IX
Woensdag 5 September 1906.
Jaarg.
1
e
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
f. öii:lem v\,
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent;, voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
De schriftkundigen zijn toch hoogst
[onbetrouwbare lieden, die met een regel
ichrifts van een ander een onschuldige
de gevangenis kunnen helpen. Dat
is weer te Grimma gebleken. Kort
geleden is daar burgemeester Merkel
uit Boosdorf tot zes weken gevangenis
veroordeeld, omdat hij, naar de rechters
aannamen, de schrijver was van een
Ingeteekenden brief met beleedigenden
Inhoud. Drie schriftkundigen hadden
verklaard dat het zeer waarschijnlijk
dat Merkel de schrijver was, aan
verklaring van een vierde, die dit
onmogelijk achtte, hechtte de rechtbank
geen waarde. Nu maakt Merkel echter
een mededeeling openbaar, waaruit
blijkt dat de ware schuldige de eerlijk-
iieid heeft gehad, om zich bekend te
maken.
Het geval is al weer een les, om
iemand niet op het getuigenis van
schriftkenners te veroordeelen.
FRANKRIJK.
I Met 1 Sept. trad de wet op de Zon
dagsrust in werking. Van de vier alge-
meene maatregelen van bestuur, die
ter uitvoering van de bepalingen der
wet moéten verschijnen, is er één uit
gekomen, een algemeene maatregel om
toezicht op de nakoming der wet te
verzekeren. In dé werkplaatsen waar
de rustdag voor allen niet op Zondag
is vastgesteld moet eéu duidelijk rooster
zijn opgehangen waarop de rusttijden
worden aangegeven.
In elke werkplaats waar het personeel
niet tegelijkertijd rustdag houdt moet
een register worden bijgehouden, waarin
voor elk werkman de rusttijd is aan
gegeven, die hem is toegekend. Dat
register moet van dag tot dag worden
bijgehouden, van den aangeplakten
rooster moet een afschrift naar den
inspecteur van den arbeid gezonden
worden en dergelijke voorschriften meer.
OOSTENRIJK-HONGARIJE.
De Keizer is Donderdagavond te
Teschen aangekomen, waar hij tijdens
dén duur der manoeuvres vijf dagen
zijn intrek heeft genomen in het
slot der vroegere hertogen van Saksen-
Teschen, nu toebehoorende aan aarts
hertog Frederik. Daar zijn ook afge
stapt de aartshertogen Frans Ferdinand
en Frederik. Twaalf vreemde officieren
wonen de legeroefeningen bij o. a. de
prins van Teek, zwager van koning
Eduard en attaché-militaire aan het
Engelsche gezantschap te Weenen.
De bevolking heeft den ouden Keizer
met groote geestdrift ingehaald.
Sedert eenige dagen is er een staking
in het Noord-Boheemsche kolenbekken,
in de buurt van Dux en Brux, die zich
steeds uitbreidt. De mijnwerkers ver
langen 4 kronen 20 heller per dag als
minimumloon, omdat de steenkoolmijnen
in Oostenrijk den laatsten tijd zulke
goede zaken maken.
Tegelijkertijd is er een soortgelijke
staking uitgebroken in de kolenmijnen
in zuidelijk Hongarije.
De Pesti-Hirlap, een Hongaarsch blad,
schrijft, dat de gewezen minister van
I Rentinck had dan gevraagd of dit
fendschap wel iets had van den Bosch-
tö-beekschen heuvel, en Agnes antwoord
de: »mij dunkt Papa, iets moet het er
wel van hebben, daar wij beiden er te
gelijk aan dachten."
»Zou-je er wel weêr heen willen
vroeg hij lachende, terwijl hij reeds vooruit
begreep, wat ze zou antwoorden.
»Neen, nu niet meer of ja, misschien
toch wel, op ééne conditie. Ziet u, ik
zou er niet meer willen zijn, omdat mijne
oude vrienden er niet meer wonen,
f Rentinck was verrast. Zulk een ant
woord had hij het allerminst verwacht.
