ns ei
tEMEmiUAS.
DE OUDE LUMAHI.
o. 80.
Zaterdag 11 Januari 1008.
43e Jaarg.
I 1LIJ
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIËLKMAV,
FEUILLETON.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De BURGEMEESTER der gemeente
Axel, maakt bekend, dat Openbare Ver
gadering van den Gemeenteraad is be
legd, tegen DINSDAG den 14 JANUARI
1908, des voormiddags te 9' ^ure, ten
Raadhuize 'ter behandeling'der volgende
zaken
1. Mededeeling ingekomen stukken.
2. Verzoekschrift van het Comité
tot het verkrijgen eener Rijks
Hoogere Burgerschool met vijf-ja
rigen cursus in Oostelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen, met verzoek hunne
pogingen daartoe bij de regeering
te willen steunen.
3. Alsvoren van den heer M. L. van
Vessem te Axel, om zijn verlot als
onderwijzer tot 1 April a. s. te wil
len verlengen en hem eervol ont
slag te willen verleenen als onder
wijzer bij het Herhalingsonderwijs-
4. Alsvoren van den Directeur-Ge
rant van de Spoorweg-Maatschap
pij Mechelen— Terneuzen om ver
lenging voor het bouwen der wach-
terswoniugen.
5. Voorstel tot onbewoonbaarver
klaring van eene woning.
6. Vaststellen wijziging bouwver
ordening.
7. Vaststellen kohier schoolgelden.
Axel, den 8 Januari 1908.
De Burgemeester van Axel,
D. J. OGGEL.
Hij boog aan den ingang, en toen ze
was opgerezen en zijn groet zwijgend
beantwoordde, vroeg hij
«Mag ik weten, Mevrouw, wie ik de
eer heb te zien? Mijn vader kan nog
eenigen tijd uitblijven, en ge zult u dus
voorloopig met mijn gezelschap moeten
tevreden stellen. Ik hoop intusschen, in
zijne plaats, de plichten der gastvrijheid
te vervullen. Wees zoo goed en neem
plaat». Ik zie, tot mijn leedwezen, dat
de ververschingen, die u zijn aangeboden,
meer dan eenvoudig zijn,c vervolgde hij
glimlachend »vergun me
»0, ik ben u zeer verplicht,» viel de
bezoekster hem in de rede, »de wande
ling had mij een weinig vermoeid, en
een glas water, dat ik maar zoo vrij ben
geweest te vragen, heeft me geheel ver
kwikt. Zou mijnheer uw vader lang
uitblijven Pt
»Ik weet waarlijk van uur noch tijd,*
antwoordde Reinoud«maar te oordee-
len naar de wandeling die ik heb gedaan,
moet hij toch spoedig thuis zijn.t
De onbekende was zacht op haar stoel
neergegleden, en beschouwde opmerk
zaam den schoonen jongeling, die nu
FRANKRIJK.
De mijnen te Courrières zijn weer
aan het branden. In schacht vijf is nog
een tweede brand ontdekt. De minister
van openbare werken, Barthou, heeft
zich naar Courrières begeven om daar
in persoon een onderzoek in te stellen
naar den omvang, dien de brand geno
men heeft en het gevaar dat erdoor is
ontstaan.
Te Parijs is een voormalig vlaesch-
houwer uit Rijssel overleden. De man
heeft in zijn testament de plaats, waar
hij zijn groot fortuin had verdiend,
mild bedacht, door anderhalf millioen
franken te schenken voor de liefdadig
heidsinstellingen van Rijssel.
Dinsdag is te Parijs weer een man
van den Triomfboog op het Sterplein
gesprongen. Hij bleef op de plek dood.
Men weet niet wie het was.
BELGIË.
De Brusselsche bladen melden, dat
de benoeming van Schollaert tot eerste
minister dezer dagen in de Moniteur
zal verschijnen, tegelijk tnet de beslui
ten, waarbij de and-re ministers in
hun ambt bevestigd worden. ScUollaert
schijnt echter vooraf met den Koning
tot overeenstemming te willen geraken
over het koloniale vraagstuk.
