lutsp; Limit.
No. 2.
Zaterdag 4 April 1914.
30f Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIELEIIW,
Buitenland.
FEUILLETO N.
AXELSCHEI 5(111 RAM.
DU blad verschijnt eiken Dinsdast- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AÜVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiteriyk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
ALBANIË.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft ter kennis van de mogendheden
gebracht, dat Griekenland reeds eenige
dagen geleden zijn troepen last heeft
gegeven zich te conc.entreeren en zich
gereed te houden om de betwiste streken
in Epiru» binnen den gestelden termijn
te ontruimen. Daar die termijn bijkans
is verstreken, wenscht Griekenland, in
verband met de handhaving der orde
in genoemd gebied en het bewaren van
de rust onder de Grieksche bevolking,
de meening van de mogendheden te
vernemen over de wenschelykheid om
reeds nu den troepen te gelasten om
te vertrekken, voor er antwoord is in
gekomen op de nota van 8 Februari
en zoolang de onderhandelingen van
de Albaneesche regeering metZographos
nog niet zijn afgeloopen.
Niemand in Albanië verwacht, dat
het voorstel van Essad pasja nopens
de bezetting van Noordel. Epirus succes
zal hebben.
De Albaneezen vreezen, dat die be
zetting den nieuwen staat slechts moei
lijkheden zal berokkenen.
N. R. Crt.
TURKIJE.
De Turksche regeering heeft een wet
afgekondigd, waarbij de belasting op
onbebouwden grond met 50 procent
wordt verhoogd. De opbrengst moet
het tekort van het loopende boekjaar
dekken.
Roman van Geokgji Ohnet.
Nadruk verboden.)
Aan de vier hoeken er van zag men het
wapen van Fontenay-Cravanteen gouden
toren met zwarte strepen, waaronder het
devies »Fontes n'ay" ter herinnering aan
dien Cravant, die in den slag van Mon
contour, door de Hugenootsche ruiters
van zyn rijdier geworpen, weder opzijn
van den zadel beroofd paard, sprong en
daarop gezeten den geheelen dag zijn
bevelen gaf. Op een tafel in 't midden,
die als schrijftafel dienst deed, lagen tal
van papieren verspreid. De lampen
waren half neer gedraaid, waardoor een
half duister heerschte in het vertrek.
Achter in de kamer trad door een half
openstaande deur, een lichtbundel binnen
en een geluid bewees dat zich daar
iemand bevond. Uit het kabinet riep
de baron de Cravant
»Armand, zyt ge daar?c
Daar naderden voetstappen en deknecht
van den baron verscheen, in 't zwart
gekleed en met ernstig gelaat.
»Zijt gy het, James Is myn neef
niet thuis Ik ben hier al tweemaal
geweest en vond niemand.*
Over de omstandigheden, waaronder
de Turksche vliegerofflcier Noeri bei
den dood gevonden heeft, worden uit
Jaffa de volgende bizonderheden gemeld.
Een ontzaglijke menigte menschen
had zich verzameld op de vlakte bij
Jaffa, waar Nperi zou komen neer
strijken. Zij belemmerden zelfs zijn
landing, zoodat hij driemaal moest z wen
ken alvorens daartoe te kunnen over
gaan, en zijn toestel daarbij eenige
averij opliep. Noeri en zijn passagier
moesten daardoor den nacht te Jaffa
doorbrengen, terwijl Duitsche mecani
ciens het toestel in orde brachten.
Den volgenden dag, bij de opstijging
voor het laatste gedeelte van de vlucht
Jaffa—Kairo, was de belangstelling van
het publiek nog grooter dan den vorigen
dag. De opstyging geschiedde van den
wind af, met het gevolg, dat het toestel
niet omhoog kon geraken, maar dicht
langs den grond en al spoedig (daar
het met den kop naar de zee was op
gestegen) langs de oppervlakte van het
water voortgleed.
Toen het vliegtuig aldus ongeveer
300 meter uit de kust was geraakt,
achtte Noeri bei het blijkbaar onraad
zaam verder in die richting voort te
vliegen en maakte hij een vrij plotselinge
zwenking, tengevolge waarvan het toe
stel echter door den wind naar beneden
en in het water werd gedrukt.
