No. 18. Zaterdag 9 Juni 1900. 16e Jaar" Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse li-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Rechtszaken. AXELSCHE COIIUNT. Dit Blad verschjjnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. A B O N N E M E N T S PR IJ S per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van ltot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. DE MOORD TE KOEWACHT. (Van onzen eigen correspondent.) I. Woensdagmorgen is voor de Arrondisse ments-Rechtbank te Middelburg de behan deling aangevangen van de afschuweljjke en algemeen gerucht makende zaak van den moord op vronw Haeck te Moerbeke (Koe wacht.) De gruwelijke verminking van het lyk en de ekelige vondst van de zakken, bevat tende verschillende stukken van een men- scheljjk lichaam heeft zoo algemeen het afgrijzen opgewekt, dat we niet in nadere bijzonderheden zullen afdalen om dit feit volledig te vermelden, wjjl dit alles vol doende bekend is. De algemeene belangstelling is omtrent deze zaak gaande gemaakt, eu spruit hoofd zakelijk voort uit de omstandigheid, dat de verdachte immer alle schuld aan dit misdryf verre van zich heeft geworpen. Aan de rechtbank, die de zaak thans in openbare behandeling nam restte de oplos sing van het nog onontsluierde raadsel wie de schuldige is. De rechtbank is samengesteld uit de heeren mrs. J. van der Lecq de Clercq president, Ph. J. Callenfel» en J. H. van Bel rechters, mr. E. L. Umbgrove griffier terwjjl het openbaar ministerie wordt waar genomen door mr. K. Turk. Zooals reeds bekend is, is mr. J. J. Hejjse te Middelburg, den verdachten Misseghers als rechtskundig raadsman toegevoegd. Vóór 10 uur was de zaal reeds gevuld met getuigen niet minder dan 82, terwjjl de balie der advocaten aan deze rechtbank verbonden, ruim vertegenwoordigd was. Achter hethek was zeerveel publiek ver- eenigd. Als bjjzittend rechter was door de recht bank benoemd mr. E. P. Schorer. Bjj het binnenleiden van den beklaagde Misseghera was een der dochters van het slachtoffer zoodanig onder den indruk, dat zjj bijna in onmacht viel. Na de gebruikelijke vragen werd over gegaan tot de voorlezing van het arrest van verwjjzing. Hierop werden verschillende stukken ge lezen, waarna het getuigenvei hoor 6en aan vang nam. Op verzoek van den verdediger werd nog als getuige a decharge toegelaten Jos. Mis seghers broeder van den beklaagde. Beklaagde verklaarde Prudentia Verva°ck goed gekend, niet alleen, maar ook bemind te hebben endoor haar bemind te worden. Naar gelang van omstandigheden ont moette hjj de vrouw dikwjjls, meestal aan haar huis bjj afwezigheid van haren man, soms ook buiten. Er was meermalen gesproken om samen weg te gaan hetzjj naar Brussel, hetzy naar Gent, doch geldgebrek belette dit nog. Den dag van haar vermissen zyn ze samen naar Sint Nicolaas geweest, en ook gesproken over het vertrek. By de terug komst is de vrouw op haar knieën geval len en hebben samen geschreid, eenigszins onder den indruk van sterken drank zynde. Aan den onderzoeksrechter had beklaagde opgegeven de plaats waar ze elkander ver laten hadden, doch door verschillende ge tuigen was verklaard dat hjj haar na dien nog had gesproken. De president trachtte bekl. met zich in tegenspraak te brengen door er op te wjjzeu dat er geen redeu bestond om de vrouw te verlaten vóór ze aan Koewacht waren. Hjj verklaarde haar niet meer te hebben gesproken naar huis te zyn gegaan en te zjju gaan slapen. Den volgenden dag 14 April was hjj naar zyn land gegaan, waarop de pres. wees, dat niemand hem heeft gezien, dat de vrouw nooit weer is gezien en dat bekl. wordt ge houden voor den dader van dat vreeseljjk misdryf. Beklaagde verklaarde onschuldig te zyn. Den 15en April is bekl. naar Brussel ge gaan en na 4 dagen teruggekeerd. De vrouw van Schats te Moerbeke had hem verteld, dat vrouw Haeck weg was. Op de viaag waarom hy niet naar Antwerpen of Brus sel gegaan was om de