1
OUDE LUMMT.
V». 83.
W oensdag 22 Januari 1908.
23e
Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c h - V1 a a n d e r e n.
F. OIFLEM W.
Buitenland.
FEUILLETON.
1
COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Yoor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
A X EL.-
AOVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
Een mijnwerker die wegens worm
ziekte met varenaftreksel was behan
deld, werd tengevolge daarvan blind.
Hij wendde zich tot den Knappschafts-
verein (verzekeringsfonds voor mijn
werkers) om invaliditeitsrente. Het
fonds voorziet alleen in de gevolgen
van ongevallen, en wees het verzoek at.
Ook de rechter in eerste instantie be
schouwde de blindheid niet als het
gevolg van een bedrijfsongeval, maar
in tweede instantie en voor het rijks-
gerechtshof werd het fonds, naar de
Allg. med. Centralzeitung mededeelt,
tot rentebetaling veroordeeld. Het ver
band tusschen het ongeval en het bedrijf
behoeft niet rechtstreeksch te zijn; ook
wordt niet vereischt, dat de noodlottige
gebeurtenis en de bedrijfswerkzaamheid
in tijd en plaats overeenstemmen, indien
slechts de getroffene zich tijdens die
gebeurtenis in een bezigheid of toestand
bevindt, die met het bedrijf samenhangt.
Nu moest de mijnwerker zijn werk
staken, zoolang hij wormen herbergt,
en zoowel om in staat te komen weer
te werken als in het belang der andere
werklieden, was hij genoodzaakt, het
geneesmiddel in te nemen.
FRANKRIJK.
Donderdagnacht is in den Louvre te
Parijs een brutale poging tot diefstal
gewaagd. Dieven hadden zich in het
museum laten insluiten en poogden zich
meester te maken van den wereld be
roemden diamant, ,den regent", welke
»Ik hoop, Frits,* zei Reinoud, na een©
poos in gedachten te zijn voortgestapt,
»dat ik je aanstonds het geld zal
kunnen zenden; maar, jongenlief,
ik wil je nu geen zedepreek honden,
maar ik vraag je zou-je niet kunnen
besluiten niet meer te spelen Je ziet
nu wat je van de vrienden der groene
tafel te wachten hebt. Je verdobbelt
met zulke menschen niet alleen je geld,
maar ook je fatsoen, je goeden naam, je
eer. Dis moi qui tu hantes, je te dirai
qui tu es. Wanneer je dien De Musca-
din, die niets meer of minder is dan een
'alsche speler, zijn geld dat eigenlijk
zijn geld niet is, niet kunt teruggeven,
moet je iedere beleediging van hem ver
dragen en bovendien dulden dat hij,
ichter je rug, je goeden naam door het
•lijk haalt. Zulke toestanden schept men
sich-zelf door toe te geven aan een ouge-
gelukkige passie, in wier bevrediging
meu nimmer eenig waar genot vindt en
die nog nooit een wezenlijk gelukkig
meusch, maar daarentegen een heirleger
ODgelukkigen heeft gemaakt.*
»Je zoudt eerst geen pieek houden,*
zei Frits glimlachend, »maar je bent er
overdag met andere diamanten te zien
is in de groote pronkzaal van Lode wijk
XIV. De dieven werden door bewakers
verrast, doch slaagden er in te ont
komen.
ENGELAND.
De kiesrechtvrouwen hadden er Don
derdag te Londen iets nieuws op ver
zonnen. Ze hadden kettingen en sloten
meegebracht en daarmede bevestigden
zij zich aan het hek voor het ministerie,
waar de kabinetsraad gehouden werd
en zij betoogeu wilden. De politie moest
de kettingen verbreken om de vrouwen
weg te kunnen brengen.
Volgens een telegram uit Melbourne
lijdt heel Australië onder groote hitte.
Bijna overal is het ruim 100 graden F.
in de schaduwen de thermometer is
er tot 119 gr. in de schaduw gestegen.
Verscheiden menschen zijn aan zonne
steek bezweken. Ook komen er vele
boschbranden voor.
BELGIË.
Koning Leopold is weer voor een
paar dagen naar Parijs vertrokken.
