DE DOOIE SAST. No. 57. Woensdag 15 Augustus 1900. I0e «laaiy. U kj Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h-Vlaanderen F. DIELEMAN, Bniienland. FEBlIiLETON. C0UK41\T. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. A B 0 N N E M E N T S PR IJ S per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonder!, numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 m£^l Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlflk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Uit Lorenco Marques wordt aan een Engelsch blad gemeld, dat een groote slag tusschen Lijndenburg en Middelburg heeft plaats gehad, de Engelschen hebben moeten terugtrekken met 500 dooden en gewonden. Een ander telegram maakt tevens melding van het opnieuw bezetten van Heilbron, Devillersdorp en Frankfort. In een gesprek heeft Kruger gezegd, dat het gerucht, als zou hij den oorlog moede zijn van allen grond ontbloot isdat integendeel de oorlog nog lang zal duren. De Engelschen zijn ten diepste geschokt in hun zedelijkheid, doordat een zevental Boeren die den eed van onzijdigheid hadden afgelegd, te Pretoria hebben samenge- ZWHet 'moet intusschen nog blijken, of die heele samenzwering niet een voorwendsel is door de Engelschen bedacht, om wat ongewenschte gezichten uit den weg te ruimen. De Wet is nu over de Vaal, Kitchener heeft hem niet te pakken gekregen, en Methuen die hem moest opvangen, heeft hoogstens een klein gedeelte van zijn troepen uit elkaar gejaagd. LONDEN, 12 Aug. Naar de „Times uit Zeerust van den 7en Augustus ver deemt, trok generaal Carrington, nadat hij er niet in geslaagd was het garnizoen bjj Elandsrivier te ontzetten en na vijf tien man aan dooden en vermisten en zes aan gewonden te hebben verloren, in de richting van Mafeking terug, om daar zijn troepen te verzamelen. Het laatste telegram, dat Lord Roberts verzond is van Zaterdag. Daaruit is op 20) GOEDE EN KWADE GEVOLGEN. Frederika sliep dien nacht onder schoone droomenhaar vader uiterst ongerust. De zwarte, bleeke gestalte, waarvan de bleekheid nog meer uitkwam door het zwarte haar en den baaid, zweefde hem nog half olapende voor oogen. Frederika was die spookachtige gedaante recht dank baar, die haai vader zoo spoedig bekeerd en haar Waldrich gegeven had. Des anderen daags, zoodra de heer Ban tes met de zijnen het ontbjjt had gebruikt, begaf hij zich naar den burgemeester, dit was het gevolg van zijne nachtelijke over denkingen, en verzocht hen, den onbe kende, van wege de politie te doen ver zoeken, de stad te verlaten. Hij verhaal de hem openhartig, wat er gisteren, voor hij op het gezelschap kwam, in zijn huis was vooi gevallen en hoe zijne vrouw en dochter reeds ten halve hem, den dooden gast, waren toegedaau, dewijl zij hem voor den werkelijken zoon van den ban kier van Haan hielden, hoewel de jonge bankier, om de rol van bruidegom te spe len, daartoe niet h9t uiterlijk van het be kende spook kiezen zou, en zoo hij het al uit eene aardigheid gedaan had, hij te maken, dat generaal De Wet ondanks alle pogingen van drie generaals met een grooten troepenmacht, door de mazen van het net is geglipt, dat men weer poogde om hem heen te slaan. Lord Kitchener is bij Gatsrand en houdt voe ling met Lord Methuen. De Boeren vluch ten voor de troepen van deze beide ge neraals. Zij trachtten Zaterdagmorgen den spoorweg over te steken bij het station Welverdiend, waar zij door generaal Smith Dorrien werden aangetast. Den 9en leverde generaal Methuen slag aan de achterhoede bij Buffelshoek en maakte hij zich meester van zes wagens entwee ambulances. Lord Roberts vergeet echter weer de bijzonderheden te seinen. Hij zegt er niet bij, dat Lord Methven zich in den weg vergiste, waardoor een deel der Boeren op hun doode gemak kon wegtrekken. Ook verzwijgt hij, dat Lord Kitchener niet eens wist, dat de