IE JOOJHAST.
.V. 29.
Woensdag 18 Juli 1000.
I0e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
WKl-StllH
mim
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor Bblgië 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Uit Zuid-Afrika komt goed nieuws voor
de vrienden der dappere Boeren.
Eerstens het bericht van een overwin
ning bij Nitralsnek en dan nog de mede-
deeling, dat Roberts ernstig ongesteld is
en er tusschen dezen Engelschen generaal
en lord Kitchener oneenigheid is ontstaan.
Het telegram van Lord Roberts luidt
„De vijand, die een vergeefsche poging
had gedaan om onze achterhoede aan den
rechterkant om te trekken, zooals gemeld
is in mijn telegram van 9 Juli, deed
Woensdag een vastberaden aanval op
onzen rechtervleugel, en tot mijn leed
wezen moet ik zeggen, dat hij er in
slaagde Nitralsnek te vermeesteren, dat
bezet werd gehouden door een escadron
Scots Greys, twee kanonnen van de
O.-batterij van de Royal artillerie en vijf
compagnieën van het Lincolnshire regi
ment.
„De vijand viel met overmacht aan bij
het aanbreken van den dag, en nam, nadat
hij de heuvels, die den nekbeheerschten.
bezet had, het kleine garnizoen, onder een
hevig vuur. Nitralsnek is ongeveer 28 KM.
van hier, dicht bij het punt waar de weg
over de Krokodilrivier gaat. Wij hielden
het bezet, om den weg en de telegrap-
hische gemeenschap met Rustenburg open
te houden-
„Het vechten duuide bijna den geheelen
dag, en zoodra ik in den vroegen ochtend
bericht had ontvangen van de sterkte van
den vyand, zond ik versterkingen van hier
af, onder kolonel Godefrey, van de Owen
Scottish Borderers. Voor zij de plaats ech
ter bereikten was de bezetting over vleugeld
Reeds bij Veronica beweerde de graaf,
dat de ring hem voortreffelijk paste; bij
Francisca vond hij echter, dat de ring uit
sluitend voor hem gemaakt was, hij troost
te beide zeer welsprekend, en vroeg haar
of een bruidegom, welke zyn liefje zoo
snood verlaat, en haar zoo trouweloos
kon vergeten, zulke tranen waardig is.
En hij speelde zijne rol bij beide zoo goed
als bij Jacobahij wist beide te troosten
en gaf beide presenten. Ieder bood hij zijn
hart en graafschap aan, en ieder was wel
dra aar. zijn bleek gelaat gewoon.
Dö drie vriendinnen hielden echter voor
elkander haren omgang met den graaf ge
heim, want de eene vreesde, dat de andere
haar net naar den rijken minnaar zou uit
werpen. Zij bezochten elkander niet meer
zooals vroeger, en ergerden zich zeer, toen
zij toevallig vernamen, dat de graaf ook
de keDnis met de anderen aanhield. Op
elkander ijverzuchtig, wilde de eene do
andere voorkomen, liet zich in den beginne
veel liefkozingen welgevallen en beant
woordde dezelve ten laatste, om den aan
bidder, vaster aan zich te verbinden.
Niemand schiep meer behagen in die
Ijverzucht, dan de looze graaf. Want bier-
„Twee kanonnen en het meerendeel van
de Greys werden genomen, doordat hun
paarden waren weggeschoteneveneens
werden ongeveer 90 man van het Lincoln-
regiment gevangen gemaakt.
„De verliezenlijst heeft mij nog niet
bereikt, maar ik vrees, dat zij zwaar is.
„Tegelijkertijd werd een aanval gedaan
op onze voorposten bij Derdepoort, benoor
den van de stad, waarbij het 7e garde
dragonders in gevecht was gewikkeld. Het
regiment, dat overste Lówe met groote
handigheid liet manoeuvreeren. hield den
vijand in bedwang, tot hij op zijn steun
punten terugtrok, en zou waarschijnlijk
slechts geringe verliezen geleden hebben,
als niet een afdeeling eenige Boeren in
het kreupelhout voor onze manschappen
had aangezien.
„Smith-Dorrien had Vrijdagmiddag een
goed geslaagd gevecht met den vijand by
Krugersdorp. Hij bracht hem zware ver-
ÜGzen to©.
„Bulier'bericht, dat de Boeren, die bezig
waren zijn spoorlijn bij Paardekraal te
vernielen, Vrijdag werden verdreven na
een kort gevecht.
