COURANT. n No. 45. Woensdag fö September 1902. 18e Jaarg. Nieuws- e 11 Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaanderen. F. IMELEMAft, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. De verdwenen Erfgenaam. Dit Blad verschjjnt eiken Dinsdag1- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Z I! I D - A F R I K A. Meldden we in eeu vorig nummer slechts een gedeelte van de ENGELSCHE GRUWELEN door den heer J. P. Butsma aan het »Hbld" geschreven, thans laten we weer een gedeelte volgen, dat ons laat zien, op welke wreedaardige wijze de Engelschen met weerlooze menschen te keer kuonen gaan. Op de plaats „Lovedale", nabij Lindly. woonde mej. de wed. F. Muller met haar vier kinderen, van wie de tweejongsten tweelingen en 6 maanden oud waren. Ook deze woning werd platgebrand en het arme mensch alles ontnomen. Mej. Muller kon de tweelingen zelf niet zoo gen en smeekte nu den Engelschen dok ter haar toch een melkkoe te laten. Dit werd toegestaan en de dokter gaf de vrouw een verklaring, dat het rioodig was. Den volgenden dag kwam kolonel ReraingtoG voorbij en niettegenstaande de smeekbeden der vrouw en het docu ment van den Eugelscben dokter, werd de koe, die haar baby's moest voeden, voor haar oogen doodgeschoten. Burgers van het commando hielpen deze vrouw een deel van het huis weder onder dak brengen, een koe werd haar weder be zorgd, doch het baatte weinig, tot drie maal toe is bet puntokje dezer weduwe gebrand en opgeblazen, tot driemaal toe zag ze haar eenige melkkoe doodschieten. Toen eindelijk haar tweelingen dood wa ren, ging mej. Muller met haar overige Als de toekomstige machthebber slechts j iemand is,« deed de opperhoutvester op merken, »die ons rustig een behoorlijke pijp tabak laat rooken. Dit continentaal- stelsel is niet langer te verdrag on en de slaperigste verliest daarbij het geduld.» »'t Heeft ook den laögsten tijd geduurd,» zei de heer Faustelmann op bedaarden, ovei tuigden toon. >'t Is te hopen hernam de opperhout vester. »Gy, Faustelmann, hebt immers de Pruisen reeds zien doormarcbeeren,» zei ba dame des buizes>en derhalve behoeft deswege geen twijfel te bestaaD.» Neen,» zei de rentmeester, zacht het hoofd knikkend. •Ge zult dan moeten zien, Faustelmann, doe ge met den nieuwen meester klaar itomt. Met de verandering in alles zullen weder een menigte knevelarijen gepaaid gaan.» >Ik zal er wel meê klaar komen,* ant woordde de heer Faustelmann, »ik heb immers tot myne ondersteuning met raad su daad een even zoo scherpzinnig hoofd sis mynheer de advocaat bij de baDd.» •Zeker,» riep de advocaat met een uit- vorschenden zijblik op den heer Von Uffeln, twee kinderen bij andete menschen wo nen. Op een plaats tusschen Houtkop en Liebenbergs-vlei, O. V. S., woonde de boer Taljaard, welke nog altijd in het veld bleef. Taljaard's vrouw was zeer zwaar ziek, toen kolonel Remington over deze plaats trok en dichtbij kam peerde. Alle meubelen werden uitgesleept en in het kamp stukgeslagen om als brandstof verder te dienen het dak en zolder van bet huis werden afgebroken terwijl de zwaar zieke vrouw te bed lag. Toen de zinkplaten vao het dak ein delijk neervielen en op het bed van de oude vrouw terechtkwamen, moest ze, bjjna stervende, door de Engelscbe sol daten er onder uit gehaald weiden. Bij Houtkop woonde Stoffel Pijper tij delijk op de plaats van Swarts. Da be ruchte Engelsche colonne van kolonel Remington trok ook hier voorbij. Als een soort sport vermaakten de officieren en gewone soldaten zich hier met de var kens, die op het erf liepec, de hammen levend uit te snijden. Was dit geschied, dan bleef het dier schreeuwend liggen, terwijl de Britsche Nero's lachend toe zagen 1 Op de plaats „Violet" van de familie Kemp, naoij Liebenbergsvlei, lagen vijf personen aan typhus ziek Omdat Pres. Steyn met zijn staf aldaar gegeten had op 11. Kerstmis, werd hier alles afge brand en de melkkoeien vlak voor de deur der woning doodgeschoten. De zie ken waren nu zonder dak, zonder bedden en kleeren en het ergste van ai, zondet melk. Toen ik. op verzoek van den Pre sident, op deze plaats een bezoek bracht »ge zult mij niet zien achterblijven, zoo ik met mijn hoofd nuttig kan zijn. Maar mij dunkt, mijnheer Faustelmann, indien ge zoo stellig met uw bijzondere gave, welke gij boven ons andere menscben- kinderen vooruit hebt de verandering van zaken, het hier binnenrukken der Pruisen vooruitziet, dat go dan tegen uw belang handelt, door zoo vertrouwvol te zeggen: »Ik zal wel klaar komen!» Eenige meerdere vrees voor de groote ver antwoordelijkheid, welke ge op u wilt nemen, ietwat meer nadenken erover, in welke veihgenheid de administrateur van een goed k n komer. in zulke onrustige tyden als deze zou ik jn uwe plaats toch aan den dag leggen, en hopen dat de eigenaars van het goed niet allen beengaan, maar mijnheer Von üffelo ten miusie hier bleef, om het oog op zijn eigendom te houden.» >Maar mijnbeer Von Uffeln wil niet alleen hier blyven,* hernam Faustelmann, en zoo ik nu eenmaal geen vrees voor mijne verantwoordelijkheid gevoel, maar verheugd ben, daf ik gedurende de af wezigheid onzer meesiers alles tot hun tevredenbeid uitvoeren en bezorgen zal, zult ge niet van mij verwachten, dat ik zulk een vrees voiQzen zou. Reeds vele jaren lang heb ik toch Wilstorp geadmi nistreerd, reeds lang «vóórdat mijnbeer Von Mansdorf kwam. om 't in bezit te nemen »Ook gaan wij heen,» nam mijnbeer vond ik het oudste meisje, Polly Kemp, 23 jaren oud, reeds stervende. Ook bier was bet weder kolonel Re mington geweest, die zoo 't heette, 7an lord Kitchener »free hands" had. Behalve de beschieting van mijn hos pitaal, vond dienzelfden dag onder leiding van kolonel Remington nog het vol gende plaats 32 paarden tegen de muren van het hospitaalgebouw doodgeschotentwee varkens met de groote cavaleriesabels le vend middendoor gehakt12 mooie witte ganzen doodgeslagen; de piachtigste hoornen, die een sieraad der farm waren omgehakt, niet omdat men ze noodig had maar alleen om toch maar te vernielen van het nieuw gebouwde huis de waran da vernield en binnensbuis de matten uit rustbanken en stoelen gesneden. Al onze messen en vorken werden weggeno men en bet keukengereedscap stuk ge slagen. Mijn twee trouwe Kaffers, die niet weg wilden, gebonden eu aangejaagd. In het hospitaal de dekens der gewonden afgetrokken, de kussens en matrassen naar buiten gesleept en stukgesneden, de kleeren der te bed liggende gewonden, die in een apart vertrek geborgen waren alle verbrand, onze voorraad voedsel voor de paaiden geworpen, de melkkoeien mede genomen en het kerkhof verbrand en >last not least» eenige zwaar gewonden, zonder behoorlijke vervoermiddelen, met het rond trekkende lager meegevoerd. Kitchener zei: „Ali this informations are manifestly untrue 1'' Al deze beiich- ten zijn brutale leugens). Toen de zg. drive in begin Februari jl. in den Vrijstaat plaats vond en generaal Von Mansdort het woord, »zonder deswege iu 't minst ongerust te zijn en danken wij God, dat wij eindelijk gaan, om, zoo als 't lang ons verlangen was, met Adel- heid aan het. meer van Genève den winter te kunnen doorbrengen. En wat uwe idee a'angaat, Plumer, dat mijnheer Von Uffeln hier zou blijven, daarvaD kan geen spraak zijn, wijl mijnheer Von Ufteln thans niet, nu hij pas verioofd is, zijne bruid ver laten wil.» >Zijne bruid?» riep de opperhoutvester op den toon van verbazing ook de