i ati L
al m
Ao. 28.
Zaterdag I I I15(1(1,
22c Jttarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIELËMAA,
Yerlegging gedeelte hulpweg bij de
halte Sluiskil (brug.)
Buitenland.
FEU1LLETON
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKERUITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De BURGEMEESTER van AXEL,
brengt, ter voldoening aan het schrijven
van den Commissaris der Koningin in
Zeeland, dd. 10 Juli 1906, A No. 848,
2e. Afd., ter kennis van de ingezetenen,
dat de noordelijke helft van den hulp-
weg nabij de spoorweghalte Sluiskil
(brug) aan de westzijde van het kanaal
van Neuzen, op 12 dezer verlegd
wordt van het stationsempla-
cement naar den westelijken
kanaaldijk.
Axel, den 11 Juli 1906.
De Burgemeester voornoemd
D. J. O G G E L
DUITSCHLAND.
Morenga, de opstandeling uit Duitsch
Zuidwest-Afrika, die, op Engelsch ge
bied uitgeweken, door de Kaapsche
politie gevangen genomen is, heeft zich
aan een interview onderworpen. De
correspondent van de Cape Times te
Prieska heett een half uur lang met
den inboorling gesproken. Het gesprek
werd in 'tHollandsch gevoerd.
Morenga zeide eerst dat hij met zijn
mannen ongewapend op Engelschgebied
gekomen was, om de vrouwen en kin
deren in veiligheid te brengen bij
hun gevangenneming moesten de Hot-
tentotten 27 geweren inleverendit is
XII.
Waar de trotsche Nevastroom zich in
tweeën deelt en het eiland Wassilie
vormt, verheft zich, wij weten het reeds,
als waardig monument om dit schilder
achtige punt op te luisteren, de Peters-
burgsche handelsbeurs. Daar achter
schuilt een nederig, maar niet te min
zeer uitgestrekt en belangrijk gebouw,
naar de eene zijde uitziende op de Groote
naar den anderen kant op de Kleine
Neva, terwijl de beurs en eene druk
bezochte markt verder de grenzen bepalen.
Nadert gij het van de zijde der kleine
Neva, hoe treft u de onophoudelijke
drukte, het laden en lossen der schepen,
die aan de kaai of dicht tegen elkander
opgesloten liggen, het wegen der ladingen,
het bergeu in de uitgebreide magazijnen,
het heen en weder loopen van menschen
in allerhande kleedingen en uniformen
hier de matroos in zijn rood boezeroen,
ginds de ambtenaar in zijn grijzen
kapotjas met groece omslagen, oi ook
wel eens een rok die aan hooger rang
denken doet, en in dat geval gewoonlijk
met een vrij groot koralen ridderkruis
versierd, dan weder de gemeene Rus in
dus niet waar en dat hij nog de
sporen droeg van zijn verwonding. Dan
vertelt hij het volgende
Ik heb twee jaar en vijf maanden
gevochten. Wij moesten leven van de
proviand die we op de Duitschers buit
maken, maar dat was genoeg. Met
mijn gevangenneming is de oorlog niet
uitdeze wordt voortgezet door mijn
zoon Petrus Morenga. Wij zouden ons
overgeven als de Engelschen ons land
wilden overnemen, maar aan de Duit
schers nooit. Wij zullen ons nog
liever doodvechten.
Wat Morenga dacht, dat de andere
kapiteins doen zouden vroeg de be
richtgever.
Jonathan en Christiaan en een andere
kapitein zullen zich zeker niet aan de
Duitschers overgeven, maar doorvech
ten, antwoordde de Hottentot. En hij
was er zeker van, dat de vijandelijk
heden nog zeer lang zouden duren.
Toen men hem vroeg of hij dan niet
wist, dat Duitschland de sterkste mili
taire mogendheid ter wereld was, gaf
hij ten.antwoord Ja, dat weet ik, maar
zij hebben geen begrip van den oorlog
in ons land. Zij weten de bronnen niet
te vinden en zijn niet ervaren in de
guerrilla.
