No. 42. Zaterdag I September 1900. I0e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaa ii deren F. DIELEMAN, AXEL. Bnilenlaiid. FEUILLETON. De liefde van uitgewekenen. - - Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde* naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Na weken rust is nu sedert eenige dagen met verpletterende overmacht tegen Botha's stelling opgerukt, - Roberts hoofdmacht tegen der Boeren overschot. Wie de besten en de meest vastberade: nen waren gebleven in het verzet tegen de gruwelijke volksoverweldiging die deze Zuid-Afrikaansche oorlog is, hadden zich na het verlies van Pretoria, metKruger, Botha, Burger, Meyer teruggetrokken langs de lijn van den Delagoa-spoorweg, en er in het rotsland bij Machadodorp den vij and afgewacht. Niet zonder goed te zijn toegerust heeft Roberts de zware worsteling aan gedurfd tegen deze keurtroep van mis schien niet meer dan 8000 man met een twintigtal kanonnen. Langzaam aan was Buller van flinke voorraden voorzien, uit Natal over Ermelo en Carolina noord waarts komen naderen, French trok naar het noord-oosten om zooveel mogelijk den terugtocht op Lydenburg te bemoeilijken Belfast door de Boeren ontruimd, werd Roberts' hoofdkwartier. Zondag en Maandag is er zwaar ge vochten de Boeren, uitstekend gedekt door bet rotsig terrein met bosch begroeid hebben taaien tegenstand geboden. Roberts heeft er een lang telegram overgeseind, Hij verontschuldigt zich over het lang zame van zijn bewegingen door te wij zen op de groote uitgestrektheid en de lastige gesteldheid van het terrein, maar hij is, dit alles in aanmerking ge nomen, toch tevreden. Buller's troepen namen Bergendal, een zeer sterke stelling ongeveer twee mijlen UIT DE PAPIEREN VAN DEN PASTOOR D** TE W**. Op een schoocen zomeravond, het was in het jaar 1793. toen ik nog kapellaan was in dit stadje, kwam ik van een be zoek terug van mijn nu afgestoiven vriend, den pastoor van het naburige dorpje. Voor mij uit ging een wandelaar, dien ik in den beginne voor een handwerksman hield. Dewijl hij zeer langzaam ging en hinkte, had ik hem spoedig achterhaald, wenschte, hem in het voorbij gaan »goe- den avond," en zeide »het gaan is moei lijk, vriend, met bezeerde voeten." Hij haalde de schouders op, en prevelde eenige woorden, die ik niet verstond. Vermoedelijk raadde hij uit mijne klee ding mijnen geestelijken stand. Hij liep mij in de Fransche taal na, om te weten welke de naam was van het stadje, dat voor ons lag. Ik bleef staan, totdat hij mij bereikt had, en nu knoopte ik een ge sprek met hem aan. Ik bemerkte wel aan de fijnheid en bet fatsoen zijner bestovene kleederen, aan zijne spraak en zijne ge- laatstrekuen, dat hij een van die onge- lukkigen was, die door de omwenteling uit hun vaderlaDd verdreven waren, en op Duitsohen groDd eene toevlucht zoch ten. Hij verhaalde mij, dat hij eerst voor ten noorden van Dalmanutha, waar Botha's hoofdkamp tot voor eenige dagen was gevestigd. De Engelschen hadden over een open stuk grond van 2000 a 3000 yards lengte op te rukken, aan het vuur der vastberaden standhoudende Boeren bloot gesteld. Toch hoopt Roberts dat zijn verliezen niet meer dan 50 60 man bedragen zullen. Volgens hem is het aantal Boereu ge sneuveld door het overstelpend lydiet vuur uit het zware geschut, aanzienlijk, ook werd een mitrailleuse genomen In tusschen drong French aan de linker flank noordelijk door tot Zwartkopje aan den weg naar Lydenburg, in de verwach ting de Boeren uit het centrum weg te lokken, en zoo het middenstuk van Robert's leger onder Pole Carew de ge legenheid te geven dwars door de Boe- renstellingen heen te dringen. Den volgenden dag, Dinsdag, is dan ook de strijd hervat. Op het oogenblik dat wij dit schrijven, is omtrent den uit slag officieel rapport van Roberts nog niet ontvangen, althans nog niet bekend. Wel bevatten