No. SO. Zaterdag 29 September 1900. 16e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaanderen F. DIELEMAA, AXEL. Ons Geïll. Zondagsblad. FECI L LFiTON. De liefde van uitgewekenen. w&D)i Buitenland. AULSCIII! COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. A B 0 N N E M E N T S PR IJ S per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlgk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. No. 41. Van de drie gravures op de voorpagina van het nummer van deze week, hebben er twee betrekking op den oorlog in Zuid- Afrika, terwijl de overschietende niet in rechtstreeksch verband staat met den krijg, welke gevoerd wordt in het Hemel- sche Rijk. Zien wij op de eene plaat een „Salonwagen van eèn Boerencommandant, die naar het slagveld rijdt, de andere ver toont ons Graaf Waldersee, den opperbevelhebber der Europeesche troepen in China, die, zich opmakend voor den strijd, door een groote menigte nieuws gierigen en belangstellenden, uitgeleide wordt gedaan. Tengevolge van den Koningsmoord in Italië, is de politie in alle streken van het land speurende geweest naar mogelijke medeplichtigen. Nog steeds worden door haar bezoeken afgelegd in kroegen en speelholenkortom in plaatsen, waar maar eenigszins ver moed kan worden, dat handlangers van Bressie zich ophouden. Een groote plaat in onze illustratie geeft ons een idee van een inval der Italiaansclie politie in een dergelijke inrichting. Vlak boven deze gravure kunnen we een afbeelding zien, van den lijkwagen, Derhalve reisde Buzot met zijne pleeg dochter terug. Hun lot was echter bij dit alles nog zeer onbeslist. De gravin raadde Julia aan, hare hand te geven aan den zoon van een der eerste huizen van Frank rijk, die zijn aanzienlijk vermogen gered bad door, even als de hertog van Orleans, de mats der Jacobijnen te dragen, en zich aan al de uitspattingen dier zedelooze oproermakers over te geven. De burger, Dubeilac, dacht zeer ernstig aan eene ver loving met Julia, hij overlaadde haar met zijne liefdesverzekeringen, en had reeds menigmaal gezwoien, dat hij zich het leven zou benemen, wanneer zij hem hare hand niet gaf. »Maar zeide Julia," terwijl zij een door dringenden blik op mij sloeg, »al ware deze ruwe man geen uitspattend mensch, en al waie hij vau een stam, ouder dan de mijne, hij zal nooit mijn echtgenoot woiden. Ik zal nooit huwen, althans niet zonder de toestemming mijner naaste bloedverwanten." »Geliefde gravin," riep ik uit, wilt gij mijn doodvonnis vellen Ik bemin u als Julia Buzetik kau niet ophouden, u als gravin vau Montmoreney te beminnen," waarmee het stoffelijk overschot van Koning Umberto vervoerd werd van Monza naar Rome. Interessant is de plaat waaronder wij den titel vinden staan Gezicht op het Chineezenkwartier te Shanghai. Op welke wijze men de verveling pleegt te verdrijven in de Engelsche badplaats Bognor, kunnen onze lezers zien, wanneer ze de desbetreffende plaat raadplegen. Het prachtig geïllustreerde boeiende verhaal valt bizonder in den smaak, zooals ook te verwachten was Verscheidene sprekende plaatjes illustreeren den tekst. De reeks Pittige, geïllustreerde anecdoten die hier en daar den lachlust gaande maken, groeit steeds aan. Ons Geïllusteerd Zondagsblad verschaft dus elk, jong en oud, klein en groot, wat wils, en zal met vreugde worden verwelkomd op de leestafel. Deze illustratie welke we kelijks in 8 a io pag. ver schijnt, is voor de lezers van ons blad verkrijgbaar a 37V2 ets. franco p. p. 45 ets. per drie maanden. IPP*" Wie haar nog niet bij de courant ontvangt, verzui- me