AANKONDIGING.
No. 68.
Zaterdag 1 December 1900.
!6e «laarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h-Vlaand eren
F. DIELEMAA,
wegen en voetpaden
eene opneming
Buitenland.
FEUILLETON.
WIE REGEERT ER?
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde»
naar olaatsTuimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Axel, brengen ter kennis van belang
hebbenden dat, te beginnen op den 10
December 1900, van wege de gemeente,
daartoe overeenkomstig art. 49 1 van
het Reglement op de
door Gedeputeerde Staten dezer provincie
uitgenoodigd,
zal worden gehouden van den Oudewëg
No. 17 van den ligger der wegen en
voetpaden in de gemeente Axel, alsmede
van een gedeelte van de Beoostenblijsche
Straat No. 23 van dien ligger. En is
hiervan afkondiging geschied waar het
behoort, den 29 November 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
D. J. OGGEL.
De Secretaris
J. A. VAN VESSEM.
President Kruger ging Dinsdag een
bezoek brengen aan den minister van
Buitenlandsche Zaken, den heer Delcassé,
die hem ontving, omringd van zijn per
soneel.
De President en de minister drukten
elkander de hand, waarop Kruger de
werkkamer van den minister werd bin-
»Vriend,« zeide de kardinaal, zoo oor
deelt de groote, blinde hoopmaar wie
niet daartoe behoort,, die luiotert ook niet
naar het oordeel der blinden. Verstandige
lieden zullen zeggen het was eene dwaze
daad, en zullen zelfs dan niet de ver
diensten van den ontwerper eereD, wan
neer het goed gelukt. Zoo zal de geschie
denis eenmaal van mij en dit verbond
»0, genadige heer, vertoorn u niet over
bet oordeel der geschiedschrijvers. Die
menschen beoordeelen alles naar den uit
slag, daarom pryzen zy Brutus, Caesar en
Alexander, ec vervloeken Cromwell, Spar-
takus, Attilla en Cartoche. De verstandi-
gen zullen hoogstens zeggen «kardinaal
Bernis speelde hazardspel en was gelukkig.
Die nog verstandiger zijn, zullen zeggen
»gij oordeelt als onverstandige lroofdent:
da kardinaal was een der grootste geesten
die de gebeurtenissen uit een geheel ander,
oogpunt beschouwde dan gij in uwe stu-
deerkamei hetgeen u een waagstuk toe
schijnt, was bij hem alleen eene bereke
ning, die niet kon falen wat gij voor
geluk en toeval houdt, was het gevolg van
schrander doorzicht.''
»Ik ben tevreden, wanneer het geluk
nengeleid. Het onderhoud duurde tot
half acht.
President Kruger bedankte den minis
ter voor de ontvangst. Even later bracht
de heer Delcassé een tegenbezoek aan
den Staatspresident.
Tweeduizend studenten verzamelden
zich op ae Place de la Sorbonne, ten
einde President Kruger een adres te gaan
aanbieden, De troep bewoog zich in goede
orde, „Vive Kruger* juichend en de
Marseillaise zingend.
Uit het venster van het Grand Hotel
werd een handvol sous en zilverstukken
geworpen, waartegen de studenten een
krachtig protest deden hooren.
De leden van het comité en de dragers
van een corbeille met bloemen waren
de eenigen, die ten 4 uur het hotel
Scribe binnengingen.
President Kruger ontving de delegatie
uit 20 studenten bestaande.
Uit naam zijner kameraden nam een
der studenten het woord en zeide dat,
wanneer de President het toestond de
schooljeugd een gemeenschappelijke petitie
waarin arbitrage wordt gevraagd, zal
teekenen.
Deze petitie zal aan alle hoofden van
Staat worden toegezonden.
