No. 7.
Zaterdag 27 April 1912.
28e 4 aars;
Rona
Cacao
De beste voor den prijsi
Nieuws- en Advertentieblad
v-voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
F. DIELEMAN,
yffr a
Buitenland.
VAN HOUTEN'S
Binnenland.
i
Stil R9 'i
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De scheepsramp van de
Titanic.
Wij nemen het een en ander over uit
het verslag van de getuigenissen, afgelegd
voor de Senaatscommissie te New-York.
Uit het getuigenis van Franklin, de
onder-direpteur van de International Mer
cantile Marine Corporation, waaraan de
White Star-lijn behoortHet kantoor
van de White Star te New-York heeft
Maandag 15 April aan Senator Hughes
het telegram verzonden»Titanic op
weg naar Halifax. Passagiers landen
waarschijnlijk Woensdag. Allen gered*.
Dergelijke berichten waren op het kantoor
ingekomen van kranten en particulieren.
Een ouderzoek had niet uitgebracht, wie
het telegram van het kantoor had ver
zouden. Toen Franklin bericht had
van het zinken, liet hij de verslaggevers
binnen en begon voor te lezen. Na de
woordende Titanic zonk om 2.20,
stormden de verslaggevers weg, zonder
op de rest te wachten allen wilden het
groote nieuws dadelijk aan hun blad
telefoneeren. De Titanic had meer
reddingsmiddelen aan boord dan de wet
voorschrijft. Maar Ismay heeft nu goed-
gevonden, dat alle schepen van de maat
schappij voorzien zullen worden met
genoeg booten en vlotten voor alle op
varenden. Er was geen zoeklicht aan
boord. Franklin had nooit gehoord van
zoeklichten op transatlantische stoomers.
Uit het getuigenis van Boxhall, 4de
officier van de Titanic: Er waren op
de Titanic 14 reddingbooten, 2 zeebooten
en 4 opvouwbare booten. Bij het kalme
weer, dat er onder de ramp was, konden
de reddingbooten vermoedelijk 65 men-
schen bergen. Na de botsing zei de
kapitein, dat de timmerman moest op
nemen of er water binnenstroomde. De
timmerman kwarn er reeds aan (was
dus niet dood, zooals vroeger is gemeld)
en zei, dat het schip water binnen kreeg.
Getuige ging naar beneden en zag bij
de post de brievenzakken in het water
drijven, terwijl de beambten aan het
werk waren. Getuige had na de botsing
de seinlichten van een schip voor den
boeg gezien, op ongeveer 5 mijl afstands.
De kapitein en verscheidene hofmeesters
hadden ze ook gezien.
Uit het getuigenis van Pitman, 3de
officier: Het schip liep 211/2 knoop
Het had er 24.4 kunnen loopen, als er
genoeg steenkool was geweest. De
reddingboot, waarin getuige bevel voerde,
nam 5 matrozen en 40 reizigers mee
ze had 60 menschen kunnen meenemen.
De vrouwen hielden zich flink. Allen
wilden meeroeien om zich te verwarmeu.
Een uur lang duuide het geroep der
drenkelingen.
De kapitein van de Californian zegt,
dat zijn stoomschip op minder dan 20
mijl van de Titanic af was, toen deze
zonk. Had hij geweten, in welken nood
het schip verkeerde, hadden misschien
alle reizigers gered kunuen worden. De
kapitein ontkent echter, dat het zijn
schip was, dat op 5 mijl afstands van
de Titanic was en geen acht sloeg op
de noodseinen. Omtrent 10.30 's avonds,
ZOO ZIET EEN BUS
ER UIT.
Met volle gerustheid
kan aan het publiek de
beoordeeling van dit
fabrikaat worden over
gelaten.
