MITSTE LIEEDE.
\o 28.
Zaterdag 11 Juli 1914.
30' Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAft,
Buitenland.
FEUILLETON.
COURANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor Belgis 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITG EVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatang 3/2 maal.
Advertentiën worden franeo ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
ALBANIÈ.
De Petit Parisien heeft Essad pasja
geïoterviewd.
VraagWat denkt ge van den toe
stand in Albanië?
Antwoord: Die kan zeker beter zijn,
maar ik ben overtuigd, dat mijn land
met bescherming en hulp der groote
mogendheden erin zal slagen uit de
huidige moeilijkheden te raken. Zijn
ontwikkeling zou dan krachtig kunnen
zjjn.
VraagGelooft gij niet dat de zaak
van den prins van Wied verloren is
AntwoordGeheel en al verloren.
De prins heeft geen enkele der kwali
teiten getoond, die een leider hebben
moet. Zijn besluiteloosheid, de onhan
dige maatregelen, die hij ten opzichte
van den een zoowel als den ander ge
nomen heeft, hebben hem een impopu
lariteit bezorgd, die hem op een goeden
dag zal noodzaken te vluchten of afstand
te doen.
VraagWie zou hem kunnen op
volgen, zoudt gij dat zelf niet kunnen
Antwoord Laat ons niet over mij
spreken, nooit heb ik naar zulke waar
digheid gestreefd of erover gedacht.
Ik heb siechts één ding gewild, mijn
land te dienen. Ik heb mijn leven en
al mijn goederen ter beschikking van
mijn land gesteld en ge weet op welke
wijze de Mbret mij beloond heeft. Ge
vraagt mij wie thans de kroon zou
kunnen krijgen. Wees overtuigd, en
hier glimlachte Essad pasja eenigszins
Roman van Gbougb Ohnbt.
(Nadruk verboden.)
IV.
Het was voor ongeveer zes maanden,
op zekeren ochtend in October, dat graaf
Armand, toen toevende op het kasteel
de Cravant, alvorens met zijn gasten op
de jacht te gaan, zijn brievenzak opende
en daarin een groote enveloppe vond met
het hoofdBernard Pellier, notaris te
Parijs. Die brief trok zijn aandacht en
een ander van minder belang, terzijde
leggende, opende hij hem en las met
verbazing het volgende»Mijnheer en
waarde cliënt 1 Ik heb een bezoek
gehad van een uwer bloedverwanten,
die gekomen is uit de Engelsche koloniën,
mejuffrouw Lucie Andrimont, die u niet
kent en u een verzoek heeft te doen.
Wees zoo goed, zoodra u te Parijs komt
leven bij mij aan te komen en mij een
dag van tevoren uw komst te melden,
opdat ik mejuffrouw Andrimont kan
verzoeken ook ten mynent te zijn: het
Izal, u niet onaangenaam zijn kennis met
haar te maken Ontvang, mijnheer en
waarde cliënt de verzekering mijner hoog-
I achting. Bernard Pellier.*
sarcastisch, wees overtuigd, dat het niet
aan liefhebbers ontbreekt en dat de
groote mogendheden geen moeite zullen
hebben om een candidaat te vinden,
die alle kwaliteiten bezit.
Vraag Maar als de groote mogend
heden u de candidatuur eens aan
boden
Antwoord: Ik herhaal, ik ben geen
candidaat en ik hecht slechts aan één
ding, zooveel mogelijk bijdragen tot het
'geluk van mijn land.
Vraag: Heett uw reis in Frankrijk
een diplomatiek doel
Antwoord Neen, geen diplomatiek
doel, maar ik ben uit myn land ver
bannen en zoo ga ik hier en daar rond,
in Italië, Zwitserland, thans in Frankrijk.
Ik ben vol bewondering over Parijs.
Tot besluit zeide Essad pasjaIk
heb vernomen, dat er een Fransche
familie in Albanië op domeinen, die mij
toebehooren, gevangen genomen is door
degenen, die men de opstandelingen
noemt. Stel hun familie gerust, men
zal hen zeker geen kwaaddoen. Mijn
dienaren kennen te goed mijn bevelen,
aan geen enkelen vreemdeling en vooral
aan geen enkelen Franschman kwaad
te doen. N. R. Crt.