de Londensche bladen een te legram uit Pretoria, waarin als gevolg van het hervatte gevecht tegen Botha wordt bericht, dat de linie der Boeren werd verbroken, die daarop terugweken. De verliezen der Engelsehen worden zeer aanzienlijk genoemd. Een telegram uit Lorenzo Marquez geeft een gerucht weer dat bij Machadodorp de Boeren met zware verliezen zouden zijn teruggeworpen en al hun kanonnen en ammunitie moesten achterlaten Zooals alles wat uit den koker van den verdachten Times-correspondent en vier weken zijn vaderland verlaten had, en dat nij, als door een wonder, de ge vangenis en de guillotine ontkomen was dat hij plan had naar Hamburg te gaan, in de hoop, daar bekenden te zuilen vin den, maar nu had hij ook dit voornemen opgegeven, omdat zijne krachten uitgeput, zijne gezondheid ondermijnd, en het geld, dat hij by zich had, gering was. Hij wilde voorloopig in ons stadje uitrusten, dewijl zijne voeten door het loopen gekwetst waren, en hij niet in staat was, verder te gaan. Ook vernam ik, dat hij Lasalle heette, en voornemens was zich in ons land te vestigen, en het lot 7an zijn vader land af te wachten. De jonge man beviel mijhij was om streeks zeven en twintig jaren oud. Zijn bleek gelaat, dat een verborgen lyden te kennen gaf, had zeer fijne, aangename trekken. Ik geleidde hem naar de stad, en verhaalde hem, dat hij daar een do genoot in zijne ongelukken en een lands man zou vin len, die reeds eenigen tijd stil bij ons leefde, Buzet heette, vermoe delijk arts was, en zien den tijd koitte met het verzamelen van planten. Ik bracht hem naar een logement, en verliet hem met de verzekering, dat het mij genoegen zou doen, hem nuttig te zijn. De heer Lasalle kwam des anderen daags bij mij en deelde mij mede, dat hij besloten had, zich hier te vestigen hij verzocht mij, zijn tolk te wezen, dewijl hij de'Duitsche taal niet kundig was. Wij den Reuteragent te Lorenzo Marques komt, is ook tegenover dit ongeluksbe richt twijfelzucht aan te raden. Het te legram uit Pretoria is meer geloofwaar dig. Waarschijnlijk hebben dus de Boeren zooals vroeger zoo herhaaldelijk hun taktiek was, na zoo lang mogelijk de overmachtige drommen der aanvallers zich met de mausers van het lijf te hebben gehouden, hun voorstelling opge geven, en zijn zij op een daar achter „liggende terug getrokken. Evenmin als bij de Tugela zal het daarbij uit zijn. Zoolang niet werkelijk het geschut in handen der Engelschen is gevallen, de Boeren 'in twee helften zijn gescheiden en de lijn naar Komatipoort en dus naar Delagoa-baai vrij is, kan het laatste verzet van een degelijk georgani seerde troepenmacht der Boeren niet ge zegd worden gebroken te zijn. Opmerkelijk is ook wat Roberts seint over de generaals Baden Powell en Paget die ten noorden van de spoorbaan ope reerden. Hij heeft hen beiden met hun troepen naar Pretoria teruggestuurd, om dat de streek waar zij zich bevonden, een dicht boschveld was, en het niet wenschelijk leek thans verder naar het noorden door te dringen. Wat er in de Vrijstaat hij Winburg is gebeurd, heeft Roberts nog niet duide lijk gemaakt. Hij deelt mede, dat over ste Ridley met een paar honderd man op een verkenning door een veel sterkere macht Boepen was aangevallen, en zich in een hoeve had verschansd. Bruce Ha milton, op de hoogte gebracht van den toestand, kwam uit Heilbron per trein en trok met den vrij ge- gingen te zamen naar bet stedelijk be stuur, en zijne vestiging bij ons vond geene zwarigheid. In de voorstad, bij eene bejaarde weduwe, vonden wij een optrekje, dat hij huurdeook zou de weduwe, tegen een matigen huurprijs, voor zijn voed sel zorg dragen. Het was opmerkenswaardig onze émi- grés ie zien. Ik had verwacht, dat zij elkander dadelijk zouden opgezocht heb ben, maar ei gebeurde niets minder dan dat. Er verliepen acht dagen, voordat de heer Lasalle besloot, zijn