meun al mul
7°\
So. 8.
Woensdag 2 Mei 1906.
22e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
11.'
ÏAJ
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. OlfiLËlLVV,
Buitenland.
FEUILLETON.
XTT
i» 5
A» j
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
FRANKRIJK.
Het bestuur der Pransche socialisti
sche partij richt Zich tot de arbeiders
met een oproeping om den lsten Meidag
te vieren.
Minder dan ooit mogen de arbeiders
thans verzuimen, mee te doen aan de
viering, „nu de sabels en geweren van
het nationale leger gericht zijn op de
borst der stakende mijnwerkers" „nu
de slachting te Ooiirrières de meest
onbekommerden er aan herinnert, met
hoeveel bloed en hoeveel moorden de
dtividenten worden gekweekt, door de
roofzuchtige aandeelhouders van de ar
beiders gekaapt." „Op het oogenblik,
dat aan de arbeiders en de beambten
van den staat, de postbeambten en de
onderwijzers, het recht ontzegd wordt,
vakvereenigingen op te richten om hun
bestaan en hun brood te verdedigen."
Er staken dezer dagen vele Pransche
arbeiders. Maar de som van arbeid,
die dezer dagen in Frankrijk verricht
wordt, zal niet zooveel lager zijn dan
anders. Wat Frankrijk door de stakers
aan arbeid te kort komt maken andere
groepen van arbeiders weer goed. Allen
die bij het kruideniers vak betrokken
zijn, werken zich half dood tegen 1
Mei. Er zijn kruideniers te Parijs, die
twintig wagens meer dan anders in
dienst hebben om hun klanten te be-
dienen en die toch 3 dagen achtérop
zijn met hun1 bestellingen. Deftige
dames en heeren komen zelf aan de
toonbank voorraden koopen en mee-
18) -
Het werd ten t-veedenmale beproefd,
en juist was de patroon bezig om zijn
bediende erg uit te vegen. Het oogen
blik was dus nog ongelukkiger gekozen,
en ze dorst nauwelijks om een stukje
lak vragen. Het werd echter tijd, ze
moest antwoorden. Een derde bezoek.
Het werd wat gek. Wat zou ze nu weer
vragen Een velletje papier dan maar
weer, en Ottewal maakte glimlachend de
opmerking dat ze zeker een drukke
correspondentie moest hebben> om zóó
zijn kantoor te komen plunderen. Voor
zij echter nog de deur uit was, gaf
hij aan Karei een boodschap, want hij be
greep waar het haar om te doen was. Het
duurde dan ook niet lang of Alida trad
weder binnen en nu met beter gevolg.
Hoewel Ottewal juist niet zeer best
gehumeurd was, ontving hij het nichtje
toch vriendelijk. Het deed hem altijd
veel genoegen, als hij zijn hart bij haar
eens kon uitstorten uitstorten, neen
toch niet, dat woord zegt te veel. Een
man als Ottewal komt wel onder de
pantoffel zijner vrouw, maar hij zal zich
wel wachten dat voor iemand te erkennen,
veel is het reeds gezeg 1, dat hij zijn
gemoed voor Alida eemgzins ontladen
nemen. Heeren huren rijtuigen, laden
die vol met winkelwaren en trekken
met den buit naar huis. Vooral blikjes
en hammen worden gevraagd. Parijs
doet zoovepl eten en drinken op, dat
met 1 Mei ieder voorzien zal zijn en
de bedienden van de kruidenierswinkels,
al hadden ze er in 't geheel geen plan
op, wel gedwongen zullen zijn te staken
bij gebrek aan werk.
Ook de politie en het leger werken
hard tegen 1 Mei. Het wil wat zeggen
28,000 man meer onder dak te brengen
in Parijs en elke groep zijn taak aan
te wijzen. Lépiue, de politieprefect
van Parijs, wordt opperbevelhebber
over alle rustbewaarders, hetzij van
huis uit by de politie of tot het leger
behoorende. Alle samenscholingen zullen
1 Mei verboden zijn. Als men de be
richten leest, krijgt men den indruk,
dat het 1 Mei veiliger zal zijn te Parijs
dan ooit.