De President antwoordende, moedigde
hen aan om de petitie ten gunste van
arbitrage te doen teekenen, daar alleen
arbitrage vrede en vrijheid schenken zal
President Kruger sprak met de studen
ten over de voor hun vaderland gevallen
of gevangen gënomen Boeren en ver
scheen later, door vier studenten omringd
op het balcon, waar hem eene geestdrif
tige ovatie werd gebracht.
ditmaal der dwaasheid gunstig is. Maar
waarde Rosier, ik vrees dat de distelen
geene druiven zullen voortbrengen.*
«Sedert ik de eer heb onder uwe ex
cellentie op het veld der eei te staan,
heb ik twee groote zaken ondervonden,
die mij met alles, wat er ook geschieden
kan, vrede doen hebben.*
„Die mobt gij mij zeggen, opdat ik mij
zou kunnen gerust stellen."
«De eene iswij moeten ons volstrekt
niet vei beelden, dat wij uit ons kabinet
de wereld legeeren. Van den troon af tot
den savoyaard toe, die onze schoenen
poetst, bestaat er eene onzichtbare band,
die alles, buiten ons w ten, te zamen
verbonden houdt. De wereldgebeurtenissen
ziin slechts de vruchten van onzichtbare
actiën en leactiën, in die gemeenschappe
lijke aaneenschakeling, en al onze wijs
heid wordt daardoor teleurgesteld. De
andere isde hemel is ook in de politiek
de beste voogd der dommen want ik
heb gezien, dat zelfs de voortreffelijkste
Koppen zich vergisten, en dat de werk
zaamheden van den ijverigsten mensch
niet meer uitrichtten dan de bezigheid
van het eekhoorntje, dat in eene kooi
een rad in beweging brengt, Daaren
tegen zag ik de meest verkeerde maat
regelen van domme menschen met een
wonderbaar goed gevolg-bekroond worden
en de werkeloosheid der onuoozelste halzen
bewonderswaaidige vruchten dragen.
Gy hebt gelijk, mijnheer Rosier," zeide
VBlgens een mededeeling uit Parijs aan
„Le Soir," beantwoordden de studenten
den regen van geldstukken met kreten
„weg met de Engelschen" en rukten op
naar de kantoren der „Norddeutsche
Llovd," wier beambten men vermoedde,
dat het geld hadden geworpen. Verschil
lende inspecteurs van politie kwamen
toegesneld en voorkwamen een botsing.
Toen de regen van stuivers opnieuw
begon, steeg de toorn der studenten ten
top. De onder-directeur der .stedelijke
politie deed de deuren van de bureaux
der „Norddeutsche Lloyd" sluiten en het
balcon van het Grand Hötel ontruimen.
Dank zij deze maatregelen had het inci
dent geen gevolgen.
President Kruger ontving een delegatie
van de leerlingen van het landbouwkundig
instituut en van hpt gymnasium Charle
magne, die hem een bronzen beeld van
den beeldhouwer Mergjë aanboden, voor
stellende David, het zwaard scherpend.
Volgens een bericht uit Parijs, dat de
„Gazette'' onder voorbehoud mededeelt,
was er een entente tot stand gekomen
tusschen de Engelsche en Fransche kabi
netten betreffende maatregelen, die te
Parijs genomen zouden worden voor de
ontvangst van President Kruger.
Engeland zou met genoegen zien, dat
de Fransche regeering interveryperde op
grond van artikel 3 van de Vredesconfe
rentie van Den Haag, ten einde de Tracs-
vaalsche quaestie te regelen.
In een interview met een piedewer-
ker der „Daily Mail", sprak President
Kruger zjjn meening uit over de uitslui
ting der Zuid-Afrikaansche Republieken
van de Haagsche vredes'conferentie Hij
de kardinaal, gij maakt mij uw leerling.
Het facatismus is de 'filosofie der wan
hoop, en ik ben geheel in de stemming
een filosoof te worden in uw geloof aan
het lot. Evenwel beken ik het u open
hartig, dat die groote drukte mij begint
lastig te vallen. Ik wil voor eenige weken
op het land verstrooiing zoeken. De ko
ning heeft mij vei lof gegeven naar Fon-
taiceblau te vertrekken, en ik bid u, mijn
heer Rosier, mij daarheen te vergezellen
wij zullen in de schoone eenzaamheiden
in de wildernissen van wouden en rotsen
ongestoord kunnen filosoferen.
Het doet mij goed, eenmaal aan de
stormen en het gewoel van het hofleven
te kunnen ontsnappen en in d6 vrye voor-
jaarsnatuur verscbe lucht te kunnen in
ademen. Gij zult mij alzoo vergezellen,
en het einde van deze week rijdt gij met
mij naar Fontainebleau."