landgenoot Buzet een bezoek te brengen, die met zijne dochter en dienstmeid even buiten-de stad een buitenverblijf aan den» voet van een wijnberg in huur had. Mijnheer Buzet be antwoordde die beleefdheid, en sedert dien tijd zagen zij elkander Diet meer, dan wanneer zij elkander ten mijnen huize ontmoetten, want ik had de eer, hun bei der vriend te zijD. Mijnheer Buzet was een oude, knorrige man, die zich sedert jaar en dag aan eene zekere regelmatige levenswijze had ge wend. Hij ging met niemand vriendschap pelijk om, dan met mij, verzuimde geene mis, liep bij tamelijk goed weder door bosch en land, om bloamen en kruiden te verzamelen, welke hij in den winter rang schikte en beschreef. De heer Lasalle daarentegen, begon dadelijk de Duitsche taal te bestudeeren. Ik was hem hiermede behulpzaam, of leende hem boeken. Na verloop van een half jaar kon hij zich maakten Ridley op Winburg terug. Daar heen heeft Olivier de Engelschen achter» volgd en de stad aangevallen. Gelukt is dit niet, doch over hetgeen er met de 1500 aanvallende en teruggeslagen Boe ren verder is gebeurd, wordt met geen woord gerept. Alleen bevestigt Roberts dat Olivier en zijn drie zoons gevangen zijn. Door verraad of -gewond achterge bleven? Ook hier omtrent laat Roberts alle verdere bijzonderheden achterwege* Lord Roberts seint uit Belfast d.d. 29 Aug.Buller, de operaties van gisteren en de inneming van Bergendal beschrijvende^ zegtNa een hevig bombardement werden de kopjes schitterend aangevallen door twee bataljons infanterie. De plaats is eene natuurlijke sterkte, omgeven door een glacis van ongeveer 1500 yards, dat hoe genaamd geen dekking biedt. Zij werd met groote onstuimigheid genomen. Negentien Boeren werden gevangen ge nomen, ongeveer twintig Boeren werden dood in de stelling> achtergelaten. Het nemen van de kopjes stelde ons in staat de geheele heuvelrij te bezetten aan beide zijden. De Boeren bleken teruggetrokken te zijn. De Engelschen verloren een kapitein en dertien man aan dooden en zeven officie ren en zeven-en-vijftig man aan gewonden. Er waren nog eenige verliezen, maar de opgave daarvan is nog niet ontvangen. De Boeren waren besloten een 'wan- hopigen weerstand te bieden, maar tegen twaalf uur werd het gerucht verspreid, dat de geheele Johannesburgsche politie, door wie het kopje hoofdzakelijk verdedigd werd, gedood was en toen brak de geheele legermaöht op. reeds tamelijk goed uitdrukken, en met behulp van woordenboeken las hij nieuws papieren en eenige Duitsche schrijvers. Het ontbrak in het stadje aan een Fran- schen taalmeester, en Lasalle was dade lijk bereid, hierin onderwijs te geven. Hy ging van huis tot huis, bepaalde geen prijs voor zijne lessen, nam zooveel of weinig als men bem gaf, en maakte zich door zijne voorkomendheid bij zijne medebur gers bemind. Men wilde hem de openge vallen plaats van onderwijzer aan de stads- schQol opdragen, doch dit weigerde hy, dewijl hij zich nog altijd vleide naar zijn vaderland terug te keeren. Kwam hij bij mij, zoo maakte gewoon lijk de-vergelijking van Fransche en Duit sche schrijvers het onderwerp van ons gesprek uit. Hij achtte den rijkdom, de kracht en buigzaamheid van onze moeder taal hoog, en schonk haar hierin zelfs de voorkeur boven de ayne, welke alleen door welluidendheid, en de eenvoudige beval ligheid harer strenge vormen, de voorkeur kan verdienen, als ook door eene, gelijk hij zeide, grootere volmaking. »Uwe taal," zeide hij, »is nog geene rijpe taalzij is nog onzeker, onbepaald niet op vaste 'grondslagen l ustende. Zij twijfelt nog in hare beteekens, eveD als in hare spelling. Zij overlaadt zich met vreemde woorden, en vormt hare zinsnede, nu eens naar eene Latijnsche, dan weder naar eene Fransche wijze. Gij hebt onder uwe schrijvers uitmuntende vernuften, dia

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1