LAATSTE LIEFDE. No. 27. Woensdag 8 Juli 1914. 30e 4aarg< Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIFXEMAft, Buitenland. FEUILLETON. D't blad verschijnt eiken Dinsdasr- en Vrijdagavond. ABONNEMENT SP RIJ S: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Gent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. ENGELAND. Joseph Chamberlain is aan hartver lamming gestorven. Maandag was hij als gewoonlijk uitgereden, Dinsdag werd hij ziek, Woensdag bleef hij.den heelen dag in bed en Donderdagavond om kwart over tienen gaf hij in tegen woordigheid van al de leden van zijn familie in zijn huis te Londen den geest. Zyn zoon Austen Chanjberlain zal zijn mandaat als lid van het Lagerhuis in Oost-Worcesthire neerleggen en zich candidaat stellen in West-Birmingham, het district dat zijn vader 38 jaren lang vertegenwoordigd heeft. Men verwacht, dat alleen de socialisten een candidaat tegenover hem zullen stellen. Alle bladen wijden aan Chamberlain uitvoerige levensoverzichten en warm- gestelde hoofdartikelen. Natuurlijk zijn de conservatieve het uitbundigstzoo de Morning Post, die hem den grootsten EDgelschman sinds Pitt noemtdoch ook de liberale pers herdenkt hem als een groot Engelscbman. Gelijk het liberale weekblad Nation het uitdrukt Heden betreurt elk der beide hoofd- deelen der politieke wereld zijn eigen Chamberlain, 's Mans overgaan van het uiterste radicalisme tot het imperia listisch conservatisme beslaat in alle beschouwingen een breede plaats.. Ook de liberalen betwijfelen zijn oprechtheid niet, ofschoon zy niet nalaten strijdige uitspraken uit de eerste en de tweede helft van zijn loopbaan naast elkaar te plaatsen. Zij herdenken de diensten, Roman van Gjeorgz Ohnjst. (Nadruk verboden.) Mevrouw de Fontenay was weder in diep nadenken verzonken. Zij had de tegenwoordigheid van den agent vergeten. Als uit een nevel, zag zij een blonde vrouw verrijzen, met nog onduidelijke trekken, maar bevallig, verleidelijk met sprekende oogen. Om haar hoofd straalde de bevalligheid der jeugd, en met trots onverwiDnelijk zelfvertrouwen, tartte zij haar medeminnares. De gravin slaakte een droeve zucht, die trilde in de stilte van den salon. Zij hief de oogen op en ïag zich alleen. De man was heengegaan. Bijna zou mevrouw de Fontenay in «taat zijn geweest, zich te verbeelden, dat niets, wat er geschied was werkelyk heid was en daÉ> sedert haren twijfel werd bevestigd, zij geweest was onder de smartelijke begoocheling van een droom. Zij wilde het weten. Zij dacht eenige oogen blik ken na, toen sprak zij in zich zelve »Ik ben dwaas Waarom trachten er achter te komen, waarom niet de oogen gesloten De markies heeft gelijkde wijsheid bestaat daarin, voor *ich zelf zyn eigen ongeluk te loochenen, door Chamberlain aan de liberale zaak bewezen, met erkentelijkheid en zien in het vervolg van zijn loopbaan een droevige herleiding tot onvruchtbaar heid van zijn eigen werk. De unionisten daarentegen leggen nadruk op de tweede fase, op de diensten die hij aan het imperialisme als koloniaal secretaris bewees, op zijn onbezweken geestkracht gedurende den Boeren oorlog, op zyn propaganda voor het protectionisme. Wat dit laatste betreft wijzen de liberalen op haar mislukking en merken zij op hoe de unionistische partij het protectionisme meer en meer heeft weggemoffeld. Sommigen herin 'neren aan Rosebery's woorden: „De man die beurtelings de twee groote staatspartijen verscheurd heeft" waar aan de Star toevoegt„en die Zuid Afrika in bloed heeft gedrenkt". De unionisten noemen als grootste prestatie, dat hij het