DHDOOmAST. No. 59. Woensdag 22 Augustus 1900. Jaarg. Nieuws- e ii Advertentieblad voor Zeeuwse li-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. liuuenland. FËCILLETO N. af iu Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar ülaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlyk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Peking is in handen der verbonden mogendheden. Li-Hung-Chang zelf zegt het. Hij heeft een telegram ontvangen dat Woensdag de verbonden troepen de stad zijn binnengetrokken zonder tegen stand te ontmoeten van verschillende kanten wordt dit bericht bevestigd met bijvoeging dat de gezanten zijn ontzet. Tot dusver kwamen al die tijdingen alleen uit Chineesche bron en bestond er gegronde reden om aan de waarheid van de geluks- tijding te gelooven omdat „Li zelf zegt het" meestal beteekent „Li zelf liegt het." Nu echter zijn reeds van de consuls tele grammen gekomen, die aan allen twijfel een eind maken. De admiraal Remey verzond uit Takoe naar de regeering te Washington op 17 dezer het volgende telegram Zooeven heeft mij een telegram uit Tientsin bereikt, onder dateering van 16/8, verzonden te 10 uur nam. hetwelk luidt: „Peking is den 15/8 door de ver bonden troepen genomen. De gezanten zijn in veiligheid. Nadere bijzonderheden zullen weldra volgen." Te Shanghai is het Engeland blijkbaar gelukt zijn zin door te drijven. Het wilde er troepen aan land zetten, en wel zóóveel, dat de Chineesche onderkoning zich ver plicht gevoelde er een stokje voor te steken, in zijn verzet gesteund door de consuls der andere mogendheden. Te Shanghai was alles rustig en een militaire bezetting door Engeland stond gelijk met een in bezit neming. Admiraal Seymour was over die tegenwerking heel boos, maar besloot toch de wijste partij te kiezen en de transportschepen met de Verwonderd over de zotheid van die menschen, keerde de heer van Haan zich om, en ging regelrecht op het huis met het balkon af. Hij was op de goede plaats. De burgemeester, een klein, fijn, driftig man, ontving hem vriendelijk boven aan de trap, en bracht hem ie kamer binnen. »Gij hebt mij laten roepen," zeide de heer van Haan, »en ik voldoe gaarne aan dit verzoek in de hoop, dat gij iets, dat mij raadselachtig voorkomt zult kunnen opiielderen. Ik ben sedert gisteren in deze stad, en heb in dien korten trjd reeds meer avonturen gehad dan vroeger op al mijne reizen." »Ik geloof het gaarne," zeide de burger vader lachende, »ik heb er ook iets van gehoord, en zelfs ongeloofelijke dmgen. Gij zijt mijnheel van Haan, zoon van een ban kier van dien naam uit de hoofdstad hebt keunis aan de familie Bantes, dewijl mejuffrouw Fiede »Alles is overeenkomstig de waai beid en om dit te bevestigen, gelieve deze brieven in te zien." Bij deze woorden zijn zakdoek te voorschijn biengende, nam h\j er eenige papieren uit, welke hij den bur gemeester aanbood." Deze sloeg dit niet Britsch-Indische troepen naar Takoe te zenden, waar zij voor de versterking en als reserve van het legertje dat tegen Peking optrok, zeker veel meer noodig waren. Doch zie, er schijnt een plot selinge ommekeer te hebben plaats gehad. De groote kooplieden hebben tot lord Salisbury dringende vertoogen gericht, om toch vooral te denken aan de belangen van den Engelschen handel, die nu te Shanghaï onvoldoende beschermd bleven - en een torpedojager werd den reeds naar het noorden vertrokken oorlogssche pen nagestuurd met bevel naar Shanghaï terug te keeren. Zoo geschiedde en Zaterdag zouden de troepen er aan land worden gezet. Het protest der mogendheden schijnt bezworen en daarmee het verzet van den Chinee- schen onderkoning. Engeland heeft wellicht beloofd tegenover de anderen ook inschik kelijk te zijn