No. 79.
Woensdag 8 Januari 1902. I7e Jaarg,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch -Vlaanderen.
F. DIELEMAfl,
Buitenland.
FEUILLETON.
P 0 V E B. IH A.
4XELSCHI!
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde»
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlpk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Engelschen zijn bekend om hun
Fariseïsme, maar men zal moeten erken
nen er is talent in. Daar hebt ge bv.
het schrijven van lord Roberts over de
wreedheden, die 7olgens een Duitsch blad
door Engelsche officieren tegen Boeren-
viouwen zouden zijn gepleegd te Orangia
in Transvaal. Daarvan is niets aan, zegt
de heer Roberts. Nu kan het zeer goed
zijn, dat Roberts gelijk heeft en de En
gelsche officieren daar niets onbehoorlijks
hebben gedaan. Maar daaruit vloeit mets
meer voort dan juist dat, daarmee is niets
geconstateerd over de gemeene dingen,
die door Engelsche officieren wel zijn ge
daan. Niet alien natuurlijk er zullen er
onder zijn, die evenzeer gruwen vao de
moorden der Australiërs en de sctaand-
daden van de door Engelsche officieren
opgehitste Kaffers als wij dat op het
vasteland doen. De bedoeling van de
publicatie van het Departement van Oor
log is echter duidelijk het geldt hier een
algemeene wascbpartij en daarom wordt
bet telegram ook door Reuter verspreidt
Men had het echter gerust in Engbland
kunnen houden, want als men hier zulke
dingen leest, zal de een er om lachen, de
ander er zich kwaad om maken, al naar
gelang de oogenblikkelyke stemming is,
maar uitwerken zal het niets en niemand
zal dezen oorlog in zijn geheel en in zijn
bijzonderheden voor minder gemeen hon
den.
Ook lijkt het ons toe, dat de tijd voor
zulke Fariseïstische streken wel wat voor
bij is. In de laatste jaren komt men terug
van de gewoonte om wat boog schijnt in
de wereld, wat gezag uitoefent voor on
aantastbaar te houden en aan officieele of
officieuse uitingen geloof te hechten zonder
nader onderzoek, Het gevoel voor waar
heid en voor recht is ten gevolge 7an
verschillende omstandigheden meer leven
dig geworden en ook meer algemeen ver
spreid. De vlag dekt de lading niet meer
en men kan met het spreken van Chris
telijke beginselen bv. niet meer volstaan
ook voor Christelijk gehouden te worden.
Het oorlogsnieuws is weer zonder be-
teekenis. Van die gelegenheid wordt ge
bruik gemaakt om een telegram uit
Johannesburg te lanceeren, die met het
Engelsche Fariseïsme verband houdt. Het
doel is stemming te maken in het Engel
sche Lagerhuis, dat over een kleine veer
tien dagen bijeen komt, tegen een even
tueels weigering van een nieuw crediet
voor den oorlog. Louis Botha wordt er
met de haren bijgesleept en het eenige
wat men op die Engelsche flauwiteiten
zou kunnen antwoorden isLouis Botha
is niet dom genoeg om hem zulk een ïol
te laten spelen in de Engelsche politiek
er zijn wel andere redenen voor de Boeren
om den oorlog met kracht voort te zetten.
De groote generaal Bruce Hamilton heeft
in den Oudejaarsnacht weer 'n Boeren-
lager verrast, dat leeg was. De Engelschen
erkennen het nu zelftoch moest er een
telegram van worden gemaakt.
Van verrassingen gesproken, van de
verrassing van een deel van de colonne
van generaal Spens door de Boeren in het
district Ermelo worden nog eenige bijzon
derheden meegedeeld. Eeist werden 60
Engelschen verrast, waarvan 52 sneuvel
den of werden gevangen genomen. Slechts
8 ontkwamen, waaronder de bevelhebber
kapitein Look, die, schoon gewond, er in
slaagde kapitein Brindley te bereiken, die
verder op met 40 man een andere stelling
bezet hield.
Ook deze afdeeling werd, nadat de Boe
ren driemalen te vergeefs hadden gechar
geerd, overweldigd. Majoor Bridgford, de
bevelhebber van do afdeeling, werd gevan
gen genomen. In het geheel waren de
Britsche verliezen 5fffficieren gewond, van
wie 3 zyn bezweken, 5 man gesneuveld,
30 gewond en eenigen gevangen genomen.