Boeren over de Vaalrivier trokken en dit eerst moest vernemen van een ontvluchten Engel schen krijgsgevangene, toen het feit reeds had plaats gehad Wat Smith Dorrien betreft, uit het telegram zou moeten worden opgemaakt, dat doze generaal de Boeren poogde tegen te houden bij Wel verdiend, maar dat dit hem niet gelukte en dat zij desondanks hun plan, om over den spoorweg weg te trekken, of, zooals Lord Roberts het noemt, te vluchten, ten uitvoer hebben gebracht Zes wagens en twee ambulances is alles, wat de Engelschen van Wet kon den buitmaken Het nemen van ambu lances is weer teekenend. Het schijnt alsof de Engelschen heelemaal vergeten zijn. dat er een conventie van Genève bestaat, dat een ambulance in den oor log dient te worden gerespecgeerd, indien er geen misbruik van wordt gemaakt, zooals onlangs nog door de Engelschen zelf, toen een generaal met zijn staf het ambulance-rijtuig gebruikte, om veilig door de liniën der Boeren heen te komen. Peitsang is dus genomen, en wel met zware verliezen Er is 71/2 uur ge vochten. de Engelschen en Japanners vochten met 12000 man aan den.eenen kant van de rivier, de Russen en Franschen met 5000 man aan den anderen kant. De Russen hadden 500 dooden, de Engel schen 50, enz. En nu gaat het op Yang Tsoen los, en dan op PekingDe baan is nu vrij. heet het. Dat wil zeggen Peitsang is van Tientsin niet verder dan Haarlem van Amsterdamen achter Peitsang liggen moerassen en nog eens moerasseneen landweg naar Peking bestaat niet, de ChiDeesche verkeers weg is de rivier. De troepen zjjn nog niet te Peking, en in tusschen verzoekt de Chineesche regeering de gezanten maar al dringender om toch de stad uit te gaan. Amerika heeft een ultimatum gezonden, en wil den oorlog aan China verklaren de Engelsche generaal Seymour heeft te Shanghai troepen ontscheept, en van zoo wat overal in China komen berichten van den moord op vreemdelingen. De verliezen waren niet gering. De Engelschen verloren tweehonderd dooden en gewonden, de Amerikanen tweehonderd vijftig. De expeditie is hiermede dus weer een stap nader bij Peking gekomen, maar vóór dat zij daar is aangekomen, zal er nog wel eens wat kunnen gebeuren. Yan de gezanten in Peking wordt weer niets vernomen. Aan de Russische regee- rlng is medegedeeld, door den Chineeschen gezant, dat de gezant van Rusland te Peking gemachtigd werd, aan zijn regeering in cijferschrift een telegram te zenden. Geen enkel bericht, noch officieel, noch particulier, was echter den lOen Augustus ontvangen. De Chineesche legatie beweert echter, dat een bericht onderweg is. WASHINGTON, 11 Aug. Naar aan leiding van het nemen van Yang Tsoen seint admiraal Remey uit Takoe van den 6eu Augustus: De generaal, die de Engelschen aan het front aanvoert, telegrafeert, dat hij van Peitsang negen mijl voorwaarts rukte op Yang Tsoen. Toen werd de legermacht voor den aanval geformeerd, met de Ame rikanen op den rechter- en de Russen op den linkervleugel- Na een snellen opmarsch, drie mijlen onder heet geweer- en geschutvuur, namen onze troepen de eerste verdedigingslinie. De verliezen bedroegen ongeveer 50 man gedood of overleden tengevolge van zonne- WASHINGTON, 13 Aug- De onder staatssecretaris Adee bood gisteren aan den Chineeschen gezant Woe Ting Fang ter overseining naar China aan, het ant woord van de Vereen igde Staten op het edict, waarbij Li-Hoeng Chang wordt aan gesteld, om vredesonderhandelingen aan te knoopen. In het antwoord worden de reeds vroe ger gedane eischen herhaald en voorts er met nadruk in gezegd, dat geen onder handelingen mogelijk zijn, indien niet zeker de geschiedenis niet goed gekend beeft. De burgemeester schudde lachende het hoofdhij wist niet, wat hjj van net plotselinge bijgeloof van den anders onge- loovigen man moest denken, verzekerde hem echter, dat hij een ernstig onderzoek zou