\o. 57. Woensdag 21 October 11>08. 24e Jaarg. .m U Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- VI aan deren. F. IMELEMAA, Buitenland. FEUILLETON. COURANT. D>t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De crisis in liet Oosten. De' Weensche bladen bevatten Vrij dagavond verschillende berichten uit Belgrado, die bevestiging brachten van de toenemende opgewondenheid in Servië. Men vindt, dat de kroonprins er met zijn opruiende toespraken veel schuld aan heeft. De bevolking van Belgrado roept om oorlog, maar de boerenstand, die nog gebukt gaat onder de verliezen van den tarievenoorlog met Oostenrijk-Hongarije, wil liever rust. In Belgrado komen gaandeweg menschen van minder allooi op den voorgrond, die de winkels van Oosten rijkers' en Hongaren zouden willen plunderen. Er zijn sterke afdeelingen politie op de been gebracht, maar de agenten doen met tegenzin dienst en het volk jouwt hen uit en bedreigt hen. Donderdagavond zag men soldaten onder een officier door de stad trekken, die riepen „Wij willen oorlogDood aan de Sjwaba's Den geheelen nacht tot vroeg in den ochtend bleef men te Belgrado betoogen. De minister van oorlog heeft aan de Skoepsjtina een crediet gevraagd voor de bevordering en wederindienststel- ling van de officieren, die in de vijf laatste jaren ontslagen zijn. De minister van binnenlandsche zaken heeft last gegeven, de leden van het Slavische Verbond, die te Sjabats de Oostenrijk- sche vlag verbrand hebben, weer in vrijheid te stellen. De minister van buitenlansche zaken is naar Berlijn Onder dit alles is ongeveer een maand verloopen en hoe het op dat tijdstip in den lande gesteld zij, zullen we eeniger- mate kunnen opmaken uiteen gesprek, dat er tusschen Claes Aimers en Coen- raet Palingman voorvalt, als zij van de verdedigingswerken, waaraan, volgens den raad van Philips van der Aa, sol daat en burger, edel en onedel, elk op liijn beurt geprest worden, tegen schaf- fenetijd naar huis keeren. »Gisteren heb ik Geerte hier gehaald, [vertelde de visscher. »'t Heeft wat j voeten in xde aarde gehad om 't zoover te krijgen Haar moeder is, als ge wel weten zult, al lang dood, en haar vader is de stijfkoppigste kerel, die er wezen kan. Nu had hij 't zich steevast in de hersens gezet, dat het schande was om, eer de nood heelemaat aan den man kwam, te gaan loopen en ik wou dat nog eens hebben laten gelden, wanneer hij 'tdan ook alleen op mannen, zoo als hij zelf en zijn zoons zijn, had toegepast, maar jawel, hij begreep, dat de heele huishouding bijeen moest blijven, en dat djne dochter dus, al was ze een onweer baar meisje, evenmin weg mocht. Wat of ik, en Ariaen Franssen, die er af en vertrokken, om daar met Iswolski te spreken. Tegelijkertijd hebben zich afvaardigingen onder verschillende partijleiders naar de Europeesche hoofd steden begeven, om de zaak van de Serviërs bij de groote mogendheden te bepleiten. De krant Politika beweert, dat bij Obrenowats Oostenrijksche officieren ontdekt zgn, die militaire postduiven in Servië wilden biünensmokkelen. Hetzelfde blad verlangt, als antwoord op de afdanking van 200 Servische onderdanen aan een cementfabriek te Neusatz, dat de Oostenrijksche winkels te Belgrado onmiddellijk gesloten zullen worden. Vele menschen uit den gegoeden stand, als kooplui, officieren en profes soren, loopen in de optochten mee. De Wetsjernje Nowosti beweert, dat de ruiterij bevel heeft gekregen, om de sa.bels te laten slijpen. In den handel ondervindt het afdoen van zaken en innen van wissels groote vertraging. In Boedapest