Wat de werkstaking in het Noorden
van Frankrijk betreft, blijft de toestand
ongeveer gelijk. In het bekken van
Anzin en het Noorderbekken blijft de
staking beslist afnemen, maar in Pas-
de-Calais, het voornaamste bekken,
blijven de mijnwerkers volharden. Daar
telt men nog 39,000 stakers tegen ruim
15-,000 die Werken.
Tal van vakvereenigingen houden
dezer dagen vergaderingen om af te
spreken, wat men met 1 Mei zal doen.
Het ziet er wel naar uit, dat 1 Mei
vrij algemeen zal worden gevierd en
dat het dien dag moeilijk zal zijn te
Parijs eetwaren aan huis te laten bostel
len, dat mag men gerust aannemen.
kon, dat zij hem begreep, ook al zeide
hij niet alles dat zij ook niet alles
zeide, wat zij begreep.
Ga zitten, meisje, ik heb lang reeds
gemerkt dat je wat op je hart hebt."
Ja oom, ik wilde u eens vertellen,
dat ik van nicht Valmer eene uitnoodiging
heb gekregen, om een paar weken in
den Haag te komen."
z/Zoo
//En nu wilde ik vragen hoe u daar
over denkt
„Mij wel, wat zegt tante daarvan
//Tante, oom; ja, die heb ik er nog
niet over gesproken." Ze keek haar oom
schalks aan, ze verwachtte een niet
onbelangrijke wijziging in de uitdrukking
van zijn gelaat.
Waarom niet?" vroeg hij, eenigzins
haastig.
z/Ik wilde de zaak eerst met u bepraten,
oom."
z/Met mij.met mij.maar. wat
gaat het mij aan Help je my dhn aan
het huishouden Maak dat met mijn
vrouw af."
„Maar dat zal veel gemakkelijker gaan
als wij het eerst eens zijn, oom
„En waarom dan al die poespas, wat
heb ik er meê te maken Wat gaat
mij het huishouden aan Is tante zoo.
z/Dat's te zeggen, oom, tante is op
sommige punten, wel eens een beetje.
ach, maar dat weet u immers ook wel.
Ik voel heel goed, dat ik altijd weêr bij
BELGflE.
Er is een bericht over de Dunkerque
De stoomboot Hirondelle heeft het Fran-
sche zeilschip gezien ter hoogte van
Terschelling. Vrijdagavond dacht men,
zou de Dunkerque wel te Hamburg
zijn. Uit Hamburg is echter nog geen
bericht gezien over de Dunkerque.
De geruchten over de schipbreuk der
Comte de Smet de Naeyer houden aan.
Er gaat een gerucht, dat er gevochten
is om de plaatsen in de booten, en dat
eenige der kadetten, die gered zijn,
daarbij wonden met messteken hebben
ontvangen.
Er is Vrijdag een hevig debat ge
voerd over het schoolschip in de Kamer.
Eigenaardig, dat het een debat tusschen
links en rechts werd. Soms was er
"zoov'eel lawaai, dait het niet mogelijk
was voor de verslaggevers een woord
te verstaan van wat er gezegd werd.
Het gelukte den voorzitter niet met de
officieele geruchtmakende toestellen de
Kamer te overstemmen. Dat menschen
hevig twisten over zaken waar zij bijna
niets van weten, dat is een gewoon
verschijnsel in de geschiedenis. Maar
dit twisten over een zaak, waar men
thans zoo goed als niets van weet,
terwijl men met een dag op inlichtin
gen kan rekenen, die alle vermoedens
waarover men nu twist, ongegrond
kunuen doen blijken, dat is zonderling.
Een van de kijfpunten is, of de Gomte
de Smet de Naeyer zeewaardig was of
niet. Neen, zeggen verscheiden Kamer
leden, zich grondende op mannen van
gezag. Jawel, zegt de regeering, de
tante terecht moet komen.omdat dit
meer het huishouden betreft, maar ik
kwam u ook alleen om raad vragen."