„Hart meldt uit Heidelberg, dat de
Boeren in dat district voortgaan met het
uitleveren van wapenen enkrijgsvoorraad
Het blijkt, dat de vijf compagniën
Dinsdag bevel kregen deu pas door de
Magalies bergen in de nabijheid van Das
poort, te bezetten.
Drie compagniën met twee kanonnen
namen stelling in den pas, terwijl de
overige in de vlakte bleven.
Het Oostelijke kopje, dat zeer rotsachtig
was van uit het Zuiden, dus van de
zijde der Engelschen, onbeklimbaar, doch
door verkreeg hij in korten tijd veel in
vloed op de drie schoonen. Hij bezwoei
wel bij al wat dierbaar is, dat bij de an-
deien leelljk en onverstandig vond. doch
Hij moest haar wel van tyu tot tijd om
der beleefdheids wille bezoeken. Maar
deze uitvlucht hielp hem eindelijk niet
meer. Toen een ieder van haar als bewijs
zijner liefde vorderde, dat hij de beideande-
re geheel moest vermijden, hield hij zich,
alsof hy zeer getroffen was.
Hij maakte ook eene voorwaardede
formetle verlovingen bet wisselen der rin
gen zou plaats hebben in tegenwooidig-
heid der ouders, en daarna zou men hun
een stil uurtje in den nacht geven, wan
neer de micuenden over de bruiloft, de
reis en de huishouding in het grafelijk
paleis zouden kunnen spreken. Ook dat
stond ieder der schoonen hem toe, en het
gespiokene werd met een kus bezegeld.
By het geven van dien kus zeide iedei
»lieve graafwat zijt gij toch bleek Leg
dat zwarte gewaad af, het maakt u nog
bleeker." Hij antwoordde »ik draag zwart,
om eene gelofte te vervullen. Op den dag
van de bruiloft verschijn ik in het rood
en wit, evenals de kleur uwer wangen,
geliefde!" Op deze wijze vei loofde zich de
graaf aan alle drie op deczelfden dag.
Daarna sloop hij, toen het donker gewor
den was, naar hare slaapkamers, dit ge
schiedde nog denzelfden nacht. Toen de
meisjes des anderen daags niet op den
gewonen tijd beneden kwamen, gingen de
verder naar het Oosten was de top te
bereiken langs den kam der heuvelrij
Woensdag bij het aanbreken van den
dag verschenen plotseling de Boeren op
het Oostelijke kopje en richtten een
hevig vuur op de Engolschen, die in
doodelijke verwarring heen en weer ren
den. De kolonel wist zijn manschappen
eindelijk tot eenige kalmte te brengen
en gaf bevel een kopje ten Westen van
den pas te bezetton.
Den geheelen dag bleven de Boeren
door schieten. Twee kanonnen, die met
een escorte van „Grijze Schotton" eenig-
zins van de hoofdcolonne afgescheiden
waren, werden genomen. Van de Schot
ten bleef geen man ongedeerd.
Een maxim, dat beproefde het vuur
te beantwoorden, moest terug en werd
eerst, dank zij het moedige optreden
van een zevental vrijwilligers, uit de
handen der Boeren gered.
Tegen drie uur in den namiddag ver
schenen de Boeren op den linkervleugel
van de Engelsche stelling. Vyftien man,
onder een officier, deden een heldhaftige
poging om de Boeren van daar te ver
jagen Geen hunner echter keerde terug.
De drie compagnieën der Lincolns waren
thans geheel omsingeld Tegen het vallen
van den avond raakte hun aramunitie
op, en, met den bajonet op, wachtten zij
den slotaanval der Boeren af. Tot zoover
gaat het verhaal van een der Tommies,
wien het gelukte te ontsnappen. Wat
er verder gebeurde is bekend De ver
sterkingen, die Lord Roberts uitzond,
kwamen te laat. juist als bij Koornspruit.
Van den geheelen troep, die op 600 man
geschat werd, strompelden Donderdag
ouders haar roepen. Daar lagen zij ijskoud
in het bed met het gelaat rugwaarts ge
draaid.
