\o. 22.
Zaterdag 23 Juni
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIELEMAA,
Buitenland.
FEUILLETON.
ff* I i*
tf Clctl 44,
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
FR4NKRIJK.
De Koning van Kambodja is Dinsdag
morgen om half negen te Parijs aange
komen. Hij reisde met zijn gevolg in
eenige afzonderlijke spoorwagens, die
meekwamen met den gewonen snel
trein uit Marseille.
Vertegenwoordigers van den president
der republiek en van den minister van
koloniën waren aan het station om hem
te verwelkomen. Een compagnie van
de republikeinsche garde bewees aan
het station de militaire eer. Eenafdee-
ling kurassiers begeleidde de konink
lijke rijtuigen naar de avenue Victor
Hugo, waar een huis voor koning Siso-
wath is ingericht.
In den namiddag bracht de Koning
een bezoek op het Elysée. Daar heette
president Falliéres hem welkom te
Parijs. Zooals dat onder staatshoofden
te doen gebruikelijk is, bracht presi
dent Falliéres nog dienzelfden middag
een bezoek terug aan de avenue Victor
Hugo.
Z. M. Sisowath is gekleed half in
Kambodjaansche, half in Fransche klee
ren. Zoo heeft hij een wijden pofbroek
aan, die tot de kuiten reikt, een broek
die het midden houdt tusschen een
fietsbroek en een vrouwenrok; dat is
Kambodjaansch. Daarover heen han
gen de slippen van een lang zwart pak
dat is Fransch. De hoed is Europeesch,
d. w. z. een hooge hoed, maar in tegen
stelling van andere hooge hoeden, glimt
deze hoed niet. De beschrijving inde
Fransche bladen doet denken aan de
31)
Inmiddels liep de officier knorrig door
den Haag. Een paar malen ging hij
voorbij Rentincks huis maar hij zag
niemand. Hij wendde zijn schreden naar
het Haagsche bosch, en liep verscheidene
kennissen voorbij zonder hen te groeten,
I zoozeer was hij in gedachten verzonken.
»Ik heb ook niemand, niemand« prevelde
hij, »wien ik vertrouwen kan, mama,
I hm, daar heb ik wat aan. Alida, ja,
op haar had ik nog al mijn hoop geves
tigd. Ook al mis. Wat hebben ze toch
tegen Agnes Ik begrijp het niet. Ze
zijn heel aardig en vertrouwelijk met
me, maar zoodra ze dat punt maar even
aanroeren krimpen ze terug en trekken
de voelsprieten in, als insekten die tegen
leen hard voorwerp aanstooten. Och,
maar ik ben ook gek geweest een meisje
tot de vertrouweling van mijn liefde te
maken, ze willen immers allen zeiven
gefeteerd worden. Maar wat zal je doen P
Een jongen kan ons niet helpen, en
jbuitendien, dat is maar al te dikwijls
met eigen handen je glazen inslaan. Ik
heb het land, ik heb vervloekt het land.
Waar zal ik naar toe? Laat eens kijken,
kleederdracht van een Urker visscher
bij een begrafenis
Het is een groote eer voor den Ko
ning, dat in de voor hem ingerichte
slaapkamer het ledikant is opgesteld,
waar Nikolaas II op geslapen heeft bij
zijn laatste bezoek aan Frankrijk. Er
op slapen zal koning Sisowath echter
niet. Hij geeft de voorkeur aan een
matje.
De Koning denkt een maand te Parijs
te blijven.
RUSLAND.
In de Doema is de behandeling van
het wetsontwerp over de burgerlijke
gelijkheid voortgezet. Professor Pes-
prasitski hield een pleidooi voor de
rechten der vrouwenPetroenkewitsj
voor de Joden onder verwijzing naai
de gebeurtenissen te Bjelostok. Hij
betoogde, dat men voort moest maken
met de gelijkstelling der Joden, anders
zou er nog meer bloed vloeien.
De Doema benoemde voorts nog een
commissie van elf leden om middelen
te beramen, hoe de hongerlijdende be
volking kan worden geholpen.
De algemeene toestand is naar luid
van alle berichten, verre van gerust
stellend. De stakingsbeweging neemt
toe en evenzoo de agrarische onlusten.
