n
n 1
No. m.
.M u wi a
Zaterdag 23 Augustus 1902. !8e Jaarg.
Nieuws- en A d v e r t e n t i e b I a (i
v o o r
Zeeuw sch-V I a a n <1 e r e
F. DIELEMAA,
AXEL.
Kiiineiiland.
FEUILLETON.
De verdwenen Erfgenaam.
4XIÏLSI
Dit Blad verschjjnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
'L V IDA F RIKA.
WENSCHTENT DE BOEREN VREDE?
(Slot.)
In Transvaal was ik niet persoonlijk,
doch weet daarvan uit de allereerste hand
hoe het daar ongeveer gesteld was.
Bij generaal De la Rey, die de beste
vechtposities in den ganschen Staat onge
twijfeld had. was geen reden voor de
burgers om in te geven. Daar was nog
een lager, beschikte men nog over tal
van wagens, karren en ossen, kortom, ge
noot men nog comfort, waarvan wij in
den Vrijstaat niet meer droomden.
In T Lijdenburgdistrict waar gen. Mul
Ier, de opvolger van Ben Viljoen, opereibrde,
was ook geen sprake van eenige nood
zakelijkheid om over te geven. Voedsel,
dit verzekerden vele strijders uit dat dis
trict mij, was er nog genoeg.
Omtrent den toestand der families, waar
over de Staatssecretaris Reitz zijn mede-
deelingen gaf, kan ik niet oordeelen, doch
wel weet ik, dat generaal De Wet bij
zijn terugkeer van de eerste vergadering
te Pretoria niet de mededeeling van de
Transvaalsche Regeering had gekregen,
dat de toestand der families dermate ellen
dig was dat overgave van land en Kape
naars noodzakelijk was.
De 30 Transvaalsche en de 30 Vrijstaat-
sche afgevaardigden, plus de Regeeringen
der beide Republieken togen nu naar de
vergadering te Vereeniging.
Wij, in het veld achtergebleven, ver
wachtten allerminst vrede. Ieder prepa-
Zij zag op, toen de heer Faustelmann
kwain, knikte hem een genadigen, maar
eeoigszins koelen groet op zijne buiging
toe, en sprak
«Mijnheer Faustelmann 1 wat voert u
tot ons? Go komt waarschijnlijk in de
plaato van mijnbeer Von Uffeln, wien ik
verzocht heb, bij mij te komen. Waarom
komt hjj zelf niet Hij heeft toch mijn
briefje ontvangen
Hij heeft het ontvangen, dooi luchtig
heid, en niet verzuimd zich op weg te
begeven om aan dit genadig bevel te ge
hoorzamen. Hij was reeds hier beneden
iu het slot en voornemens zich te laten
aandienen, toen een zeer zonderlinge om
standigheid hem daarvan weerhield. Hij
hoorde dat een man, die met hem binnen
trad, zich onder zijn naam bij uwe door
luchtigheid liet aandienen, en zag hem
tot u voeren -«
»Eu toen ging hij heen, zonder zijn
recht op zijn naam te doen gelden en te
verdedigen
„O, doorluchtigheid, hij kon er toch niet
san denken, hier in het, vorstelijk slot
Oei eer. vreemdeling een twist wegens
rijn naam te beginnen, met dien vreemden
man twistend tot u, in de kamer eener
reerde zich voor een voortzetting van den
strijd, paarden werden gevoerd, schoenen
en kleeren gerepareerd en genoten velen
de welverdiende rust, dien de wapenstil
stand schonk
Een klein staaltje van lord Kitchener s
optreden Er was overeengekomen dat
van af den dag, dat de gedelegeerd
moesten afreizen, dat was 11 Mei. tot
dezen eventueel weer bij hun commando's
terug konden zijn. er wapenstilstand zou
zijn, alleen in die districten, waar de
leidende kommandanten als afgevaardig
den waren gekozen. Dit nu was overal
het geval geweest en was dientengevolge
de wapenstilstand algemeen Wat doet
nu Kitchener? Hij zendt twee groote
colonnes, een onder bevel van generaal
Elliot, en een onder bevel van generaal
Barker, in het veld, met opdracht (ik heb
de telegrammen aan de genoemde bevel
voerders gericht, zelf gezien) de paarden
zooveel mogelijk te sparen, niet op de
Boeren te schieten, wanneer dezen zelf
niet aanvielen, doch overigens alles te
verbranden wat in handen te krijgen was
Overal werden nu de te velde staande
gewassen verbrand, de door de Boeren bij
huis gebrachte oogst vernield, enz. De
beide generaals beperkten zelf, beweerden
ze. zooveel mogelijk hun opdracht, om,
zoo ze zeiden, zij het zelf unfair vonden,
en om zichzelf schoon te wasschen, toon
den ze lord Kitchener's orders
In het district Bethlehem O V. S wer
den den 13n Mei bv plm 50 Boeren gé
vangen genomen en naar het dorp ge
voerd. Gen De Wet kwam dit ter ooren
pn weigerde nu alle besprekingen wanneer
niet onmiddellijk genoemde twee colonnes
vorstelijke jonge dame binnen te dringen
„Dat is waar, Faustelmann dat kon
hij inderdaad niet. Ge hebt hierin gelijk.
