F
UUUII
15.
VIoensdag 12 September 11106.
^2<i
oliiarir.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAX,
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pe» 3 Maanden 50 Cent; franco pèr post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKERUITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
In het eerste halve jaar van 1906 is
in Duitschland ingevoerd aan runderen
voor 61,435,000 mk. en aan varkens
voor 5,562,000 mk. De waarde van het
ingevoerde versche vleesch bedroeg
21,168,000 mk., die van verduurzaamd
vleesch 16,236,000 mk. Aan reuzel
werd voor 47,181,000 mk. ingevoerd.
De geheele invoer aan vleesch en vet
had dus over de eerste helft van 1906
een waarde van ongeveer 152 millioen
mk.dat is 31 millioen mk. meer dan
over de helft van het vorige jaar. Aan
geslacht werd alleen voor 20 millioen
mk. meer, aan reuzel voor 8 millioen
mk. meer ingevoerd.
Men weet dat dö plattelandsschool
meesters in Mecklenburg alleen behoor
lijk aan den kost kunnen komen, door
landbouw uit te oefenen op de tot de
scholen behoorende landerijen. Hun
traktement op zichzelf is te klein om
een gezin te onderhouden. Naar uit
Mecklenburg-Schwerin wordt gemeld,
zal daar nu verandering in komen.
De regeering is van zins, alle school-
landerijen op de domeinen te verkoopen
en de rente van het geld dat het land
opbrengt, aan de schoolmeesters uit te
keeren. Voor sommige onderwijzers
zou dat een schadepost van 500 tot
600 mk. in het jaar beteekenen, daar
zij dan hun eigen werkkracht en die
van hun gezin niet meer voor de uit
oefening van het landbouwbedrijf kun
nen gebruiken. Men begrijpt dat de
»Luister. Ik heb je niet beloofd dat
ik den brief verzenden zou, heb ik wel
Althans zeker niet toen ik hein van je
kreeg Deen, dat was onmogelijk want
je waart we waren te druk in gesprek
met de Valmers.*
»Htn, hm, nous-y voila U sprak Agnes
met een sarcastisch glimlachje, en ze zette
zich achterover in de leuning van haar
stoel.
»Ach, Agnes, geloof nu toch waarlijk
niet, dat ik de minste arrière-pensée in
deze zaak heb. Het is mij reeds hinder
lijk, dat ik elders zoo dikwijls in een
geheel verkeerd licht verschijn, zonder
dat ik er iets aan veranderen kan.*
>Maar, hoe wil ik anders, als je me
met een ernst iets zie behandelen, wat
immers toch waarlijk zooveel beweging
niet waard is? Is het daD iets zoo bij
zonders om dien brief voor me meê te
nemen? Wel, mijn lieve Alida, ik zou
het immers niet van je gevergd hebben,
als je niet zelve bij mij gekomen waart.«
»Ja, ik geloof wel Agnes, dat we beiden
die zaak niet ernstig genoeg hebben ge
acht, maar mij heeft de ondervinding
wel geleerd, dat wij ongelijk hadden.
onderwijzers in Mecklenburg de toe
komst nu nog veel donkerder inzien.
De Vossische Ztg. verklaart dat zij
de aangekondigde hervorming zeer zou
betreuren. Het doet er niet toe, merkt
zij op, hoe de onderwijzers daarginds
aan den kost komen. Wie geen rente
nier is, moet nu eenmaal dag in dag
uit op de een of andere wijze voor zijn
brood werken. De meeste plattelands
gemeenten zijn niet in staat, behoorlijke
bezoldigingen in contanten te betalen
waarvan de onderwijzers als staats
ambtenaren zouden kunnen leven.
Willen de onderwijzers dus rondkomen,
dan moeten zij bijwerk zoeken, en dat
is in dit geval de landbouw. Het is
overal eender in de landbouwende
staten, in de kleine zoo goed als de
groote. Het zal nooit anders worden
en daarom zou de verandering in
Mecklenburg te betreuren zijn. De
plattelandsschoolmeesterkan en mag
niet van den landbouw gescheiden
worden.