1 Kg. 1.50
X2 0.80
y4Kg. /0.42*
Ho i'i - 0.18
vertelde hij verder, stoomden wij door
een uitgestrekt ijsveld. Dadelijk liet hij
de machine stoppen en wachtte op het
daglicht. Zoodra de machines stopten,
werkte ons toestel voor dradelooze tele
grafie niet meer. Wij hoorden dus van
den nood van de Titanic eerst's morgens
van de Virginian. Wij begaven ons toen
naar het tooneel van de ramp.
De correspondent van de Times te
Washington seint, dat de benoeming van
een Engelsche staatscommissie tot het
onderzoeken van de ramp van de Titanic,
in Amerika algemeen bevrediging heeft
gebaard. Men hoopt, dat de commissie
uit den Senaat hierin aanleiding zal
vinden om Ismay eu de officieren van
de Titanic toe te staan naar het vader
land teiug te keeren, zoodra zij zijn ver
hoord, in plaats van hen te Washington
vast te nouden, totdat het verhoor van
de geredde passagiers is afgeloopen.
De correspondent meldt voorts, dat de
getuigenis van den 4den officier Boxall
over een geheimzinnig schip, waarvan
hij beweert vlak bij de Titanic de lichten
te hebben gezien, de Amerikaansche
assuradeurs zeer in de war heeft gebracht
Men geeft daarvan tweeërlei verklaring.
De eerste is, dat Boxall geen lichten,
maar slechts een weerkaatsing heeft ge
zien de tweede is, dat het de lichten
waren van een schip dat zelf zonk, waar
door dan ook het plotselinge verdwijuen
van het schip zou zijn verklaard.
Verder brachten de getuigenissen van
den 3den officier, Pitman, en van den
uitkijk, Fleet, de meeste ontroering te
weeg. Pitman verklaarde dat hij vanuit
de reddingsboot, waarover hij bevel voerde,
na het zinken van de Titaoic een lang
durig en akelig geweeklag van verdrin
kende menschen had vernomen en daarom
den roeiers had bevolen terug te roeien,
om de drenkelingen te redden. De boot
was nl. slechts voor de helft gevuld.
Maar roeiers en de andere opvarenden
verzetten zich hiertegen, zoodat Pitman
gedwongen was de drenkelingen aan
hun lot over te laten.
De corr. van de Daily Telegraph te
Washington seint, dat Pitman bij zijn
verhaal hevig ontroerd was en velen van
de toehoorders in tranen uitbarstten.
Ook de getuigenis van den uitkijk
Fleet baarde veel opzien. Hij zeide, dat
hij den ijsberg duidelijk had gezien
maar dat hij hem zeker vroeg genoeg
gezien zou hebben en ook op tijd er
voor hebben kunnen waarschuwen, als
hij maar een verrekijker had gehad. In
Southampton hadden bij het vertrek vaü
de Titanic de uitkijken aan den tweeden
officier Lichtholler om verrekijkers ge
vraagd, waarop deze had geantwoord,
dat er geen voor hen beschikbaar waren.
FRANKRIJK.
Bij een huiszoeking te Ivry in het huis
van een anarchist, die betrokken is bij
den aanslag in de Ordener-straat, is
Jouin, de onderchef van den Parijschen
veiligheidsdienst, doodgeschoten. De hoofd
inspecteur Colmar is zwaar gewoud.
Er werd besloten tot een huiszoeking
bij de gebroeders Gauzy, daar Jouin de
overtuiging had gekregen, dat zij in be
trekking stonden tot de bandieten in de
Ordeneistraat. Dadelijk bij zijn komst,
nam Jouin de broers in hechtenis, daarna
voerde hij de huiszoeking uit. Een van
de broers Gauzy zeideGa naar de
eerste verdieping, ik zal dan met u mee
gaan. Jouin bedankte hiervoor, maar
ging met Colmar naar de eerste verdie
ping, waar Bonnet zich bevond, wat de
politieambtenaren niet wisten. Zonder
argwaan deden zij de deur open. Bonnet
loste dadelijk" verscheidene revolver
schoten, waarvan een Jouin doodde en
een ander Colmar raakte.
De inspecteurs, die beneden waren
gebleven, hebben niets gehoord.
