57.
Woensdag 24 October 1000
16e Jaai'i»
WIE REGEERT ER?
iio.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
F. DIELEMAN,
Buitenland.
F E 1L L E T 0 N.
-
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
s Roberts vertrek, hoe vaak al aangekon
digd, wordt telkens verschoven. Er is dan
ook nog heel wat te doen voor den opper
bevelhebber. voor hij met gerust hart de
zaken in Zuid-Afrika aan anderen kan
I overlaten.
Men moge het Britsche publiek nog
^zooveel bedotten met verzekeringen dat
de oorlog uitis, de commando's verstrooid
en alleen wat stroopende benden te be
dwingen zijn, de waarheid perst zich
baan. en al zijn zij gesnoeid en verminkt
de enkele telegrammen die de censuur
doorlaat, geven voldoende de reden aan.
waarom Roberts nog in Zuid-Afrika wordt
vastgehouden.
Zoo seinde Reuter dat generaal Botha
op Lijdenburg aanrukt, dat waarschijn
lijk een beleg zal hebben te doorstaan
De plaats heeft echter sterk garnizoen en
veel levensmiddelen
Generaal Lyttelton had al ten zuid
westen der stad een gevecht en keerde
naar Lijdenburg terug.
Nog teekenender is een ander bericht
Kolonel Mahon had met bereden infan
terie Dalmanutha bezet iaan den spoor
weg van Pretoria naar Delagoabaai, waar
oorsponkelijk Botha's hoofdkamp was)
Zijn afdeeling 600 man sterk, werd door
1500 Boeren met geschut, onder com
mandant Prinsloo aangevallen. Mahon
werd naar Belfast teruggedrongen, waar
generaal Smith Dorrien een legerkorps
samentrekt
Inde Magaliesbergen, de streken ten
Noord-westen van Pretoria, houdt Cle
ments schandelijk thuis. Hij rooft er al
Paulina stond voor een venster, dat
op de plaats uitzag, toen Nikolaas bleek
en handenwringend over dezelve heen en
weder liep. Zij verschrikte toen zij haren
beminde in stomme smart verdiept zag.
Pst! pst! riep zij fluisterende. Hij hoorde
niet. Nikolaas 1 nep zij en wenkte met
de hand, toen hij haar zag. Zuchtende
gehoorzaamde hij.
Wat scheelt er aan, Nikolaas? Om
Godswil, wat is u overkomen?" riep zij
uit, toen hij bare kamer binnen trad,
en zij bemerkte dat hij geweend had.
Hij zweeg en zuchtte.
„Lieve Nikolaas, spreek toch Uw
zwijgen doodt mij. Is u een ongeluk
oveikomen? Zeg het mij, al is het ook
bet ergste. Ik bezweer u, zeg het mij."
Hij zweeg en zuchtte.
Thans steeg de angst van Paulina ten
top. »IIoe, Nikolaasriep zij uit, „ver
waardigt gij mij met geen antwoord
Heb ik u beleed:gd Geld ik dan niets
in uwe oogen Laat mij toch met lan
ger in die doodende onzekerheid, Spreek
Nikolaas haalde de schouders op en
zeide »juffrouw Pauline, laat ik zwijgen.
Ik mag niets zeggen, dan ditwij zullen
het vee en graan, en pakt de niet vech
tende bevolking op. Vandaar de berich
ten van Roberts dat er zooveel gevan
gen inkomen.
Een dépêche uit Prejpria meldt dat de
aanvallen der Boeren op de spoorlijn piet
ophouden. Ook langs den Delagoa-spoorweg
schermutselt men voortdurend.
De telefonische gemeenschap tusschen
Johannesburg en Pretoria is afgesneden
en werklieden tot herstel te zenden gaat
niet zonder sterk escorte.
Zaterdag werd een trein bij Welver
diend door de Boeren gebombardeerd.
Eén Engelsche soldaat sneuvelde.
En heel in het Zuid-Westen van den
Vrijstaat is het'heet toegegaan. Roberts
seint den 18den October uit Pretoria
„Een afdeeling Boeren gelukte het in
den nacht van den 16en October in Jagers
fontein binnen te dringen, 's Morgens
ontstond een gevecht.
De Engelsche verloren negen man aan
dooden en twee werden zwaar gewond
De Boeren verloren hun commandant
en twintig man aan dooden.
Generaal Kelly Kenny zond een colonne
uit, die Zaterdag in Jagersfontein moet
aankomen."
