IB BOOMBAST. No. 15. Zaterdag 26 Mei I960. I6e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad v oor Zeeuwsch -V laan deren F. D1ELEMAN, Buitenland. FEUILLETON. Binnenland. AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent roor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlyk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Na het ontzet van Mafeking zijn er geen belangrijke krijgsverrichtingen meer te melden. Men is thans bezig om Johannesburg te versterken. Reeds lang zijn er geruchten in omloop geweest, dat Johannesburg niet zou ge spaard blijven, als de overwinning der Engelsche wapenen onze vrienden in de Republieken tot het uiterste voerde. Tot hiertoe zweeg president Kruger daarover hij ontkende niets en bevestigde niets. Thans heeft hij, met ware staatsmans wijsheid, ook nog geen dreigement doen hooren, maar hij heeft alleen de consu laire vertegenwoordigers der mogendheden er op voorbereid, dat de goudstad een centrum van weerstand zal worden. Wan neer men bedenkt, dat alleen de huizen te Johannesburg een waarde vertegen woordigen van ongeveer 200 millioen gulden, bijna geheel buitenlandsch kapi- taal, dan zullen de regeeringen in Europa en Amerika een zware verantwoordelijk heid op zich laden, wanneer zij al dit kostbare bezit aan een bombardement blootstellen. Zelfs al bleven de mijnen intact, dan nog zou de schade eaorm zyn en niemand zou president Kruger als den schuldige kunnen aanwijzen. Vermoedelijk is op deze omstandigheid niet zonder invloed een opzienbarend artikel in de „Novoje Wremja," waarin vrij onomwonden wordt te kennen ge geven, dat als de Vereenigde Staten maar het initiatief willen nemen tot een bemid delingsvoorstel, Europa hen zal steunen en Engeland zelfs zal bedreigen meteen THUSNELDE Een mjjner vrienden, Waldrich genaamd had de boogeschool nauwelijks sedert twee jaren verlaten, en zich in de hoofstad eener provincie als een overtollig en on bezoldigd ambtenaar neder gezet, toen de banier van den oorlog opgestoken werd, Het gold de verlossing van Duitschland van het juk des overheerschers. Een hei lige ijver maakte zich, zooals men weet, van het volk meester. Vrijheid en vader land was de kreet, welke men in dorpen en steden aanhief. Duizenden jongelingen schaarden zich biymoedig onder de vanen. Het gold de eer van Duitschland en de hoop eener edelere betrekking te zullen vinden, meer overeenkomstig met den geest eener beschaafde eeuw. Waldrich nam aan dit alles levendig deel. Hij beval zich in de gunst van den president van het gerecht aan, en koos, in plaats van de pen, het zwaard. Dewyl hy den ouderdom, die bij de wet vereischt werd, om mondig te ZLjn, nog niet bezat, verzocht hij, dewijl bij geene ouders meer had, en reisgeld in ieder geval wel kom is, van zijn' voogd de vergunning voor het vaderland te mogen uittrekken gewapende tusschenkomst. Men weet. dat de „Novoje Wremja" in nauwe betrek king staat tot de raadslieden van den Czaar. Na tien dagen er aan gewerkt te hebben, is de brug over de Vaalrivier tusschen Warren ton en Veertienstroomen door de Engelschen gerepareerd, zoodat nu de treinen er weer over kunnen De com municatie met generaal Hunter is nu open tot Border Siding. De eerste trein met levensmiddelen is Zaterdagmorgen ver trokken en ettelijke zijn er op gevolgd. De hinderpaal, die deze moeilijk té pas- seeren rivier voor het vervoer opleverde, is dus nu weggenomen. Zooals de lezers weten werd het ge rucht verspreid dat het Engelsche mini sterie vredesvoorwaarden van Kruger ont vangen had Op een vraag van het Amerikaansche blad de „Wereld*, of het gerucht waar heid bevat, heeft Kruger