AANBESTEDING. m GOEDjMi G0ED. No. 39. Woensdag 22 Augustus 1900 Jaar#. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, aanbesteden het leveren en plaatsen van een ijzeren HEK aan de algemeene be graafplaats. FEUILLETON. Buitenland. UI AM £g> Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Burgemeester en Wethouders van AXEL, zullen op Dinsdag den 4 September e. k., des voormiddags ten 9 ure, op het Raadhuis, in het openbaar I Teekening en voorwaarden dezer aanbesteding liggen ter inzage ter Secretarie, iederen werkdag van des voormiddags 912 en des namiddags van 24 uren. Alleen ingezetenen hebben het recht tot inschrijven. Axel, den 16 Augustus 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. J. OGGEL. De Secretaris, J. A. VAN VESSEM. Op weg vertelde Jan Stade'onge kunsteld en levendig hoezeer hij te strijden had gehad met de elementen, toen hij in het broze schuitje op de woedende zee dobberde. Hugo hing aan ?ijne lippen. Hij leefde in een begoo cheling, die alle kritiek plaats liet maken voor onbegrensde bewondering. Terwijl men zoo bezig was alles, althans het meeste van het gestoorde feest te recapi- tuleeren, vroeg Jan: maar amice, vertel mij nu ook eens, wanneer gaat het enga gement door van een zekeren Hollandschen prins met grootvorstin Olga *Wat blief-je P« vroeg Hugo op ver baasden toon en met een bloedrood gelaat. Hij twijfelde er aan hoe die plotselinge vraag te moeten opvatten. Toen hij echter het spottend wezen van den anderen zag, wist hij genoeg en antwoordde ernstig: »neen dat engage- mentzal niet lichtdoorgaan, dat beloof ik je. Stade scheen zelfs eerbied voor dien ernst te hebben, want hij ging op den zelfden toon niet voort. Men werd stiller en Jan merkte dat er wat bij Hugo broeide, en zoo was het ook, want eindelijk hernam de laatste DUITSCHLAND. Italiaansche bladen maken eenige wonderlijke opmerkingen over de sa menkomst te Kronberg, wonderlijk ten minste als men in aanmerking neemt dat Duitschland op papier nog altijd de bondgenoot van Italië is. Zoo zegt de TribunaDe helm van keizer Wilhelm en de hooge hoed van koning Eduard stellen twee verschil lende staatkundige stelsels voor. Ieder een wenscht Duitschland in de wereld geëerd te zien. Daarvoor is echter noodig dat het minder de punt van zijn helm vertoont en het gekletter van zijn soldatensabels tempert. Het moet in het kort het vooruitzicht van een oorlog in mindere mate op den voor grond stellen. Het Giornale d'Italia schrijft: In weerwil van de kilheid van de Kron- bergsche ontmoeting en ofschoon de redenen voor een botsing ernstig en talrijk zijn, is de wereld groot genoeg om Engelsche en Duitsche begeerlijk heden te bevredigen. Het is al veel gewonnen dat de Duitsche pers hare aanvallen op Engeland gestaakt heeft. Deze laatste zinsnede vooral geeft geen slechten kijk op de onpartijdigheid en het oordeel des onderscheids van de Italiaansche pers. ENGELAND. Vrijdag werd te Dumfries een jongen van vijftien jaar voor den rechter ge bracht. Hij werd beschuldigd van poging tot zelfmo jrd. De jongen was wanhopig »hoor eens amice, men moet iemand hebbén om zijn hart bij uit te storten. Ik heb je leeren achten en liefhebben, ja ik beschouw je als een waar vriend. »Nu,c sprak de andere met gulheid, »dat kan je ook gerust doen, wattt ik houd veel van je.« »Daar ik voor mijn vertrek uit Holland al geëngageerd was, en mij zeiven nog als zoodanig beschouw, begrijp je wel dat er van dat, waar je zoo met een op doelde, geen spraak kan zijn.« »Pauvre Sirezuchtte Stade tragi- komiesch. »Wat bedoel-je daarmee amice »Wel, primo, dat iedereen heeft gezien, dat je gisteren voormiddag doodelijk ver heid op Olga was. En nu heb je je vroeger al aan een ketting gelegd, en zoo als dat gaat, dan- komt het geweten daarbij, ofschoon ik zou, franchement parlant, in die zaken zóó consciëntieus niet wezen. »0 neen, hoor eerst naar mij, wantje beschouwt de zaak waarlijk verkeerd. Mijn liefde heeft al de heiligheid die eene eerste liefde, God geve dat ze mijne eenige blijve, kenmerken moet.* En nu verhaalde hij alles, opk dat alleen de gelijkenis, of liever de vergelijking van Olga met Agnes, hem tot die dwaze houding van den vorigeu dag had gebracht. »Pauvre Sire!