Roberts doet blijkbaar wanhopige po
gingen om door het doodencijfer der Boeren
hooger op te geven dan dat der Engel-
schen, aan een overwinning der laatsten
te doen gelooven Doch waartoe dan een
spoed-colonne ter hulp afgezonden
En weer in een heel andere streek, in
het Noord-Westen van Transvaal, is het
eveneens roerig
Methuen en kolonel Douglas rappor
teerden te Zeerust te zi)n aangekomen
moeten scheiden. Ik verlaat morgen dit
huis, misschien zelfs Parijs."
Pauline werd bij deze bekentenis doods
bleek. Bijna machteloos ging zij zitten,
staarde haien vriend aan, vatte zijne hand,
als wilde zij hem vasthouden, opdat bg
niet van haar zou scheiden, en vroeg
stotterende waarom Nikolaas?"
Hg zweeg
Na verloop van een koiten tijd herhaalde
zij hare vraag. Hare oogen stonden vol
tranen. »Ben ik u zoo weinig waard,"
zeide zij, >dat gij mij zelfs niet zeggen
wilt, waarom gij Parijs moet verlaten.
Wanneer gij zoo dacht, Nikolaas, zou ik
u uit al mijn hart haten, indien ik dit zou
kunnen. Neen, ik kan het niet, Nikolaas.
Ga maar Ik had op aarde geen vriend
dan u ga maarGij zult vrienden en
vriendinnen genoeg vinden, maar niemand
die innigei deel neemt aan uw geluk of
ongeluk. Gij zeide zij, en bedekte
wennende haar gelaat met hare handen.
Toen Nikolaas deschoone weenende zag,
werd hij diep bedroefd »Ach. schoone
Paulina," zeide hij, »het is mijne schuld
niet, dat ik weg ga. Hoe gaarne zou ik
blijven! Hoe treft mil uwe deelneming 1
Wist gij eens, hoe dierbaar
Paulina zag bij deze woorden naar hem
op en zeide: »o, gij huichelaar, ik u dier
baar, en gij kwelt mij toch zoo gaarne.
Ik dank den hemel, dat ik geen broeder
heb, want ware hij u gelijk, zoo zou ;k
reeds lang dood zijn."
en verschelden dagen lang gevecht gele
verd te hebben met de Boeren onder
Delary en Lemmer.
Yoor alle zekerheid wordt er de uitslag
maar niet bij verteld
Als reden van het vervroegde en stil
scheepgaan van Kruger aan boord van de
„Gelderland" (waarschijnlijk om sympa
thieke en anti-sympathieke betoogingeu te
voorkomen) geeft de Jingo-correspondent
van Reuter te Lorenzo Marques op, dat
Kruger vreesde voor een aanval van uit
geweken Boeren die zeer verontwaardigd
zouden zijn over zijn „vlucht"
Waldersee is te Peking aangeko
men waar men het keizerlijk hof ook zoo
graag zou willen hebben. Doch dit heeft
nog niet veel zin. Aan de onmogelijke
eischen der mogendheden zal da Chinee-
sche regeering stellig niet trachten te
voldoen.
De vooruitzichten op een spoedige af
wikkeling der Chineesche quaestie worden
er niet beter op Prins Toean klopt geen
steenen op de Siberishe postwegen, doch
seint naar links en rechts om den moed
er in te houden onder zijn getrouwe
Boxers Geduld moeten zij hebben en ook
in China zal alles „reg kom in diland*.
Als maar eerst de Pei-Ho dicht gevroren
is en de koude de verbondenen decimeert
en de Yangtse zoo laag is, dat alleen
kleine kanonneerbooten haar bevaren
kunnen, dan er weer op los, om de
vreemdelingen te doonen Zeer verzoe
ningsgezind klinkt deze taal nu juist niet
en ook de beide gevolmachtigden, Li en
Prins Ching, zijn niet zeer gelukkig in
het aanslaan van den juisten toon. Reu
ter seinde Yrijdag hun vijf voorstellen,
die den grondslag zouden vormen voer
de komende onderhandelingen. Deze voor
stellen zijn op zich zelf aanlokkelijk ge
noeg, te mooi zelfs om er zonder arg
waan op in te gaan, doch de toon, door
de beide heeren aangeslagen, is vol ar
rogantie, alsof niet Europa, doch China
de voorwaarden te dicteeren had.