Volgens den Brusselschen correspondent
van de Frankf. Ztg., zal hij zich daar
weer door dr. Sanrel met warme lucht
laten behandelen. Dezelfde correspon
dent verneemt, dat de beenkwaal van
den Koning veroorzaakt wordt door een
jichtknobbel, die hem al jaren lang last
zou veroorzaken. Plet heet, dat hij nog,
hoewel met moeite, kan loopen en zeer
voorzichtig een trap kan afgaan.
Over veertien dagen is er te Brussel
een hofbal, en men is zeer nieuwsgierig,
of de Koning daar zal verschijnen.
tech toe gekomen. >Nu, je kwijt je
er goed van maar Swees niet bang. Ik
heb er een walg win gekregeD. Als ik
aan de historie van gister-avond en hare
gevolgen denk, zou ik me-zelf bij de
ooreu willen trekken. Hier ben ik
thuis kom binnen
»Neen Ik heb arrest en ga dus naar
mijn kwartier, 'tls aangenaam zoo met
verlof thuis te zijn. Wie weet wat me
bij mijn thuiskomst wachtSpoedig hoop
ik je meer te kunnen vertellen. Adieu.*
Voor dat Frits eeuige opheldering kon
vragen, was zijn makker om den hoek
der straat uit het oog verdwenen.
IX.
Het vermoeden van Reinoud was juist.
Bij zijne te huiskomst wachtte hem geen
zeer aangename verrassing. Hij vond
den ouden Luitenant in gezelschap van
een officier der cavalerie, die zijn ver
langen had te kennen gegeven den heer
Hork junior te sprekeo, en, hem niet te
huis vindende, verzocht had de komst
van dien heer te mogen afwachten, in
de hoop, dat hij niet al te lang mocht
uitblijven. Deze voor Hork geheel ou-
bekeude kameraad was juist, op uitnoo-
diging van den heer des huizes gezeten,
toen Reinoud binnentrad. Na eenige
plichtplegingen zei deze>Gij komt
waarschijnlijk vanwege mijnheer de Mus-
cadiD !J«
»Ik heb de eer,* was het antwoord
De Koning heeft een nieuw kasteel,
Valencourt, bij Marines in de buurt van
Parijs, gekocht, daar hij zich op het
door hem gehuurde kasteel Lormoy niet
vrij genoeg voelde.
RUSLAND.
Uit Odessa komen weder ongunstige
berichten. De toestand is er onder den
nieuwen stedelijken commandant, gene
raai Tolraatsjof, nog niet in 't minst
verbeterd. Wel doet Tolmatsjof zijn
best, maar het helpt hem niet veel
hij ondervindt te veel tegenwerking en
schijnt niet bij machte aan zooveel
tegenwerkende invloeden het hoofd te
bieden. Al herhaaldelijk heeft hij zoo
wel vertegenwoordigers van de reac-
tionnaireu als joden bij zich ontboden,
om te trachten aan het voortdurend
getwist een eind te maken. De reac-
tionuairen beloofden zich te zullen
matigen in hun uitspattingen, de joden
beloofden geen aanstoot te zullen geven.
Maar intusschen bleef alles bij het oude
en blijft de toestand van feitelijke anar
chie voortduren. Dat kan ook wel niet
anders, zegt een berichtgever, als men
ziet, noe zonderling de overheden op
treden. Terwijl men een oud-gemeente
raadslid het dragen van wapenen ver
biedt, loopen de leden der Zwarte
Honderd ongehinderd met hun wapenen
rond. Ook zal er geen verandering
kunnen komen in den toestand, vóór
het politiecorps een radicale wijziging
heeft ondergaan. Tal van politieagenten
heulen met de leden van het Verbond
van het Russische volk, terwijl om-
koopingen aan de orde van den dag zijn.
de6 bezoekers, wiens naam Rapière was
en wiens treurige bestemming het scheen
te zijn in alle duels óf als handelend
persoon, óf wel als getuige te worden
betrokken.