Britsche rijk leven heeft ingeblazen, dat hij volgens zijn eigen Woorden inderdaad do Engelschen „im periaal heeft leeren denken", zoodat zelfs de liberale partij niet meer tot het vroeger standpunt van Little Eng- landism is kunnen terugkeeren. De 50 Afrikaansche Boeren, die door Engeland toeren, hebben de weduwe een telegram van rouwbeklag gezonden, eindigend met de woorden Het moge u troosten dat zijn naam tot het nage slacht zal komen als een van de grootste Engelschen van onzen tijd. N.R.Ct. OOSTENRIJK-IIONGAIIIJE. Onder de vele plechtigheden, die naar aanleiding van de uitvaart van Frans niet aan te nemen dat het bestaat en zich te scheppen een valscbe omgeving van zekerheid en geluk. Zal ik den moed daartoe uiet hebben Zal ik een vreeselijken strijd aangorden tegen het eenige wezen dat ik aanbid? Hem martelen, wonden, vernederen En waartoe? Om een ontrouwheid? Om e^n liefdegeschiedenis, die misschien voorbijgaande is, waarna hij voor my des te liever, des te beter zal zijn Zal ik hem niet genoeg liefhebben om 7oor mij zelf dat verraad te kunnen dragen Ik moet trachten het te doan, dan zal k waardig, edelmoedig handelen. Als hij dan geen liefde meer voor mij heeft, zal hij tenminste eerbied en bewondering voor mij hebbenHet is inderdaad noodig zoo te handelen en hoe grooter mijn liefde voor hem is, des te volmaakter moet mijn toewijding wezen. Maar in haar binnenste verhief zieh tegen die wijze overpeinzingen een ruwe stem, die sprak WatAlles dragen Alles toelaten Het bewijs bezitten van ontrouw en het aanmoedigen door stilzwijgen en onderwerping Als ge dat deedt voor den man, dien gij lief hebt, zou hij u niet groot en edel achten, niet in u de vrouw herkennen, die hij eens koos en liefhad. En reeds meegesleept door zijn harts tocht voor een ander, zou hy zyn ver achting voor u zeer gerechtvaardigd Ferdinand en zyn gemalin hebben plaats gebad, dient een rouwdienst in de katholieke kerk te Belgrado vermeld, dien de kroonprins, de ministers, de Oostenrijksche gezant met zyn gevolg, het diplomatieke korps, de generale staf en vertegenwoordiger van de bur gerlijke overheid en de Oostenrijksche kolonie by woonden. Na afloop van den dienst betuigde de kroonprins aan den Oostenrijkschen gezant zijn deelneming. Wegens eenige indiscreties, die in vloed hebben gehad op den loop van hét onderzoek inzake de moordenaars van Sarajewo is een strenge censuur ingesteld. Cabrinowitz heeft, naar intusschen aan de Kölnische Zeitung wordt gemeld, zijn verklaring over zijn verbinding met majoor Pribitsewits teruggetrokken en loochent thans, hem ooit te hebben gesproken. Een Kroatische boer, die bij een Ser visch koopman te Sarajewo krip kocht, heeft dien koopman, toen deze vroeg „Waar heb je dat krip voor noodig,je keizer is toch een lammeling", neerge schoten. Hij is gearresteerd. De gouverneur van Bosnië heeft alle studenten en leerlingen van middelbare scholen, die er niet thuishoorden, uit Sarajewo laten zetten. Het Hongaarsche correspondentie bureau, dat eerst had gemeld, dat ge bleken was, dat aan den aanslag een samenzwering was voorafgegaan, heeft deze verklaring teruggenomen. Hier volgen nog eenige uitlatingen achten. GeeD zwakheid, een waardige tegenstand, en als 't moest een scheiding, maar geen onteerend toegeven Nu zij dit besluit had genomen, begon Mina een plan te maken hoe te handelen. Te weten waaraan zich te houden was goed, maar niet voldoende. Het zou noodig worden tusschen beiden te treden en zich te vertoonen aan den schuldige, om hqpi te bewijzen, dat niets van zijn misdaad haar meer onbekend