde
uren is gebonden en feitelijk eene onge
rijmdheid blijft, nu er mogelijkheid
bestaat een weg te leggen, die twee
deelen van Nederland over Nederlandsch
grondgebied verbinden kan.
Reeds meermalen is van verschiilende
zijden op dezen allertreurigsten toestand
gewezen, maar tevergeefs in Den Haag
is men met Zeeuwsch-Vlaanderen nage
noeg niet bekend, dan wanneer de
gelegenheid zich aanbiedt hieringedykte
polders te verkoopen, waarvan de op
brengst in de bodemlooze staatsschatkist
vloeit, zonder dat de verkeersbelangen,
die door dat indijken zeer geschaad
z(jn, eenige noemenswaardige vergoe
ding ontvingen.
Roman van George Ohnet.
(Nadruk verboden
Zij verzette er zich niet tegen en stak
hem vertrouwelijk haar hand toe. Hij
drukte die: zij beefde van zenuwachtig
heid en deze eerste aanraking met het
jonge meisje deed bij hem een vreemd
gevoel ontstaan. Hij zeide geen woord
meer en ging heen. Een halt uur later
was juffrouw Andrimont in 't bezit i
het miniatuur-portret en verliet zij het
kantoor van den notaris Bernard Pellier
hem dankende voor de welwillendheid,
waarmede hij zich ter harer beschikking
had gesteld. Toen deze verklaarde dat
hij steeds gelukkig zou zijn een dienst
te kunnen bewijzen aan een verwante
van den graaf de Foutenay, nam Lucie
zonder verder iets te zeggen, afscheid
van hem.
Armand leidde haar naar haar rijtuig
en vroeg toestemming haar te mogen
bezoeken. Zij vertelde hem toen dat zij
nog enkele dagen op gemeubelde kamers
woonde, maar dat zij hem door mijnheer
Bernard Pellier haar adres zou doen toe
komen, als zij zich voor goed zou hebben
De graaf drong toen niet
In den laatsten tijd zijn er in de
afdeelingen Oostburg, Axel en Hulst
van de Zeedwsche Landbouwmaat
schappij stemmen opgegaan om de beide
deelen van Zeeuwsch Vlaanderen, die
eerlang door een tramweg zullen ver
bonden worden, ook door middel van
een verharden rijweg met elkander in
gemeenschap te brengen en daarin
vonden de besturen van genoemde af
deelingen aanleiding om den 25sten Juni
afgevaardigden te zenden naar eene
vergadering te Middeiburg, waar deze
den heer Van Dixhoom, voorzitter van
de afdeeling Axel tot voorzitter, den
heer D. J. Dees van Ter Neuzen tot
secretaris benoemden van een voor-
loopig comité, dat tot opdracht had
pogingen aan te wenden teneinde de
hooger bedoelde verbinding in het leven
te roepen. Deze vergadering werd ook
bijgewoond door aen heer Van Niftrik
te Vlissingen, lid van Gedeputeerde
Staten.
Op deze vergadering werd o. m. be
sloten een tweede vergadering te be
leggen te Middelburg en -tot bijwoning
daarvan uit te noodigen, de heeren
Fruytier en Jhr. De Muralt, vertegen
woordigers van Zeeuwsch-Vlaanderen
in de Tweede Kamer der Staten Gene
raal, de burgemeesters van alle gemeen
ten in Zeeuwsch-Vlaanderen, de heeren
Van Rompu en Van Niftiik, leden van
Gedeputeerde Staten van Zeeland, de
afgevaardigden van de drie hooger ge
noemde afdeelingen qn het Dagelijksch
Bestuur der Zeeuwsche Landbouwmaat-
schappij, die allen behalve de heeren
Fruytier, Van Rompu en de burge-
verder aan, drukte bet jonge meisje tot
afscheid de hand en verwijderde zich.
Doch de toestand scheen hem niet in
orde, hij vermoedde dat er iets in het
leven van juffrouw Andrimont niet in
den haak was en was er voor zich zelf
ontevreden over.