Ze hadden sinds zoo geruimen tijd over
Hugo geen woord meer gesproken, andere
heereu hadden haar, en niet altijd zonder
eeuig succes, het hof gemaakt, hoe had
hij kunnen verwachten, dat ze nog immer
aan den stillen dorpeling denken zou
Daar volgde weder een pauze in het
gesprek. Toen begon Rentinck om aan
te knoopen
»Kijk, luitenant Valmer is toch een
charmant ofiicier.«
»Vind u vroeg zij, maar zij gehoor
zaamde aan het vaderlijke gebod van te
oorlog v. Krieghammer, niet zooals
verhaald is door een val op de hofjacht
gekneusd en daaraan gestorven is, maar
dat prins George van Beieren, de klein
zoon van den Keizer, hem bij ongeluk
door een schot in de dij getroffen heeft.
De Keizer, die mee was, had toen hij
den generaal in zijn bloed badende
liggen zag, de jacht laten afbreken en
hem door zijn lijfartsen laten behan
delen. Men had de zaak eerst willen
verzwijgen, maar dit ging niet meer
teen de toestand van den patiënt steeds
verergerde. De Weensche pers kreeg
de instructie om van een ongelukkigen
val te schry ven. Het blad schrijft, dat
trots alle dementi's waar is wat het
zegt. De groote bladen aldaar nemen
het stuk uit het Hongaarsche blad over
zonder er een commentaar aan vast
te knoopen.
RUSLAND.
Stolypin zal, op voorstel van den
Tsaar, met zijn gezin zijn intrek nemen
in het Winterpaleis te Petersburg. Van
aftreden van den minister is, naar nog
eens uitdrukkelijk wordt verzekerd,
geen sprake.
Donderdag is vonnis geveld tegen
de overgebleven beschuldigden in zake
de muiterij van Sveaborg. De krijgs
raad te Helsingfors heeft negentien sol
daten en drie burgers tot den kogel
veroordeeld33 soldaten tot dwang
arbeid van 12 tot 15 jaarnog eens
33 tot plaatsing voor 4 of 5 jaar bij een
straf bataljon195 idem voor 3 jaar.
Van 3 tot 4 maanden militaire gevang,
hebben gekregen 298 beklaagden.
kijken. De luitenant was in druk gesprek
met zijne dames, maar richtte, toevallig
den blik niet naar haar en dat kon
ze niet recht verdragenZou het
werkelijk waar zijn Zou Alida haar
het hart van dien welgemaakten officier
ontfutseld hebben? Het was immers
reeds vreemd, dat Valmer nog in het
geheel niet bij haar was geweest. Het
is waar, daar had tusschen hem en haar
een verkoeling plaats gehad, maar daarop
had zij volstrekt niet gerekend, dat hij
van deze gelegenheid geen gebruik zoude
maken, om de zaak weder eenigszins bij
te' leggen. En het gesprek aan Eduard's
tafeltje scheen steeds levendiger te
worden Het was niet om te verdragen
Was dan op eens weer Hugo's beeld
bij haar uitgewischt In zoo verre zeker
dat zij op dit oogenblik volstrekt niet
aan Hugo dacht. Daar onze gedachten
in den regel van den hak op den tak
springen, is dit althans niet vreemd.
Bedoelt men of Eduards beeld het andere
had verdrongen, deze waarheid is slechts
betrekkelijk. Was dan hier voornamelijk
de liefde, of niet nog veel meer jaloezij,
die eerzucht der meisjes, in het spel
Ziet, dat was niet te dulden, dat een
jong mensch, die zij eenmaal had ge
boeid, zich onverschillig zou kunnen
toonen zoodra zij dat deed, dat was
vooral onduldbaar dat zoo iemand aan
eene andere zou kunnen toebehooren.
Evenwel, de toestand was nu eenmaal
Te Iwanofka in het gouvernement
Saratof poogde een groote menigte met
knuppels gewapende boeren een paar
arrestanten uit de handen der politie
te halen. Deze vuurde echter, waarbij
verscheiden personen gedood of gewond
werden. Troepen dempten ten slotte
de oproerigheid.
GRIEKENLAND.
Zware regens gaan voort Griekenland
te teisteren, gepaard met grove hagel
buien, die op het oogenblik de krenten-
en wijnoogsten weinig goeds doen.