De makelaar werd zeer verlegen met
de zaak. Hij gunde zijn nichtje dat
genoegen gaarne; hij vreesde echter dat
zijne krachtige wederhelft waarschijnlijk
niet goed gehumeurd zou zijn, en dat
het verzoek dus niet licht zou worden
ingewilligdhij wist ook dat er nog
veel minder kans van slagen zoude zijn,
zoodra hij er zich mede bemoeideimmers
juist de onaangenaamheden tusschen
Karei en hem waren oorzaak van de
verstoordheid van mevrouw Ottewal. Te
minder hij in waarheid in zijn huis
nommer één was, te meer hij begreep
te moeten toonen het te zijn, het was
dus in alle opzichten het beste, zich met
de zaak niet in te laten, of wel te wei
geren vóór dat mevrouw het kon doen.
Hij kwam dus in de valsche houding
vau iemand, die zich boos aanstelt omdat
hem dat convenieert en liep met groote
stappen ongeduldig door het kantoor, de
volgende woorden uitstootende„naar
den Haag, naar den Haag, wat doe je
nu weêr in den Haag?"
„Wel, mij amuseeren!"
Amuseerenam useerenam useer i k me
We moeten onze plichten doen, we moeten
onze zaken betrachten."
„Maar oom.
,/Neeu, Deen, ik ben er.niet op gesteld.
Ik weetniet wat dat beteekent, je kunt je
Comte de Smet de Naeyer was eën
slechte zeiler juist omdat men er zoo
op uit was geweest, het schip vast te
laten liggen, het opleidingsschip was
een bij uitstek zeewaardige schuit.
Ook de regeering kan zich op mannen
van gezag beroepen.
Stel nu, dat de Comte de Smet dê;
Naeyer vergaan is door een ontploffing
aan boord, door aanvaring, door op een
blinde klip te loopen, in 'tkort, door
omstandigheden, die niets te maken
hebben met de vraag of het schip vast
in 't water lag en of het oordeelkundig
geladen was, waar is dit debat in de
Kamer dan nuttig voor geweest
Een paar moties, waar de regeering
niet van wilde weten, heeft de Kamer
verworpen.
Op verzoek van de Belgische regee
ring zal een Fransche kruiser op onder
zoek uitgaan in de buurt waar het
schoolschip gezonken heet te zijn.
Nadere berichten melden, dat de
schoener „Dunkerque" met de 26 ge
redden van het Belgisch schoolschip
„De Smet de Nayer Zaterdag te Cux-
haven is aangekomen. De Belgen zijn
ongedeerd.
Ook de eerste officier van het stoom
schip beweert de oorzaak niet te ken
nen van het lek. De lading cement
zoog het indringend water op. De pom
pen werkten niet. De booten vielen
uit de Davids. Twee en twintig man
redden zich in de groote sloep en visch-
ten nog vier man op, die deboot ach
terna zwommen; de anderen gingen
met het schip naar de diepte.
De overlevenden loven den helden-
ook amuseeren, wat doe-je in den Haag
„Maar oom.
„Al die jonge meisjes moeten naar den
Haag Ik gun je wel een pleziertje,
maar naar den Haag nu juist; wat doe
je in die hofkliek
„Maar oom.
„Hoe kan je mij met die dingen aan
komen, heb ik niet genoeg aan mijn
hoofd? Wat gaat het mij aan, vraag
het je tante, als je mij vraagt, ik ben
er bepaald tegeu."
„Neen, oom, dat bent u nietsprak
zij op eenmaal op luiden en gedecideerden
toon, om een einde te maken aan die
phrases, waardoor de makelaar zich zelveu
opwond.
„Wat!" riep hij en keek haar met
groote oogen aan.
„Ja, dat zeg ik, oom, en u zult er rïog
veel meer voor zijn, als u hoort wat ik
er doen zal; maar dat is iets wat tante
nu eeus niet weten mag, dat moet ik u
alleen vertrouwen, belooft u me dat
Odm zag zoo wat verlegen om zich
heen, het was een vraag van belang.
„U zult zelf moeten erkenhën, dat
tante er buiten mooi 1 jven, want het
geldt Hugo van Ware en daar houdt
tante niet van."
„Hm, neen, daar hield ze net uiet van,
dat 's erg genoeg, en nu beu ik opge-
- ;ept met dien stoffel, dien Karei, een
viidzaog daar ik niets aan heb.
Maar, wat weet :je dan van Hugo Is