niet zulks aan te vragen. >Goede Lasalle 1" zeide zij met tranen in de oogen, »bet staat in het boek van het noodlot geschreven, dat wij niet ge lukkig zullen zijn. Troost u gij, als man had het niet durven wagen, de burgerlijke Julia Buzet in uwe familie te brengen hoe zou ik, een zwak, afhankelijk meisje het durven wagen, een lid van een vreem den stam met een tak van Montmoreney te verbinden Gij ziet de onmogelijkheid hiervan in. Maar ik zal ongehuwd sterven. Herinnert gij u nog dien eikenboom, staande op dien heuvel daar deed ik den hemel die geiofte. Ik zal u ook mededeelen, wat ik vei der nesloten heb; lk ga in een klooster, onverschillig in welk land en welk werelddeel. Onderhandelingen zijn hiertoe reeds aangeknoopt, Maar de giavin d'Estain mag hier volstrekt mets van weten.' Zoo sprak Julia, en al mijn smeeken en al mijne tianen konden haar niet van besluit doen veranderen. Ik bezocht haar na deze ontmoeting nog eenige malen. Bij mijn laatste bezoek nam ik den krans mede, die zij voor mij op gindschen heuvel had gevlochten, en dien ik zeer kunstig op satijn had laten bewerken, en als een kleinood overal met mij voerde. Zij herkende hem dadelijk, toen ik hem te voorschijn bracht, en ik haar biddend vroeg »Julia, wilt gij mij niet verhooren?" Snikkende wierp zij zich aan mijne borst en bad mij, haar liever te dooden, dan haar langer met verzoeken lastig te vallen. De Engelschen onder Pole Carew hebben Komati-poort bezet. Men meldt dat de brug ongeschonden is. Volgens den correspondent van de „Daily Mail" te Lorenzo Marquez, is commandant Pienaar aldaar met 14 Boeren-officieren aangekomen. Ook Viljoen en Botha zouden den strijd hebben opgegeven en bij Asbi de Portugeesche grens zijn overgetrokken. De Boeren leverden aan de Portugeesche grenstroepen hun geweren, munitie en kanonnen van klein kaliber uit. De groote kanonnen hadden zij onbruikbaar gemaakt. Nader wordt gemeld dat te Lorenzo Marquez nu 3000 Boeren zijn aangekomen in zeer berooiden toestand, blijde dat de oorlog uit was. De voorstelling is wel wat verdacht. Vooral het uitwijken van Botha en Viljoen kan niet zoo grif worden aangenomen. De „Daily Mail" is zeker niet om zijn betrouw baarheid bekend. Roberts heeft een nieuwe proclamatie uitgevaardigd. Hij belooft de Boeren, die zich overgeven, niet naar Ceylon te sturen, maar in kampen te Bloemfontein en Pre toria te doen bewaken, en dan de goed- willigen toe te staan het land te bebouwen. Er schijnt hem aan de overgaaf van dien „machteloozen" vijand dus nog wel wat gelegen te zijn. Het antwoord der Ver. Staten op het voorstel van Duitschland is nu open baar gemaakt. Zooals te wachten was, luidt het afwijzend. Mac Kinley laat weten dat hij en zijn mede-regeering ook wel bestraffing van de bedrijvers en aanstokers der gruwelen noodig vinden, maar zy zijn Zij bleef onverbiddelijk. Zoo namen wij afscheid, en ik zag haar niet weder, want ik verkreeg een wenk, Parijs teontvluebten, en moest in allerijl gehoorzamen. Ik schreef haar van Montbrisonmijn brief kwam ongeopend terug. Ik .schreef aan eenige vrienden te Parjjs, om naar haar verblijf onderzoek te doen, doch niemand ontdekte haar. Ik vermoed dat zij door een geestelijke van baar huis in een spaansch klooster is gebracht, en dat hier mede aan baar vurigsten wensch is voldaan. Ook Lasalle leefde van nu af in eene kloosterachtige afzondering. Ik alleen had toegang tot hem. Ik vond hem steeds, ot bij zijne boeken, waarvan hij eene kostbare verzameling had medegebracht, of op een dor wandelwegen, die by zoo