"ras EüWEtum
No. 88.
Z
aterdag 8 Februari 1002.
I7e Juarg.
IN i e u w s- e n A <1 vert e n t i e b I a d
voor Zeeuwse h- Vlaanderen.
F. Dl EL El'
AXEL.
Bekendmaking
kostelooze Inenting en Herinenting,
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor Bblsiï 70 cent. Afzonderl. nmnni. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Axel maken bekend, dat gedurende
de maand Februari, lederen Donderdag
des voormiddags van 9 tot 10 uren, ten
raadhuize alhier, aan een ieder gelegen
heid zal worden gegeven tot
en dat deze kunstbewerking een ieder ten
zeerste wordt aanbevolen.
Burgemeester en Wethouders van Axel,
D J. OGGEL.
De Secretaris.
J. A. VAN VESSEM.
Wij maakten onlangs melding van het
besluit van den gouverneur van Natal,
dat de rebellen daar voortaan niet voor
den civielen rechter, maar voor den krijgs
raad zouden komen Daarin lag op zich
zelf reeds het bewijs, dat de toestand ook
daar slechter is geworden, al wordt er
geen enkel woord over doorgelaten. Nu
verneemt men toevallig, dat de rebellen,
natuurlijk Hollanders, verdeeld zijn in
een twintigtal kleine kommando's die
samenwerken met de Boeren in Vrijstaat
en Natal. Botha en De Wet zouden van
dien kant, voor zooveel noodig, wapenen
Toch was deze niet sterk genoeg om
mevrouw Kno wie vi ij moedigheid te geven
hare neiging te volgen, en het geheele
huis te doorzoeken tot zij Emily gevonden
had, deze te smeken haar hart voor haar
te ontsluiten en haar als zjj dit vermocht
te troosten.
Zij bleef dus alleen ie de tuinkamer
zitteD, wachtende tot de gastvrouw haar
zou komen bezoeken.
Emily zag er treurig uit. Was haar
gelaat kort te voren bleek, nu was het
ijzingwekkendhare oogen waren rood,
om&loten door witte kringen, aisof zij ge
weend had. Nadat zij de koffie van den
schenker had aangenomen, en haren gast
eeu paar woorden wilde toespreken, beetde
hare hand zoo sterk dat zij bet kopje
nauwelijks kon vasthouden.
Nadat de dienstboden vertrokken waren
trad een doodsche stilte in, die ten laatste
werd afgebroken door de gezochte opmer
king van mevrouw Knowle dat het een
zeer schoone avond was om een wande
ling te gaan -doen.
>Wilt ge wat langs het strand gaan
wandelen?* bracht Emily met moeite uit.
»Ik zelf gevoel mij te zwak, doch mijne
en paarden krijgen en ook wel nieuwe
strijders Zie nu eens welk een uitgestrekt
gebied het terrein van den oorlog gewor
den is, ongeveer half Europa en hoe
onmogelijk het is den oorlog te doen
eindigen met een leger als het Engelsche.
Kitchener verwacht nog altijd wonderen
van zijn blokhuizen, die zijn ongeluk kun
nen worden, omdat daardoor een groot deel
van het leger aan zijn eigenlijke bestem
ming wordt onttrokken en de soldaten,
die er eenigen tijd in doorgebracht hebben,
gerust naar huis kunnen worden gezonden
als onbruikbaar.
Te Lacemine bij Kroonstad is Zondag
de Earl of Munster, majoor bij de Royal
Scotts, door een ongeluk om het leven
gekomen. Verder wordt melding gemaakt
van een aantal kleine gevechten in de
verlieslost, waarschijnlijk te min voor
Kitchener, om er in zijn wekelijksche
opgave melding van te maken. Bij Bur-
ghersdorp is 31 Jan. luit.-kol. A. L. Sal-
mond, van het Deroy-regiment, ernstig
gewond, en bij Frankfort 25 Jan- werd
luitenant R. C. L. Stapleton Bretherton.