vrouw te zoeken, doch wel naar Ter Neuzen, Sint Nicolaas enStekenegaf beklaagde op, dat het in die grooto stad moei lyk zoeken is. De president gaf den bekl. in overweging om indien zyn geweten bezwaard was, eene bekentenis af te leggen. Hy verklaarde volkomen onschuldig te zyn, en indien hy schulaig was, reeds on middellijk dit zou gezegd hebben. De eerste getuige Seraphien Haeck, de man van het slachtoffer, verklaarde geen k-muis ie dragen van de ^verstandhouding tusschen bekl. en get, vrouw. Get. heeft zyn vrouw nooit gedreigd ter wjjl ook zijne dochters nimmer tegen haar iets daaromtrent hebben gezegd. Door de kermissen af te reizen was hjj veel van huis. Van de reis naar Sint Ni colaas droeg get. kennis zjj was medege reden mer. Verket en had verklaard te zes ure terug te zuilen zyn. Het lichaam van de verslagene heeft get. niet kunnen herkennen het hoofd was hem niet vertoond. De ten processe aanwezige kleeding stukken werden door get. herkend als ge- drageu door zyn vrouw de oorringen en viDgbiring werden door hem niet herkend. Toen zyn vrouw dien nacht niet thuis kwam en ook den volgenden dag niet terug kwam werd hjj ongerust, doch meende dat zy ergens was blyven slapen. Om aan bekl. naar haar te vragen, daaraan had get. niet gedachtwel kwam het denk beeld bjj hem dat zy door Misseghers zou kapot" kunnen gemaakt zyn. Vroeger werden er wel eens briefjes onder de deur gestoken, die hjj dacht dat zy van Missegheis kwamen, te meer omdat zyn vrouw hem wel eens verteld had, dat M. haar bedreigde en dat zy daarvoor bang was. Bekl. ontkende ooit briefjes te hebben Get. verklaarde ten slotte dat hjj aan zyn dochter het vermoeden van een moord had laten schrijven op 18 Aprillater is geschreven aan den rechterlijken ambtenaar te Gunt. De volgende getuige Maria Haeck her kende den haar vertoonden ring en het oorbelletje; de overblijfselen van haar moe der zyn haar niet vertoond. Hare getuigenissen kwamen in hoofdzaak oveietm met die van haren vader. De eerste dagen was de gedachte aan een moord niet opgekomen, eerst Zondags vernamen zjj dat ook bekl. naar St. Nicolaas was gegaan, ook zjj had van haar moeder meermalen vernomen, dat bekl. haar be dreigd en dat zjj veel verdriet had. Toen haar zuster meedeelde, dat haar moeder nergens te vinden was, kwam de gedachte aan vermoording op. Get. was kwaad op haar moeder wegens haar verstandhouding. Get. ontkende dat zy tegen haar moeder gezegd had haar te zullen vergeven. Op deze verklaring deelde bekl. mede dat de vrouw juist niet bang voor hem was. Rosalie Haeck, eveneens dochter van de verslagene, verklaarde door middel van een brief kennis gekregen te hebben van de vermissing van haar moeder. Toen zjj thuis was, kwam bekl. veel bij hen aan huis. Van haar moeder had zij meermalen ge- ho erd, dat zy beangst was, en dat zij had gezegd, niet weg te willen gaan met Mis segheis, maar zich liever in duizend stukken bad laten snjjden. Ook hieromt. ent gat bekl. te kennen, dat de verhouding omgekeerd was. August Onghenae verklaarde op 15 Mei in den meermalen besproken put een zak te hebben zien drijven, waarin de romp van een menschelyk lichaam met een steen. Op een vraag van den verdediger ver klaarde get. dat de zak op Belgisch gebied is gevonden. Leon de Busscher, gendarme te Moerbeke, verklaarde dat de inhoud van de gevonden zakken werd overgebracht naar Belgisch Koewacht in de school. De verdere verklaringen kwamen overeen met bet reeds te dezer zake bekende. Karei van Wensberghe verklaarde den zak uit den put te hebben opgehaald, dezen te hebben opengedaan en de inhoud in een gegraven put gestopt. Hjj heeft de romp enz. met zyn kruiwagen vervoerd naar de school. Ook bjj het ophalen van den zak, waarin het hoofd enz. en de kleeren was bjj tegenwoordig. Het lyk heeft hjj her< kend aan een lidteeken dat zjj op de rechterwang had. Clemence Verhoeve herkende de rok als van de verslagene. Benoit de Vos verklaarde in den