dikwijls met Julia had betreden. De merk waardige krans, die onder een glazen stolp stond, was het eenigste sieraad, dat in de kamer was. Iedore week gaf hjj mij eene zekere som gelds, om onder de behoeftigen uit te deelen, zonder dat ik evenwel zyn naam mocht noemen. Indien er op andere plaatsen hulp noodig was, moest ik hem dit zeggen, en hij zond er aanzienlijke sommen heen. Eenige arme maar deugd zame burgerdochters gaf hij eene huwe lijksgift, en steeds kwam de hulp zoo, dat niemand den gever kon gissen, al thans niet met zekerheid Gewoonlijk waren het brieven, welke het postmerk droegen van een naburige plaats. Evenwel ver van oordeel dat deze bestraffing aan de Chineesche regeering moet worden over aten. Bovendien doet men het best over die bestraffing eerst te handelen bij de eindregeling. Li-Hung-Tchang en prins Tsjing worden aanvaard als gevolmachtigden der Chi neesche regeering om te onderhandelen. De Amerikaansche gezant te Peking, Conger, zal zich met hen in betrekking stellen. De uitdagende politiek van Duitsch land is daarmee door Amerika vierkant van de hand gewezen. Aan Rusland is nog geantwoord dat de Amerikaansche regeering niet voornemens is haar gezant terug te trekken uit Peking. Na de forten van Peitang is nu ook Chin-Hfü door de verbonden troepen ge nomen, maar de Boxers wisten te ont komen. De stad Tulin is geheel in de asch gelegd. De voorbereidingen voor de verkie zingen zijn in Engeland in vollen gang en men kan er vrijwel zeker van zijn, dat de tories, de regeeringspartij, den strijd zullen winnen en de meerderheid behouden. De slappe houding der tegenstanders is vooi de regeering een welkome steun. Zoowel Bannerman als Harcourt, de meest bekende figuren uit de oud-liberale partij, missen den moed of het inzicht om vier kant stelling te nemen tegen het gruwelijk onrecht door Chamberlain en de zijnen in Zuid-Afrika bedreven. Beiden, en ook Herbert Gladstone, die daarbij de beginselen van zijn vader ver loochent, geven toe dat de oorlog nu eigenlijk uit is, dat de republieken niet weer onafhankelijk kunnen worden. Zij beweren wel dat de oorlog kunnen voor- moedde weldra een ieder, dat het niemand anders dan Lasalle zyn kon want die onzichtbare weldoener vertoonde zich eerst toen hij weder in het stadje woonde. Op zekeren morgen, ik was nauwelijks opgestaan, kwam zijn bediende ademloos naai mij toe loopen, met verzoek, dadelijk bij zijn meester te komen, die my ver langde te spreken. De bediende gaf zich den tijd niet, de vragen, die ik hem deed, te beantwoorden. In het weggaan riep hjj mij albeD toe, dat er een ongeluk gebeurd was, en dat hij een geneesheer ging halen. Ik beefde van schrik. Reeds sedert eenigen tijd had ik opgemerkt, dat Lasalle zeer zwaarmoedig was. In allen haast kleedde ik my ik vreesde het ergste, doch ik was als verlamd. Met angst trad ik het huis binnen, waar eene doodelijke stilte heerschte. By het openen van de huisdeur, kwam de dienst meid mij te gemoet en gaf mij te kennen dat ik stil zyn zou Leeft hij nog vroeg ik. Zij wees op eene deurik opende die zachtjes, trad de kamer binneD, doch men oordeele over mijne verbazing. Daar zat Lasalle eu naast hem, leunende tegen zijne borst lag Julia doodsbleek. Zij dronk een glas water, en hij was haar behulpzaam met het glas vast te houden. Toen zij mij erkende, kwam een zwakke glimlach op haar gelaat. Lasalle zag mij niet aan. Zijne oogen waren onafgebroken op haar gelaat gevestigd. In dit oogenblik trad de geneesheer binnen. Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1