zijn Donderdagnacht twee vrouwen en drie n^annen in hech tenis genomen en, tegen de gewoonte, onmiddellijk door den militairen gou verneur gehoord. De politie bewaarde groote geheimzinnigheid en wilde zich niet uitlaten over een gerucht, dat er een Grootservische samenspanning tegen den Keizer ontdekt was. Later vernam men echter, dat de inhechtenisneming in verband stond met groote smokke larijen van wapens, ontplofbare stoffen en schietvoorraad naar de Balkan-staten, toe aan huis komt en zich haast nog bezorgder .over Geerte maakte dan ik zelf, daartegen inleggen mochten, 't kost niet baten. Eindelijk zijn we er daD gister nog eens weer met ons beide naar toe geweest, en hebben hem voor gesteld dat Geerte nu wel haast het eenige vrouwspersoon hier in den om trek wezen zou, dat zich aan de komst van de eene of andere Spanjoolsche stroopbent waagde »Het eenige dat 's dau ale vel ook niet bij verkleining gesproken.* »Nu ja, maar toch ook niet bij zoo dolle vergrooting, als gij lui, die niet buiten de stad komt, u verbeeldt, 't Ziet er bar en naar genoeg uit in ons Noor derkwartier, dat meugdij mij, die er in rondgewandeld hebt, gelooven. De op- gëzetenen vluchten er bij menigte naar de steden, of ten lande uit." »Dat laatste hebben, als ge weet, velen voor onze medeburgers insgelijks gedaan, eu voor wie zich eenmaal uit het voet- zand maken wil, keur ik 't in waarheid ook oorbaarder. Ons Alkmaar ten min ste zal, ducht ik, den vijand alras an derwerf vopr de poorten zien." »Dat zei Geerte's vader ook,c zei Claes, zich ietwat verlegen achter de ooren krabbende, »en sper, ik kost hem bij miizelf niet heelendal ongelijk geven. Maar 'k weet niet hoe 't komt, ik mien altoos dat Geerte veiligst is, als ze bij mij is, en dat weet ik ook wel vast, eer met name Servië. Reeds acht dagen geleden moet de politie er de lucht van gekregen en daarom een scherp toezicht op de schepen op den Donau ingesteld hebben. De wapens moeten meeren- deels Mausers uit Duitschland zijn. In Hongarije zouden met gebruikmaking van een stuk, waarop de handteekening van minister Andrassy nagemaakt was, afgedankte geweren van de gendarmerie opgekocht zijn. Al het oorlogstuig, waaronder vele bommen, schijnt -be stemd te zijn voor het Servische vrij willigerslegioen. Men verwacht, dat de Hongaarsche regeeriug een verbod van uitvoer van wapens en schietvoorraad zal uitvaar digen en tegen de smokkelarijen scherpe maatregelen zal nemen. Volgens* een bericht uit Serajewo is in een Hefzegowinische grensplaats een manifest van den vorst van Montenegro aan het volk van Herzegowina in beslag genomen. Reizigers vertellen, dat aan de Bos nische grens opmerkelijk veel Servische soldaten liggen. Op den Beneden-Donau zijn twee politie-vaartuigen gestationeerd, om alle schepen die stroomafwaarts varen, aan te houden en te onderzoeken. Te Belgrado is Vrijdag uit Nisj het spoorwegbataljon aangekomen. Het kreeg bevel, om met infanterie een stuk spoorlijn en de tunnels en bruggen over den Donau te bewaken. Het Oostenrijksch-Hongaarsche ge zantschap wordt voortdurend door po litie en gendarmerie bewaakt. De straat, waar het gebouw ligt, is afgezet. ze mij om hals hadden geholpen, zou niemand haar een hair krenken. En in allen gevalle, alleen buitenslands gaan kon ze niet, en in de andere steden had ze geen kennis, en met Egmond verge leken, was ze te Alkmaar toch beter bewaard... zoo zag 't haar vader op 't lest mee in, alschoon, dat wil ik wel beken nen, zonder Ariaens gladdigheid zou ik 't niet bij hem geklaard hebben." »Maar zijtdij niet bang, dat Ariaen u ondersteek doen zal?