In Petersburg zijn de bakkers nog altijd
aan 't stakenwittebrood is er bijna
niet te krijgen. Maandag hebben ook
de grondwerkers en steenhouwers het
werk neergelegd. De staking op den
Syszan-Wjasmaspoorweg heeft de be
ambten der Petersburgsche lijnen in
gisting gebracht. De machinisten van
hoe laat is het Half drie. Ik wil nog
even Rentincks huis voorbij loopen om
te zien of ze thuis is, dan ga ik haar
een visite maken en anders naar den kroeg.
Twee zijner kameraden kwamen hem
voorbij.
«Zoo Valmer, ga je mee naar de soos,
een partij koning spelen (Tot goed
verstand der lezerressen diene, dat soos
wil zeggen sociëteit en dat koning een
soort van biljard spel is dat men met
zijn drieën speelt.)
«Neen, dankje: biljarden doe ik niet
meer, ik heb er het land aan, ik heb
het te veel gedaan van mijn leven.*
Je hoeft Rentinck niet voorbij te loopen,
want ze zit er niet. Wij zijn er juist
langs gegaan.*
«Ach, waar ik loopen wil. gaat jou
niet aan.*
De beide kameraden hadden er plezier
iu, maar lieten hem trekken.
«Ja ik zal ze gelooven prevelde
Eduard, »wie zijn besten vrieud op zulke
punten gelooft is een gek.«
Hij liep nog eens voorbij Rentincks
huis.»Mis natuurlijk, alles loopt me
tegen van daagA la bonne heure,
dan maar naar het Buitenhof.* Het
gewone middel om het land te verdrijven
werd aangegrepen. Een half uur daarna
kon men hem met ingespannen ijver
zien zitten aan een speeltafeltje. Waarlijk
het doel was bereikt, het vonkelende
oog, de vlugheid der bewegingen, alles
den Nikolaj-spoorweg (Petersburg-Mos
kou) zouden heden het werk neerleggen
als hun eischen niet ingewilligd werden.
Verdei komen stakingsberichten uit
Brest-Litofski, Krementsjoeg, Odessa,
Kaloega, Jekaterinoslaf, Sjitomir, Radom,
Oestjoeg en Saratof.
De berichten over de euveldaden in
Bjelostok zijn haast niet te gelooven.
Zoo verhaalt een ooggetuige, dat een
Joodsch meisje voor de oogen der
moeder onbeschrijfelijk verminkt werd
een Jood werden de beenen afgezaagd
op een menigte lijken vindt men spijkers
in het hoofd en den romp.Terwijl de
heelmeester Schloma Schetzitzki bezig
was verbanden aan te leggen in het
Joodsche hospitaal, werd hij door een
hek heen doodgeslagen en zijn lijk
onherkenbaar verminkt.
De vrederechter Derewin heeft aan
den Doema-afgevaardigde Sjepkin ver
klaard, dat hij Donderdag en Vrijdag
had gezien hoe, als er huizen geplunderd
werden, den militairen rechtsomkeert
werd bevolen en gelast op de tegenover
liggende huizen te vuren. Vrederechter
Oldenburg bevestigde dit.
In de woningen van verscheiden
politieagenten zijn gestolen voorwerpen
gevonden. Bij het liefje van den pope
Popowaki vond men bij een huiszoeking
ook verschillende gouden en zilveren
sieraden en vier pelsen. Toen men de
vrouw en haar broeder wilde arres
teeren, verzette zich de pope daartegen
er ontstond een oploop en een lid van
de Joodsche burger weer werd door de
kozakken als een hond neergeschoten.
duidde- genoegzaam aan, dat «het land«
verdreven was.