Herzog schijnt werkelijk uit de Kaap
kolonie naar het Noorden gedreven. Vol
gens de laatste berichten toch was bij in
het Zuidwesten van den Vrijstaat met 400
man. Driscoll's Scouts rukten van Spring
fontein uit om Herzog uit den omtrek
van Pbilippolis te verdiijven. De Boeren
vluchten waarop het grootste deel van de
Engelschen hen echter nazette. Slechts een
klein escorte bleef met den trein achter
en werd spoedig daarop aangevallen door
een troep Boeren, die een wagen buit
maakten. De inhoud en het voeituig
werden verbrand slechts de drinkwaren
werden medegevoerd. Toen de hoofdtroep
terugkeerde, vluchtten de Boeren. Zij vei-
loreu vijf gesneuvelden, acht gevangenen
en vele gewonden.
In den omtrek van Middelburg in de
Kaapkolonie heeft zich weder een troepje
Boeren vertoond De plaatselijke troepen
dreven Paul Coetzee met 26 volgelingen
ov6i" den spoorweg van Queenstown naar
Tarkastad. Twee Boeren sneuvelden, twee
werden gewond en 27 paarden vielen den
Engelschen in handen. Denzelfden dag
namen de bereden troepen van Graaf
Toen Angelino zijne dagelykscbe ronde
deed om de deuren van schuur en hoen
derhok te sluiten, struikelde hij over iets,
dat voor de deur lag van de schuur, waar
Fido vroeger den nacht placht door te
brengen. Hij bukte zich, en bemerkte in
de duisternis eene vrouw met een kind,
dat een zacht gekreun deed hooren. Zacht-
kens nam hij het kind uit de macbtelooze
armen der moeder, en droeg het in huis.
»Daar is werk voor u, madre mia, zeide
hij. Daar ginds ligt eene ongelukkige, die
u zeker een ziek kind heeft willen brengen
om te verzorgen, en plotseling onpasselijk
is geworden.
Hij ging met het kind naar de koperen
lamp en slaakte een kreet.
»Wat is het? vroeg Giuditta.
Angelino, bleek als de dood, toonde haar
het kind.
Rosina 1 fluisterde Giuditta.
Zij greep do lamp en ging naar de
schuur; met teedere voorzichtigheid hief
zjj het verstijfde, uitgeteerde lichaam van
den grond op.
»0 Signore fluisterde zij. Is het mijne
schuld? Ben ik hard en onrechtvaardig
voor haar geweest Ach zoo zij van
honger en ellende aan mijne deur is komen
sterven, zal het eene wroeging voor mij
zijn, die mij zelfs de zaligheid in het para
dijs zou vergallen, indien de Madonna mij
de genade verleende, om er te komen
XII.
Op een morgen ontwaakte Rosina in
haar wit bed. Het breede venster stond
open en liet de zuivere frissche lucht
binneD, de opgaande zon teekende op den
muur het schaduwbeeld der getande bla
deren van den vijgeboom, die tegenover
het venster stond. Een weinig verder
zag zij de hooge pluim van een puniige
cipres wuiven. Een Bengaalsche rozen
struik, vol ontloken rozen klom in grillige
festons tegen den cipres, een meer ie zat
op den vijgeboom zijn lied te fluiten. Bij
het bed was eene plaat in eene gele lijst,
de volto santo voorstellende, en daaronder
was een gewijde olijftak. - Zij herkende
dien tak zeer goed, want met het laatste
Paaschfeest had zij hem daar zelve opge
hangen. Hoe bekend waien haar al deze
voorwerpen, en hoe eigen 1 Hoe lang
was het nu reeds, dat zij in deze gezonde,
zindelijke kamer woonde En waarom
was zij zoo moede Zij sloot de oogen
en trachtte zich het verleden voor den
geest terug te roepen. Zij was ziek ge
worden op den berg, toen het vee naar
de Maremmen gebracht moest worden,
ten einde de sneeuw van den winter te
ontwijken. Zij was op weg blijven liggen,
en de strega had haar hier gebracht.
Haar vader zou haar tegen de lente weer
komen halen. Dat herinnerde zij zich thans
zeer goed. En toen was zij zeer ziek
geweest, en was door eene menigte akelige
droomen gekweld geworden. Onheilspel
lende gestalten en onbeschrijfelijke pijnen
haddeu haar benauwd en gefolterd. Zij
begon eenigszins ongerust om zich been
te zien. Waren het wel droomen ge
weest Was er niets werkelijks geweest
in al dat lijden In een hoek der kamer
zag zij het profiel eener vrouw, voorover
gebogen, onbewegelijk, behalve de naald
die zich tusschen hare vingers bewoog
Wie was deze vrouw?