aanstellen, dewijl de geheele stad door die verwonderlijke verschijning verontrust was. Toen de heer Bantes na verloop van een paar uren naar huis terugkeerde, want, hij had den commissaris van politie nog opgezocht, en nad nog met eenige vrienden geraadpleegd, zag hij bij toeval van ter zijde door een der vensters van zijn huis in eene kamer. Het was eene pronkkamer, waarin vroeger de commandant Waldrich gewoond had. Mijnheer meende zijne oogen niet te kunnen gelooven; hij zag den dooden gast in een diep, ja, het scneen in een hartstochtelijk gesprek met Frederika. Het meisje lachte hem vriendelijk toe, en scheen er niete tegen te hebbeu, toen hij hare hand vatte en aan zijne lippen bracht. Alles scheen voor den ouden man rond te draaien, of liever, hij zeif draaide rond. E.'rst wilde hij regelrecht de kamer binnen treden, om een einde te maken aan dat teedere gesprek, en den onweêrstaanbaren verleider uit zijn huis te jagen, doch hij bedacot zich, dat dit kwade gevolgen voor hem of Frederika kon hebben. Hij herin nerde zich het tweegevecht tusschen den graaf Altenkreuz en don burggraaf, honderd jaren geleden. Hij begaf zich in allerijl naar de kamer zijner echtgenoot, die van zijn bleek gelaat verschrikte. Toen zij de reden van zijne ontsteltenis vernomen had, trachtte zij hem gerust te stellen, verzekerde dat het vermeende spook werkelijk de verwachte bruidegom en een beminnelijk en bescheiden man was, met wien FrederiKa en zij, zich lan gen tijd onderhouden hadden. »IK wil het wel gelooven, mam-dj met menschen van uwe jaren is hij zeer be scheiden, Maar ga dan eens zien, hoever, hij het in zulk een korten tijd reeds bij Frederika gebracht heeftzij kussen el kander. Df»t is niet mogelijk, beste man »Gij zult toch mijne oogen niet logen straffen. Hij heeft haar reeds in zijne klauweD, zjj is verloren waarom zijn zij ook alleen? Uw verstand is ook al be neveld, anders zoudt ge ze beide niet al leen gelaten hebben." »Maar. lieve man, hij verzocht om de vergunning, zich jegens Frederika te mogen verklaren laat toch dat dankbeeld varen. Hoe is het mogelijk, dat gij, zulk een ver licht en anders zoo met alles spottend man, u zoo laat misleiden, en eensklaps de bijgeloovigste mensch wordt?" Misleiden? bijgeloovig? neen, voorzich tig behoedzaam voor zulk duivelswerk Het zij, wat het zij, maar men moet zich niet laten overbluffen. Het meisje is mij dierbaar. Ik beveel dus voor eens en al- tjjd, dat zij allen omgang mot dien zoo- genaamden heer van Haan moet laten varen »Maar wat zal zijn vader zeggen?" »0, de oude zal niets zeggen. Hoe zou hij iets kuonen zeggen Hij heeft geen dood of duivel tot zoon Eo in Gods naam, hij zegge wat hij wilga, zeg ik u, en jaag den verleider weg 1" Mevrouw Bantes werd verlegen. Zij trad vriendelijk naar hem toe, en zei ie zacht op eenen verzoekenden toon »lieve man, bedenk wat gij uit eeno ijdele vrees doet 1 Wegens een bleek gelaat en zwarte kleeding is een vreemdeling nog geen spook. Wan neer gij echter beveelt, en bij uw plan blijft, en het tot uwe rust bevorderlijk in, zal ik gehoorzamen. Maar bedenk, dat Frederika en ik hem uitgenoodigd hebben hier het middagmaal te gebruiken 1" »'t Is om eene beroerte te krijgen riep de heer Bantes uit. Voor het middagmaal »Een tooverklank moet uit zijn mond komen, dat hjj u allen behekst, even als eene Afrikaanscbe slang de kleine vogeltjes doet, die willens of onwillens zijne opene kaken moeten naderen. Weg, weg met hem 1 Ik wil niets van hem weten In dit oogenblik kwam Frederika binnen. »Waar is de heer van Haan?" vroeg de moeder misnoegd. »Voor eenen koiten tijd in zijne woning. Hij komt echter aanstonds terug hij is wezenlijk een goed, edel mensch 1" Daar hebben we het alriep de va der uit, »in een kwartier uur bemerkt zjj

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1