De Petit Bleu" meldt, dat de Ant-
werpsche diamantbewerkers een algemee
ns werkstaking hebben geproclameerd.
(De meeting, waar dit besluit genomen
werd, is gehouden in het Keizershof, onder
voorzitterschap van den heer Bartels, die
in het kort den toestand heeft blootge
legd en verklaarde, dat alleen de beper
king van den arbeidstijd de productie kan
doen verminderen en vooral de herhaling
van vroegere crisissen kon vermijden.
De heer Grosser deelde mede, dat de
patroons weigerden den eisch van het
syndicaat (achturigen arbeidsdag) in te
willigen, onder voorwendsel, dat de con
currentie met Amsterdam verhindert aan
dit verlangen te voldoen. Volgens spr.
weigeren a'leen eenige patroons den acht
urigen arbeidsdag in te voeren. Het oogen-
blik is gekomen, om eene algemeens werk
staking te proclameeren, want het goede
seizoen begint en de patroons zullen ge
dwongen zijn toe te geven.
De 1000 diamantbewerkers, die aanwc -
zig waren, hebben hierop met bijna alge-
meene stemmen voor de algemeens werk
staking gestemd. Deze zal ongeveer 4000
werklieden omvatten.
Maandag werd wederom eene vergade
ring gehouden.)
.En had ik eene zuster, hernam hg
treurig, »en ware zij gelijk aan u, ja, dan
zou ik gelukkig zijn, dan zou ik mijnweed
aan haar hart uitstorten maar
„Deel mij uw leed mede, misschien,lieve
Nikolaas, misschien kan ik u met goeden
raad helpen. Stel u voor, dat ik die
zusier waie. Hier is de zusterhand!* zij
stond op, en bood hem de hand.
Hij kuste vol eerbied hare kleine hand
eh zag de schoone zuster verlegen in de
oogen, die zoo teeder naar zijue gehei
men vorschte. »Wat kost het moeite om
dezen stommen mond te ontsluiten
zeide zij en klopte met haren vinger op
zijue lippen. Het is onbekend, hoe het
kwam, dat broeder en zuster wang tegen
wang leunden, daarna mond tegen mond
en geen woord spraken Nikolaas was
echter geheel veranderdhij zag in Pau
lina werkelijk zijne zuster. Hij had geen
geheim meer voor haar. Hij vertrouwde
haar, onder belofte van eeuwige geheim
houding, alles toe, wat hij een had uur
van te voren eerst van den heer Larmes
vernomen had.
Hoe verschrikt Paulina ook op het
hooien van deze bijzonderheden was, ge
voelde zij zich evenwel gelukkig. Zij be
minde, en meende dat aan de liefde alles
mogelijk was Stel u gerust, lieve Ni
kolaas." zeide zij „gij naoogt, gij zult
mij niet verlaten. Ik zal wel een mid
del bedenken om uw pleegvader te
redden."
„Maar," zeide Nikolaas zuchtende, »zon-
der iets te verraden.*
»Kwam mij maar een middel te bin
nen riep zij uit, terwijl zij haar voor
hoofd wreef, »ga nu weg, Nikolaas, laat
mij alleen. Ik moet nadenkener moet
gehandeld worden.*
Nikolaas ging, doch aan de deur geko
men dreigde hij haar weer opgeruimd
met den vinger en zeide zuster Paulina
verraadt gii mij, zoo zal ik voor mijne
zuster geen broeder meer zijn.*
PRINS SOÜBISE.
Juist kwam het rijtuig van den prins
Soubise aanrijden. De prins klom de
trappen op, toen Paulina van hare kamer
kwam. Haar gelaat gloeide nog van het
gehouden zusterlijk gesprek. De prins,
die haar nooit zoo bekoorlijk gezien had,
en inderdaad, hoe zou zij ook anders in
den gloed der eerste liefde hebben kunnen
zijn, kon op het gezicht van het zich m
geluk badende meisje bijna geen woord
uiten.
»Mijn hemel, wat zijt gij schoon zeid9
hij eindelijk, terwijl hij hare band kuste.
Zij geleidde hem in de zaal, en betreurde
het, dat hij den graaf niet aangetreden
had, daar deze met zijne vrouw en dochter
uitgereden was.
»Qij beklaagt mij, en ik wensch mij
zeiven geluk. Moc.it iedere tegenspoed n
mijn leven mij zoo schoon vergoed worden,
,ah thars het gevpl is 1" ze'ie bij.