DE B00BEJ3AST.
KKKKMId\KI\ti.
No. 21.
If oensdag 20 Juni 1900.
I6e Jaarü.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
F. Ü1ELEMAIV,
AXEL.
Voorbereidend Militair Onderricht.
Buitenland.
FEUILLETON.
AXELSCIIE
COlliANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 8 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van ltot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar olaatsmimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlyk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Burgemeester van Axel brengt onder
de aandacht van de jongelieden van 16
tot 24-jarigen leeftjjd in deze gemeente,
die in den aanstaanden winter wenschen
deel te nemen aan het voorbereidend
militair onderricht, dat zij zich daartoe
vóór 1 Juli a. s., moeten aanmelden ter
gemeente-secretarie, alwaar nadere inlich
tingen zijn te bekomen.
Axel, 14 Juni 1900.
De Burgemeester voornoemd
D. J. OGGEL.
Uit Zuid-Afrika is bijna geen nieuws
By het gevecht dat de vorige week
geleverd is, is generaal Hamilton door
een granaatscherf in den schouder gewond
zijn commando heeft hij echter niet over
moeten geven De verliezen der Engel
schen bedragen nog geen 100 man.
Baden Powell seint, dat hy van uit
Mafeking de republiek is binnengetrokken
aan het hoofd van 800 man, Verder
meldt hij, dat hij honderd opstandelingen
heeft, gevangen genomen en dat zich
zeshonderd Boeren hebben overgegeven.
Wij willen hierbij voegen, dat wij sterk
twijfelen aan de waarheid van dit te
legram.
President Kruger heeft zijn hoofdkwar-
Mevrouw Bautes kon op die vraag niet
antwoorden, want de oude heer trad bin
nen, en nam dadelijk plaats aan de thee
tafel. Toen Frederika hem verhaalde, wie
de gast was, ontstelde hij, reikte hem de
hand en zeide »wees mij van harte wel
kom, mijnheer Waldrich Gy waart te
dier tijde een kleine jongen, en ztjt my
geheel ontwassen, mijnheer Waldrich, of
misschien wel van Waldrich of iets der
gelijks? Zijt gij van adel?"
»Neen, mijnheer 1"
»En dat lintje in dat knoopsgat, betoe
kent dat niets?
»Dat ik met mijne compagnie eene
vijandelijke verschansing heb ingenomen
en haar in weerwil van drie of vier stor
men, die ik moest dooi staan, ben meester
gebleven."'
>Hodveel man kostte dat?"
»Twaalf dooden en zeventien gekwesten.'
»Derhalve negen en twintigmenschen
levens voor het achtste gedeelte van eene
el lint. Vervloekte dure waar, die de
vorst verkoopt, en evenwel in iedreu win
kel van dien aard voor een paar centen
te verkrijgen is. Laat ons plaats nemen,
Frederika, schenk in. Hebt gij veel buit
tier naar Alkmaar nabij Welspruit
verplaatst
Reeds een en ander meldden wij
omtrent de Chineesche onlusten. Nu de
gebeurtenissen in Zuid-Afrika van dien
aard zijn, dat een beschrijving daarvan
niet zooveel plaatsruimte vordert, willen
we de Chineesche quaestie wat meer van
nabij beschouwen.
Het is weer de oude strijd van vroeger.
De beschaving der Westerlingen is in
botsing gekomen met die der Chineezen
Die botsing is echter nog nimmer zoo
groot geweest als nu. Zoodra de eerste
teekenen van ongeregeldheden zich lieten
zien en toen de Boxers er toe overgingen
om vreemde zendelingen en tot Christenen
bekeerde Chineezen te vermoorden, hebben
de mogendheden, die oorlogsschepen in de
nabijheid van China liggen hadden, ze
onmiddellijk naar een of andere haven
van China gezonden om de levens van
hun landgenooten te beschermen.
Hoewel men aanvankelijk meende, dat
de opstand niet zulke groote afmetingen
zou aannemen en dat de Chineesche
troepen wel in staat zouden zijn den
opstand te onderdrukken, bleek het alras,
dat de Chineesche regeering met de Boxers
heulde en dat zij hen in het geheim
steunden in hun voornemens om de
Westerlingen te verdrijven. Er viel toen
niets anders voor de groote mogendheden
te doen, dan om manschappen aan wal
te zetten, die naar Peking moesten op
rukken ten einde de gezantschappen te be
waken en de Boxers, te bestrijden. Wie
moest echter de hoofdrol spelen Rusland
scheen de aangewezen persoon daartoe.