Van de kust uit zagen de toeschou
wers hoe eerst de schroef het water
opsloeg en vervolgens het toestel in zee
te liggen kwam.
Ontzetting maakte zich van hen
meester. Verscheiden lieden begaven
De dienaar sloeg de oogen Deer, als
vreesde hij te veel te zullen zeggen en
mompelde tusschen zijn tanden in het
Eogelsch eeDige onverstaanbare woorden.
»Wat zeg je daar?* zeide baron de
Cravant haastig. «Tracht je duidelijker
te verklaren
De knecht haalde de schouders op,
zette een treurig gezicht en bleef zwijgen.
>0 zoo je wilt mij ongerust maken,*
roept het jonge mensch. »Wat beteekent
dit Ik weet dat je gehecht bent aan
je meester Is hem iets overkomen
Laat hoorenDe gravin heeft mij
gelast naar hem te zoeken.
De knecht maakte een ontkennend
gebaar, doch zeide nietsongeduldig
ging de baron langs hem heen en trad
de slaapkamer binnen.
Daar was alles gereed voor het toilet
van den heer dos huizes. De zwarte
pantalon, het witte vest, de rok, lagen
naast elkaar op het ledikant. Op een klei
ne tafel lagen net overhemd met gouden
knoopjes, de das, de zakdoek en hand
schoenen.
De Cravant sloeg haastig een blik om
zich heen en zag dat hier niemand was,
doch alles in orde. Hy had thans de
zekerheid dat op het uur, dat hij slechts
had moeten denkeu aan zijn gasten, de
graaf de Fontenay niet thuis was, en
wel zonder medeweten van zijn vrouw
hij voorzag een ernstige gebeurtenis en
zich naar deu dienaar keerende, die hem
zich te water en inderdaad gelukte het
aan drie koene zwemmers om den
passagier van Noeri, (een Turksch
kapitein, die den oorlog in Tripoli heeft
meegemaakt) die al zwemmende recht
streeks op de kust had aangehouden,
te bereiken en op het droge te brengen.
Maar Noeri zelf, een goed zwemmer,
was om odverklaarbare redenen naar
zijn toestel teruggekeerd, dat nog met
den staart uit het water stak, en men
vond hem een kwartier later. Zijn pet
was hed over het gezicht gedrukt.
Alle pogingen om de levensgeesten
te doen terugkeeren waren tevergeefs.
N. R. Crt.
AMERIKA.
In de Vereen. Staten is veel belang
stelling gewekt door een rechterlyk
besluit, waarbij aan John Nicholas
Brown, een jongen van 14 jaar, als zijn
aandeel in een opengekomen erfenis
24.000.000 gulden wordt toegekend.
Dit feit is het nog niet zoozeer, dat de
aandacht heeft getrokken maar jonge
heer Brown was reeds bekend als „de
rijkste jongen van Amerika". Er is
over de ff. 24,000,000 die John thans
bij zijn overige millioenen ontvangt,
jarenlang geprocedeerd de boedel waar
van dit geld deel uitmaaktis reeds
26 jaar als onverdeelde nalatenschap
van J. C. Brown beheerd door curatoren.
Deze J. B. Brown was John's grootvader.
De vader van den ryken knaap was
de stichter van de universiteit van
Provindence in den staat Rhode Island,
die enkele dagen na de geboorte van
zijn zoontje gestorven was.