In September 1895 deed een arme
oude vrouw te Berlijn een poging, om
zich in een kanaal te verdrinken. Toen
zij gered werd, verzette zij zich met
handen en voeten onder den uitroep
„Ik wil in Berlijn sterven". Het bleek
een armlastige vrouw te zijn, die de
overheid naar haren stiefzoon te Han
nover wilde zenden, omdat die volgens
de wet verplicht was, voor haar onder
houd te zorgen. Nadat het bericht in
de krant gestaan had, verklaarde een
rijke dame zich bereid, om de vrouw
op hare kosten te onderhouden. Elk
Zie, het op mij nemen om u Hugo's
letteren te overhandigen was een loutere
vriendschapsdienst, want ik mocht den
jongen gaarne lijden »Zoo, zoo
»Neen, Agnes, spreek nu niet meer
op dien toon! Het is zoo moeielijk, zoo
vervelend wanDeer wij nooit meteenige
achting over een jong mensch spreken
mogen, of het heet dadelijk dat wij ver
liefd zijn. In de wereld is dat nu een
maal zoo, maar wij meisjes moesten
elkander toch beter begrijpen. Ik hield
wel veel van Hugo want hij was een
goede, beste jongen, of liever hij zal dat
zeker nog wel zijn, en dan daarbij, hij
was niet gelukkig, en ook al uit mede
lijden wilde ik hem niet voor het hoofd
stooten. Toen nam ik de commissie op
mij, dat ik evenwel nimmer had moeten
doen.*
»En waarom dan toch niet, beste meid?*
»0, om vele redenen, maar wat het
ergste is, om zijnentwil had ik het moeten
weigeren.*
»Om zijnentwil en dat waarom
»Agnes, zeg mij toch openhartig, en
geloof nu niet, dat ik het voor mij zelve
vraag, hebt ge Hugo Van Waren oprecht
lief
„Welk 'n vraag Alida, en zou ik dan
>Beleedigt u mijn vraag?*
»Maar is men dan gewoon brieven
te schrijven aan een jong mensch dien
men niet lief heeft? Foei, hoe durf je
dat te vragen
jaar betaalde die weldoenster de daar
voor benoodigde 600 mk. De vrouw
is nu op 98-jarigen leeftijd gestorven.
Tot kort voor haren dood was zij goed
gezond gebleven en had zij levendige
belangstelling behouden in den bloei
van de stad die haar zoo na aan het
hart lag. Tot het laatst van haar leven
had zij ook een grooten eetlust en een
onverwoestbaren levensmoed bezeten.
ENGELAND.
In Keusal Rise, bij Londen, waar de
twee „koffertragedies" hebben plaats
gehad, is Vrijdagochtend om 5 uur weer
een verschrikkelijk drama afgespeeld.
De 38-jarige behanger Rogers heelt er
met een scheermes zijn dertien- en
negenjarige dochters den hals afge
sneden vervolgens zijn vrouw vrij erg
aan den hals gewond en een driejarig
dochtertje. Ten slotte zeer zwaar ge
wond zijn broer van 33, die op het
gegil der vrouw toesnelde.
Rogers tobde over zijn zaken en
meenende, dat hij met de zijnen tot
armoede zou vervallen, besloot hij ze
allen met hem te laten sterven. Rogers
heeft ook zichzelf een ernstige wond
aan den hals toegebracht.
Dr. Danysz, van het Instituut-Pasteur
te Parijs, die naar Australië is gegaan
om te trachten, de konijnen te ver
delgen door onder hen een epidemie
van haemorrhagische septichaemie te
verwekken, heeft geen steun bij de
federale regeering ontvangen. Deze
heeft zelfs verboden, de microben in
te voeren, tenzij de voorwerpen, waarin
zij zijn verpakt, ongeopend worden ter
»Goed, het doet me genoegen, dat je
boos op me wordtNeen, ik had bet
niet moeten vragen, o ik zou het zoo
vreeselijk vinden als ik, door mijn vriend
schap, dien goeden jongen had in het
ongeluk gestort, maar nu ben ik gerust,
want nu heeft een ander zijn plaats nog
niet ingenomen. Je begrijpt toch zeker
wel wie ik meen, Agnes?.... Ach
neen, geloof mij toch, ik voel voor dien
jongen mensch werkelijk niets, hoege
naamd niets.*
»Nu dan, beste meid, geloof mij ook
gerust, ik evenmin.*
»Men zegt het toch wel,* zei Alida
wat verwijtend.