Het doet mij evenwel leed dat hij bet
niet gedaan heeft, en 't niet doen kon.
„Doet net u leed?"
„Ja," hernam de prinses, haar teedar
gelaat met de donkerblauwe, peinzende
oogen op baar teekening buigend, ,,'t doet
mjj leed, want ik had gaarne gehoord, zoo
uw mijnbeer Von Uffeln in de kamer
tegenover den mjjnen getreden was, wat
de mijne gezegd zou hebben
„Hij zou toch, dunkt mij, spoelig be
kend hebben, dat hij geen recht op dien
naam heeft en 't een merkwaardig ver
metele onderneming van hem was, zich
dien naam Jtoe te eigenen."
De prinses antwoordde niet dadelijk, zlj
teekende, als iu naar arbeid verdiept, met
veel zorg een dar adelaarsvleugels boven
den opea helm van haar wapenschild.
„Zoudt ge," voer Faustelmann voort,
da genade willen hebben mij'te zeggen
wat deze man, dien ge toegang verleend
hebt, van u wilde, wat hij te zeggen had,
doorluchtigheid
De prinses antwoordde evenmin op deze
vraag.
„Ik moest hem wel toegang verleeuen,"
antwoordde zij eerst na een poos, „want
toen hij mij aangediend werd, onderstelde
niet anders, dan dat net mijnheer Voo
Uffetn was, dien ik immers zelf door een
briefje genoodigd had bij mij te kornon.
werden teruggeroepen en de gevangenen
werden losgelaten. Kitchener voldeed
natuurlijk aan dezen eisch, de khakies
verdwenen uit 't veld en de gevangenen
kwamen terug, doch deze Boeren geno
men met hun beste paarden, werden los
gelaten en ieder een absoluut onbruik
baar mager paardje teruggeven!
In spanning wachtten wij nu den uit
slag der vergadering af, te meer nu 't
zoo lang duurde. Meu verwachtte De
Wet terug met de Engelschen achter hem
aan. en toen nu eindelijk het bericht
kwam, maakte een algemeene verslagen
heid plaats voor de spannende verwacn-
tingen Waarom.' vraagde men, wij heb
ben toch onze officieren gezonden met
opdracht om geen vrede te maken dan
met behoud onzer onafhankelijkheid
Ik heb oude en jonge helden zien huilen
als kinderen en vrouwen en meisjes voel
den blijkbaar deze vredemaking als een
beleediging aan hun sekse, na al het lijden
door haar doorgemaakt.
Een oude Boer, in de nabijheid van
mijn Hospitaal, die altijd zijn zakbijbeltje
in z'n zak droeg, nam het en slingerde
het zoo ver als hij 't krijgen kon en riep
uit«Nou heb ik daar ook niks meer
mee te doen nie, ik geloof niet meer
Een groote begrafenis vond nu plaats
te Reitz, waar de burgers uit de distric
ten Harrismith, Vrede, Frankfort, Heil
bron en Bethlehem hun wapens moesten
komen afgeven.
Als men in een ..gevecht moet gaan en
de kogels fluiten bij menigte om je, dan
is er dikwijls eerst lood in de schoenen,
doch waarder gang als naar Reitz heeft
niemand den ganschen oorlog gehad Van
Ik was natuurlijk verwonderd een geheel
anderen persoon bij mij te zien oiDnen
treden."
„'t Is te begrijpen En behaagde het
u niet. hem zulks te kennen te geven eD
verklaren, dat het u onbegrijpelijk was
hoe hij zoo vermetel kon zijn
«Zeker, zeker, ik zeide hem dat ik een
anderen Von Uffeln verwacht had en hem
opheldering verzoeken moest, hoe het
kwam dat hLj zich diens naam toeeigende."