Japan en Engeland opperden daar bezwaren
gemaakt Hoe staat het met uwe finan
tiën
Waldrich haalde de schouders op »Wij
trokken niet uit om buit te maken, maar
om bet vaderlaod te redden, opdat het
niet een buit voor de franschen zou
worden."
Alles mooi en goed. Ik houd veel van
zulke gevoelens, en het is goed dat men
indien onze zakken ledig zyn, dezelve aan
hangt. Hebt gij uw vaderlijk erfdeel goed
belegd
Waldrich kleurde, en zeide lachende
»ik ben verzekeid, dat ik het niet zal
verliezen."
DE DOODE GAST.
Nauwelijks was het in de stad bekend
geworden, wie de kommandant was, of
al zijne oude bekenden kwamen tot hem.
Waldrich werd in de voornaamste gezel»
schappen binnengeleid, en hij was de gees
tigste en aangenaamste verhaler van allen
met den geleerde geleeid, en met kunst
vrienden een kunstenaarhy teekende
goed, speelde met vlugheid piano en fluit
danste fraai, en de vrouwen en meisjes
bekenden, dat hjj een schoon en talent
vol, doch ook juist daarom een gevaarlijk
jongmensch was. Geene der schoonen
evenwel wist het zich duidelijk te verkla
ren, waarin eigenlijk dat gevaar bestond,
en ot hij door zijne bescheidens maniereD
dat gevaar verminderde of vermeerderde.
Evenwel was het doel van geene der
tegen. Een overeenkomst is nu gesloten
en dat belooft samenwerking tusschen de
mogendheden.
Hoe het nu verder met de gelande
troepen gegaan is hebben wij in onze
voorgaande nummers reeds medegedeeld.
Een telegram uit Hongkong van den
16 Juni meldt, dat alle gezantschapsge
bouwen te Peking verwoest zijn en dat
de Duitsche gezant vermoord is Sommige
bladen noemen dit telegram zeer over
dreven.
De troepen door de groote mogend
heden naar China gezonden hebben
Peking nog niet bereikt, hoewel de op -
stand van Tientsin tot Peking slechts
40 KM. bedraagt Daar wij moeilijk kun
nen gelooven, dat de troepen zonder
proviand zijn of dat hetChineesche leger
hen tegenhoudt, moeten wij wel aanne
men, dat er politieke redenen bestaan,
die de troepen tusschen Peking en Tient
sin doen ophouden
Ofschoon alle berichten, die uit Shangai
de wereld ingestuurd worden niet te
gelooven zijn, blijkt er toch wel uit, dat
de toestand te Peking zeer ernstig is,
daar het sinds Maandag afgezonderd is.
Het bezetten van Takoe door de vloot
voogden wijst er op, dat het oproer zich
uitbreidt. Tientsin is toch ook reeds in
handen gevallen van het gepeupel en
generaal Toeng, die zich' noordelijk van
die stad bevindt wenscht niets liever
dan zich te verbroederen met de Boxers.
Deze berichten alleen, (Engeland behoeft
ze niet eens aan te dikken), schenken
ons volkomen de overtuiging, dat de
toestand zeer bedenkelijk is.
De zooeven ontvangen telegrammen
schoonen in het stadje eene verovering te
maken. Allen bewaarden haar hart met
eene ongewone zorgvuldigheid. Niemand
zal de reden van die zorgvuldigheid raden,
ten ware bij een iDwoner van Herbesheim
zij, of de kronij ken van het stadje gelezeD
hebben wie die reden echter heeft leeren
kennen, zal haar moeilijk voor waarheid
aannemen en evenwel is zij onloochen
baar waar, hoe onwaarschijnlijk ze ook
schijnen moge.