De opstand was ontstaan omdat de
Duitschers de inboorlingen ruw en
wreed behandelden, en men liever in
den strijd sneuvelde, dan dat nog langer
te verdragen. Vóór den oorlog had
Morenga een poos lang in de koper
mijnen te Ookiep (Namakwa-land) ge
werkt. Hij was door een zendeling
opgevoed en had een reis van anderhalf
den wijden versleten bruinen tabbaard,
daar naast de scheepskapitein of koopman
in zwarten rok gedoscht. Treedt gij den
breeden hoofdingang in, voeren u de
ruime, doch tamelijk afgesleten trappen
naar een zeer lange gang, en zijt gij een
paar ruime vertrekken, waarvan het eene
een uitgestrekt kantoor het andere een
receptiekamer gelijkt, voorbij, hebt gij
ook het oog gevestigd naar een kleiner
vertrek, dat u, door de massa fleschjes
en potjes,, doet denken aan een apotheek,
doch waar men monsters bewaart, dan
aanschouwt ge een, men zou haast ge-
looven talloos aantal kleine kantoren,
alleu gemeubeld met lange lessenaars,
door houten schotten afgedeeld, terwijl
elke dier afdeelingen haar eigen nommer
draagt. Voor de meeste afgeschoten
gedeelten staat een man te werken, en
overal heerscht groote orde, diepe stilte.
Ofschoon het door den langen gang
drukker is dan in menige straat, staat
het u niet vrij in dit, men zou haast
gelooven moeten heilig gebouw^ den hoed
op het hoofd te houden. Dat komt omdat
een ambtenaar hier bevel voert, en elke
ambtenaar draagt hier de uniform, is
militair, staat ouder en handhaaft de
discipline. Wij komen eindelijk aan de
andere zijde van dit veelomvattend huis.
Een minder aanzienlijke trap voert ons
naar eene soort van binnenplaats, van
nauwe, vooral niet schoone, maar veeleer
morsige colouades omringd. Terwijl wij
jaar door Duitschland met hem ge
maakt.
FRANKRIJK.
De Kamer heeft de wet op de Zon
dagsrust aangenomen zooals die van den
Senaat was teruggekomen. De voor
naamste bepalingen van deze wet zijn
artikel 1, waarbij verboden wordt, een-
zelfden bediende of werkman in een
inrichting van handel of nijverheid
meer dan 6 dagen in de week te laten
arbeiden en waarbij bepaald wordt dat
de wekelijksche rusttijd op zijn minst
24 uren achtereen duren moet.
Artikel 2 bepaalt, dat de rustdag op
Zondag moet vallen. Dat is de regel.
Maar van dien regel kan worden af
geweken voor inrichtingen waar de
Zondagsrust tegelijkertijd van het gan-
sche personeel den geregelden gang
van het bedrijf schade zou doen. Voor
die inrichtingen mag de rustdag worden
gesteld op een anderen da.; voor het
geheele personeel, of van Zondag 12
uur tot Maandag 12 uur, of alleen Zon
dagmiddag vrij en om de 14 dagen een
heele werkdag vrij, en wel voor het
heele personeel of voor een gedeelte
van het personeel.
Sommige inrichtingen behoeven geen
verlof te vragen om af te wijken van
den regel dat de Zondag de rustdag is.
Zoo b. v. hotels, restaurants en drank
huizen, bloemenwinkels, hospitalen apo
theken, badinrichtingen, dagbladen, ver
huurders van rijtuigen en fietsen en
dan een paar algemeene categorieën
van bedrijven, die bij algemeenen maat
regel van bestuur nader zullen worden
verder gaan, voert de eene binnenplaats
naar de andere, en ofschoon het hier
doodsch en stil is, bespeuren wij toch,
dat wij ons ook hier midden in de
magazijnen, vooral wijnpakhuizen, be
rinden, getuigen de diepe donkere holen,
die wij door de geopende deuren begluren
kunnen, en die zoo goed overeenstemmen
met de somber gewelfde overdekte
gangen, waar hier en daar een smerige,
sterk gebaarde Rug tegen een ellendig
schilderijtje van dezen ot' genen heilige,
waarmede een muur of een pilaar is
beklad, allerhande bewegingen maakt,
ten bewijze zijner kinderlijke liever
kindsche - vromigheid. Hier doet dat
onregelmatige en toch zoo eentoonige,
onvriendelijke gebouw, u denken aan
een doolhof, en dankbaar zijt gij al3 ge
weder de frissche Neva voor u ziet, ten
blijke dat gij het hol ontvlucht zijt.