»En men zegt het ook van u,« ant
woordde Agnes ondeugend glimlachende.
„Nu, wat men zegt doet er ook minder
toe, maar stellig kan ik er op aan dat
Hugo
»De eerste vokaal bij mij is.«
»Niet genoeg de eeuige.*
»Ja, ja, wantrouwend ding, ja Geloof
me dat ik mijn hand niet licht weg
schenken zou aau een speler zooals Edu-
ard Valmeral wou papa het graag
hebben, heel wat zou er moeten gebeuren
eer ik het deed.*
>Hoor eeus, ik heb dien naam nog
□iet genoemd, veel minder heb ik iets
kwaads van hem gezegd. Al wist ik
liet, ik mocht het immers toch niet doen.
Waarlijk ik heb reeds genoeg tegen de
gastvrijheid gezondigd."
hand gesteld aan den staatsbacterioloog
van N. Z. Wales en door dezen onge
bruikt worden bewaard, totdat de re
geering verlof geeft, ze te gebruiken.
Enkel laboratoriumproeven mogen plaats
hebben.
ZUID-AFRIKA.
Mjongo en twee andere kaffers zijn
schuldig bevonden aan moord op den
inspecteur Hunt en den soldaat Arm
strong te Richmond in Natal, de eerste
slachtoffers van den opstand der Zoeloes.
Alle drie zijn ter dood veroordeeld.
Generaal Dartnell heeft als zijn mee
ning te kennen gegeven, dat de opstand
nu voor goed onderdrukt is. Maar de
kaffers zijn nog lang niet weer kalm
er valt niets over den toekomstigen
loop der dingen te zeggen.
AMERIKA.
De Amerikaansche politici maken
zich nu warm over de vraag of, indien
president Roosevelt herkozen wordt,
hij voor de tweede of voor de derde
keer het presidentschap bekleedt. Mau
rice Low zegt in een artikel in de
National Review, dat er veel conserva
tisme ligt in het Amerikaansche karak
ter en dat het voor het gros van het
Amerikaansche volk zou strijden met
de overlevering als iemand voor de
derde maal het presidentschap bekleed
de, hoewel de grondwet dat rechtstreeks
noch zijdelings verbiedt. Maar het
zou door velen opgevat worden als een
aantasting der grondslagen waarop de
staatsinstellingen berusten.
Roosevelt's vrienden voeren hier
tegen aan, dat hy wel feitelijk een
»Kijk wat een opiecht gezicht!* riep
Agnes wezenlijk opgetogen. »Wie moet
haar niet gelooveu nu, beste meid, be
zwaar je geweten maar niet, ik heb ook
oprecht gesproken, hoorHet doet me
veel genoegen dat we met elkander in
kennis zijn gekomen, en als je in den
Haag komt, vergeet me dan ook niet*
en na een hartelijk afscheid vertrok Alida.
Een paar dagen later verliet zij nicht
Valmer, en kwam bij haar oom Ottewal
in Rotterdam terug, alwaar zij door hem
met veel hartelijkheid, door zijne gade
echter met terugstootende koelheid ont
vangen werd, hetgeen haar nog al hin
derde, te meer daar de logés nog niet
vertrokken waren. Zij troostte zich echter
met de gedachte, dat zij althans uit den
chaos, waariu zij zich te 's Gravenhage
had bevonden, eindelijk was gered en
dat zij met een gerust gemoed, want
ook zij vertrouwde op Agnes, den brief
ter insluiting aan Ottewal geven kon,
die zich dan ook volgaarne daarmede
belastte.
Niet lang na hare komst vertrokken
de logeergasten, en zij hoopte en vreesde
ze wist het zelve niet rechtj wat meer
te zullen vernemen van de oorzaak van
tantes onaangenameu toon, immers van
de massa onsamenhangende, krenkende
uitingen, haar nu en dan naar het hoofd
geworpen, had zij niets kunnen begrijpen.
En toen nu die gasten weg waren, toen
hoorde zij wel is waar veel meerdat