geantwoord, dat het gerucht geen waarheid bevat. In de Fransche Kamer viel Dinsdag de heer Cassagnac een voor een de mi nisters aan. De heer Waldeck-Rousseau antwoordt, dat het vraagstuk, hetwelk gesteld is, het volgende is »Zal de politiek van de verdediging van de republikeinsche instellingen wor den voortgezet, en zoo zy moet worden gewijzigd, op welke wijze moet dit dan geschieden Men heeft gezegd, dat vóór hetoptre den van dit ministerie de nationalisten niet bestonden, tenminste niet dan zeer nevelachtig. Velen van onze voorgangers hebben het beneden hunne waardigheid geacht, hen te bestrijden, maar indien ze gevaar lijk geworden zijn, is het onze schuld. Deze argumenten zijn niet nieuw. Ik vraag waar de kiezers) dé politiek der regeering hebben veroordeeld Men zoekt wederom oneenigheid te verwekken het land wil eene definitieven vrede en zal dezen weten te verkrijgen. Intusschen geen enkele regeering kan leven zonder strijd. De heer Waldeck-Rousseau vraagt daarom aan de Kamer om een wet ter bescherming tegen hen, die het hoofd van Staat belasteren, en een wet op de vereenigingen. wat men kan niet steeds de doode hand in macht doen toenemen en op die wijze aan onze tegenstanders de middelen tot strijd in de hand geven. De heer Waldeck-Rousseau vroeg even eens de wetsontwerpen op het onderwijs, op de directe belastingen en op het pen sioenfonds van werklieden aan te nemen. Als dit programma niet de meerderheid verkrijgt, zal de premier aan zijn opvol ger de taak overlaten, het tot stand te brengen. De heer Waldeck-Rousseau vraagt ver der de medewerking van alle republi keinsche partijen. Indien hij zich heeft, moet de Kamer het zeggen. De eenvoudige orde van den dag wordt gevraagd. De heer Waldeck-Rousseau weigert deze aan te nemen. Hy neemt genoegen met de motie Goüzv. waarin wordt gezegd, dat de Kamer met vast beradenheid besloten is, de politiek van hervormingen en van de verdediging der republikeinsche instellingen en van de gewetensvrijheid voort te zetten, en waarin voorts de verklaringen, door de regeering afgeiegd, werden goedgekeurd. De heer Krautz vraagt splitsing van de motie Gouzy. Het eerste gedeelte woidt met 439 tegen 56, het tweede, waarbij de verklaringen der regeering werden goedgekeurd, met 271 tegen 226 stemmen aangenomen. - De Italiaan&che Kamer is ontbonden bij koninklijk besluit, waarin als motief daartoe de houding der minderheid wordt genoemd en de gebeurtenissen der laat ste maanden uitvoerig worden mede- De Zwitsersche Wet op de verplichte ziekte- en ongevallenverzekering, waar van wij in een vorig nummer een en ander meededeelden is bij de algemeene volksstemming Zondag tengevolge van de zeer sterke oppositie in de landbouw streken, verworpen met een meerderheid van 340,000 tegeu 142,000 stemmen. De Kieswet. Met een enkel woord is melding gemaakt van de indiening van een wetsontwerp, houdende nadere wijzi ging van eenige bepalingen der Kieswet. Voorshands ontleenen wy daaraan het Met betrekking tot de omschrijving der eischen voor de kiesbevoegdheid wordt vierderlei aanvulling voorgesteld. Van de I beginselen waarvan bij de forrauleering van art. 1 is uitgegaan, wordt door deze aanvulling niet afgeweken. Met behoud van de grondslagen van het artikel is getracht de gedachte, waaraan sommige zijner onderdeelen hun oorsprong ont- en tevens om honderd daaldeTS reisgeld Zijne voogd, was de heer Bantes, een ryk fabrikant in de stad, of lievei in bet stadje Herbesheim aan de Aa, welke hem, indien men het aldus wil noemen, opgevoed had Waldrich had van zijn dertiende jaar af, totdat hij naar de hoogescbool vertrok, by hem ingewoond. Mijnheer