Frans Schollaert heeft, voor hij afge
vaardigde werd, van 1880 tot 1888 in
den provincialen raad van Brabant ge
zeten. In 189j werd hy minister van
dicht bij haar, aan het raam stond en
achteloos tegen het kozijn leunde.
»Ik geloof, Mevrouw,* zei Reinoud, na
een korte poos het stilzwijgen afbre
kende en op een toon, die eenige ver
wondering te kennen gaf, »dat gij hier
te Steenvoort vreemd zijt, ten minste
ik had de eer nog niet u te ontmoeten,
en mijn vader zal niet minder verrast
zijn
't Was een beleefde herinnering aan
de bezoekster dat zij haar naam nog niet
had bekend gemaakt, maar zij scheen
dit niet op te merken.
»Ik ben hier nog een weinig vreemd,*
antwoordde zij eeuigszius aarzelend, als
zocht zij naar hare woorden; »maar ik
ken mijnheer.... uw vader toch sinds
lang, en ik hoop dat de herinnering aan
mij niet geheel bij hem is uitgewischt.
Ik heb veel verplichting aan mijnheer
Hork; hij heeft meer voor mij gedaan,
dan men van gewone vrienden mag
verwachten.*
»Mevrouw!« riep Reinoud in geestdrift,
«wat ge daar zegt, maakt mij ge
lukkig. Vergeef me, ik dacht een
oogenblik, ja, ik weet niet wat ik
lacht, inair nu weet ik, dat mijn
vader verheugd zal zijn u te zien. Wie
gij ook zijn moogt, een kouiugin of
een prinses, ik wensen u wel de
hand te drukken, als ge het toestaat.*
De vreemde dame greep driftig de
aangeboden baud en drukte ze met
binnenlandsche zaken en van onderwijs,
in de plaats van de Burlet. Hij is de
vader van de in dat jaar aangenomen
onderwijswet, die de liberalen altijd
hebben bestreden. In 1896 trad hij af,
toen het kabinet van Vandenpeereboom
dat van Smet de Naeyer verving.
Sedert 1901 is hij voorzitter van de
Kamer.
Schollaert is 56 jaar en de zoon van
een Leuvensch hoogleeraar, die ook
Kamerlid is geweest.
Men leest in de „Vlaatnsche Gazet"
De Belgische zeelui die op het licht
schip Westhinder inschepen en maar
alle 28 dagen worden atgelost, hebben
o'utzaglijke koude geleden in de laatste
dagen. De staatssleepboot die gelast
is hun alle 14 dagen 't noodige proviand
te bezorgen, is Woensdag uitgevaren,
doch de zee stond zoo hol dat het on
mogelijk wa3 in den omtrek van de
Westhinder te komen. Eiken dag werd
de poging vernieuwd, wanneer zij Zater
dag eindelijk lukte, doch het bier en
het brood die werden overgegeven,
waren totaal vervrozen.
De lichtboot geleek aan een grooten
ijsklomp, waarover maar gedurig de
baren sloegen.
Het is waarlijk geen aangenaam
bvzutje zeeman te zijn met zulk weer.
JAPAN.
Het Novoje Vremja geeft in een zijner
jongste nummers een artikel over de
laatstgehouden groote manoeuvres in
Japan. Het blad meent, dat daarbij de
betrekkelijke onbruikbaarheid is ge
bleken van kabel-ballons voor verken
innigheid in haar beide kleine handjes,
eu telegijk oprijzeude zag ze Reinoud
diep in de oogen.