Hel was namelijk dit jaar, dat men het
eeuwfeest vierde van den dooden gast, die
voornamelijk door alle bruiden in de stad
voor eeD kwaad persoon werd gehouden
Niemand wist nauwkeurig wat er eigen
lijk met dien gast was voorgevallen, maar
men verhaalde, dat het eeD spook was,
dat iedere honderd jaren de stad bezocht
van den eersten tot den laatsten advent
in dezelve huisdehij deed geen kind
kwaad, maar maakte zijn hof by iedere
bruid, en eindigde met haar den halsom
te draaien, zoodat haar gelaal naar ach
teren gekeerd was. Des morgens vindt
men haar op het bed met het gelaat naar
den rug geWend.
Hetgeen dit spook DOg van alle andere
spoken ondeischeidt, is, dat het niet op
het gewone spookuur, tusschen elf en
iwaall uren, zijne trekken speelt, maai
dat het op klaar lichten dag in eene men-
scbelijke gedaante optreedt, en, gelijk
andere zonen der aarde, zeer modern is
gekleed, en zich in alle gezelschappen doet
melden nog dat Japan besloten heeft
8000 man troepen naar China te zenden,
dat de telegrafische gemeenschap tusschen
Peking, Tientsin en Shangai verstoord
is en dat er te Takoe een gevecht ge
leverd wordt tusschen de forten en de
oorlogsschepen.
Een groot proces is in openbare
behandeling voor de rechtbank te Brussel.
Twee gebroeders Oppenheim, bankiers;
Yerwagne, bankier; Braconnier, indus
trieel Henri Warnant, advocaat en Louis
Warnant ingenieur staan te recht terzake
van valsche boeking en balansen.
Den beschuldigden was concessie ver
leend door de Transvaalsche regeering om
een spoorweg aan te leggen Komati-poort
naar de goudvelden van Selati. Nu was
er een artikel in die concessie, dat door
de regeering zoo werd uitgelegd, dat de
gebr Oppenheim een spoorweg hadden te
leveren, zonder daaraan te verdienen. Doch
om er toch winst op te maken hadden
zij den kostenden prijs schijnbaar opge
voerd door op rare manier met de cijfers
te goochelen De beschuldigden leggen
het artikel echter anders uit dan de Trans
vaalsche regeering en als bewijs, dat het
hun niet alleen om de eer en de som die
aan uitgifte van aandeelen verdiend werd,
maar wel degelijk om winst te doen is,
geweest, voerden zij aan de groote moeite,
die zij hebben gedaan om van de regeering
der Zuid-Afr. Republiek de concessie inder
tijd te verkrijgen. Die moeite bestohd
o. a. hierin, dat zij tal van invloedrijke
personen belangrijke sommen in de hand
hebben moeten stoppen. Een heele lijst
van personen die belangrijke sommen en
geschenken van hen hebben aangenomen,
voorstellen. Deze gast heeft volop geld, en
hetgeen het ergste is, wanneer hij geene
bruid van een anderen vindt, neemt hij
zelf de vedaante van een vryer aan, om
de harten der meisjes te beheksen, alleen
om naderhand, wanneer hij haar het hoofd
met vrijersgrillen op hol gebracht heeft,
het genoegen te hebben, haar den hals om
te draaien.
Niemand kon met nauwkeurigheid be
palen, waar aan deze legende haren oor
sprong verschuldigd was.
In de boeken van den burgerlijken stand
leest men alleen den naam van drie jonk
vrouwen, die in het jaar 1720, ten tijde
van den advent, plotseling gestorven
waren. Als kantteekening staan daar naast
de volgende woordeD »met het gelaat rug
waarts gekeerd, evenals voor honderd
jaren. God zy hare arme zielen genadig."
Wanneer deze Kantteekening nu al niet
voldoende is, om het feit daadzakelijk te
bewijzen, zoo bewyst het evenwel, dat de
zaak ouder is dan honderd jaren, ja, dat
voor twee honderd jaren iets dergelijks
mobt voorgevallen zijn, dewijl het register
zich er op beroept. De oude registers zijn
echter, helaas, niet aanwezig. Zij zijn door
eenen brand in den Spaanschen successie
oorlog vernietigd geworden.
Ieder, wie hij ook was, kende die legen
de; iedereen beweerde, dat het eene be
lachelijke spookgeschiedenis was, en iedei-
ren Hud evenwel met eene angstige
nieuwsgierigheid aan den naderenden ad-