Plotseling richtte zij zich op, met wijd
opengesperde oogen en sidderende lippen.
»Gelsominariep zij »Gelsomina, waar
is mijn kind
In een oogwenk hadden Gel&omioa's
armen zich zacht om haar heen geslagen,
en dwongen haar weder te gaan liggen.
»God zij geloofd 1 Gy hei kent mij, zeide
zij vol blijdschap. Houd u nu stilgij
zult weder beter wordende mamma heeft
het wel gezegd. Uw kind is heel wel,
het lieve engeltjeSedert ik haar zoog,
wordt zij ieder oogenblik dikker, en wel
dra zal zij even roode wangenjhebben als
mijn jongen.
»Gij zoogt haar 1 o ik dank u,«
fluisterde de arme vrouw, gansch uitgeput
door deze inspanning.
En zacht hernam zij»Gij houdt
dan nog van mij, Gel&omina?*
Reinet vijf rebellen gevangen te Wellwood
Uit Kaapstad wordt melding gemaakt
van twee nieuwe gevallen van pesteen
daarvan heeft zich onJer de Schotscbe
troepen voorgedaan.
Op Malta krijgen de Engelschen het
steeds meer te kwaad met de Italianen.
Door vertegenwoordigers van de geestelijk
heid is den gouverneur een verzoekschrift
overhandigd, waai in wordt opgekomen
tegen de vervanging van de Italiaapsche
taal door het Engelsch en tegen de nieuwe
belastingen. De adressanten merken op,
dat de Italiaansche taal niet gemist kan
worden, daar ze al te nauw is verbonden
met de sociale en persoonlijke belangen
van de Maltezers en de nieuwe belastingen
treffen alleen de armere klassen. De
onderteekenaars verzoeken van den Ko
ning de bescherming van hun grondwet
tige rechten, welke bescherming 's Ko-
nings voorvaderen hun hebben beloofd.
Intusscben begint de beweging een an
der karakter aan te nemen, men spreekt
van onafhankelijkheid. De in het Engelsch
verschijnende >Malta Times" roept al de
bewoners van het eiland, van welk ras
en welke taal ook, op, om zich aaneen
te sluiten tegen de Engelsche dwingelandij.
Met de omliggende eilandjes bedraagt de
bevolking zonder de Engelsche bezetting
184,000.
De bladen bevatten het volgend
telegram uit Pretoria:
Een detachement Scots Greys, dat van
Brugspruit naar Bronkborstspruit trok,
viel in een hinderlaag der Boeren en ver
loor 6 dooden en 13 gewonden. Na twee
uren vechtens trokken de Boeren terug
met een aantal verliezen.
»Of ik van u houd, carina En ik ben
waarlijk de eenige niet, iedereen hier
bemint u 1 Tonina is woedend hierheen
gekomen, wij hebben zóóveel moeite ge
had om haar tot bedaren te brengen. Zij
heeft het u nog niet vergeven, dat gij zoo
veel geleden hebt, zonder er haai een
woord van te zeggen. En de arme An
gelino
Eene pijnlijke uitdrukking kwam op het
gelaat van Rosina. Gelsomina zweeg.
Langzamerhand herkreeg de zieke hare
krachten. Weldra was zij in staat naar
beneden te gaan en onder de loggia te
gaan zitten met het kind aan hare voeten.
Iedereen zag baar aan met meêwarige
blikken, men zweeg in hare tegenwoordig
heid, alsof men iets voor haar wilde ver
bergen. Zoodra zy een paar schreden ver
loopen kon, zeide zij aan Giuditta
Morgen is het Zondag, dan zult gij mij
een sluier leenen, opdat ik naar de kerk
kan gaan.
Giuditta nam hare twee handen tusschen
de hare en zag haar strak aan.
»Gy weet, dat weduwen in den eersten
tijd van haren rouw niet openlijk naar de
kerk gaan,« zeide zij.
Rosina spiong op. - Weduwen
fluisterde zy, - en plotseling veranderden
hare trekken.
»0 God 1 wat heb ik gedaan riep zij.
Heb ik hem gedood? Ik herinner het
mij niet, ik heb het vergeten, - ik
heb Diet meer geweten wat ik deed* Ilc