»Hebt ge geen herinnering uit uw
vroegste kinderjaren vroeg zij meteen
lichte trilling in haar stem. »Weet ge
niets meer van uw moeder? Heeft
Hork heeft uw vader u nooit over
haar gesproken
»Over mijne moeder?* herhaalde
Reinoud ontroerd. »Neen, over haar
sprak hij nooit. Kort geleden vroeg ik
hem naar m.jue moeder; hij autwoordde
toen »ja, zij was een brave vrouw,
maar ge hebt haar immers niet gekend
Dat was alles wat hij zeide, eu ik
begreep daaruit, dat hij uiets meer van
haar wilde zeggen.*
»Ge zoudt dus gaarne iet» van haar
hooren, uiet-waar Ga dan zitten en
luister, dan zal ik u van haar verhalen,
maar ge moet mij beloven niets aan
Hork aan nw vader te laten blijken
van 't geen ik u zeggen zal.*
«Mevrouw,* zei Reinoud eeu weinig
uit de hoogte, »ik heb voor mijn
vader geen getieimen. Dat hij mij nimmer
over mijne moeder sprak, daarvoor
heeft hij zeker zijn goede reden gehad,
maar ik kau en mag niet dulden dat,
wie ook ter wereld, het minste in haar
nadeel zegt; ik beloof u dus niets; in
tegendeel ik waarschuw u dat ik alles
zal oververtellen zooals ge 't mij zegt.*
Weluu, ik geef u daartoe alle
ning van boschrijke terreinen. Ook de
Japansche ruiterij beteekent nog weinig.
De officieren ryden goed maar het zal
misschien nog wel 20 jaar duren vóór
sprake kan zijn van een behoorlijke
Japansche cavalerie.
Het Petersburgsche blad of liever:
de berichtgever ervan in Tokio --
brengt een woord van hulde aan de
Japansche militaire autoriteiten, voor
de hoffelyke en bereidwillige wijze
waarop dezen de buitenlanders, die de
legeroefeningen wilden bijwonen, daar
toe in de gelegenheid stelden.
MAROKKO.
In een telegram van den 7en uit
Tandzjer aan een der groote Parijsche
bladen wordt van de bestorming der
Kasba (fort) van de Medioenen de vol
gende beschrijving gegeven:
„Op den len Januari, 's ochtends
omstreeks half vier, verliet een macht
van 4000 man, en bestaande uit spahi's,
soldaten van 't vreemdelingenlegioen
enz., Casablanca ouder aanvoering van
kolonel Boutegourd. Tegen 6 ure was
men voor de Kasba aangekomen en
werd het vuur geopend tegen groepen
ruiterij, die tot over drie mijl voorbij
de Kasba door de Frauschea werden
achtervolgd. Wel hadden deze Ma-
rokkaansche ruiters heel wat te lijden,
maar daar zij de vlucht namen kwam
het niet tot een geregeld gevecht.
De Kasba der Medioenen was niet
verlaten. Door zich ervan meester te
maken, kwamen de Frauschen in het
bezit van 2000 schapen, 100 ossen en
kameelen, tot een gezamenlijke wuurde
vrijheid, mits ge er nog eenige dagen
mede wacht,* antwoordde zij, met een
glimlach, die haar in de oogen van den
jongen officier nog schooner maakte dau
zij hem tot nog toe was toegeschenen.
»Ik luister, Mevrouw,* zei Reinoud,
de armen over de borst kruisende eu
steeds met den rug tegen het venster
kozijn geleund.
De onbekende ging weer zitten, en
nadat zij zich eeu oogenblik bad bedacht,
zeide zij
«Wat ik u te verhalen heb, kan ik
in weiuig woorden doen. Ik heb uw
moeder goed gekend, want zij was mijn
beste vriendin.* Dit laatste zeide zij
op een zonderlingen toon. »Ik had
■haar lief, ik aanbad haar
«Dat doet uw hart eer aan, Mevrouw
zei Reinoud met warmte.
«Integendeel, daaraan misdeed ik
zeer,* antwoordde zij koel en ernstig.
«Wat zegt ge daar, Mevrouw 1* riep
Reinoud onthutst.
«Niets daq de waarheid. In de eerste
plaats, al strekte die vereering welke ik
voor uwe moeder koesterde, niet tot haar
ongeluk, ze leidde er toch toe om haar
van brave en welmeeuende vrienden te
vervreemden. Ten audere, ik moet
de waarheid hulde doen, uwe moeder
verdiende op verre na niet die blinde
vereering ze was ijdel, koket eu wis
pelturig
«Mevrouw riep Reinoud driftig,