Nikolaas booghij gevoelde zich door
de goedheid van den kardinaal te zeer
gestreeld, dan dat hij zijne vreugde over
deze onverwachte onderscheiding had kun
nen verborgen houden.
Pauline echter was niet zoo verheugd
op dit bericht. «Misschien zullen wij zes
weken, mogelijs. twee maanden van elkan
der gescheiden zijnriep zy uit, «dat is
eene eeuwigheid. Ach, Nikolaas, wat zou
ik er Diet voor geven, indien ik u kon
vergezellen, en arm in arm met u door
de tuinen van Fontainebleau wandelen.
geloofde niet, dat Engeland verplicht kon
worden tot arbitrage. Indien het blijft
weigeren, laat het dan maar strijden
tégen de geheele wereld en verslagen
worden.
Over de krijgsverrichtingen blijft Roberts
maar«zeer matig nieuws vertellen.
Er wordt door zijn generaals nog altijd
veel vee buitgemaakt, een ongevaarlijke t
dieverij en er blijven bij schermutselingen
herhaaldelijk veel gedoode Boeren achter
in de verbeelding van de Kaffers, die
als., de meest betrouwbare nieuwsbronnen
-gelden.
Intusschen blijkt, dat uit het Noorden
de Boeren hoe langer, hoe meer zijn komen
opzetten.
Beh- Viljoen en Botha zijn al in den
omtrek van Pretoria, de la Rey zit in de
Magalico-bergen en in het Zuiden van den
Vrijstaat wemelt het van commando's.
Alles duidt er op, dat men uit de Kaap
kolonie hulp kau krijgen, en daarom liefst
zoover mogelijk naar het Zuiden door
dringt.
Een Engelsch blad, de „Evening Stan
dard" maakt onder voorbehoud melding
van een nieuw complot, dat tegen Roberts
zou zijn gesmeed doch tijdig ontdekt.
Roberts zelf bevestigt dit. De politie, zoo
seint hij, was er al lang van op de hoogte.
Het plan was 18 Nov. een mijn te laten
ontploffen, tijdens den dienst in de kerk
van de Heilige Maagd.
Den 16en Nov. werden vijf Italianen,
vier Grieken en een Franschman gearres
teerd, die zullen terechtstaan.
Opmerkelijk is, dat op 18 Nov. ge
meld werd, dat Roberts van zijn paard
viel en niet ernstig werd gewond. Mis-
Hoe gelukkig zouden wij zijn, indien wjj
elkander konden toebehooren."
►Ja," zeide Nikolaas, wij zouden ons
daar een Arcadië scheppenmaar is
graaf van Oron niet de bezitter van de
meierij en bet schoone heerenhuis bij Fon
tainebleau Overreed de jonge gravin de
Meimaand daar door te breDgen."
>Een heerlijk denkbeeld juichte Pau
lina, en dadelijk begaf zij zich naar de
jonge gravin, en schilderde haar de bekoor
lijkheden van het landleven in schoone
kleuren. De beide meisjes stemden hierin
spoedig overeen.
«Ach," zeide de jonge gravin tot haren
vader, ik verlang zoo naar de eenzaamheid.
De winter heeft mij geen goed gedaan.
Ik moet de buitenlucht inademen. Nog
nooit ben ik op onze meierij te Fontaine
bleau geweest. Sta my toe vier weken
daar door te breDgen, Het hof is te Parijs
wij kunnen thans de schoone natuur te
Fontainebleau ongestoord genieten."
De oude graaf, die gaarne de wenschen
zijner dochter vervulde, had er niets
tegen. Natuurlijker wijze gaf men prins
Soubise, als vriend van den huize, hier
van kennis, Aanstonds berekende hij, dat
Paulina zich daar zou vervelen, dat hij
daar vrij, zonder hoofsche etikette haar
omgang zou kunnen genieten, dat hem
daar onder bloeiende rozenstruiken mis
schien het schoonste geluk wachtte. Hij
besloot dadelijk, zonder haar een wooxd