Hij was het verdere deel van den dag
boos op zich zelf, keerde dien zelfden
avond naar Crav^nt terug en vertelde
niet aan zijn vrouw wat er gebeurd was.
Bfgreep hij dat het onmogelijk zou zijn
betrekkingen tusschen zijn kennissen en
juffrouw Andrimont aan te knoopen, of
voorzag hij misschien dat het op een
gegeven oogenblik blijken zou goed te
zijn, dat Lucie's bestaan niet bekend
was aan Mina Hij zou het niet hebben
kunnen zeggen, maar door niets te ver
tellen, hechtte hij toch aan deze gedachten.
Aan den eenep kant vreesde hij, dat dé
jonge Amerikaansche een avonturierster
was, aan den anderen kant vond hij die
avonturierster aanbiddelijk en onwille
keurig noemde hij haar naam niet aan
zijn vrouw.
Di ie weken gingen voorbij zonder dat
hij iets van zijn nicht hoorde. Na enkele
dagen slecht geluimd te zijn geweest,
keerde zijn vroolijk humeur weer terug
en hij dacht nog slechts zelden aan de
schoone blondine, /net wie hij een zoo
aangenaam uur had doorgebracht bij den
notaris, toen hij op zekeren ochtend over
de post, onder enveloppe, eeu kaart
meesters van Zaamslag, Clinge, Stoppel
dijk en Hontenisse, die tot hun leedwezen
verhinderd waren hier tegenwoordig te
zijn, aan de oproeping gehoor hadden
gegeven. De vergadering werd geleid
door den heer Van Dixhoorn, het secre
tariaat werd waargenomen door den
heer Dees.
Gewezen werd op verschillende ge
legenheden om beide deelen te ver
binden; er zou een rijweg kirnnen gelegd
worden langs den ontworpen tramweg
de rijweg zou kunnen gelegd worden
op eenig ander Nederlandsch terrein
zonder zich naast den tramweg te be-,
vindenmen zou ook kunnen gebruik
maken van eene waarschijnlijke inpol
dering om eene rechtstreeksche ver
binding van den Clarapolder over de
Groote Stelle en den Nieuwenpolder
naar Philippine te bekomen. Na den
toestand uitvoerig geschetst te hebben,
verzocht de voorzitter den heer Dees
het genotuleerde der vorige vergadering
voor te lezen en meende vervolgens,
dat het de taak dezer vergadering zou
zijn uit te maken, wat men eigenlijk
verlangt en tevens eene commissie aan
te wijzen, die dit verlangen te behoor
lijker plaatse zou ter kennisse brengen.
Na eenige bespreking kwam men tot
het resultaat, dat die verbinding geen
gemeentebelang maar uitsluitend een
provinciaal en een rijksbelang is, waarom
het voorstel van den heer Van Niftrik,
om door de verschillende gemeenten
eene som gelds bij elkander te brengen
en daarna de verdere ondersteuning
van Provincie en Rijk, te vragen, geen
bijval vond zelfs niet bij de burgemeesters
ontving, waarop stond: »Van mijnheer
Bernard Pellier aan den graaf de Fonte-
nay" en waarop verder gegraveerd stond
»Mejuffrouw Andrimont, Avenue Maillot,
10, Neuilly". In een oogenblik kwam
zijn gril, haar te zien, weer boven en
een zonderlinge haast Lucie weder te
ontmoeten, bezielde hem eensklaps.
Hij was zelf ontevreden daarover en
trachtte die dwaasheid van zich te zetten.