Bonnet vluchtte door eeu klein raampje
langs een muur en liet een bloedig spoor
achter.
Uit de long van Colmar heeft men
een kogel gehaald. Men wanhoopt niet
aan zijn opkomeu. De prefect van politie,
de chef van den veiligheidsdienst en tal
van inspecteurs zijn naar Petit-Ivry ver
trokken.
Dinsdag hebben H. M. de Koningin
en Z. K. H. Prins Hendrik der Neder
landen eeu officieel bezoek aan de ge
meente Arnhem gebracht.
H. M. die met gevolg per automobiel
van het Loo was gekomen, werd te
half elf aan Sonsbeek ontvangen door
den Burgemeester en den Commissaris
der Koningin. De vorstelijke bezoekers
namen daar plaats in het a la Daumont
bespannen rijtuig, waarna de stoet ge
formeerd werd. Herhaaldelijk moest
deze gedurende de verschillende rijtoe
ren halt houden, want niet minder dan
ongeveer 40 bouquetten zijn der Ko
ningin op haar tocht door de stad en bij
haar bezoek aan verschillende instellin
gen aangeboden.
Te voet begat H. M. zich naar het
Stadhuis.
Allereerst begaf H.M. zich naar het
balcon aan de Walburgstraat, waar
haar door de duizenden, die op de
Groote Markt bjjeen waren gekomen,
een hartelijke hulde werd gebracht.
Na een kort verblijt in haar appar
tementen werd in de Raadzaal een
noenmaal aangeboden.
Aan het noenmaal hield de Burge
meester een rede waarin hij de ont
wikkeling van Arnhem schetste in
economisch opzicht
Na afloop van het noenmaal werd
in de trouwzaal de koffie gediend.
Ten huize van den Commissaris ge
bruikte toen H. M. de thee. Daar
waren aanwezig mevrouw van Citters,
mevrouw van Heemstra en de echtge-
nooten van de Kamerheeren en adjudan
ten in buitengewonen dienst van H. M.
te Arnhem woonachtig.
Tegen 5 uur verliet H. M. deze woning
en begaf zij zich naar Sonsbeek, waar
te 5 uur afscheid werd genomen van
de gemeentelijke autoriteiten en per
automobiel naar het Loo werd terug
gekeerd.
Naar het „Vad." meldt, vertrekt de
Kon. familie, na het gewone jaarlijksche
bezoek aan Amsterdam, voor een tiental
dagen naar Dobbin. Dit is de eerste
maal, dat Prinses Juliana mee naar het
buitenland gaat.
Met den Noordduitschen mailtrein,
waarin een extra rijtuig vanaf Boxtel
was geplaatst kwam Woensdagavond te
Vlissingen aan Z. K. H. Prins Hendrik
der Nederlanden op zijn doorreis naar
Engeland. Met de nachtboot „Oranje
Nassau" zette Z. K. H. zijn reis voort.
Aan het station waren aanwezig de
heer Th. de Meester, de luit. kol. Zani-
no met zijn adjudant, de kommandant
der marechaussee F. Piekema, de com
missaris van politie, en een macht van
marechaussee en politie. Door de vor
stelijke wachtkamer ging de stoet naar
de boot. Midd. Crt.
AXEL, 26 April 1912
Gisteren had in hel Hotel Des Pays
Bas" te Ter Neuzen onder voorzitter
schap van den heer Maur. Lippens de
installatie plaats van den Raad van
Advies der Zeeuwsch-Vlaamsche Tram
wegmaatschappij.
Deze Raad van Advies bestaat uit 24
personeu n.l. de heereu P. W. Ma trie
veld, burgemeester van Biervliet, C.
Thomaes, burgemeester van,Hoofdplaat,
R. Sturm, te Biervliet, J. D. Neeteson,
burgemeester van IJzendijke, P. Adama
Zijlstra, notaris aldaar, J. Th. Hendrikse,
AXELSCHE
COURANT.
9
ii ij p