van de Royal Fusiliers, gedood. Een be
langrijk gevecht moet bij Waterkloof by
Petersburg in de Kaapkolonie op 28 Jan
zijn geweest met een gesneuvelde en 9
ernstig gewonden. Verder zijn de verliezen
5 gesneuveld, 10 ernstig en 18 licht
gewond
Kolonel Price viel 30 Jan- de comman
do's van Wessels en Bester te Klaarfon
tein, ten Noordwesten van Turkestad
aan. De vijand, seint Reuter, trok dadelijk
terug en liet zijn laager in Engelsche
handen. Kommandant Van Zijl sneuvelde
en twee rebellen en 31 paarden vielen
kamenier kan u wol vergezellen De heer en
zullen nog wel een paar uren in de eet
zaal blijven.*
»Ik heb geen behoefte aan uitgaan en
wil u niet alleen laten, mijn waarde,*
zeide meviouw Knowle met een kloppend
hart, toen zij de bevende handen, en het
sneeuwwitte gelaat, dat een licht blosje
op iedere wang vertoonde, waardoor hare
oogen nog grooteren wezenloozer schenen,
aanschouwde. Als door een tooverslag
stond haar het lieve, ronde, vroolijke
meisjesgelaat van Emily Kendal voor den
geest, zooals het voor 'L eerst in hare
woning verscheen en de donkere kambr
verlichtte en vervroolijkte, voornamelijk
op Zaterdag en Zondag, als John Sten-
house zijn moeielijk kantoorleven vaarwel
zeide om daar in zijn paradijs rond te
dwalen.
»Mijn waarde, ik wil u niet alleen laten,
dat is niet goed voor u,« zeide mevrouw
Knowle,
Die lieflijke moedei lijke toon, die vrou
welijke teederheid, waartegen geen vrouw
zij moge gehuwd zijn of niet, gelukkig of
ongelukkig, ooit bestand is, verbrak de
iizeren keten die het hart van mevrouw
Bowerbank omsloot. Snikkende viel zij
noer op den schouder van mevrouw
Knowle.
»0, ik moet tot u spreken, ik bid u,
sta het mij toe. Ik sterf als ik niemand
heb tot wien ik opreken kan.*
En dit was waar. Veroordeel haar niet,
in handen der Engelschen. De Engelsche
verliezen waren nihil Echt Engelsch.
De Engelsche premier Salisbury is vol
gens de „St. James Gazette" voornemens
heen te gaan wanneer deze Parlements-
zitting is afgeloopen en wanneer tevens
de Zuid-Afrikaansche oorlog uit is. Dat
laatste hangt af van de Engelsche Regee
ring, de Boeren kunnen het nog lang vol
houden en daarom zal Salisbury wel
moeten blijven. Als reden wordt opge
geven ouderdom, maar 72 jaar is toch
zoo oud nog niet voor een goed conser
vatief man Jammer, dat Salisbury in
dit Kabinet gekomen is. Hij had altijd
een goeden naam als een conservatief
van deD ouden degelijken stempel, te goed
in elk geval om op zijn ouden dag de
slippendrager te worden van Chamberlain-
Milner-Rhodes, het drietal roofridders, dat
de 20e eeuw beroemd maakt.
Maar als Salisbury weggaat, wie zal
hem dan opvolgen Wellicht Rosebery.
De „Ortnightly Review" heeft een groot
artikel met het opschriftRosebery en
Chamberlain, waariD de verwachting
wordt uitgesproken dat in het toekomstig
Kabinet Chamberlain premier zal zijn met
of zonder Rosebery als Minister van Bui-
tenlandsche Zaken. Het bondgenootschap
van die twee, zoo wordt gezegd, moet
werkelijkheid worden, omdat er geen
merkbaar verschil is in hun progtam. Dat
is ook zoo. Niemand zou kunnen zeggen
in welk opzicht het nieuwe liberalisme
van het nieuwe toryisme verschilt De
„Vorwarts" noemde Rosebery een pracht
uitgaaf van Chamberlain. Wie weet wat
we in de 20e eeuw nog beleven, verma
kelijk, indien het niet zoo gemeen was.
sterke vrouwen, die veel kunt verdragen.
Haar plicht was natuurlijk te zwijgen,
haai geheim in haar hart besloten te
houden, en aan niemand te vertellen wat
zy zelfs naren echtgenoot niet durfde
mede te deelen. Doch het was met deze
plicht als met zooveel anderen Emily
bezat de kracht niet om haar te vervullen.