nu Peking is ingenomen, kan immers de algemeene verdeeling beginnen. Een tegenvaller daarentegen voor Enge land is de ontsnapping van De Wet. Er valt niet meer aan te twijfelen dat het den kranigen Boeren-generaal is gelukt aan het half dozijn Engelsche generaals, die hem van alle kanten achterna zaten, te ontglippen. Een Reuter-telegram uit Pretoria meldde den uitslag met bijvoeging dat Kitchener vruchteloos gepoogd had hem in te halen door al zijn wagens t6 voorzien van een dubbele bespanning uitgezochte paarden. Het succes van De Wet werd toegeschre ven aan diens meerdere terreinkennis, die hem toeliet ook 's nachts voort te trekken, terwijl de Engelschen genoodzaakt waren af, liep ze vluchtig do r, en gaf ze met de beleefdste woorden aan do eigenaar terug. »Ik heb u nu van alles opheldering gegeven, geef mij nu ook eenige inlich tingen omtrent eenige bijzonderheden be treffende uwe stad. Herbesheim ligt toch zoo ver niet van de overige wereld ge scheiaen er zullen toch van tjjd tot tijd wel meer vreemdelingen hier komen, hoe komt bet dan »Ik weet, wat gij zeggen wilt, mijnheer van Haan. Ik zal u alles verhalen, wanneer gij zoo goed wilt zijn, mij een paar vragen te beam woorden." »Ik ben tot uwe orders." Reken de vragen, die ik u doen zal, ook tot die bijzonderheden naderhand zult gij zonder moeite dq reden van dat onder vragen bevroeden. Kleedt gij u altijd in bet zwart?" »Ik ben in de rouw oven- eene mijner tantes." »Zijt gij vroeger wel eens te Herbes heim geweest »Nooit." »Hebt gij vroeger reeds kennis gehad aan personen uit deze stad, of ook we) iels gehoord van de geschiedenis dezer stad, of anders ook volksverhalen,legenden of overleveringen gelezen of gehoord »Persoonlijk kende ik niemand te Her besheim van de stad wist ii£ niets anders, dan dat de familie Bantes er in woonde, en dat de dochter van dien heer een be minnelijk meisje is, hetgeen ik genegen ben ten allen tijde te bevestigen." hem alleen over dag te vervolgen. Roberts moet het ook eindelijk erkennen. Hij begrijpt er blijkbaar zelf niets van, hoe zoo iets mogelijk is geweest. „Ik vrees ten zeerste zoo seint hij dat De Wet er in geslaagd is zijn vervolgers te ontkomen door, naar ik veronderstel, zijn troepen in kleine afdeelingen te splitsen. Het laatst werd hij gezien in den omtrek van Rustenburg." De toon van dit telegram is zoo droef geestig, dat men bijna met den ouden veldmaarschalk medelijden zou krijgen. Vijf maanden lang spookte De Wet in den Vrijstaat rond, in weerwil dat de hoofdstad bezet was en minstens 40.000 man en een generaal als Kitchener, op de vangst van hem en zijn zwak troepje afgestuurd waren. Treurig onderworpen als wilde hij te kennen geven, dat hij toch zijn best had gedaan, laat Roberts erop volgen „Lord Kitcheners laatste telegram, gedateerd 15 Augustus, vermeldt dat hij De Wet in het nauw bracht Des te mooier de uitkomst. Met De la Rey vereenigd, die hem bij Rustenburg opwacht, kan De Wet in het westen van Transvaal Roberts nog heel wat last brengen. Intusschen wordt uit Kaapstad geseind, dat Kitchener met geforceerde marschen er in geslaagd is het garnizoen onder kolonel Hore te Elandsrivier te ontzetten. Vreemd, als het waar is, dat Roberts dat zelf niet heeft geseind. Heel erg zou het niet zijn, want gevangenen zijn den Boeren nu maar tot last. Hun voedsel kunnen zij voor zich zelf best gebruiken en het is zaak dat zij zoo min mogelijk »Hebt gij nooit het verhaal van den dooden gast van Herbesheim gelezen of gehoord »Ik herhaal het u, de geschiedenis van Herbesheim, ook de oude, ik moet het tot mijne schande bekennen, is mij zoo vreemd als de geschiedenis van het koninkrijk Biam en Pegu." »Nu, mijnheer van Haan, de gebeurte nissen, die u