* herhaalde Stade. »Wat meen-je daar nu mee »Alles wat je me daar vertelt, vriend geworden, omdat hij geen werk kon vinden, aangezien hij de zoon van een dronkelap en een deugniet van een vader was. Dezer dagen had de vader aan huis weer eendrinkgelagaangericht. De jongen greep naar een scheermes en bracht zich gelukkig geen zware verwonding toe. Bij tijds werd hem het mes ontrukt. De rechter liet hem gaan, onder belofte, dat hij niet meer de hand aan zich zelf zou slaan. De knaap kwam er beter af dan de werkman, die een paar dagen geleden te Londen wegens een poging tot zelf moord, de achtste, tot zes maanden ge vangenisstraf werd veroordeeld, en het dienstmeisje, dat, door haar vrijer be drogen en verlaten, in Mei een eind aan haar leven wou maken, en daarvoor een jaar de gevangenis is in gegaan. De Tribune heeft een hoofdartikel naar aanleiding van deze vonnissen en vraagt of het nu geen tijd wordt, deze barbaarsqhheid, het bestraffen van men- schen die zelfmoord hebben willen plegen, af te schaffen. Afschrik wekt de straf toch niet. Men zoekt den dood, waarin de rechter niet meer straffen kan. Als iemand, die het leven uit wil, nog aan de straf denkt, dan zal hij ten hoogste zorgen, dat de poging ineens goed lukt. De Tribune herinnert in 't voorbijgaan dat tot 1823 in Engeland de zelfmoor denaars aan een kruispunt van wegen begraven werden met een staak door het lichaam, teneinde hun geest te be letten de levenden lastig te vallen. Dat gebeurde nog geen eeuw geleden in Engeland lief, biengt mij tot de conclusie, dat je of iu Holland had moeten blijven, of wel voor dat je heenging een einde aan de zaak had moeten maken. Die vereeniging komt nooit tot stand, ja het is te wenschen dat er niets van komt.« Hugo werd bloedrood. Hij gevoelde zich gekrenkt in het diepst van zijn gevoel. »En toch doe ik misschien verkeerd,* ging de andere luchtiger voort, »om nu reeds je illusies te verbreken. De tijd zal dat van zelf wel doen. Dit is zeker, dat je of zoo spoedig mogelijk repatrieëren of wel, en dat was misschien het beste, den band, die je lastig zal worden, ver breken moet.« Repatrieëren, ja en wat dan sprak Hugo op smartelijken toon en als in zich zeiven. Het scheen wel dat hij op het laatste gedeelte van Stade's woorden niet had gelet. Van Waren sprak niet meer, maar zat peinzend naast zijn vriend, die hem van tijd tot tijd even aankeek. Hugo's oogen werden vochtig. »Le bon enfant!* fluisterde Stade, met een gelaat, waarin men evenveel ironie als waarachtig medelijden opmerken kon. Zijn wij lang stil blijven staan bij een dag waarop veel is voorgevallen, wat grooten invloed moest uitoefenen op onzen jongen Bosch-en-Beeker, het ligt waarlijk niet in njijn plan om even omstandig te beschrijven, wat hem in Ruslauds metro polis wedervoer. Genoeg dat Stade's DENEMARKEN. Politiken heet het bezoek van het Nederlandsche pantserschip Piet Hein met vriendelijke woorden welkom, Het zal, schrijft het Kopenhaagsche blad, ten volle een officieel bezoek wezen de officieren van het schip zullen dan ook hun opwachting maken bij den koning en den minister van buitenland- sche zaken. En de koning zal wel in den loop van de zeven dagen, dat het schip te Kopenhagen blijft, een bezoek aan boord terug brengen. „Van een bezoek, dat het pantserschip verleden jaar zomer aan Aarhus heeft gebracht, herinnert men zich de officieren van de Piet Hein als bizonder beminnelijke en voorkomende oorlogsmannen", zegt Politiken. Zaterdag zou de heer van Haarst, de Nederlandsche consul-gene raal, te zijnen huize een feestmaal ter eere van de officieren van de Piet Hein gevenDeensche marine-autoriteiten zouden van de partij zijn. RUSLAND. De gouverneur van Wasa heeft aan den gouverneur van Finland geseind, dat in den nacht van Donderdag op Vrijdag door politie en douaniers op 20 K.M. van Nikolaistad aan de kust zijn ontdekt 180 geweren en 24,000 patronen. De laatste drie dagen moeten te Petersburg en te Moskou 210 revoluti onaire socialisten van de daad zijn op gepakt. Het oud-Doemalid Wragof is te Penza aangehouden onder beschul diging van de boeren te hebben opge hitst. In de bosschen van een gene- invloed steeds grooter werd, ja zelfs van zooveel gewicht dat hij niet zelden druk kend mocht worden genoemd, want edel, mannelijk, innemend was dat karakter stellig, maar wanneer Bolck, bij elk lichtzinnig woord van den plaaggeest, zijne groote zwarte oogen, over de lesse naar tot Van Waren verhief, dan lag er in dien oogopslag een stil verwijt, wat Hugo te minder kon ontzenuwen, naar mate zijn eigen zuiver gevoel te dikwijls werd geschokt, ja diep gekrenkt, want moest hij het ook verontschuldigen bij zooveel weelderigheid in vorm, in aauleg, in geest, in alles ontkennen noch goed keuren kon de rein gevoelende jongeling, als hij bespeurde, dat in alle kringen waarin hij door Stade werd gevoerd (en zij waren vele) door dezen dezelfde schitterende, maar gevaarlijke, ja mis dadige rol werd gespeeld. O hij had oneindig veel aan den vriend te danken, en hoopte zelfs eens eene goede gelegen heid te kunnen viuden, om Bolcks een zijdige veroordeelingen te kunnen schaak mat zetten. Door Stade maakte hij kennis met allerhande, en daaronder recht in teressante specialiteiten, juist thans, dat de kautoorbezigheden hem veel vrijen tijd lieten. Hij bezocht niet alleen de monumentale inrichtingen, die Petersburg zoo vele bezit, het Winterpaleis, de Ermitage (die over rijke verzameling van kunstgewrochten) het Museum van antideluviaansche schepsels, enz., enz.,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 1