Rapière was een lang, mager man,
met rosachtige knevels en licht-blauwe,
scherpe oogen. Hij beet altijd op zijne
kiezen en had iets in zijne manieren, dat
den schermmeester herinnerde. Ieder
oogen blik verwachtte men, dat hij zou
trekken en zich en garde stellen. Hij
brouwde sterk, sloeg dikwijls de hielen
tegen elkander om zijne sporen te doen
kletteren, was zeer afgemeten en compli
menteus, nam spoedig iets kwalijk, leefde
overigens zeer geregeld en beschouwde
het tweegevecht als de heiligste instelling,
dec hechtsten band van maatschappelijke
orde en veiligheid. Overigens was de
heer Rapière een soldaat van fortuiD,
die als onderofficier bij de Fransche
guides had gediend, braaf als zijn sabel,
rechtschapen en uiterst kitteloorig op
het punt van eer. Slim was Rapière
niet, maar hij liet zich toch niet gemak
kelijk beetnemen, en als hij iets niet
begreep, liet hij zijne hersens nacht noch
dag rust eer hij achter de zaak was.
»Mag ik weten,* vroeg Reinoud, »wat
de heer De Muscadin verlangt
»Mag ik weten,* was de wedervraag,
die in gebroken Hollandsch werd gedaan,
>wie Mijnheer's getuige is, dan zal ik
de eer hebben met dien heer te spreken
Zoolang Odessa geen andere politie
heeft, is de kans op verbetering van
den schier onhoudbaren toestand zeër
gering.
MAROKKO.
De uitroeping te Mekines van Moelei
Hafld tot Sultan, vond den 8en dezer
plaats. Berichten uit Fez, van den 10en(
behelzen, dat het in de stad weer rus
tiger is geworden. Gevangenen, die te
Fez in hechtenis waren wegens aan
slagen op Europeanen, zijn in vrijheid
gesteld. El Mrani, die op het oogenblik
te Fez de invloedrijkste persoonlijkheid
is, heetc door zijn eigen zoon te Mekines
Moelei Hafid doen uitroepen. Na afloop
dezer plechtigheid, die zonder stoornis
plaats greep, werden 21 kanonschoten
gelost.
Nog vindt men in de bladen vermeld,
dat El Mrani een Joodschen goudsmid
naar Fez heett laten komen om «en
nieuw rijkszegel te vervaardigen met
het wapen van Moelei Hafid.
HAITI.
De revolutie in Haïti schijnt een
tamelijk ernstige zaak te zullen worden.
Na Gonaives te hebben genomen, maak
ten de revolutionairen zich meester van
St. Marcus, waarna zij hun opmarsch
voortzetten in de richting van Port-au-
Prince.
Het gerucht gaat dat generaal Jadotte,
militair-commandant van Gonaives door
de opstandelingen is doodgeschoten.
'Dit gerucht is echter niet nader be
vestigd.
De regeering van Haïti 'heeft een
sterke krijgsmacht naar Archahaie ge-
»Die ben ik, Mijnheer,* zei de oude
Hork aanstonds.
»Komt het u dan gelegen, Mijnheer,*
antwoordde Rapière buigende, »deze
affaire d'honneur met mij te schikken
»Mag ik weten, Mijnheer,* vroeg Hork,
welke affaire d'honneur gij bedoelt
»Mijn geachte kameraad De Muscadin,
tweede luitenant bij het regiment huzaren,
hier in garnizoen, verklaart te zijn be-
leedigd, gister-avond, door den heer Hork,
tweeden luitenant bij het regiment lan
siers, welke beleediging heeft bestaan
»Het is onnoodig, Mijnheer,* viel Hork
hem in de rede, »mij van die beleediging
te spreken. Ik heb noch den heer De
Muscadin, noch mijn zoon eeh oogen
blik uit het oog verloren. Maar het ver
wondert mij dat ge mij geen uitdaging
komt overbrengen, daar ik mijuheer De
Muscadin heb gezegd, dat hij een valsche
speler is. Ik zou daarover niet meer
gesproken hebben, maar nu mijnheer De
Muscadin zóó begint en hij schijnt ver
geten te hebben wat er gister-avond is
voorgevallen, kan ik het niet langer
onder mij laten.*
Rapière maakte een beweging als zou
hij een stoot toebrengen. Hij streek
daarop zijn knevel in de hoogte, en zeide
uiterst kalm
»Ik neem nota van 't geen gij daar
zegt dat moet verantwoord worden.
Verder, Mijnheer
Verder niets,* zei Hork schouder op-