gevolgd was en zwijgend bij het venster
stond, zeide hij
Hij is uitgegaan, wanneer?*
De kamerdienaar, die begreep, dat hij
thans geen uitvluchten meer kon zoeken,
antwoordde
»Mijnheer de graaf is twee uur geleden
uitgegaan.*
«Hoe
«Geheel alleen, te voet.*
«Welke kleeding droeg hij?*
«Dezelfdé, die hij van daag aan had.*
»Wat was er gebeurd dat hem nopen
kon zich van hier te verwijderen
«Mijnheer de graaf zou zich gaan
kleeden, toen hij een telegram ontving,
van blauwe kleur. Hij las het, uitte een
kreet van verbazing en riep toen «Ik
moet gaan.* Hij nam zijn hoed en
pelsjas, en toen hij de trap bij de kleed
kamer af zou gaan, zeide hij tot mij
«James, richt alles zoo iD, dat niemand
mijn afwezigheid bemerkt. Ik zal binnen
een paar uur terug zijn.* Eq Hij is heen
gegaan dat was om negen uur.*
«Dus thans twee uur geleden?*
«Twee uur geleden. Mijnheer de barou
zal nu begrijpen, waatom ik trachtte tijd
te winnen en eerst niets wilde zeggen
en mij zeker vergeven, dat ik hem niet
dadelijk antwoordde.*
De Cravant gaf een taeken van goed
keuring en liep, zenuwachtig aan zijn
langen blonden knevel draaiende, de
kamer op en neer.. Hy dacht er over of
De jeugdige. ïfrowa heeft altijd een
ruime plaats ingenomen jh de kolommen
der Amerika,ansche couranten. Mep
vreesde n.l. dat boeven het kind zouden
stelen om een hoogen losprijs te bedin
gen. Daarom was de jongen steeds met
bewakers omringd. N. R. Crt.
MEXICO.
Het bericht, dat de val van Torreon
aanstaande was, hebben wij nu al
ettelijke malen gehad. En werkelijk fs
het „offioieele" bericht atgekomên uit
Torreon> via Ei. Paso, dat de zoo hard
nekkig verdedigde stad getallen'was.
Maar onmiddellijk is die tijding door
den nominalen ópperbevelhebber van
de opstandelingen, Garranza, die zich
op het oögenblik te Juarez ophoudt,
tegengesproken.
Een telegram uit El Paso, afkomstig
van een fotograaf, die zich tot Zaterdag
bij de opstandelingen om Terreon had
bevonden, vertelde het vdlgende
De opstandelingen waren bij Gomez
Palacio tot tweemaal toe verslagen
maar de regeeringstroepen hadden het
niet verstaan, van de behaalde voor
dooien partij te trekken. Generaal Villa
opnieuw tot den aanval overgaande,
nam toen de stad (dit moet dus Gomez
Palacio zijn geweest).
Gevangen genomen soldaten van de
regeeringstroepen vertelden, dat gene
raal Velaso in de loopgraven gek Was
geworden. Hij stormde links en rechts
langs de gevechtslinies, en gaf de meest
dwaze ordens. Ten slotte plaatsen zyn
officieren hem onder gewapend toezicht.
N. R. Crt.
hij mevrouw de Fontenay zou opzoeken
om haar te vertellen wat gebeurd was,
maar de vrees haar angst aan te jagen,
hield hem terug. Op den schoorsteen-
matei geleuud, bleef hij staan, zich af
vragende welk besluit hij moest nemen.
Het was onmogelijk dat deze toestand
lang kon duren. De graaf moest spelen
met de dames de Jessac en Trésorier en
de heeren Firmont en Perducièresbin
nen een half uur moest hij maatregelen
nemen. Het publiek zou niet eeuwig
willen wachten. Een koortsachtige on
gerustheid maakte zich van den jongen
man meester, hij begreep dat een groote
verantwoording op hem rustte. Na lang
aarzelen besloot hij naar den salon terug
te keeren en de barones te waarschuwen,
toen een lichte stap en een geritsel van
zijde zich deden hooren en mevrouw de
Fontenay verscheeD. Zij was een weinig
bleek en haar oogen schenen zwart onder
haar samengetrokken wenkbrauwen. Zij
dwong haar -lippen tot een glimlach en
zeide
«Welnu! Is hij klaar?*
Op dat oogen blik begreep baron Paul
de Cravant, die steeds zorgeloos had
geleefd, dat een ernstige crisis moest
losbreken, waarin hij gemengd zou wor
den. Hij geloofde dat aan de afwezigheid
van den graaf ernstige zaken verbonden
waren, die hij aan zijn vrouw moest
verbergen.
{Wordt vervolgd