DUITSCHLAND.
Een korporaal, Julian Hesse, van het
53ste regiment infanterie, heeft te Metz
voor den krijgsraad gestaan, omdat hij
drie Duitsche toeristen, die zeiden dat
zij geen Fransch wilden spreken, in
een herberg had lastig gevallen en hun
Merde la Prusse en Chieus prussiens 1
had toegeroepen.
Na lezing van dien brief bleef de graaf
een oogenblik in gedachten verzonken.
Lucie Andrimont: hij herinnerde zich
niet, dien naam meer te hebben gehoord.
Zijn bloedverwante?
Van den kant zijner vrouw zeker,
want hij herinnerde zich niet dat ooit
een Andrimont. Maar op eens sprong
hij op, trok de wenkbrauwen samen en
verfrommelde den brief van den notaris.
Als was de sluier voor zijn gedachten
op eens gescheurd, had hij zich 't volgend
oogenblik alles herinnerd. Die herinne
ring knoopte zich vast aan een feit,
waardoor indertijd zija kinderlijke ver
beelding zeer werd getroffen.
Hij was ongeveer twaalf jaar oud toea
zijn vader hem op den eersten Januari
had meegenomen om zijn grootvader van
moederszijde geluk te weuschen bij de
intrede van het nieuwe jaar. Die groot
vader was de markies de Pont-Groix,
een vurig légitimist, ter nauwernood
ontsnapt aan den moord van de Pénis
sière en die gehecht was gebleven aan
de oude feodale traditiën.
Het was een krachtige grijsaard, met ver
wilderd wit haar, die nog het kruis vaa
Saint Louis aan een lint op zijn jas droeg.
Hij boezemde den knaap een eerbiedige
vrees in. Hij had de gewoonte hem ruw
te paard te zetten op zijn knokkige
beenen en hem dan te omhelzen, waar
bij hij henv altijd stak met zijn stekeligen
baard, en daarmede zijn kleinzoon
De man is tot vier maanden gevan
genisstraf veroordeeld. In het vonnis
verklaarde de krijgsraad dat de korpo
raal niet den trots bezat dien een
Pruisisch soldaat moet hebben en dat
het gelukkig in de macht van het leger
was, om dergelijke elementen met hei
melijke Franschgezinde neigingen te
bestrijden en uit te roeien.
Duitsche bladen melden dat een
luitenant van het 152ste reg. Fransche
infanterie met 60 man in deD Boven-
Elzas de Duitsche grens overgetrokken
is tot aan den voet van den Honeck,
waar men het geheele Munsterdal kan
overzien. Daar hield hij voor zyn man
schappen een lange instructie. Onge-
hiuderd is hij vervolgens naar Frank
rijk teruggekeerd. De militaire over
heid heeft naar het gebeurde een onder
zoek ingesteld. N. R. Crt.
ENGELAND.
Naar het heet, hebben de Oranje
mannen in Ulster de volgende list ge
bruikt om de pas gelande munitie binnen
te smokkelen Zij brachten geruchten
in omloop, volgens welke tien heeren
van goeden huize zich als kolensjouwers
verkleed naar de kolenhaven van Belfast
hadden begeven, om haar munitie in
een auto te laden. Terwijl de politie
aan die haven een onderzoek instelde,
werd de munitie elders vlak voor den
neus van de commandanten van vier
torpedojagers aan wal gebracht.
Toen de Koning, de Koningin en hun
dochter Maandagavond uit Londen naar
Holyrood vertrokken, wierp een hyste-
onwillekeurig van zich vervreemdde.