Zij kende al hare plichten nauwkeurig
en wie weet, of zij ze niet vervuld zou
hebben, al was zij ook zwak, indien er
slechts iemand geweest waro die naar
behaagde. Doch hare eenige kracht, hare
liefde, was haar ontnomen, waardoor haar
leven nu een neerslachtige onvolmaakt
heid was, waarin elk streven verstikt en
nooit in werkelijkheid veranderd werd.
De oorzaak moge goed of slecht geweest
zijn, wat ze zeide was waar, ze moest
haar hart voor iemand lucht geven of
Sterven.
»WelDU, spreek dan, beste vriendin.
Ge kunt er van verzekeid zijn, dat ik het
nooit iemand vertellen zalzooals ge weet
doe ik dat nooit,* (op dat oogenblik was
ze juist het gesptek met mevrouw Smiles
vergeten.)
»Ja, ge zijt altijd goed voor mij geweest,
ik heb dat niet vergeten,* snikte Emiiy.
Het was een vreeselijke tijd en het ver
wondert mij, dat ik haar heb kunnen
doorworstelen. Dit is ze^erhet heeft
mijn leven verkort. Ik gevoel wel, dat
ik niet oud zal worden.*
>Gekheid, mijn waarde. Wat zou Si«-
In de officieele statistiek betreffende de
uitzending van troepen naar Zuid-Afrika
staat, dat gedurende 1900 in het geheel
145 786 officieren en manschappen en
112.988 paarden daarheen vertrokken, en
gedurende 1901 81.913 officieren en man
schappen en 129 322 paarden, totaal dus
227.699 officieren en manschappen en
242.311 paarden. Van de 227 699 offi
cieren en manschappen kwamen 16 989
man uit Engelsche koloniën buiten Zuid-
Afrika.
De Engelsche geestelijke B. C. Filling-
ham gaat, zooals men zich herinnert naar
Amerika om voor de Boeren te werden.
Hij wendde zich reeds per circulaire tót
de Amerikaansche geestelijken met het
verzoek met hem te willen medewerken
om (een eervollen vrede tot stand te
brengen en een eind aan den wreeden
oorlog in Zuid-Afrika te maken.
De indruk van de Nederl.-Eugelsche
stukken.
De indruk, welken een aanvankelijke
lezing van de tusschen de Nederlandsche
en de Bntsche Kabinetten gewisselde stuk
ken over bevordering van den vrede in
Zuid-Afrika maakt, kan als volgt worden
teruggegeven De Nederlandsche Regee
ring bood alleen haar goede diensten aan,
om de opening van onderhandelingen mo-
geljjk Ie maken.
Het Nederlandsche gouvernement putte
het recht daartoe uit het feit dat de heeren
Fisher c. s. alleen in ons land hun opdracht
als gevolmachtigden vervullen.
De tusschenkomst van derden werd
John wel van zulk een redeneeringzeggen?*
Emily glimlachte noch zuchtte. »Sir
John en ik zijn zeer goede vrienden, hij
is altijd zeer beleefd tegen mij. Meen niet
dat ik over mijn echtgenoot fe klagen
heb.*
't Was opmerkelijk dat zij hem altijd
mijn echtgenoot of mijnheer Bowerbank,
soms ook wel Sir John noemde. Met zijn
gewonen doopnaam John werd door haar
nooit van of tot hem gesproken.
»Als ge over uw echtgenoot klagen
wildet, zoudt ge dat niet tegen mij moeten
doen ik kan niet dulden dat viouwen
over hun man klagen. Heeft Edward ook
al zijn kleine gebreken wel, alle man
nen hebben die ik zal ze zoo lang
mogelijk verdragen of nog iets langer
als hij slecht werd zou ik trachten hem
te verbeteren en als er geen verbeteren
aan was, zou ik van hem wegloopan 1 Ja,
waai lijk, al was hij mijn man, ik zou
bepaald wegloopen Doch ik zou het kalm
aanleggen en nooit tot anderen er over
spreken. Ik zou alles zwijgen.*
»Dat zal ik ook doen heb ik tot
heden niet gezwegen snikte de arme
Emily. »Ik heb een rustig tehuis, veel
vreedzamer dan in Queen Annastraat. Ik
moest er dankbaar voor zijn, en ik streef
daarnaar. Hij weet er niets va i - Sir
John bedoel ik - en by behoeft hef nooit
te weten. Ik ben hem zooveel vriendschap
verschuldigd, en zal hem nooit slecht be
handelen dat zou UiO oumogufÜK zijn