Bantens was een oud, zonderling man. Deze zond hem een' brief, die vergezeld ging van vijftien Louis d'or van den vol - geuden inhoud Mijn vriend, wanneer gij nog een jaar oudei zijt, kunt gij over het kleine restant van uw vermogen naar willekeur beschik ken. Ik verzoek u tot dien tijd uw ver langen te onderdrukken, om het vaderland te dienen, en u op uwe bezigheden toe te leggen, om eenmaal een ambt en brood te verkrygen, want dat zult gij noodig heb ben. Ik weet, wat ik aan mij zelveu en uwen vader, mijn' vriend zaliger, verschul digd ben. Laat toch eindelijk die dwaze plannen varen, en wordt een solide man. Ik zend u geene dwaze penning. Ik blijf, enz. De, in het papier gewikkelde, Louis d'or stonden in een vreemd, doch niet onaan genaam contrast met den brief. Waldrich kon in langen tijd niet gissen, ja had mis schien het raadsel niet kunnen ophelderen, ware zijn blik niet gevallen op het papier waarin de Louis d'or waren gewikkeld ge weest. Hij nam het op, en las het vol- Laat u niet afschrikken. Schaar u onder degenen, die de heilige zaak van het arme Duitschland zullen verdedigen. God behoe de u 1 Dit wenscht uw voormalige speel genoot Frederika. Die speelgenoot, Frederika, was niemand anders dan de dochter van den heer Ban tes. De hemel weet, hoe zij by het ver zegelen van den brief haars vaders was tegenwoordig geweest. Waldrich geraakte geheel in vuur, meer over het moedige meisje, dan wel over het goud, hetwelk zij buiten twijfel van hare spaarpenningen voor hem had afgezonderd. Hij schreef on verwijld naar Herbesheim aan een vriend, sloot een paar dankbare regels in voor het kleine meisje, (bij had vergeten dat het kleine meisje in vier jaren tijds wel iets kon gegroeid zijn) noemde haar zelfs zyne Thusnelde, en vertrok, trotsch als een tweede Herman naar het leger. HET INCOGNITO. Ik zal Waldrichs krijgsbedrijven niet uitvoerig beschryven. Het zy voldoende dat bij er bij was, wanneer het er op aan kwam. Napoleon werd gelukkiger wijze onttroond en naar Elba gezonden. Wal drioh keerde niet, zooals de overige vrij willigers, naar huis terug, maar nam als eerste luitenant eene plaats aan by een regiment infanteristen. Het leven in het veld beviel hem beter, dan achter de stof- ferige lessenaar. Zijn regement maakte ook den tweeden tocht naar Ei ankrijk mede, en keerde eindelijk, na volbracht werk, met paukgeschal en gezang naar het va- deiland terug. Waldrich, die bij twee veldslagen en nog vele andere gevechten, was tegenwoor dig geweest, had het geluk gehad, onge- wond terug te keeren. Hij vleide zich, als een der helden, die voor bet vaderland ge streden hadden, ter belooning eene burger lijke betrekKing te zullen verkrijgen. Hij was bij zijn regiment zeer bemind en door zijne krijgmakkers geacht. Maar het ging met die burgelijke betrekking niet zoo snel als hy hoopte. Er waren te veel zonen, neven van raadsheerec en presidenten, die bezorgd moasten worden, en welke zoo wijs geweest waren, anderen in den hei ligen oorlog te laten trekken, en die zei ven te huis blevenook hadden zij door geboorte meer aanspraak op zulke betrek kingen, want Waldrich was slechts van burgerlijke afkomst. De zaak bleef dus zooals ze was. Hij bleef alzoo eerste luitenant, en dit zooveel te liever, dewijl de heer Bantes, zijn ge wezen voogd, hem sedert langen tijd, net geringe overschot van zijn vaderlijk erf deel had uitgekeerd, en dit reeds lang de wyde wereld wasingezonden. Hij wandel de dus in de stad, waarin hij in bezetting lag, ïond, maakte in de wachtkamer ver zen, en op paradijs wijsgeerige overden kingen. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1