Den 7/20 Augustus trad te Patras, Cefa-
lonia en Zanthe een plotselinge weers
verandering in, die groote ongerustheid
veroorzaakte onder de arme krenten-
boeren. Om 12 uur begon het zachtjes
te regenen, waarop plotseling een zware
bui losbrak, die 35 minuten aanhield
en aan vele mooie verpachtingen den
bodem insloeg, want te drogen liggende
krenten kunnen geen regen velen. Op
het eiland Zanthe stortregende het den
ganschen dag, hetgeen aan de te drogen
liggende krenten groote schade toe
bracht. Te Pirgos viel den ganschen
dag weinig regen een uur stortregens.
Te Messinia viel weinig, in Corinthe
zeer veel regen.
Den 8/21 Augustus te Patras weinig
regenin de omstreken zeer veel, en
aanhoudend. In Zanthe en Cefalonia
regende het zoo sterk, dat er groote
vrees is ontstaan voor de zooveel schade
brengende ziekte Peronospora. In Egion
dezelfde neerslagverschijnselen. Door
de regens van Augustus is de oogst
met 30 pet. verminderd en daar de
zoo geworden, dat de minste aanleiding
de harten in gloed moest zetten en dat
voor bedaard nadenken geene plaats meer
over was, anders zou Agnes zich minder
verontrusten over iets wat zóó natuurlijk
is, als dat een jong cavalier in druk
gesprek is met zijue beide dames, ja had
zij in bedaarder stemming verkeerd, ze
had wellicht, hoewel het bij die afstand
niet zoo heel gemakkelijk was, kunnen
opmerken dat Eduard voornamelijk met
zijne mama sprak, en Alida slechts eene
leidelijke rol speelde. Had-zij kunnen
hooren wat er gesproken werd, hare
ongerustheid zou geheel geweken zijn.
Niet alleen dat Alida eigenlijk slechts
weinig deel nam aan het levendig onder
houd, maar wat Agnes op een afstand
moest toeschijnen fideel te zijn, zou bij
nader onderzoek blijken dien naam
waarlijk niet te verdienen. Integendeel,
Eduard was het met zijne mama in hèt
geheel niet eens, en daar zij voor de
omstanders verbergen wilde, waarover
ze het eigenlijk hadden, werd er op een
zeer levendige wijze gefluisterd. De
luitenant had zich in den beginne ook
koel jegens Agnes willen betoonen. Dat
was hem echter later gaan vervelen en
hij was nu bezig om zijne mama te
overreden, tot het maken eener visite
aan het tafeltje van Rentinck. Alida
was daar om vele redenen volstrekt niet
op gesteld en ondersteunde dus haar
nicht somtijds met een enkel woordje.
Eindelijk bleek toch zijne overredings
kracht de overwinning te behalen, want
het drietal stond op, drentelde wat rond
en kwam toen, als het ware geheel toe
vallig, aan Rentincks tafeltje. Zoo galant
als zijne verminkte leden slechts ge
doogden, bood deze de dames zitplaatsen
aan, en het duurde niet lang of het
discours werd zelfs levendig. De veete
tusschen Eduard en Agnes scheen geheel
vergeten te zijnzij vooral was allerbe
minnelijkst. Rentinck trachtte dat vruch
teloos te wezen tegenover Alida en
mevrouw Valmer ergerde zich, maar wist
zich toch, als vrouw van de wereld, zeer
goed te houden.
En te midden van allerlei anekdotes,
aardigheden, plagerijen, nietigheden in
een woord, inaar die toch door lonken,
glimlachjes, en wie kan zeggen door wat
niet bij meisjes eene beteekenis kunnen
erlangen, die door andere meisjes spoedig
wordt begrepen, voelde Alida zich plotse
ling, achter den rug om van Rentinck,
die wel gezorgd had naast haar te komen,
tegen den arm stootenzij keek even
op, en een brief viel haar op den schoot
onder de mantille. Zij begreep dadelijk
van wie die brief afkomstig was, en voor
wien hij was bestemd, en, had hij zich,
bij al de coquetteriën van Agnes (onbe
wust dat haar bijzijn een groote prikkel
daartoe was geweest) reeds geërgerd,
thans steeg haar het bloed naar het hoofd
van verontwaardiging, thans verviel zij