Hij redeneerde in zich zelf en bracht
zich de moeilijkheden onder het oog
waarin verdere ontmoetingen met de
schoone vreemdelinge hem zouden kunnen
brengen, want had hij, zooals hij dadelijk
had gedacht, met een avonturierster te
doen, dan zou die toestand hoogst lastig
worden. Waar zou het einde zijn als hij
zich liet betooveren door Lucie en hij
gevoelde dat dit zou kunnen gebeuren
wat zouden de gevolgen zijn van een
dergelijke verstandhouding? Of hij zou
dadelijk alle verdere betrekking met haar
moeten afbreken, maar waartoe die dan
te beginnen En als juffrouw Andrimont
zooals hij hoopte, een meisje was, dat
zich overal kon vertooneu, al was zij dan
misschien ietwat exentriek, zou dan een
toenadering geen aauleidingkunnengeven
tot allerlei moeilijkheden Was haar
deugd twijfelachtig, dan was zij gevaar
lijk, was zij werkelijk deugdzaam, hoe
veel gevaarlijker was zij dan niet 1
Hij zeide dit alles tot zich zelf, terwijl
hij tusschen de welriekende bloemen op
der naast betrokken gemeenten terwyl
daarentegen het voorstel van den heer
De Muralt om by Provincie en Rijk
aan te dringen op verwezenlijking van
eene rechtstreeksche verbinding alge-
meene instemming vond. Werd door
de samen te stellen Commissie daarom
trent een verzoekschrift ingezonden aan
de hooge Regeering en het Provinciaal
bestuur, dan kon z. i. daarvan mede-
deeling geschieden aan de Staten van
Zeeland en aan de leden van de beide
Kamers der Staten Generaal om hun
medewerking te verzoeken tot het be
reiken van het groote doel.
Aan zoodanig adres zou ook adhaesie
kunnen worden betuigd door alle ge
meente- en polderbesturen in geheel
Zeeuwsch Vlaanderen.
Bij het bespreken van den weg, dien
men te volgen had werd het voorstel
aangenomen van den heer Vorsterman
van Oyen om te vragen een verharde
verbindingsweg tusschen een punt in
het voormalig IVe en een in het voor
malig Ve district zoodanig dat de geheele
weg loopt over Nederlandsch grondge
bied, waardoor men verder met de
douanen geen uitstaans meer zou hebben
bij het vervoer van het eene naar het
andere deel van Zeeuwsch-Vlaanderen.
Deze verbinding dient zoo spoedig
mogelijk tot stand te komendaarbij
mocht in geen geval gewacht worden
op de inpoldering van een gedeelte
van den Braakman, omdat deze wel
in besprek is maar naar de meening
van eenige sprekers nog in geene jaren
zal plaats hebben indien bij de onder
handelingen daaromtrent met België de
het terras van het kasteel de Cravant
liep, gekoesterd door de zonnestralen.
Hij zag duidelijk alle moeilijkheden,
alle gevaren, die voor hem uit een
nadere kennismaking met deze aanbid
delijke schoone zouden kunnen geboren
worden.
Hij voelde zich het hart bonzeu, wat
hem bewees hoe ver hij reeds gegaan was.
Hij zeide tot zich zelf dat hij dwaas zou
zijn verder te gaan dat niets hem dwong
tot overtollige beleefdheid tegenover een
bloedverwante, die zooveel jaren voor
hem een onbekende was geweest. Hij
erkende zelf, dat, als hij haar te Neuilly
ging bezoeken, dit alleen zou voortsprui
ten uit eeri laakbaar verlangen haar weer
te zien. Hij was voor zich zelf heel
verstandig, maar trots al zijn verstandige
redeneeringen, gedroeg hij zich als een
gek.
Het was vier uur, toen zijn rijtuig stil
hield voor het hek van een tuin, waarin
men, tusschen de boomen door, een aardig
huis zag staan. Hij belde en een oogen-
blik later werd hem het hek geopend
door een tuinman, die bezig was geweest
een rozenstruik op te binden. Toen de
graaf vroeg, of juffrouw Andrimont thuis
was en ot hij haar zou kunnen spreken,
wees de tuinman hem op een oude, ge
zette dame, die om een Eogelsch aange
legd park wandelde.
(Wordt vervolgd.)