overkomen zijn, stammen ir. eene rechte lijn van die gebeurtenissen af." »ln welke betrekking sta ik tot uwe oude geschiedenis Zoo iets is mij in mijn gebeele leven nog niet gebeurd. Ver haal mij dat toch." De burgemeester lachte en antwoordde »Men houdt u voor den dooden gast, voor bet spoon van onze legende, en hoe kluch tig mij ook dat belachelijk denkbeeld der Herbesheimers toeachijLt kan is evenwel neem bet mij niet "kwalijk, zelfs mijne verwondering niet ontveinzen, hoezeer gij op den held van ons volksverhaal gelijkt. Veronderstel dat gij niet met mij scberst, en volstrekt Diets weet van d6 geschiede nis van den dooden gast. zoo zal ik u het verhaal medeöeelen, zooals ik hel door verscheidene personen heb hooren ver tellen." Mijnheer van Haan luisterde zeer aan dachtig toe, terwijl de burgemeester de legende verhaalde, en tot slot zeide hij »het is zeker wel de eerste maal, dat een spreukje officieel verhaald woidt." »Nu komt mij alles duidelijk voor," in hun bewegingen worden belemmerd. De Wet heeft dan ook zoo seint men eveneens uit Kaapstad al zijn gevangenen in vrijheid gesteld, uitgezon derd de officieren. Die mogen hem op zijn vliegtochten blijven vergezellen en aldus een gedwongen kursus meemaken in de praktijk der oorlogstaktiek, zooals zij die niet zouden kunnen leeren van hun eigen generaals. Uit Lorenzo Marques wordt bericht, dat president Steyn zou zijn overleden op weg naar zijn collega Kruger. Het bericht heet afkomstig uit de kantoren van den Trans- vaalschen consul. Lorenzo Marques is echter het nest waar de meeste oorlogs leugens ten nadeele der Boeren worden uitgebroed. De New-Yorksche „Evening World'' meldt dat elf Italiaansche en drie Oosten- rijksche anarchisten, die door de anar chistische vereeniging te Napels waren aangewezen om president Mac Kinleyte vermoorden, in de laatste tien dagen aau boord van verschillende van Europa ko mende stoomschepen zijn gearresteerd. De chef van den geheimen politiedienst ver klaart echter, dat het bericht omtrent een anarchistisch complot absoluut onge grond is. LONDEN, 18 Aug De bladen publicee- ren een telegram uit Lorenzo Marques, meldende, dat De Wet 4000 Engelschen met 7 kanonnen pakte. Roberts heeft Middelburg ontruimd. PRETORIA, 18 Aug. Gisteren ver scheen De Wet ten Noorden van Com mando-nek, die door Baden Powell werd bezet gehouden. De Wet sommeerde zeide de heer van Haan, »de schoonen van Herbesheim waren bevreesd voor hare halzen." »Alle scherts ter zijde, mijnheer van Haan, er is nog veel in, dat mij duister voorkomt. Ik geloof, dat er veel toevalligs gebeurt, maar hier speelt de God van het noodlot een al te grof spel, dan dat ik u niet een weiDig zou verdenken." »Hoe, burgemeester, gij zijt toch niet genegen, om mij voor den man van uwe fabel te houden, die Herbesheim al hon derd jaren bezoekt, om lieve meisjes den hals om te draaien." »Dat wel nief, maar gij kondt toevallig iets van die spookgeschiedenis vernomen, en gebruik gemaakt heoben van ujye lange gestalte, om u te vermaken in eten angst van onze lichtgeloovige schoonen. Waar om koost gij toevallig den eersten Zondag van advent om hier te komen, en wel op het cogenblik dat regen en wind op het hevigst woedden, indien gij niets van de fabel wist." »Gij hebt gelijk, burgemeester, dit toe val is in het oogloopend het treft ook mij. Evenwel kan ik u verzekeren, dat ik zoo onervaren ben in den kalender, dat ik nu eerst verneem, dat het de eerste advent is; ook kan ik u onder eeden vei- zekeren, dat ik den regen volstrekt niet besteld heb. in tegendeel, ik had gehoopt op mooi weder, omdat het gure jaarge tijde mij aandoet. >Hoe echter, mijnheer van Haan, ver-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1