«En hij antwoordde?"
„Met de eenv udige verzekering, dat
bij, dien naam moest hebben die Item de
gunst had bezorgd bij mij toegelaten te
worden, en er aangehecht was."
„En was dat alles?"
„Alles wat hij er van zeide. Hij ont
week, zoo dikwerf ik er op terugkwam."
„Zoo moet hij toch vernomen hebben,
dat met het voeren van dezen naam hol
recht op een fraai riddergoed verbonden
is en men hem derhalve tot verantwoor
ding oproepen kan.*
Ü6 prinses antwoordde weder niet.
»'t Is een wonderlijke zaak, Faustel
mann,* zeide zij echter na een poosver
volgens richtte zij het hoofd op en hield
het een weinig schuins, als wilde zij de
uilwarKing van haar teekening op grooter
afstand zien.
Faustelmann scheen te gevoelen, dit
zjj hem in verre na niet alles zeide wat
zij dacht of wist. En daar zijn zwjjgend
wachten op haar verder spreken hem niet
overal zag men de Burgers komen, meest
allen fiere, jonge kerels, nog uitstekend
gekleed, prachtige paarden, tienmaal beter
dan die der Engelschen. Daar kwamen
ze. met gebogen hoofd, kalm en waardig,
hun officieren zeggen het moet! Sommi
gen geraken in vertwijfeling en slaan hun
geweren aan splinters.
Allen zoeken den hoofd-kommandant,
gen. De Wet, vragen worden bij menigte
gedaan, doch ieder afzonderlijk te beant
woorden is voor den man te veel. Hij
besluit de burgers toe te spreken, vóór
zij hun wapens neerleggen. Wij verza
melen ons om den spreker, allen begeerig
te vernemen, waarom deze plotselinge
vrede De Wet had zwaai geleden, men
kon het hem aanzien, die weinige dagen
te Vereeniging hebben De Wet meerjaren
van zijn leven gekost, dan de gansche
strijd met al zijn vermoeienissen en hard-
hip. Hij vertelt een en ander, waarom
Transvaal gemeend heeft te moeten in
geven, zegt dat het voor den Vrijstaat niet
mogelijk was alleen te blijven staan en
daarom had men, en hier vloeiden de
tranen van den sterken man, ook moeten
ingeven. Leg jelui geweren nu maar af,
burgers, zoo sprak hij. blijf kalm en waar
dig en als het jelui mogelijk is, wees
dan het nieuwe gouvernement getrouw op
dezelfde wijze gelijk ik dat zal zijn.
Generaal Elliot was belast met de in
neming van wapens; toen generaal De
Wet voor het laatst zijn burgers zou
toespreken hadden zich veie Engelsche
officieren en Tommies onder zfln gehoor
gevoegd. Dit kon De Wet niet hebben,
hij wilde tot zijn burgers spreken en het
zien van khakies kon hem wellicht zeer
baatte, en zij in haar zwijgen volhardde,
aarzelde bij niet langer oprecht zijn mee-
mug te kennen te geven.
„Ik geloof, doorluchtigheid, den sleutel
der verborgenheid dezer zonderlinge zaak
te hebben.*
„Zoo riep zij levendig, „zoudt ge den
sleutel hebben nu, wie is dan de ware,
de echte Von Uffeln?*
„Dat," hernam h(j glimlachend, «kan
toch aan geen twijfel onderhevig zijn.
Maar ik geloof den sleutel te hebben,
waarom uw mijnheer Von Uffeln zich
dezen naam toeeigent.
«Uw mijnheer Von Uffeln is een zen
deling van den Tugendbun-lbij moet
zich als zoodanig voor de wereld verbor
gen houden en den naam van een ander
voeren, ingeval er iets van zijn heimelijke
werkzaamheden hier in de omstreken
ruchtbaar werd. Zoo de Fransclie politie
de lücbt er van krijgt, zoo de naam van
den agent der geallieerden haar ter oore
mocht komen du, dan werpt zij zich
op onzen heer Von Uffeln, en terwijl deze
gegrepen, in hechtenis genomen, onder
vraagd en mishandeld wordt, heeft de
schuldige al den tijd onopgemerkt en on-
gedierd weg te sluipen, 't Is inderdnd
een ongewone, fijn verzonnen krijgslist,
vooi zulk een geval, zich dan naam van
een ander toe te eigenen, die zelf een
vreemdeling en onbekend in deze stieek
is. Had de zendeling deG naam van een
hiér laug bekend man aangenomen o t