De jammerklachten uit de drie huizen
weerklonken tot op de straat. Het volk
liep verschrikt bij elkander. »Moord
moord riep men, en dewijl het vermoe
den op den graaf van de graven viel, vei-
zamelde het volk zich voor de herberg, de
Lindworm, en de stadsdienaren en gen
darmes traden er binnen. De waard klaagde
dat zijn gast met al zjjne dieDaars ver
dwenen was, en niemand had hem zien
zien vertrekken. Alle pakpaadje, en er
was zooveel, was weg, en niemand had
hier aan geholpen de paarden waren uit
de stallen ontkomen, en niemand had ben
op straat, geen wachter had ben donr de
poort zien gaan. Ieder verschrikte, en die
voorbij de huizen der drie bruiden ging,
sloeg een kruis. Binnen heersebten jam
mer en ellende, en het moest ieder beden
kelijk voorkomen, dat van de ryke ge
schenken en prachtige bruidskleederen,
welke de graaf haar had geschonken, niets
meer te vinden was.
Slechts een kleine stoet volgde de ly-
ken der drie jonkvrouwen naar het gral;
en toen men de kisten op het kerkhof
bij de kerk van St. Sebaidus had neder
gezet, en het gebed verricht was, zag men
eenen langen man, dien men tot nog toe
niet opgemerkt had, zich van het kleine
gevolg afscheiden, en toen men hem na>
keek, verwonderde men zich, hoe hij, dien
dertig man het kamp te Pretoria binnen.
Dat was het treurig overschot!
Over het gevecht bij Dei depoort wordt
nog gemeld, dat een Boer den kolonel
der dragonders mededeelde, dat zijn hoeve
door een tiental Boeren bezet was. De
Engelschen trokken er op uit om deze
te omsingelen, doch toen zij naderbij
kwamen, bleek het, dat de omliggende
kopjes bezet waren door een duizend
Boeren, onder Grobler. De Engelschen
naderden tot op een 400 el, meenende
met krijgsmakkers te doen te hebben,
daar de meest vooruit liggende Boeren
in khaki waren en helmhoeden op had
den Zij werden door een hevig geweer
vuur van hun dwaling genezen en vlucht
ten hals over kop, mei verlies van tal
van manschappen en vele paarden. Dit
wordt door Lord Roberts genoemd: „te
rugtrekken op zijn steunpunten".
Deze beide „betreurenswaardige inci
denten" zouden nog te dragen zijn ge
weest indien er het berjcht van de Wet's
capitulatie op ware gevolgd, doch ook
dit zal nog eenigen tijd uitblyven, nu
de Wet er in geslaagd is een sterke
stelling ten Zuiden van Bethlehem, in
den omtrek van Retiefnek te bezetten,
wat vele militaire deskundigen van oor
deel doet zijn, dat de Wet aan de om
singeling ontkomen is.
Aan de Standard* wordt nog uit
Durban geseind, dat bij Waterval een
Engelsche trein, met eeo grooten voor
raad levensmiddelen, voeder en paarden,
in handen der Boeren viel.
De verliezen der laatste dagen worden,
zooals gewoonlijk by stukjes en beetjes
bekend gemaakt.
men eeist in eene zwarte kleeding had
gezien, langzamerhand geheel wit weid,
en drie roode plekken werden op zijne
borst zichtbaar, en het bloed kon men
duidelyk over zyn buis zien vloeien, en
hij rientte zijue schreden naar het galgen
bosch.
»Jezus, Maria!" riep de waard uit de
Lindworm, »dat is de doode gast, welken
wij voor een en twintig dagen daaronder
de aarde stopten."
Ontzetting greep hen, die op het kerk
hof, aan, en allen namen de vlucht en
liepen alsof de grond onder hunne voeten
brandde. Een stormwind, vergezeld van
hevige sneeuw en regen, joeg hen in vreese-
lijke buien na. Drie dagen en drie nachten
bleven de kisten naast le geopende graven
staan.
Toen de overheid eindelyk beval ze te
begraven en de ouders aan moedige man-
oen veel geld geboden hadden, om haar,
dezen laatsten liefdedienst te bewijzen
verwonderden zich de mannen zeer, dat
de kisten zoo licht waren, alsof er niets
in was, en evenwel waren de deksels goed
vastgeschroefd. Een vatte moed, hy haalde
bieekijzer en hamer, en een ander ging
den pastoor en den kapelaan roepen. Toen
men de kist open had, zag men dat zij
ledig waren geen kussen, geen laken,
geen stroohalm zelfs was er in. Derhalve
begroef men de ledige kisten.
Hier rustte Waldrich eenigen tijd. Het
was doodstil in de kamer. Alle kaarsen