Dit gebouw is het groote entrepot van
St. Petersburg, van daar die magazijnen,
van daar die druk bezochte kaaien met
kranen en weegschalen. Dit gebouw is
het douanenhuis, van daar die aange-
kleede mannen, van daar die stijve,
militaire houding. Dit gebouw is eindelijk
het bureau voor eiken konvooilooper der
groote, handeldrijvende stad, van daar
die massa kantoren, waar een ieder zijn
lessenaar, met eigen nummer voorzien,
heeft moeten huren, en, om tegen de
wellicht indiscrete oogen van zijn con
current gewaarborgd te zijn, zelf tusschen
opgegeven. Deze nader aan te duiden
groepen omvatten de bedrijven waar
bederfelijke waren worden behandeld
en fabrieken, die niet telkens kunnen
stilstaan zonder dat ze ernstige schade
lijden. Er zal ook een afzonderlijke
regeling gemaakt worden voor inrich
tingen waar vuren moeten worden aan
gehouden des Zondags, als hoogovens.
Verder wordt er natunrlijk gelegen
heid gegeven, af te wijken van den
Zondag als rustdag, in geval van zeer
dringende werkzaamheden, reparatiën
die geen uitstel kunnen lijden en der
gelijke meer.
DENEMARKEN.
De dreigende werkstaking van tim
merlieden in het scheepsbedrijf en de
groote uitsluiting, die er op gevolgd zou
zijn, is afgewend. Patroons en werk
lieden zijn tot een vergelijk gekomen.
Aan twee werven hielden de timmerlui
zich echter niet aan de afspraak, maar
staakten Maandag. Door bemiddeling
van het bestuur der vakvereeniging
gingen zij gisteren echter weer te werk.
NOORWEGEN.
Politiken verneemt uit Drontheim,
dat keizer Wilhelm's toost een bizonder
goeden indruk heeft gemaakten in
zekere kringen ook zijn mildheid met
ridderorden. Hij heeft er mee gegooid,
en koning Haakon niet minder. Deze
echter alleen aan Duitsche officieren
en anderen uit keizer Wilhelm's gevolg.
De Noren hebben geen Olaforde ge
kregen. Dat is de schuld van minister
Michelsen, die vond dat men die orde
twee plankeu zit. Die kouvooiloopers
(ik noem ze zoo, omdat ik er geen anderen
naam voor weet te vinden, maar hunne
betrekking verschilt veel, van wat wij
hier daaronder verstaan) houden daar
niet alleen hun kantoor, maar blijven er
ook den ganschen dag ter dispositie van
hunne principalen, de kooplieden, die
dus niet door hen worden opgezocht,
maar zeiven een bediende moeten zenden
als zij althans met hunne orders niet
kunnen wachten tot beurstijd, alwaar de
konvooilooper met zijn petje op, zich
gewoonlijk even bij de patroons komt
vertoonen. Hoe toch het denkbeeld over
wat gepast of ongepast is verschilt. Aan
de Amsterdamsche beurs wordt afwijking
van een deftige kleeding den makelaar
of anderen dienaar nog wel eens kwalijk
genomen en de koopman beschouwt zich
vrijer daarin aan de Petersburgsche
beurs staat de handelaar met den ronden
hoed op het hoofd en zedig aangekleed,
en de dienaar verschijnt er met zijn pet
en kantoorplunje.
Dit huis moest door Hugo van Waren,
zoodra hij bij den heer Schölle werkzaam
was, bijna dagelijks worden bezocht,
én Jan Stade was alweder de man, die
hem daar eerst den weg wijzen moest.
Zeker was daar niemand beter toe be
rekend, want zoowel de lagere als hooger -
ambtenaren, zoowel de zeelieden als
kruiers, allen keken den vluggenjo n
man naar de oogen, en hij had er den