was. De gravin kon, op het uur dat Armand de gewoonte had thuis te komen, hem vragen bij haar te komen en hem versteld doen staan door de woorden »Wie is die Lucie AndrimontPc Maar als hij bij toeval een geschikt antwoord daarop zou kunuen geven en hij, er op verdacht, door die vraag een voordeeligen stand kon aanaemen tegenover haar, welke verpletterende bewijzen zouden haar dan tegenover den man ten dienste staan Geen enkel De naam van de vermeende minnares en haar woonplaats, maar was dat vol doende Neen. Zij moest daarom eerst veel meer weten en zelve zien. Een plan begon te rijpen in den ver warden gedachtengang van mevrouw de Foutenay. Zij dacht er over naar die Lucie toe te gaan, haar te oadervrq gen en uit haar stem, haar blik, haar houding te raden, wat zij tot eiken prijs wilde weten. Deze daad was zeker van de Slavische pers. Een Servisch blad sommeert de leden der Omladina, om over de buitensporigheden in Bosnië tegen de Serviërs wraak te nemen op de in Servië woonachtige Oostenrijkers. Andere Servische bladen eischen van de regeering een protest te Weenen tegen genoemde ongeregeldheden. In een Russisch blad beweert de nationalistische leider Basjmakof, dat de aanslag van Sarajewo door Weensche hofkringen op touw is gezet, die den voor hen lastigen troonopvolger uit den weg wilden ruimen. Naar aanleiding van den moord op den troonopvolger heeft de commandant van het vijftiende legerkorps een order uitgegeven, waarin het o. m. luidt: Laten wij ook in dit moeilijke tijds gewricht niet versagen. Het verachtelijk moordenaarsrot en meer nog hun licht schuwe opstokers moeten weten, dat zy hun duistere oogmerken nooit zullen bereiken. Daarvoor zal het leger zorg dragen. De betoogingen van de be volking uit alle deelen van het ryk bewijzen, dat wij in dat streven met al onze medeburgers eensgezind zijD. N. R. Crt. ALBANIË. Uit een telegram aan de Frankfurter Zeitung uit Durazzo ontleenen wy het volgende Twee partijen zyn er aan het hof, een pessimistische en een optimistische. De laatste, aan de spits waarvan de Mbret zelf staat, hoopt alles van de oprichting van een vreemdenlegioen. Of de Nederlandsche officieren de leiding gewaagd, maar hoe goed kon de uitslag er van niet wezen, als die beantwoordde aan wat zij er zich van voorstelde Bij het jonge meisje komen, een valschen naam op geven, een voorwendsel zoeken voor haar bezoek, Armand noemen en van haar eerste verwarring gebruik ma ken om achter het geheim te komen, zeker, die stoutmoedige daad was waard beproefd te worden. Mina hechtte zich aan dit plan; een dergelijk gewelddadig optreden stemde overeen met haar karak ter, in den strijd zou zij weer geheel zich zelve zijn. Haar trots, haar jaloezie, geboren uit een jaren lang gelukkige liefde, waren geschikt haar tot alles in staat te stellen. Bovendien, een bittere en knagende wroeging, kwelde haar. Van het eerste oogenblik dat zij deze treurige ontdekking deed, had zij zich herinnerd dat ook zij eens den man ver ried, .wiens naam zij droeg en wel voor Armand. Was haar ougeluk thans niet de rechtvaardige straf daarvoor Ea was het noodlot dat thans op haar drukte niet de weerwraak van het verledene Het edele, zachte gelaat van prins Schwarzburg doemde voor haar op. En de troostwoorden van den grijsaard, zijn teedere vermaningen, die zij zich thans herinnbrde, vormden een schrille tegen stelling met haar woede en heftigheid. Hij had haar niet gedreigd, hij had geen ruwheid gebruikt en toch ha'd hij haar innig lief gehad.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1914 | | pagina 1