* vroeg Coenraet, wel lachende, maar meteen half en half meenens. »Voor louter vriendschap, dunkt me, dat hij zich haast al te druk met Geerte moeit." Zijtdij dwaas, man P Wel,'t verdriet mij soms, daar hij zooveel voor ons doet, dat Geerte hem zoo weinig lijden mag." »Waar 't de mijne, ik zou daar niet te hard over treuren. En pas nog maar op, maat, waut de deerneu hebben er slag van een dobbel" gelaat te toonen. Hoe nu? gaat ge boos worden dan heb ik afgepraat.* 'k Word zoo licht niet boos, Coenraet*, antwoordde de goedhartige vissclier, »maar 'k hoor van niemand graag kwaad, en allerminst van een goed vriend of van mijn eigen vrijster.* «Van wat anders dan al hadt gij 't mij straks niet verteld, 'kzie er hier zelfs menig voorbeeld vau, hoe onze dorpers en poorters nog altoos onverlet Pasjits heeft tegen den correspondent van de Neue Freie Presse te Belgrado gezegd, dat Servië hoopte, dat de mo gendheden middelen zouden vinden, om den vrede te bewaren en de Servische belangen te behartigen. Het rekende ook op den steun van Duitschland, dat zulke groote economische belangen in Servië heeft. Duitschland's aandeel aan den Servischen handel bedraagt immers 40 pet., tegen 12,15 pet. twee jaren geleden. De Oostenrijksche handel gaat gestadig achteruit. Servië verwacht, zeide Pasjits verder, van de mogendheden, dat zij aan Bosnië en Herzegowina gelijke rechten zullen geven als Bulgarije totnutoe had, name lijk autonomie onder souvereiniteit van een mogendheid, maar niet van Oosten rijk-Hongarije. Pasjits gaf te verstaan, dat bij een volksstemming zou blijken, dat Bosnië en Herzegowina niet van de inlijving gediend waren. Volgens denzelfden berichtgever, ver- keereu de Oostenrijksch-Hongaarsche kooplui in groote vrees. Men heeft hen uitgenoodigd, hun uithangborden weg te nemen en hun zaken te sluiten. Voor al hun winkels en voor de Cre- dietbank staan gendarmes, die bij het invallen van de duisternis zeer ver sterkt worden. DUITSCHLAND. In Berlijn en de voorsteden (Char- lottenburg, Rixdorf, Wilmersdorf en Schöneberg) treedt met 1 November een nieuwe politie-verordening in werking, welke de algemeene winkelsluiting op acht uur 's avonds bepaalt. Er wordt het land blijven verlateu, maar hoe mag het toch bijkomen, dat Sonoij's ordon nantiën niet alleen, maar 't opzicht, dat "hij er te water en te land tegen houdt, zoo bijster weinig uitwerkt »Nood zoekt list moet ge denken. Daar 's door het beklaaglijk ongeluk van Haarlem op meeste menschen zulk een vreeze gevallen, dat zij allerlei middelen en wegen verzinnen, om zich zelf en hunne goederen weg te maken, zoo goed of zoo kwaad zij slechts kun nen. Sonoij kan de heele kust en 't land niet afzettenen wat bij dag uiet lukken wil, daar 's de donkere nacht goed voor." »Ik voor mij* sprak Coenraet >zou 't voor schande achten, zoo 'k mij in eeu lijd als deze aau de dienst van mijn land of stad onttrok. De Heeren hebben mij, omdat mijn vader en ik geweer makers van beroep zijn, tot konstapel bij hun geschat gemaakt, en bij mijne trouwe! niemand za{ mij mijue stukken in den loop zien laten, zoolang ik adem kan scheppen." »Nu, ik hoor mee tot ons burgerven del, en ze zullen mij, hoop ik, ook op mijn post niet missen. Maar toch, wel tweemaal zoo goeu als anders zal ik vechten nu 'k Geerte in mijne nabijheid weet." »-Dat 'slicht te 'vatten voor wie zelf een vrijster heeft,* antwoordde Coen raet, en ging mijmerend zijns weegs.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1908 | | pagina 1