Wij laten hem daar, en bezoeken
liever de bevallige Agnes, die eenige
minuten nadat Eduard Rentincks woning
voorbij kwam van hare wandeling is
teruggekeerd. «Is papa thuis is het
eerst wat zij aan de meid vraagt, en
daar deze bevestigend antwoordt, zoekt
zij den man op, en loopt recht hartelijk
naar hem toe. Rentinck die een krant
zit te lezen het is de eenige die hij
er op na houdt ziet er bleeker en
landeriger uit dan wij nog ooit gezien
hebben, zoo zelfs dat het Agnes treft
en zij op allerliefsten toon zegtwat
scheelt er aan papa
«Och kind, niets, niets.*
«Mag ik het niet weten?* en terwijl
zij het vraagt, heeft haar snoepig gelaat
bijna dezelfde coquette uitdrukking als
op het bal en toch, hier, waar het alleen
geldt de oprechte begeerte om den vader
te troosten die zij zoo innig lief heeft,
hier veredelt dezelfde glimlach, waar hij
vroeger wel eens een meer twijfelachtig
karakter' mededeelde.
E-n Rentinck zag zijne dochter eerst
net verrukking aan, toen scheen er een
zware strijd in zijn binnenste gestreden
te worden, want het vaal geel van het
gelaat werd overtogen met een bruin
achtig purper, en de gloed om de oog
leden schroeide wellicht de traan weg,
die dreigde uit te stroomen. Hij stond
Aan de komst van de Doema-afge-
vaardigden, onder wie bovengenoemde
Sjepkin, is het te danken, volgens
denzelfden zegsman, dat er een einde
aan de gruwelen kwam. Zij stellen
een nauwkeurig onderzoek in en blijven
daartoe nog eenige dagen te Bjelostok.
Zij hebben 0. a. vastgesteld, dat generaal
Bogajefski de plunderaars in de Nikolaj-
straat aanmoedigde met de woorden
Gegroet kinderen Een adder officier
riep„Ik wensch u geluk, broeders,
met het feest!"
Erkend wordt, dat andere officieren
alles gedaan hebben om uitspattingen
tegen te gaan. De winkels van een
zekeren Barock en een zekeren Gold
stein dankten hun behoud aan een
kolonel. Sommige christenen bescherm
den de Joden met waren heldenmoed.
De onderwijzer Jakubofski had 17 Joden
in zijn huis. Een commissaris van
politie dreigde 'het huis te zullen laten
bestormen en de Joden te verpletteren,
maar Jakubofski antwbordde„Eerst
als gij mij vermoord hebt." Dit ant
woord redde de ongelukkigen.
Te Kief is met toestemming van de
censuur overal in de stad een manifest
aangeplakt van den volgenden inhoud
„Russen! Verdedigt wat u heilig is.
Verdelgt de vijanden des vaderlands
zonder erbarmen. Leve de lynchjustitie
des volks
Twintig gewapende revolutionairen
hebben Maandagavond een aanval ge
daan op het landgoed van deu Poolschen
grondbezitter Lobatsjef te Zawadki in
het gouvernement Siedlce. Lobatsjef
op, als wilde, als kon hij zijne dochter
niet meer aanzien en liep met ongelijke
schreden de kamer op en neer.
En Agnes wist niet hoe zij het had,
maar staarde hem, een en al verbazing,
na. Zoo had zij haar vader nimmer
gezien Het was wel eens gebeurd, als
hij thuis kwam, dat hij wat wonderlijk,
wat opgewonden of ook wel eens wat
kortaf, wat kregel was, maar dat was
gewoonlijk als hij uit zijne sociëteit kwam,
want Rentinck behooide tot dat groot
aantal mannen, die men juist niet onder
de dronkaards kan rangschikken, maar
die toch gewoonlijk meer drinken dan
precies goed is en niet zelden nog wel
eens meer nemen dan ze gewoon zijn.
Zij zag echter zeer goed dat dit hier
volstrekt niet het geval was. Neen, wel
moest die man zwaar zieleleed hebben,
een zieleleed geheel onderscheiden van
wat hem anders wel hinderen kon.
Eindelijk werd het de dochter zoo
benauwd, dat zij hare tranen niet weer
houden kon, en zich op de sopha vallen
liet om uit te schreien.
Alsof' een panische schrik hem overviel,
vloog hij naar haar toe, uitroepende
«Agues, Agnes, wat scheelt er aan
»Ach palief, dat u ook zoo raar doen
kunt, zoo vreemd heen en weer kunt
loopen en niet eens aan mij vertellen
wilt wat u deert.*
«Luister dan kindlief, als je het weten
wilt. Ik zal het je dan zeggen. Ik beu