advo caat zoi, maar meer op den toon van diepe misnoegdheid Zijne bruid 1?» ►Ja,« antwoordde mevrouw Von Mans* dorf, op bare dochter en mijnbeer Vou Uffaln een glimlach, als van de welwil lendste goedneid slaande»'t is een feit, waai van het mij verbeugt len heeren kenDis te kunnen geven, en waarbij oos hun hartelijke deelneming niet ontbreken zal. Mijnbeer Von Mansdorf en ik hebben onze toestemming c,ot de verloving der jongelieden gegeven, en zoo wij ons vroe ger, by de intrede van raijalieer Von Uffelu in onzen levenskring, geluk konden wenschen, zoo kunnen wl) uu de hoop koesteren, dat zijne komst in onze familie tot een nog grooter en bestendig geluk zal voeren.» Teiwijl mevrouw Von Mansdorf deze woorden sprak, bad zij, om de plechtig heid te verboogen, van 't oogenblik waarin De Wet met kommandant H. M. Botha op zoo meesterlijke wyze door de omsin geling heensloeg bij de plaats »Kaalkrans« toen hadden we aan onze zijde eenige dooden en gewonden. Het totaal dooden was 17 en het aantal gewonden, meest allen zeer zwaar, doordat men gevochten had op 10 en 20 yards afstand, bedroeg 26, die ik bijna allen in mijn hospitaal opnam. Hebben de Engelschen niet in hun bla den meegedeeld, zeker om hun eigen in- ferieuriteit te bedekken, dat De Wet met eenige duizenden ossen was doorgebroken, waardoor bij de Tommies in de schansen had laten doodtrappen? Wel lezers, ge looft er niets van. De Wet en Botha vochten met# hun manschappen door de Engelsche lijn, schoten khakie als ratten in hun schansen dood. »We lost 'n im mense lot* (Wy verloren een zeer groot gedeelte) zeide een Engelsch officier mij later. Tengevolge van bovengenoemd gevecht was mijn hospitaal weer vol. Als er in de richting van het hospitaal trekkende Engelsche colonnes bemerkt werden, liet ik, ingevolge overeenkomst met generaal De Wet, aitijd da licht gewonden en vervoerbare zieken vluchten in wagens en karren daarvoor bestemd. Een Afri kaner merkte op „Look there, sick and wounded Boeis, flying for the civilised British troops!"(Kijk, zieke en gewonde Boeien, vluchtende voor de beschaafde Britsche troepen). Toen we ditmaal zeker waren weer bezoek van kolonel Remington te Ki ygen, waren velen in 't veld gegaan en behield ik 22 zwaar gewonden in 't hospitaal. zij aan de wereld deze gebeurtenis bekend maakte en daarmede Adelhoid's lot beze gelde, haar breirous op de tafel en daarop naar linkerband gelegd, maar met de an dere band barer, naast baar zittende dochter op haar schoot getiokkea en ze met een warme drukking omvat gehouden. Adelheid zat stil en zag voor zich neder, zonder zich te bewegendaar zy in de schaduw harer moeder zat, en terwijl het avondlicht op den achtergrond van het plekje tusschen de torens, slechts zeer flauw daar binnendrong, ontging 't wel allen hoe doodsbleek zij was, boe kleur loos baar lippen geworden waren en hoe •deze lippen die zachte trekking verrieden, welke gewoonlys een traanuitbarsting voorafgrat. Maar in don handdruk der moeder moest waarschijnlijk eenige mag netische kracht liggen, die deze losbarsting verhinderde. Bovendien bad zij immers hedenmorgen hare moeder gezegd zonder eenig verder verzet, zich aan alles te willen onderwerpen en haar lot als onaf wendbaar aan te nemenhaar moeder bad oos in alles wat zy gezegd nad, recht gehadzulks had zij moeten ersennen, hoe schrikkelijk 't ook wis. >Üffeln heeft nu eenmaal zijn hart aan u gehecht en verzoekt om uw hand,» had haar moeder gezegd, »e6 zoo ge hem afwyst, zal er een zeer ondragelijke toestand tusschen hem en ons ontstaan. Door ons gemeen schappelijk bezit zyn we nu toch in de nauwste betrekking tot Uffeln gekomen,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 1