Op dien eersten Januari, zat de graaf
de FunteDay in de kamer van zijn schoon
vader en Armand, Da den gewonen rijtoer
op de beenige knieën en met de omhel
zing met den stoppeligen baard te heb
ben ondergaan, zat in een album te
bladeren, toen hij tusschen twee bladen
een dun blaadje ivoor vond, waarop een
miniatuur-portret was geschilderd. Het
was het portret eener jonge vrouw met
eeu schoon gelaat, dat nochtans een
lijdende uitdrukking had. Zij was heel
eenvoudig in een japon van donkere
kleur gekleed. Aan den achterkant van
het blaadje waren deze woorden geschre»
ven »Aan mijn vader, dien ik trots alles
zoo teer beminde. Laurence.*
Armand had het portret in de hoogte
gestoken, om het te laten zien; eD uitge
roepen
*0! tante! wat lijkt zij sprekend
Bij die woorden, was de grijsaard doods
bleek geworden zijn gelaat had een
dreigende uitdrukking aangenomen en
hij had het kind ^ïet portret uit de handen
gerukt.
De graaf de Fontenay had onrustig
toegekeken en de markies mompelde
somber
»Weer word ik aan die ongelukkige
herinnerd. Kan ik haar danuietvergeten.*
Da graaf trachtte zijn schoonvader kal
mer en toegevender te stemmen, maar
deze had geroepen
rische stemrechtvrouw een papieren
prop en ettelijke vliegende blaadjes naar
den Koning. De politie nam haar in
hechtenis.
Yvette Guilbert heeft zich bij de be
weging voor het vrouwenkiesrecht aan
gesloten. Dinsdagavond zou zy in een
groote vergadering te Londen het woord
voeren en bij die gelegenheid ook een
.eeuwen oud" lied ten gehoore brengen.
N. R. Crt.
FRANKRIJK.
Niet met een torpedojager, maar met
den onderzeeër Circé is de Calypso in
aanvaring geweest. Twee man van den
onderzeeër zijn omgekomen.
N. R. Crt.
OOSTENRIJK-HONGARIJE.
De Weenscha correspondent van de
N. R. Crt. schrijft
Zooals men mij op de Baliplatz zei,
is er geen gevaar van oorlog met Serviö.
Ik dacht als het tegendeel waar is, dan
zou men het my toch niet zeggen.
Maar nu komt de officieuze Budapasti
Hirlap die tijding bevestigen. Dit blad
schryft
Er bestaat geen reden om bang voor
een oorlog te zijn, aangezien de Ser
vische regeering, voor zoover tot heden
is gebleken, niet medeplichtig aan den
aanslag is.
Wel bestaan er aanwijzingen, dat de
draden der samenzwering naar Belgrado
leiden, maar men moet eerst het resul
taat van het onderzoek afwachten en
dan kan met een wisseling van diploma
tieke stukken tusschen Weenen en
Belgrado begonnen worden. Maar ook
dit zal in diplomatieken vorm geschieden
zonder eenig wapengekletter. Dit is
ook niet noodig. Niemand wenscht een
oorlogszuchtig verloop vau zaken. De
monarchie is sterk genoeg om zonder
oorlog haar prestige te handhaven.
»Neen Dat men mij nooit meer van
haar spreke. Nooit meerZij is mij
ongehoorzaam geweest, zij heeft mij be-
leedigd.Ik heb haar uit mijn hart
verbannen. Ik ken haar niet meer
Toen was de grijsaard, uitgeput door
die uiting van woede in zyn fauteuil
gezonken en in tranen uitgebarsten. Een
diepa stilte was ontstaan, alleen gestoord
door het snikken van den oude. De
graaf keek met somber gelaat den kleinen
Armand aan, die, geroerd door de smart,
waarvan hij de oorzaak niet kende en
de bitterheid niet begreep, ook bijna in
tranen uitbarstte.
Eenige oogenblikken later had de
markies zich weder beheerscht en toen
zijn schoonzoon hem de hand drukte en
trachtte hem eenige woorden van troost
toe te spreken, was hij hem in de rede
gevallen met deze woorden
Het helpt niets!.*
Toen had hij hen beiden zwijgend
uitgeleide gedaan tot de vestibule, daar
zijn kleinzoon nogmaals zijn baard laten
voelen en was vervolgens naar zyn kamer
teruggekeerd.
(Warcft vervolgd.)