pot te zyn geweest, nadat reeds te voren een zak was opgehaald en daaruit de 2 overige zakken opgehaald, en alles naar de school gebracht door Wensberghe. August Baes verklaarde tegenwoordig te zijn geweest bjj het duiken van De Vos en de zakken te hebben zien ophalen, terwjjl het lyk herkend wurd als van de verslagene. Voorts verklaarde bij dat de beklaagde hem dieDS huis te koop had aangeboden, in de maand December. Lodewjjk Baeteus, le wachtmeester te Moerbeke verklaarde in hoofdzaak, geljjk ge tuige de Busscher. De stukken van het lichaam zyn in de school onderzocht door Gentsche genees- heeren, nadat de Justitie aldaar was ge waarschuwd, G. Gremers rijksveldwachter te Koewacht legde eene verklanng af om trent het vinden van de zakken gelijk dat reeds bekend is. Voorts gaf hy een beschry ving van de inwoning van bekl. in verband met de instructie afgelegde verklaring over het hooren schuien in deu uacht dat de vrouw vermist werd. Er werd langdurig stil gestaan by de beschrijving van de wegen die naar den put leiden, doch was moeilijk te volgen. Bjj een door hem ingesteld onderzoek viel het op dat het huis schooner was dan gewoon^ lyk, en het vas te zien, dat de kelder voor al in het midden niet lang geleden was op- geschuurd ook bleek hem dat het secreet bjjzonder schoon was. Nog verklaarde hjj dat de put waar de zak ken gevonden waren veel dichter bjj de wo ning van bekl. was dan een andere genaamd de Boschkreek of koekreek. Betrekkeljjk het zeer schoone van den kelder antwoordde bekl. dat hy niets aan den kelder gedaan had, nadat hjj 18 zak ken aardappelen had verkocht. De hem vertoonde steenen, afkomstig van den bakoven, kon hy niet herkennen. Na de pauze toonde het publiek als het ware nog ineer belangstelling. Het stond als samengeperst voor het hek. Het eerst kwam als getuige vooi R. Herssens, onderzoeksrechter te Gent, die verklaarde bet aanvankelijk onderzoek in deze zaak te hebben geleid en de li- chaamsdeelen ter onderzoeking in handen te hebben gesteld van de wets-geneeskan- digen. Den kelder van de woning van den beklaagde had get. gezien dat de kleur vau de steenen van den vloer opmerke lijk helderder waren in het midden dan aan de kanten, terwijl dat nog was op te merken ondanks dat zij met aarde besproeid was. Dat de aarde van de aardappels kwam, die bekl. had verkocht kon get, niet aannemen, doch het tegen deel niet met zekerheid verklaren. Daarna volgde eene uitvoerige beschou wing over den weg die van af de wo ning van bekl. naar den put leidt. Voorts volgde de mededeeling van het geleide onderzoek in zake door bekl. ge schreven en door get. gedicteerde brief ten einde het schrift van de ontvangen briefjes te kunnen vergelijken. Get. verklaarde verder dat het in don kelder aanwezige water, in strijd met de verklaring van den bekl. niet van buiten door een regenbui kon binnen gedrongen zijn. Ten slotte schetste get. den bekl. als halsstarrig en volhoudend. Op een vraag van den ambt. van het O. M. aan get. of bekl. bij de confron tatie ontroering vertoonde, antwoordde get. bevestigend. Hector Leboucq, professor bij de Hooge- school te Gent verklaarde in opdracht de overblijfselen van het lijk te hebben onder zocht, en bleef verder bij het door h6tn ingediend ïapport, concludeeiende, dat de overblijf uitmaakt het lichaam eener vrouw die gedood is door middel vau slagen op het hoofd, doch durft niet vast beweren dat de dood bij den eersten slag is inge treden, evenmin of de moordenaar reeds tot 'net in stukken snijden van het lichaam is overgegaan als er nog leven in was, alhoewel dat mogelijk is, Hij had geconstateerd dat de kniege wrichten en de annan tot aanhet sleutel been afgesneden zijn door raiddel vaneen scberp mes; gebroken zijn ze niet. De mogelLjlrtieid is niet uitgesloten dat het met eea scheermes is gescbied, doch get. neemt aan, dat het is gebeurd met eau mes vaa

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1